Beleidsregels leerlingenvervoer Gemeente IJsselstein 2018

Geldend van 01-08-2018 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels leerlingenvervoer Gemeente IJsselstein 2018

1. Algemeen

Ieder kind heeft recht op passend onderwijs. In sommige gevallen kunnen kinderen niet zelfstandig naar school. Als aan bepaalde criteria is voldaan, kunnen ouders een beroep doen op de verordening leerlingenvervoer. Daarin staat wanneer iemand in aanmerking komt voor een vergoeding van de vervoerskosten van en naar school. Het expliciete doel van de regeling is het verstrekken van een bekostiging. Het is aan de gemeente om te beslissen in welke vorm de voorziening wordt verstrekt. Het impliciete doel is het effectueren van het recht op onderwijs en de vrijheid van onderwijs.

2. Aanvraag en beschikking

Om er zeker van te zijn dat een beschikking voor aanvang van het nieuwe schooljaar wordt afgegeven, is het van belang om de aanvraag tijdig in te dienen. Hierdoor wordt geadviseerd om de aanvraag vóór 1 juni in te dienen.

De beschikking geldt in principe voor één schooljaar (of er moet specifiek voor een kortere periode een aanvraag worden gedaan). De gemeente kan echter ook beslissen om een beschikking voor een gehele schoolperiode af te geven. Jaarlijks voorafgaand aan het nieuwe schooljaar, krijgen de ouders of verzorgers van de leerling die bij de gemeente al bekend zijn een antwoordformulier toegestuurd. Hierop kunnen ouders of verzorgers aangeven of hun gegevens nog actueel zijn, en of zij vervoer wensen voor het nieuwe schooljaar. Ouders van kinderen die het (speciaal) basisonderwijs bezoeken, dienen ook jaarlijks de inkomensgegevens te overleggen, om de eigen bijdrage te kunnen bepalen. Als de gemeente het antwoordformulier niet ontvangt, wordt de vergoeding stopgezet.

Gedurende het schooljaar moeten aanvragers wijzigingen die van invloed zijn op de vergoeding,

direct schriftelijk aan de gemeente doorgeven. De kans bestaat anders dat de aanvragers de vergoeding aan de gemeente terug moeten betalen of dat het vervoer wordt stopgezet.

3. Formulieren

Formulieren die onjuist of onvolledig zijn ingevuld, worden door de gemeente beschouwd als een niet ontvankelijke aanvraag. Ze worden naar de aanvrager teruggestuurd. De aanvrager wordt dan in de gelegenheid gesteld de aanvraag binnen twee weken te corrigeren of aan te vullen. Word hiervan geen gebruik gemaakt dan kan de aanvraag buiten behandeling gesteld worden. De gemeente stelt de aanvrager hiervan op de hoogte

4. Grensgevallen

Leerlingenvervoer is alleen voor vervoer van huis naar school en vice versa. Onder het leerlingenvervoer valt ook:

  • .

    Het vervoer van leerlingen die nog op het Medisch Kinderdagverblijf ingeschreven staan, en gaan wennen op school.

  • .

    Statushouderskinderen die taalonderwijs volgen.

  • .

    Vervoer van leerlingen die al gebruik maken van aangepast vervoer en van school naar een instelling in de regio 1 die therapie en/of begeleiding aan de jongere biedt vervoerd moeten worden. Dit vervoer wordt geregeld door het leerlingenvervoer, maar verstrekt op basis van de Jeugdwet. Het vervoer vindt plaats in aansluiting op de reguliere eindtijd van de school volgens de schoolgids.

    ervoer vanaf de instelling naar het thuisadres behoort in geen enkel geval tot de mogelijkheden. Hiervoor zijn de ouders verantwoordelijk.

Wat valt daar in ieder geval niet onder?

  • .

    bij een tijdelijke beperking, zoals een gebroken been;

  • .

    vervoer naar medische of paramedische behandelingen, zoals arts,

    therapeut, tandarts of ziekenhuis;

  • .

    afwijkende schooltijden door lesuitval, ziekte, schoolreisje, sportdag of andere uitstapjes;

  • .

    vervoer naar een logeerhuis;

  • .

    vervoer tussen school en sport/zwemles;

  • .

    vervoer buiten de schooltijden en na 17.00 uur;

Ouders zijn in dergelijke situaties zelf verantwoordelijk voor het vervoer van en naar school.

5. Buitenschoolse opvang

In de verordening is aangegeven dat leerlingenvervoer het vervoer tussen de woning en de school betreft. De woning is gedefinieerd als ‘de plaats waar de leerling structureel en feitelijk verblijft’. Het college staat vervoer van school naar een opvangadres na schooltijd, anders dan het woonadres, toe indien voldaan wordt aan de onderstaande voorwaarden.

  • 1.

    De leerling bezoekt een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs.

  • 2.

    De leerling maakt gebruik van aangepast vervoer.

  • 3.

    Het opvangadres ligt binnen de gemeentegrens van IJsselstein of het opvangadres ligt op de route van de taxi(bus): met andere woorden waarvoor door de taxi(bus) niet of in geringe mate hoeft te worden omgereden.

  • 4.

    Er is één opvangadres naast het huisadres toegestaan.

  • 5.

    Onder een opvangadres na schooltijd valt geregistreerde buitenschoolse opvang of geregistreerde gastouderopvang 2 .

  • 6.

    Er is sprake van een vast patroon, dat wil zeggen één vast opvangadres alsook op vaste dagen per week.

  • 7.

    Het vervoer vindt plaats in aansluiting op de reguliere eindtijd van de school volgens de schoolgids. Vervoer vanaf het opvangadres naar het thuisadres behoort in geen enkel geval tot de mogelijkheden. Hiervoor zijn de ouders verantwoordelijk.

  • 8.

    Een volwassene dient, namens BSO, ter plekke aanwezig te zijn om de leerling op te vangen. De chauffeur moet de leerling aan de volwassene kunnen overdragen bij de taxi(bus). De gemeente draagt geen verantwoordelijkheid vanaf het moment dat de leerling de taxi(bus) heeft verlaten.

  • 9.

    De vervoerder stemt in met vervoer naar het opvangadres en brengt hiervoor geen meerkosten bij ouders of gemeente in rekening. De vervoerder heeft aangegeven dat hij bereid is leerlingen af te zetten bij een opvangadres indien dit adres ongeveer op de route ligt van de taxi(bus), waarin de leerling wordt vervoerd. De route van de taxi(bus) is gebaseerd op de woon- en schooladressen van de leerlingen. Ook heeft de vervoerder de mogelijkheid genoemd dat een kind op de terugweg in een andere (taxi)bus terugrijdt dan op de heenweg.

  • 10.

    De maximale individuele reistijd van de leerlingen die vervoerd worden op de aangepaste route niet mag worden overschreden.

  • 11.

    Indien het vervoer naar het opvangadres leidt tot individueel vervoer of om andere redenen leidt tot hogere kosten dan het vervoer naar het woonadres, behoudt het college zich het recht voor het vervoer niet toe te staan.

     

6. Structurele/tijdelijke beperking

Een leerling met een tijdelijke beperking, zoals een gebroken been of arm, komt niet in aanmerking voor leerlingenvervoer. Alleen bij een structurele beperking wordt eventueel vervoer verleend. Echter, het kan voorkomen dat een leerling een zware operatie moet ondergaan of een meervoudige ledenmatenbreuk heeft opgelopen, met als gevolg dat hij of zij een groot gedeelte van het schooljaar afhankelijk is van rolstoel en/of krukken vanwege herstel of revalidatie. In dat geval kan een leerling bij een beperking die langer duurt dan 3 maanden een beroep doen op het leerlingenvervoer. Hiervoor moet wel een medische verklaring worden overlegd. Er kan een beschikking af worden gegeven voor de duur van het herstel en/of de revalidatie. Als de noodzaak voor het vervoer verdwijnt, heeft de leerling geen recht meer op vervoer.

7. Hoogbegaafde kinderen

Elke basisschool heeft een aanbod voor hoogbegaafde leerlingen. Hierdoor zijn er in principe geen extra regels nodig voor deze leerlingen als het gaat om leerlingenvervoer. Er zijn twee situaties waarin een hoogbegaafde leerling wel aanspraak kan maken op leerlingenvervoer:

  • -

    Een eerste situatie waarin voor een hoogbegaafde leerling een aanvraag voor leerlingenvervoer kan worden ingediend, is als die leerling ten gevolge van een beperking niet zelfstandig kan reizen en als die leerling is aangewezen op een school op afstand.

  • -

    Een andere situatie die zich voor kan doen is dat de dichtstbijzijnde basisschool (nog) geen passend aanbod heeft voor de hoogbegaafde leerling. In dat geval kan het zijn dat de leerling verder moet reizen naar een voor hem toegankelijke school die wel een passend aanbod kan bieden. In die situatie kan een leerling ook een aanvraag bij de gemeenten indienen voor tegemoetkoming in de vervoerskosten. De gemeente zal onderzoeken of de begeleiding en het materiaal daadwerkelijk op deze school aanwezig zijn.

De hoogbegaafdheid van de leerling moet op basis van onderzoek worden gestaafd. Daarnaast moet er een toelichting vanuit de school worden gegeven waarom er geen passend aanbod is voor de betreffende leerling. Indien het een keuze is van de ouders of verzorgers zelf en er een passend aanbod is op de dichtstbijzijnde toegankelijke school kan er geen aanspraak gemaakt worden op leerlingenvervoer.

8. Afstand

Om de afstand te bepalen gebruikt de gemeente de Van deur-tot-deur fietsrouteplanner van de ENFB:

http://www.fietsersbond.nl/fietsrouteplanner/fietsroutes-vandeurtotdeurplanner/index.html

9. Vergoeding van eigen vervoer

De aanvrager kan de leerling zelf vervoeren of laten vervoeren, en aan de gemeente om een kilometervergoeding vragen (het zogenoemde eigen vervoer.) Voor 2017 geldt op grond van deze regeling voor de eigen auto een bedrag van € 0,37 per kilometer. Het genoemde bedrag wordt uitgekeerd voor de kilometers die de leerling aflegt. De vergoeding voor het gebruik van een eigen fiets bedraagt € 0,09 per kilometer.  

Het jaar heeft 200 schooldagen. De vergoeding is nooit hoger dan de vergoeding voor openbaar vervoer (en/of de vergoeding voor openbaar met begeleiding.)

Voor het bepalen van het aantal kilometers, gaat de gemeente uit van de kortste begaanbare weg

in de ochtend tussen en huis en school. De gemeente maakt gebruik van de website www.routenet.nl.

De vergoeding wordt op aangifte van de ouders door middel van een overzicht van de gereden kilometers uitgekeerd (dit kan per kwartaal, halfjaar of jaar). De gemeente controleert gedurende het schooljaar of de leerling op school staat ingeschreven waarvoor leerlingenvervoer kan worden aangevraagd en of de leerling structureel in de gemeente IJsselstein verblijft. De gemeente controleert ook andere relevante criteria voor toekenning van leerlingenvervoer. Op basis van de uitkomsten van de controle kan de gemeente de hoogte van de vergoeding wijzigen of stopzetten.

10. Drempelbedrag

Bij de bepaling van het drempelbedrag wordt uitgegaan van de kosten van openbaar vervoer die bij gebruik van de OV-chipkaart of een andere binnen de gemeente geldende OV-betaalmogelijkheid zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan. Bij het bepalen van de kosten wordt rekening gehouden met de kortingen die voor de leerling binnen het systeem kunnen gelden. De eigen bijdrage is gebaseerd op een jaarabonnement voor een persoon jonger dan 18 jaar, volgens de tarieven op www.9292.nl voor het openbaar vervoer waarmee binnen de afstand van 6 km (2017: € 522,00 ) en voor leerlingen die niet toegelaten kunnen worden op SBO De Wenteltrap in IJsselstein en daarom onderwijs volgen op SBO De Evenaar te Nieuwegein of taalonderwijs volgen aan het Taalatelier te Nieuwegein 4 km ( 2017: € 318,00 ) kan worden gereisd.

11. Kilometergrens

Bij het drempelbedrag is de ouderlijke bijdrage gekoppeld aan de door de gemeente vastgestelde kilometergrens, dat wil zeggen de afstand van de woning tot de school waarboven aanspraak kan bestaan op leerlingenvervoer. Invoering van het drempelbedrag houdt in dat de kosten van het openbaar vervoer tot aan deze kilometergrens voor rekening van de ouders komen. In de verordening is de kilometergrens op zes kilometer gesteld. Hierop gelden twee uitzondering. Voor leerlingen die niet toegelaten kunnen worden op SBO De Wenteltrap in IJsselstein en daarom onderwijs volgen op SBO De Evenaar te Nieuwegein of taalonderwijs volgen aan het Taalatelier te Nieuwegein is de grens vastgesteld op 4 kilometer.

12. Openbaar vervoer en taxivervoer

De vergoeding van het openbaar vervoer wordt in één keer vooruit aan de ouders of verzorgers overgemaakt. De ouders hoeven geen vervoersbewijzen te tonen aan de gemeente. De gemeente controleert gedurende het schooljaar of de leerling op school staat ingeschreven waarvoor leerlingenvervoer kan worden aangevraagd en/of de leerling structureel in de gemeente IJsselstein verblijft. Op basis van de uitkomsten van de controle kan de gemeente de hoogte van de vergoeding wijzigen, stopzetten of terugvorderen.

Een leerling zit maximaal 90 minuten in een taxi, tenzij het door de afstand niet mogelijk is om binnen deze maximale tijdsduur te blijven. Gestreefd wordt om deze reistijd zo minimaal mogelijk te maken. In de aanbesteding van het vervoer worden hier afspraken over gemaakt waarbij rekening wordt gehouden met de kilometerafstand en de reisduur. Het taxibedrijf houdt er daarnaast bij de planning van de ritten zo veel mogelijk rekening mee dat leerlingen uit eenzelfde woonplaats die de chauffeur ‘s morgens als eerst ophaalt, 's middags als eerste thuisbrengt.

Als de gemeente het vervoer verzorgt, wordt er geen vergoeding betaald. De leerling wordt in dit geval in de gelegenheid gesteld gebruik te maken van de aangepast vervoer van de gemeente. Voor de beoordeling van de reisduur van het openbaar vervoer gebruikt de gemeente de website  www.9292.nl.

13. Individuele ritten

Leerlingen worden in principe niet individueel per taxi naar hun school vervoerd. Een locatie van een school wordt per dag én per bouwdeel (onderbouw of bovenbouw) maximaal tweemaal door de taxi aangedaan, tenzij een aparte taxiroute kan worden gereden met minimaal vier leerlingen, waarvan het vervoer naar hun school qua locaties en tijdstippen kan worden gecombineerd. Voor het maken van toetsen en/of examens op afwijkende tijden kan een uitzondering op de regel worden gemaakt.

Leerlingen worden alleen individueel per taxi vervoerd om medische en/of sociale redenen. De aanvraag hiervoor door de ouders, moet worden ondersteund met een verklaring van de door de gemeente aangewezen deskundige.

14. Stagevervoer

Is de stage een onderdeel van het onderwijsprogramma (opgenomen in de schoolgids en ongeacht het stageprofiel) en krijgt de leerling dagelijks leerlingenvervoer naar de school, dan bestaat in alle redelijkheid en billijkheid (niet al te ver weg) aanspraak op leerlingenvervoer naar het stageadres. Het stageadres wordt dan ook als school aangemerkt.

Hier geldt echter ook de dichtstbijzijnde toegankelijke stage. Stageplaatsen moeten zo veel mogelijk dicht bij het huis- of het schooladres liggen. Ook moeten de stagetijden aansluiten op de reguliere schooltijden. Op die manier kan het stagevervoer worden gecombineerd met het reguliere schoolvervoer.

15. Gedragsregels

De gemeente IJsselstein verwacht gepast gedrag van ouders en leerling in het aangepast vervoer. Wat hieronder verstaan wordt kunt u terug vinden in de folder over leerlingenvervoer.

Als ouders of verzorgers ontoelaatbaar gedrag vertonen rondom het leerlingenvervoer en/of iets doen of nalaten waardoor de gemeente benadeeld wordt, kan dit negatieve gevolgen hebben voor de vergoeding van de kosten schoolbezoek van hun kind(eren) en/of het vervoer per taxi.

16. Uitzondering op de regel; hardheidsclausule

De gemeente kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de Verordening. De gemeente past de zogenoemde hardheidsclausule toe.

17. Slotbepalingen

  • -

    De beleidsregels treden in werking op 1 augustus 2018.

  • -

    De beleidsregels leerlingenvervoer gemeente IJsselstein 2015 vastgesteld op 18 november 2014 worden ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 28 november 2017

De secretaris,
E.D. Luchtenburg
De burgemeester,
mr. P.J.M. van Domburg

Noot
1

Het gaat om bijv. IJsselstein (o.a. Spelende Wolf), Houten (o.a. De Jonge Ontdekker en Vriendjes van Houten) en Nieuwegein (o.a. Kidztower).

Noot
2

Zie: www.landelijkregisterkinderopvang.nl en zoek bij plaats op “IJsselstein”.