Eilandsverordening regelende de bescherming van fauna en flora op het eiland Sint Eustatius of in de territoriale wateren rondom het eiland Sint Eustatius (Verordening bescherming fauna en flora)

Geldend van 21-03-1997 t/m 09-10-2010

Intitulé

Eilandsverordening regelende de bescherming van fauna en flora op het eiland Sint Eustatius of in de territoriale wateren rondom het eiland Sint Eustatius. (Verordening bescherming fauna en flora)

HOOFDSTUK I Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    bestuurscollege: het bestuurscollege van het eilandgebied Sint Eustatius;

  • b.

    eilandgebied: het eilandgebied Sint Eustatius;

  • c.

    fauna en flora: de fauna en flora op het land en in de territoriale wateren rond het eilandgebied Sint Eustatius.

Artikel 2

Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden aangewezen:

  • a.

    planten, struiken, heesters, struikgewas, bomen of klimplanten;

  • b.

    dieren die vallen onder speciale bescherming van deze verordening.

HOOFDSTUK II Beschermende maatregelen

Artikel 3

Het is verboden om de krachtens artikel 2 aangewezen fauna en flora species:

  • a.

    te plukken, af te snijden, te transplanteren, te verstekken, te verzamelen, te vernietigen, te verstoren, te beschadigen of het direct of indirect nalaten van handelingen die het vernietigen of verstoren van de flora tot gevolg hebben;

  • b.

    te vangen, in bezit hebben, te rapen, te doden, te verwonden of het direct of indirect verstoren van de leefomgeving met als resultaat een fysieke bedreiging en/of beschadiging van de fauna.

Artikel 4

Personen die dieren houden zijn verantwoordelijk voor iedere schade die de dieren aanbrengen aan de krachtens artikel 2 aangewezen fauna en flora.

Artikel 5

De gebieden die worden aangemerkt als gezichtsbepalend of uniek natuurlandschap worden bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregel, vastgesteld.

Artikel 6

Het is niet toegestaan om gezichtsbepalende of unieke natuurlandschappen te beschadigen, vernietigen of te veranderen.

HOOFDSTUK III Ontheffingen

Artikel 7

  • 1. Het Bestuurscollege kan ontheffing verlenen van de in de artikelen 3 en 5 opgenomen verboden.

  • 2. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen nadere regels worden gegeven voor de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om voor ontheffing in aanmerking te komen.

Artikel 8

Een verzoek om ontheffing wordt schriftelijk door de aanvrager bij het Bestuurscollege ingediend onder:

  • 1.

    opgaaf van reden(en);

  • 2.

    overlegging van bescheiden waaruit de noodzaak van ontheffing blijkt.

Artikel 9

Het Bestuurscollege kan aan een ontheffing voorwaarden en andere beperkende regelingen te verbinden waarbij, voorafgaande aan het inwerking treden van de ontheffing, moet worden voldaan.

Artikel 10

Het Bestuurscollege zal de aanvrager schriftelijk informeren over de ontheffing en de datum van inwerkingtreding.

Artikel 11

Het Bestuurscollege zal een geheel of gedeeltelijke afwijzing schriftelijk motiveren.

Artikel 12

  • 1. De aanvrager kan bezwaar indienen tegen een geheel of gedeeltelijke afwijzing van de ontheffing.

  • 2. Het bezwaarschrift moet binnen een (1) maand na dagtekening schriftelijk bij het Bestuurscollege worden ingediend. De datum van binnenkomst (tijdig) is bepalend of het bezwaarschrift in behandeling wordt genomen.

  • 3. Het Bestuurscollege hoort de aanvrager alvorens een definitief standpunt in te nemen.

  • 4. Het Bestuurscollege beslist schriftelijk op een bezwaarschrift.

HOOFDSTUK IV Slotartikelen Strafbepalingen

Artikel 13

Overtreding van de bij of krachtens deze verordening gestelde maatregelen ter bescherming van de fauna en flora wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of een geldboete van ten hoogste vijfduizend gulden.

Artikel 14

De bij deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.

Artikel 15

Met het opsporen van de bij deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn, behalve de in artikel 8 van het Wetboek van Strafverordening aangewezen ambtenaren belast de bij eilandsbesluit aan te wijzen personen.

Artikel 16

De voorwerpen, door overtreding van een of meer der verbodsbepalingen in deze verordening verkregen, of waarmee de overtreding is gepleegd, kunnen in beslag worden genomen en door de rechter verbeurd worden verklaard.

Artikel 17

Deze eilandsverordening treedt in werking op de dag nadat zij is afgekondigd.

Artikel 18

Zij kan worden aangehaald als de "Verordening bescherming fauna en flora".