Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Leiden houdende regels omtrent de afhandeling van klachten Klachtenreglement Gemeente Leiden 2018

Geldend van 08-12-2017 t/m heden

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Leiden houdende regels omtrent de afhandeling van klachten Klachtenreglement Gemeente Leiden 2018

De raad van de gemeente Leiden:

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel 17.0092 van 2017), mede gezien het advies van de commissie. Gelet op titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gehoord de Ondernemingsraad;

BESLUIT:

  • 1.

    Bijgaand klachtenreglement 2018 vast te stellen voor zover de raad bevoegd is

 

Artikel 1 Begripsbepalingen:

Awb

de Algemene wet bestuursrecht

Bestuursorgaan

de raad, het college of de burgemeester

College

het college van burgemeester en wethouders van Leiden.

Burgemeester

de burgemeester van Leiden

Raad

de gemeenteraad van de gemeente Leiden

Team

resultaatverantwoordelijk team als bedoeld in artikel 1 onder k van het Organisatiebesluit gemeente Leiden 2015

Cluster

organisatorische eenheid als bedoeld in artikel 1 onder i van het Organisatiebesluit gemeente Leiden 2015

Instelling

organisatorische eenheid als bedoeld in artikel 1 onder s van het Organisatiebesluit gemeente Leiden 2015

Griffie

organisatorische eenheid als bedoeld in artikel 1 onder e van het Organisatiebesluit gemeente Leiden 2015

Projectbureau

organisatorische eenheid als bedoeld in artikel 1 onder o van het Organisatiebesluit gemeente Leiden 2015

Concernstaf

organisatorische eenheid als bedoeld in artikel 1 onder q van het Organisatiebesluit gemeente Leiden 2015

Klacht

een klacht als bedoeld in artikel 9:1 van de Awb (bijlage A)

Klager

degene die een klacht als bedoeld in artikel 9:1 van de Awb heeft ingediend

Beklaagde

degene tegen wie de klacht als bedoeld in artikel 9:1 van de Awb is gericht

Klachtendomein

organisatorische eenheid of eenheden waarvoor door de verantwoordelijke directeur of manager een klachtenambtenaar is aangewezen

Klachtenambtenaar

de ambtenaar die de klachtenbehandelaar ondersteunt en zorgt voor een goed verloop van de klachtenbehandeling

Klachtenbehandelaar

de functionaris die over de klacht en de daaraan verbonden gevolgen beslist

Coördinerend klachtenambtenaar

de ambtenaar die (op clusterniveau, bij het projectbureau of bij de concernstaf) het proces van klachtenbehandeling intern coördineert en begeleidt en die een rechtstreekse onafhankelijk adviesrol (gevraagd en ongevraagd) heeft naar de directeur of de manager

Klachtencoördinator

de persoon als bedoeld in artikel 10 van dit regelement die is aangewezen door het college en in dienst is bij de gemeente Leiden of bij Servicepunt71

PCMO

Prettig Contact met de Overheid

Behoorlijkheids wijzer

gedragscode voor de overheid die een overzicht biedt van de behoorlijkheidsvereisten van de Nationale ombudsman (https://www.nationaleombudsman.nl/system/files/infomateriaal/Behoorlijkheidswijzer%20NL%20oktober%202016.pdf)

Artikel 2 Doelstelling

Het doel van het klachtenreglement is het vastleggen van de organisatorische uitwerking van de klachtbehandeling binnen de gemeente Leiden en het vaststellen van enkele aanvullende bepalingen ten opzichte van het bepaalde in titel 9.1. van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 3 Centraal uitgangspunt: PCMO

PCMO is leidend in de afhandeling van klachten. Dat betekent dat de klacht zo mogelijk informeel wordt afgehandeld. Een formele klachtenprocedure wordt pas gestart als het niet mogelijk is om op informele wijze tot een oplossing van de klacht te komen.

Artikel 4 Reikwijdte

Het klachtenreglement is van toepassing op de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 9:1 van de Awb, die betrekking hebben op gedragingen of de handelwijze van de bestuursorganen van de gemeente Leiden en personen werkzaam onder de verantwoordelijkheid daarvan, daaronder begrepen de personen werkzaam in de (advies)commissies die zijn ingesteld door deze bestuursorganen.

Artikel 5 Indiening

  • 1. Een klacht kan mondeling of schriftelijk of elektronisch (door middel van een digitaal formulier of e-mail) worden ingediend bij het college. De klacht wordt door de klachtencoördinator ter behandeling doorgeleid naar de klachtenambtenaren als genoemd in artikel 7, eerste en tweede lid, dan wel, indien aangewezen, de coördineren klachtenambtenaar.

  • 2. Afhankelijk van de vraag tegen wie of tegen welk handelen de klacht is gericht, kan de klager mondeling klagen bij de klachtenambtenaren als genoemd in artikel 7, eerste en tweede lid.

Artikel 6 Klachtbehandeling

  • 1. De klachtbehandeling houdt in het zo mogelijk onmiddellijk oplossen van de klacht, het onderzoeken van een klacht met inachtneming van het bepaalde in titel 9.1. van de Awb (voor de Awb-artikelen zie bijlage).

  • 2. De behoorlijkheidswijzer van de ombudsman (bijlage) is leidend voor de klachtenbehandeling.

  • 3. De klacht wordt behandeld door:

    • a.

      de naast hogere leidinggevende van een beklaagde medewerker en de klachtenambtenaar;

    • b.

      de cluster- of instellingsdirecteur, de managers projectbureau en concernstaf en de klachtenambtenaar indien de klacht een gedraging van een teammanager betreft;

    • c.

      de gemeentesecretaris/algemeen directeur en de klachtenambtenaar van de concernstaf indien de klacht een gedraging van een cluster- of instellingsdirecteur, de manager projectbureau of de manager concernstaf betreft;

    • d.

      de voorzitter van de (advies)commissie indien de klacht een gedraging betreft van een (advies)commissie of een persoon werkzaam onder verantwoordelijkheid daarvan;

    • e.

      de voorzitter van de werkgeverscommissie van de raad en de klachtenambtenaar van de concernstaf indien de klacht een gedraging betreft van de griffie of de griffier;

    • f.

      de griffier en de klachtenambtenaar van de concernstaf indien de klacht een gedraging betreft van een persoon werkzaam onder de verantwoordelijkheid van de raad;

    • g.

      de burgemeester en de klachtenambtenaar van de concernstaf indien de klacht een gedraging betreft van het college, een wethouder en de gemeentesecretaris;

    • h.

      de burgemeester als voorzitter van de raad en de klachtenambtenaar van de raad indien de klacht een gedraging betreft van de raad of een raadslid;

    • i.

      de vice-voorzitter van de raad en de klachtenambtenaar van de concernstaf indien de klacht een gedraging betreft van de burgemeester in diens hoedanigheid van voorzitter van de raad;

    • j.

      de loco-burgemeester en de klachtenambtenaar van de concernstaf indien de klacht een gedraging betreft van de burgemeester in diens hoedanigheid van bestuursorgaan, vertegenwoordiger van de gemeente of lid van het college.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in het derde lid wordt de klacht door een andere ambtenaar behandeld als betrokkenheid bij de klacht een objectieve klachtbehandeling in de weg staat of als daar anderszins aanleiding voor is.

  • 5. Indien een klacht wordt behandeld, dient beoordeeld te worden of aan de klacht tegemoet kan worden gekomen.

  • 6. Is aan de klacht tegemoet gekomen, dan dient bij klager te worden geïnformeerd of de klacht naar tevredenheid is afgehandeld voordat de klachtbehandeling als beëindigd kan worden beschouwd.

Artikel 7 Klachtenambtenaar

  • 1. De cluster- en instellingsdirecteuren en de managers van projectbureau en concernstaf wijzen voor hun domein ten minste één klachtenambtenaar aan. De griffie maakt gebruik van de klachtenambtenaar van de concernstaf.

  • 2. De klachtenambtenaar voor de raad is de griffier. Hij is de contactpersoon voor de klager.

  • 3. Met de cluster- en instellingsdirecteuren, de managers projectbureau en concernstaf, de teammanagers en de griffier dragen de klachtenambtenaren zorg voor een behoorlijke klachtenbehandeling binnen hun domein.

  • 4. De klachtenambtenaar zorgt voor de registratie van klachten binnen zijn klachtendomein.

  • 5. De klachtenambtenaar maakt jaarlijks een rapportage van de ingediende klachten op de wijze zoals door de klachtencoördinator is aangegeven.

  • 6. De taken als omschreven in de leden 4 en 5 worden, indien deze is aangewezen, verricht door een coördinerend klachtenambtenaar.

  • 7. De centrale klachtencoördinator doet jaarlijks verslag van de klachtenbehandeling. Het verslag wordt opgenomen in het gemeentelijk Jaarverslag.

  • 8. De centrale klachtencoördinator geeft tussentijds of in het jaarverslag aan directie en management een signaal als niet aan het gestelde in de leden 1, 2 en 3 is voldaan.

Artikel 8 Formele afdoening

  • 1. De formele afdoening houdt in dat de klager schriftelijk en gemotiveerd in kennis wordt gesteld van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht, het oordeel daarover en de eventuele conclusies die daaraan worden verbonden als bedoeld in artikel 9:12 van de Awb.

  • 2. De formele afdoening van de klacht vindt plaats door:

    • a.

      de teammanager, namens het college, indien de klacht een gedraging van een ambtenaar of van een team(onderdeel) betreft;

    • b.

      de griffier, namens de raad, indien de klacht een gedraging van een ambtenaar van de griffie betreft;

    • c.

      de clusterdirecteur, namens het college, indien de klacht een gedraging van een teammanager of van een team betreft;

    • d.

      de gemeentesecretaris/algemeen directeur, namens het college, indien de klacht een gedraging van een cluster- of instellingsdirecteur, het hoofd van het projectbureau, het hoofd van de concernstaf of van één van deze organisatorische eenheden betreft;

    • e.

      het college, indien de klacht de gedraging van de gemeentesecretaris/algemeen directeur of van de organisatie in zijn geheel betreft;

    • f.

      de voorzitter van de (advies)commissie indien de klacht de gedraging van een (advies) commissie of een persoon werkzaam onder de verantwoordelijkheid daarvan betreft;

    • g.

      de burgemeester indien de klacht de gedraging van het college, een collegelid, de raad of een raadslid betreft;

    • h.

      de voorzitter van de werkgeverscommissie (tevens plaatsvervangend voorzitter van de raad), namens de raad, indien de klacht een gedraging van de griffie of van de griffier betreft;

    • i.

      de vice-voorzitter van de raad indien de klacht de gedraging van de burgemeester in diens hoedanigheid van voorzitter van de raad betreft;

    • j.

      de loco-burgemeester indien de klacht de gedraging van de burgemeester in diens hoedanigheid van bestuursorgaan, vertegenwoordiger van de gemeente of lid van het college betreft.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt de klacht door een andere ambtenaar formeel afgedaan als betrokkenheid bij de klacht een objectieve klachtbehandeling in de weg staat of als daar anderszins aanleiding voor is.

  • 4. Degene die de klacht formeel heeft afgedaan zendt het origineel van de afdoeningsbrief naar de klager en een kopie naar de beklaagde, diens leidinggevende, de (centrale) klachtencoördinator en de klachtenambtenaar die de klacht heeft onderzocht

  • 5. In de formele afdoeningsbrief wordt vermeld dat de klager, als hij het niet eens is met de reactie van de gemeente, het recht heeft om zich te wenden tot de Nationale ombudsman.

Artikel 9 Medewerking

De beklaagde is verplicht medewerking te verlenen aan de behandeling van de klacht.

Artikel 10 Klachtencoördinator

  • 1. Het College wijst een klachtencoördinator aan die zorg draagt voor:

    • a.

      de centrale coördinerende taken van de klachtafhandeling binnen de gemeente;

    • b.

      jaarlijkse verslaglegging en evaluatie van de gemeentelijke klachtenbehandeling;

    • c.

      de kennisoverdracht over het klachtrecht aan de klachtenambtenaren;

    • d.

      het toezicht op een behoorlijke klachtbehandeling en afdoening binnen de gemeente.

  • 2. Daartoe geeft de klachtencoördinator gevraagd en ongevraagd advies aan de klachtenambtenaren, de klachtbehandelaren en het gemeentebestuur. Problemen met de klachtbehandeling worden gerapporteerd aan de desbetreffende teammanager en zo nodig aan de gemeentesecretaris.

  • 3. De klachtencoördinator brengt jaarlijks verslag van de gemeentelijke klachtenbehandeling uit aan de burgemeester die dit verslag ter kennis brengt van het college.

  • 4. De klachtencoördinator fungeert als contactpersoon voor de Nationale ombudsman.

Artikel 11 Slotbepalingen

  • 1. Dit reglement treedt in werking op de dag na die van zijn bekendmaking.

  • 2. Het Klachtenreglement 2013 wordt ingetrokken op de dag dat het onderhavige klachtenreglement in werking treedt.

  • 3. Dit reglement wordt aangeduid als het 'Klachtenreglement Gemeente Leiden 2018'.

Ondertekening

Gedaan in de openbare raadsvergadering van 30 november 2017,
de Griffier, de Voorzitter,

Toelichting bij het Klachtenreglement

Algemeen

Goed omgaan met klachten van burgers over het gedrag van bestuur en medewerkers van het bestuursorgaan is één van de kenmerken van modern, democratisch openbaar bestuur. Dat bestuur neemt klachten van individuele burgers over hun bejegening serieus, durft zich kwetsbaar op te stellen en neemt klachten zo mogelijk weg. In dit reglement wordt de klachtbehandeling en –afdoening geregeld, waarbij als uitgangspunt geldt dat de klacht zo mogelijk wordt gehonoreerd. Het klachtrecht is in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geregeld. In dit reglement geven wij daaraan onze invulling.

In de Awb staat geen definitie van het begrip klacht. Ook de Wet extern klachtrecht omschrijft niet wat een klacht is. Volgens de wetgever is een exacte definitie onwenselijk omdat een omschrijving ook een beperking van het klachtrecht kan inhouden. Uitgangspunt van de wetgever is een ruim klachtbegrip. Duidelijk is dat het gaat om iedere uiting van ongenoegen over overheidshandelen. Een klachtprocedure is bedoeld om een ‘rechtens niet-bindend oordeel’ te krijgen over het overheidshandelen. Bij een klachtbehandeling wordt getoetst of het bestuursorgaan zich correct heeft gedragen jegens de klager.

Een klacht is een uiting van ontevredenheid over een bewezen dienst, een persoon of een product. Ontevredenheid wordt verschillend geuit:

  • 1.

    Melding: een melding bevat geen afkeurend oordeel, maar kan wel als klacht worden ingediend. Voorbeeld: ‘mijn vuilnisbak is niet geleegd’ is een melding. Als het weer gebeurt, wordt de tweede meelding al gauw een klacht. Door contact op te nemen met de melder of door direct bij een telefonische melding naar de bedoeling van de melder te vragen, kan direct de kwalificatie en wijze van afdoening van de melding/klacht worden bepaald en met de melder worden besproken. Als de gedraging strijd oplevert met één van de normen van de behoorlijkheidswijzer van de Nationale ombudsman, dan is in de regel sprake van een klacht.

  • 2.

    Klacht: als een klacht door de indiener als zodanig is benoemd, dan is het zonder meer een klacht die conform de klachtenregeling moet worden behandeld. Bij schriftelijke klachten is dat vaak makkelijk vast te stellen: er staat ‘klacht’ op of er

    wordt gesproken over het indienen van een klacht of klagen over staat expliciet in de tekst van het schrijven. Bij de digitale klachten (klachtenformulier) wordt uitgegaan van een klacht als dat op het formulier is aangekruist. Maar als direct duidelijk is dat het in feite gaat om een vraag of een opmerking (waarvoor hetzelfde formulier wordt gebruikt), dan wordt deze niet als klacht in behandeling genomen.

  • 3.

    Bezwaar: soms is een klacht gericht tegen een besluit waartegen bezwaar openstaat of open heeft gestaan. De klacht wordt dan niet als klacht maar als bezwaarschrift behandeld. Onder de vlag van een klacht komen ook andere vormen van ontevredenheid bij de gemeente binnen zoals verzoeken om schadevergoeding/nadeelcompensatie/aansprakelijkstelling/petitie e.d. Deze worden niet als klacht geregistreerd of behandeld maar als aanvraag. 

    De klachtencoördinator van Servicepunt71 beoordeelt de geregistreerde klachten. Als een klacht geen klacht is, maar een bezwaarschrift, aansprakelijkheidsstelling of melding, dan wordt deze via team documenten geregistreerd bij het betreffende organisatieonderdeel.

       

Artikel 2 Doelstelling

Het reglement geeft de doelstelling van het reglement: goed regelen van het klachteninstituut. In deze toelichting gaan we in op de doelstelling van het klachtrecht zelf.

 

Het klachtrecht heeft tot doel het geschonden vertrouwen van de klager in de overheid te herstellen. Het biedt laagdrempelige, aanvullende rechtsbescherming voor de klager die vindt dat de overheid zich onbehoorlijk heeft gedragen. Het bestuur kan van de klacht leren en op basis van een ontvangen klacht een fout herstellen en misstanden binnen de organisatie wegnemen. Het Klachtenreglement heeft ook een preventief effect. Ter voorkoming van klachten worden ambtenaren en bestuurders alerter en correcter in hun omgang met burgers, bedrijven en organisaties. Het mag misschien een cliché zijn, maar ‘een klacht is een gratis advies’ zoals het Auditrapport ‘Leren van klachten’ terecht stelt.

 

Bij het leren van klachten gaat het niet zozeer om de ‘doelmatigheid en doeltreffendheid’ van het gemeentelijk handelen, maar om bejegening van burgers door de organisatie en haar medewerkers, waarbij bejegening wordt opgevat in de brede betekenis van het woord:

  • 1.

    voortvarendheid,

  • 2.

    bejegening,

  • 3.

    betrouwbaarheid,

  • 4.

    goede organisatie en

  • 5.

    informatievoorziening.

Klachten hierover zijn in de praktijk gemiddeld gelijk verdeeld over deze categorieën.

 

Artikel 3 Centraal uitgangspunt: PCMO

In de klachtbehandeling ligt de nadruk op de informele aanpak, in de voorfase. Dat sluit aan bij de werkprincipes van de gemeente Leiden. De organisatie is eigenaar van de klachten die tegen haar of haar medewerkers en bestuurders zijn ingediend. Zij werkt op een transparante manier samen bij het oplossen van de klacht, zowel intern als met de klager. Zij vertrouwt erop dat zij de klacht in redelijkheid in overleg met de klager kan oplossen. De klachtenambtenaar doet alles wat in zijn vermogen ligt om de klacht tussen de burger en de ambtenaar succesvol op te lossen.

 

Voor deze informele aanpak zijn de uitgangspunten van Prettig Contact Met de Overheid (PCMO - http://prettigcontactmetdeoverheid.net/bibliotheek/355) richtinggevend. Dit wordt verder uitgewerkt in (de toelichting bij) artikel 6 Klachtbehandeling.

 

Artikel 4 Reikwijdte

Er kunnen ook klachten worden ingediend tegen (gemeenteambtenaren die werken voor) organisatorische eenheden die (deels) onder gemeentelijke verantwoordelijkheid vallen (bijvoorbeeld de sociale wijkteams). Deze klachten worden behandeld door de klachtenambtenaar van de gemeentelijke opdrachtgever.

 

De vraag is wie de klachten behandelt tegen gemeenteambtenaren die werken voor aan de gemeente gelieerde eenheden. Uitgangspunt van het klachtrecht is dat een klacht wordt behandeld door de organisatie die als werkgever zeggenschap heeft over de beklaagde. Hoe dat per organisatie concreet wordt ingevuld, is maatwerk. Als de klacht via de gemeente is ingediend ziet zij erop toe dat een klacht wordt behandeld en afgedaan.

   

Artikel 5 Indiening

Klachten kunnen behalve op papier ook per digitaal formulier, e-mail en mondeling worden ingediend. Belangrijk is om de klacht in elk geval te registreren, ook als die mondeling is ingediend. Dat gebeurt door een memo van de klachtenambtenaar dat wordt opgenomen in JOIN.

 

Artikel 6 Klachtbehandeling

In artikel 6 staat aangegeven wat klachtbehandeling inhoudt en wie de klacht afhandelt. De behoorlijkheidswijzer van de ombudsman is inhoudelijk richtinggevend. Het is daarom niet nodig om in het reglement inhoudelijk meer richting te geven aan de klachtenbehandeling.

 

Het proces van afhandeling (de onderzoeksfase) verloopt in grote lijnen als volgt. De klacht komt binnen bij Team Documenten dat de klacht registreert in JOIN en een ontvangstbevestiging stuurt aan de klager. Team Documenten stuurt de klacht naar de klachtencoördinator die in eerste instantie de ontvankelijkheid van de klacht beoordeelt. Hij geleidt de klacht door naar de klachtenambtenaar. Deze doet mededeling van de klacht aan de klachtenbehandelaar en de intern betrokken collega(’s) en bevordert met die betrokken collega’s dat de klacht zo mogelijk onmiddellijk (informeel, met PCMO) wordt opgelost.

 

Informele afhandeling

Door in een zo vroeg mogelijk stadium telefonisch contact op te nemen, kunnen achterliggende intenties worden bezien en worden misverstanden hierover voorkomen. Zo kan worden beoordeeld of het zinvol is om een formeel traject op te starten. Tijdens dit telefoongesprek is het zaak om goed te luisteren naar het verhaal van de burger, door te vragen en informatie te verstrekken over de procedure en de mogelijkheden die de burger daarin heeft om zijn stem te laten horen. Het is dan ook belangrijk dat klachtambtenaren en klachtbehandelaars over een goede gesprekstechniek beschikken. Dit stelt hen in staat om vertrouwen te winnen, eventueel dieper liggende belangen te achterhalen en een goede diagnose te maken van de aanleiding voor de klacht.

 

Het telefoongesprek kán er toe leiden dat de klacht wordt ingetrokken, omdat die berust op een misverstand over de gedraging of omdat de klager na uitleg de gedraging accepteert, ook al biedt het hem niet waar hij op hoopte. Dit moet echter niet de eerste insteek zijn van het gesprek. Vanuit een open houding wordt onderzocht wat de achterliggende motivatie is van de klager en welke behandeling het beste is in het specifieke geval.

 

Denkbaar is dat het telefoongesprek tot de afspraak leidt dat de klachtenambtenaar en een ambtenaar van het team dat aanleiding heeft gegeven tot de klacht (het vakteam) met de klager om tafel gaan, om te kijken of er een oplossing kan worden gevonden voor het probleem waar de klager mee zit. Als dat lukt, dan wordt de klacht informeel afgedaan.

 

Aan het slot van de informele klachtenbehandeling vraagt de klachtenambtenaar aan de klager, bij voorkeur telefonisch, of de klacht naar tevredenheid is afgehandeld. Als dat niet het geval is, dan wordt de klacht formeel in behandeling genomen.

 

Formele afhandeling

De klachtenambtenaar assisteert de klachtbehandelaar bij het vervolg van de klachtenbehandeling, het verder onderzoek naar de klacht en het opstellen van het voorstel en de schriftelijke reactie aan de klager. Het is mogelijk dat wordt afgesproken om een hoorzitting te houden, tenzij de klager daarvan afziet.

 

Op basis van deze toelichting wordt na vaststelling van dit reglement door het college een professionele ‘lean’ procesbeschrijving opgesteld, met oog voor de verschillen die daarin optreden per cluster/organisatorische eenheid. Opdrachtgever daarvan is de klachtencoördinator.

 

Artikel 7 Klachtenambtenaar

Het reglement stelt dat de clusters, de instellingen, het projectbureau, de concernstaf en de griffie elk een klachtenambtenaar hebben. Zij kunnen onderling afspraken maken over samenwerking. Zo kunnen twee clusters samen één klachtenambtenaar hebben, andere hebben zelf meer klachtenambtenaren en misschien een eigen coördinator die ook uitvoerende taken doet. Dat is afhankelijk van het klachtenaantal en dat is afhankelijk van aantal klantcontacten. De organisatie-eenheden met de meeste klantcontacten hebben in de praktijk meer klachtenambtenaren en kunnen ook een coördinerend klachtenambtenaar aanwijzen. De klachtencoördinator heeft een signalerende taak als het gaat om de nakoming van dit artikel, hetzij ad hoc, hetzij door daar in het jaarlijkse verslag aandacht voor te vragen.

 

De invulling van de functie van de klachtenambtenaar kan tot discussie kan leiden omdat de behoeften verschillen. Het kan een staffunctie zijn (in te vullen bijvoorbeeld door een kwaliteitsmedewerker) of nadrukkelijk een lijnfunctie. In dat geval is de klachtenambtenaar als de integrale voorbereider van de beslissing door de klachtbehandelaar/leidinggevende. Dat doet hij bijvoorbeeld door de klager te bellen en door de brief te schrijven. De klachtenbehandelaar kan dan een senior zijn. Dit reglement + toelichting biedt de ruimte voor dit verschil in invulling, als maar de procedure en het proces correct worden gevolgd.

 

Er is voor gekozen om de eenheid waartegen geklaagd wordt zelf de klacht te laten behandelen en af te laten doen, waarbij de hogere leidinggevende de oordelende functionaris is. Er zijn alternatieven: alle klachten voorleggen aan het college of aan de gemeentesecretaris/ algemeen directeur, aan een ander team of een ander cluster. De praktijk geeft geen aanleiding tot deze heroverweging van de rolverdeling.

In het reglement zijn ook bepalingen opgenomen die de behandeling en afdoening van klachten tegen de griffier, griffiemedewerkers, de griffie, raadsleden, de raad en raadscommissies regelen.

 

Het is mogelijk om de klachtenambtenaarfunctie centraal onder te brengen, bijvoorbeeld bij Servicepunt71. Daarvoor is niet gekozen omdat ‘gedecentraliseerde’ klachtenbehandeling het cluster/team waartegen de klacht is gericht beter en directer in staat stelt om eigenaarschap te nemen voor de oplossing en om daarvan te het leren.

 

Artikel 8 Formele afdoening

Dit artikel regelt de uiteindelijke (formele) afdoening van de klacht (schriftelijk en gemotiveerd in kennis stellen van de reactie van de gemeente). Gedetailleerd is uitgewerkt wie een beslissing neemt over een klacht over een gedraging van een gemeentelijke ambtenaar of bestuurder. Zo is er voor gekozen om niet de burgemeester, maar de voorzitter van de werkgeverscommissie van de raad (plv. voorzitter van de raad) beslisser te laten zijn over klachten over gedragingen van de griffier (en niet de burgemeester, de voorzitter van de raad). Motief is zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de gemeentelijke organisatie.

Het proces van afdoening sluit aan op de klachtbehandeling (het onderzoek naar de klacht) die wordt geregeld in artikel 5. Aan het slot van de afdoening registreert de klachtenambtenaar in JOIN dat de klacht is afgedaan. Dat is daarmee zichtbaar voor de klachtencoördinator van Servicepunt71. Is de klager niet tevreden, dan kan hij een beroepsprocedure richting Nationale ombudsman starten. Deze mogelijkheid wordt in de kennisgeving aan de klager vermeld. In dat geval fungeert de klachtencoördinator de als aanspreekpunt en contactpersoon voor de Nationale ombudsman

 

Artikel 10 Klachtencoördinatie (centraal)

De coördinatietaken staan omschreven in het reglement: centrale coördinerende taken van de klachtafhandeling, jaarlijkse verslaglegging en evaluatie van de gemeentelijke klachtenbehandeling en kennisoverdracht over het klachtrecht aan de klachtenambtenaren. De klachtencoördinator houdt toezicht op een behoorlijke klachtbehandeling en afdoening en geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de klachtenambtenaren, de teammanagers, de directie en het gemeentebestuur. Problemen met de klachtbehandeling worden gerapporteerd aan de teammanager en zo nodig aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur. De klachtencoördinator fungeert als contactpersoon voor de ombudsman.

 

Het college heeft bepaald dat de coördinatie van de klachten ligt bij Servicepunt71. Ook dat kan anders, bijvoorbeeld bij de concernstaf. Uit oogpunt van zuiverheid in (regionale) rol- en taakverdeling tussen Servicepunt71 en de gemeente ligt dat echter niet voor de hand. Ook de praktijk geeft geen aanleiding om daarin verandering te brengen.

 

De klachtencoördinator speelt een belangrijke rol bij het stimuleren van de informele oplossing in de voorfase van de klachtbehandeling. Zijn opdracht is de kwaliteit van het klachtmanagement te verbeteren. Hij zal daarvoor een handleiding voor medewerkers opstellen die houvast biedt bij de behandeling van klachten. Deze handleiding wordt eens in de zoveel tijd onder de medewerkers verspreid en op het intranet geplaatst. Er komt een opleidingsmodule (Academie71) voor klachtherkenning en voor de toepassing van de behoorlijkheidcriteria van de Nationale ombudsman. Via JOIN kan de voortgang van de klachtenbehandeling en –afdoening worden gevolgd (met termijnbewaking).

 

De klachtencoördinator maakt een jaaroverzicht van geregistreerde klachten dat wordt gepubliceerd op Intranet. De coördinerend klachtenambtenaren in de clusters kunnen voor dat overzicht voorwerk leveren. In verband daarmee is een aanpassing in JOIN wenselijk: een extra veld waarin je kunt aangeven of een klacht formeel of informeel is afgehandeld. Uit het verslag blijkt hoeveel klachten formeel en hoeveel informeel worden afgedaan. Ook wordt de reden en de achtergrond daarvan geanalyseerd. Er worden periodiek interne audits en een externe toets bij klanten naar de klachtbehandeling en –afdoening georganiseerd. Deze rol van de klachtencoördinator laat de verantwoordelijkheid van de organisatie zelf voor correcte behandeling en afdoening van de klachten uiteraard onverlet. Zo is de klachtencoördinator het centrale aanspreekpunt voor de ombudsman, maar als het gaat om de inhoud van de klacht betrekt de klachtenbehandelaar in de communicatie.

  

Bijlagen

 

Artikel 9 Algemene wet bestuursrecht 

  • 1.

    Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen, een klacht in te dienen bij dat bestuursorgaan.  

  • 2.

    Een gedraging van een persoon, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan, wordt aangemerkt als een gedraging van dat bestuursorgaan.  

Artikel 12 Algemene wet bestuursrecht 

  • 1.

    Het bestuursorgaan stelt de klager schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.

  • 2.

    Indien vervolgens nog een klacht kan worden ingediend bij een persoon of college, aangewezen om klachten over het bestuursorgaan te behandelen, wordt daarvan bij de kennisgeving melding gemaakt. 

Artikel 17 Algemene wet bestuursrecht 

Onder ombudsman wordt verstaan:

  • 1.

    de Nationale ombudsman, of

  • 2.

    een ombudsman of ombudscommissie ingesteld krachtens de Provinciewet, de Waterschapswet of de Wet gemeenschappelijke regelingen.