Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2018

Geldend van 13-12-2017 t/m 31-12-2018

Intitulé

De raad van de gemeente Dronten,

gelezen het voorstel van het college van 3 oktober 2017, nr. B17.002017

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet, de Marktverordening Dronten 2013, Hoofdstuk 14 van de tarieventabel van de Legesverordening 2018 en Hoofdstuk 5, Afdelingen 3 en 4 van de Algemene plaatselijke verordening 2016;

gezien het advies van de raadscommissie van november 2017;

B E S L U I T:

Vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2018

Marktgeldverordening 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a. kwartaal: drie achtereenvolgende kalendermaanden, respectievelijk beginnende op 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober;

  • b. dag: 0.00 uur tot 24.00 uur;

  • c. meter: strekkende meter (m1);

  • d. markt: de door het college ingestelde warenmarkt, op grond van de Marktverordening Dronten 2013;

  • e. vergunninghouder: degene aan wie door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten een vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • f. standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • g. vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • h. losse standplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • i. GBLT: het openbaar lichaam Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus – Tricijn te Zwolle.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam marktgelden wordt voor het innemen van een standplaats op een markt een recht geheven.

Artikel 3 Belastingplichtig

De marktgelden worden geheven van degene die op een markt in de gemeente Dronten een standplaats inneemt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De marktgelden worden geheven naar de frontbreedte per meter van de standplaats.

  • 2. Voor een markt gehouden in de kern Dronten bedragen de marktgelden:

    • a.

      Voor vaste standplaatshouders € 94,05 per m¹, doch ten minste € 375,20.;

    • b.

      Voor losse standplaatshouders per dag of een gedeelte daarvan € 2.30 per m¹, doch ten minste € 8,85.

  • 3. Voor een markt gehouden in de kernen Biddinghuizen of Swifterbant bedragen de marktgelden:

    • a.

      Voor vaste standplaatshouders € 77,95 per m¹, doch ten minste € 311,30;

    • b.

      Voor losse standplaatshouders per dag of een gedeelte daarvan € 1,80 per m¹, doch ten minste € 7,10.

  • 4. De in de voorgaande leden genoemde rechten worden verhoogd bij gebruik van een elektriciteitsaansluiting:

    • a.

      Voor vaste standplaatshouders

      • i.

        met € 80,45 indien gebruik uitsluitend dient voor verlichting;

      • ii.

        met € 141,70 in alle andere gevallen.

    • b.

      Voor losse standplaatshouders

      • i.

        met € 1,80 indien gebruik uitsluitend dient voor verlichting;

      • ii.

        met € 2,80 in alle andere gevallen.

  • 5. Voor de berekening van de marktgelden wordt een gedeelte van een meter als een volle meter aangemerkt.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • a. De marktgelden als bedoeld in artikel 4, die geheven worden van vaste standplaatshouders, worden geheven bij wege van aanslag.

  • b. De marktgelden als bedoeld in artikel 4, die geheven worden van losse standplaatshouders, worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 6 Heffingstijdvakken

  • 1. De marktgelden, als bedoeld in artikel 5, die geheven worden van vaste standplaatshouders, worden geheven over een heffingstijdvak van een jaar.

  • 2. De marktgelden, als bedoeld in artikel 5, die geheven worden van losse standplaatshouders, worden geheven over een heffingstijdvak van een dag.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De marktgelden, als bedoeld in artikel 4, die geheven worden van vaste standplaatshouders is verschuldigd bij de begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting als bedoeld in artikel 4, dat geheven wordt van vaste standplaatshouders, verschuldigd voor zoveel kwartalen van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na de aanvang van de belastingplicht zijn, waarbij een gedeelte van een kwartaal als geheel kwartaal wordt berekend.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel de frontbreedte van de marktkraam kleiner wordt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de belasting bedoeld in artikel 4, dat geheven wordt van vaste standplaatshouders, voor zoveel kwartalen van de voor dat belastingjaar verschuldigde belasting als er in dat belastingjaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kwartalen overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder dan € 5,00 bedraagt.

  • 4. Indien de belastingplicht is beëindigd na de dagtekening van het aanslagbiljet, kan de belastingplichtige een aanvraag tot ontheffing indienen bij de ambtenaar belast met de heffing.

  • 5. De marktgelden, als bedoeld in artikel 4, die geheven worden van losse standplaatshouders, is verschuldigd op het tijdstip dat de standplaats wordt ingenomen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moet de aanslag worden betaald in één termijn die vervalt twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. Belastingaanslagen waarvoor de belastingschuldige een machtiging heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, dienen te worden betaald in zoveel gelijke maandelijkse termijnen als er na de dagtekening van het aanslagbiljet nog in het desbetreffende kalenderjaar volle dan wel gedeeltelijke kalendermaanden resteren, met dien verstande dat het aantal maandelijkse termijnen niet minder dan zes bedraagt. Voor de overige aanslagen geldt onverkort de in lid 1 van dit artikel neergelegde hoofdregel.

  • 3. Op de in lid 2 van dit artikel geldt als restrictie dat het bedrag per afschrijving op het totaalbedrag van het desbetreffende aanslagbiljet niet minder dan € 5,00 bedraagt.

  • 4. De marktgelden, als bedoeld in artikel 4, dat geheven wordt van losse standplaatshouders, moeten worden betaald op het moment van het uitreiken van een gedagtekende, schriftelijke kennisgeving.

  • 5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het dagelijks bestuur van GBLT

Het dagelijks bestuur van GBLT kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van marktgelden.

Artikel 12 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2017’ van 24 november 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in lid 3 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Marktgeldverordening 2018’.

Dronten, 30 november 2017.

De raad voornoemd,

D.Petrusma MMC

griffier

mr. A.B.L. de Jonge

voorzitter