Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening op de heffing en invordering van een reclamebelasting 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van een reclamebelasting 2017

No.: 46-V

Onderwerp:

Verordening reclamebelasting 2017

-----------------------------------------------

De raad der gemeente Hattem;

gelezen het voorstel van het college d.d. 15 november 2016, no 201609540;

gelet op de artikelen 227 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RECLAMEBELASTING 2017.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Onder “jaar” wordt verstaan een kalenderjaar, of een gedeelte van een kalenderjaar;

  • 2.

    Onder “maand” wordt verstaan een kalendermaand, of een gedeelte van een kalendermaand;

  • 3.

    Onder “onroerende zaak” wordt verstaan een onroerende zaak als bedoeld onder hoofdstuk III van de ‘Wet waardering onroerende zaken’, die niet tot woning dient, dan wel het niet-woning-gedeelte van een onroerende zaak die tot woning dient;

  • 4.

    Onder “eigenaar” wordt verstaan degene die aan het begin van het kalenderjaar het genot heeft van de onroerende zaak krachtens eigendom, bezit of beperkt recht als bedoeld in hoofdstuk IV van de ‘Wet waardering onroerende zaken’;

  • 5.

    Onder “vastgestelde waarde” wordt verstaan de waarde welke jaarlijks met toepassing van Hoofdstuk III en IV van de Wet WOZ wordt vastgesteld;

  • 6.

    Onder “gebruiker” wordt verstaan degene die aan het begin van het kalenderjaar de onroerende zaak al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt als bedoeld in hoofdstuk IV van de ‘Wet waardering onroerende zaken’;

  • 7.

    Onder “exploitant” wordt verstaan een natuurlijk- of rechtspersoon die bedrijfsmatig als eigenaar en/of gebruiker ten behoeve van derden openbare aankondigingen aanbrengt op of aan door hem daartoe beschikbaar staande c.q. gestelde onroerende zaken, werken, ruimten en/of terreinen;

  • 8.

    Onder “openbare aankondiging” wordt verstaan alle tot het publiek gerichte mededelingen die erop zijn gericht de belangstelling van het publiek te trekken voor hetgeen wordt aangekondigd;

  • 9.

    Onder “tarief gebied” wordt verstaan het gebied als gemarkeerd op de bij deze verordening behorende kaart;

  • 10.

    Onder “sportvereniging” wordt verstaan een vereniging voor personen die eenzelfde sport beoefenen of die nauw betrokken zijn bij diezelfde sport;

  • 11.

    Onder “cultuurhistorische vereniging” wordt verstaan een vereniging voor personen die eenzelfde belang delen bij een cultuurhistorisch doel van onderzoek en het belangeloos delen van de onderzoeksresultaten.

Artikel 2 Gebiedsomschrijving

Deze verordening is van toepassing binnen het centrumgebied van Hattem, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart waarop het tarief gebied is gemarkeerd.

Artikel 3 Belastbare feit

Onder de naam reclamebelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van een onroerende zaak waar het belastbaar feit zich voor doet.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt, ingeval er geen gebruiker valt aan te wijzen, de reclamebelasting van de eigenaar van de onroerende zaak geheven waar het belastbaar feit zich voordoet, indien de eigenaar de openbare aankondigingen voor zichzelf dan wel als exploitant doet, dan wel het aanbrengen van de aankondiging(en) gedoogt.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van openbare aankondigingen, zichtbaar vanaf de openbare weg, de reclamebelasting geheven van degene aan wie de vergunning is verleend.

  • 4.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid en het tweede lid wordt de reclamebelasting ter zake van openbare aankondigingen die door tussenkomst van een exploitant zijn aangebracht, geheven van die exploitant.

Artikel 5 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar aanvangt, bedraagt de belasting zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden resteren.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar eindigt bestaat er aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden resteren.

Artikel 7 Tarief en berekening van de belasting

  • 1.

    Het tarief voor het hebben van openbare aankondigingen bedraagt 0,559 % van de voor het belastingjaar bij beschikking vastgestelde waarde van de onroerende zaak waarop, -aan of -bij een openbare aankondiging is aangebracht, dan wel ten behoeve waarvan een openbare aankondiging is aangebracht en/of geplaatst in het tarief gebied, met een minimum van € 300,00 en een maximum van € 1.095,00.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt dat indien bij twee of meer aanslagen welke ten aanzien van één belastingplichtige voor één belastingjaar op één aanslagbiljet verzameld worden, het biljetbedrag meer beloopt dan € 1.095,00, het biljetbedrag wordt bepaald op € 1.095,00.

  • 3.

    Ingeval geen waarde voor de onroerende zaak is vastgesteld, wordt de belasting berekend op de voet van Hoofdstuk III van de Wet WOZ.

Artikel 8 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor:

  • 1.

    het hebben van openbare aankondigingen, waarvan de aanwezigheid ingevolge wettelijk voorschrift moet worden gedoogd;

  • 2.

    door de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond, de ANWB of een daarmee vergelijkbaar lichaam aangebrachte of geplaatste openbare aankondigingen uitsluitend ten behoeve van een vlotte doorstroming van het verkeer of ten dienste van openbare ruimten;

  • 3.

    openbare aankondigingen, die uitsluitend ten dienste staan van het algemeen belang; openbare aankondigingen, die door publiekrechtelijke rechtspersonen zijn aangebracht of geplaatst, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de aan deze rechtspersoon opgedragen publiekrechtelijke taak;

  • 4.

    openbare aankondigingen die door (semi) overheden of cultureel-maatschappelijke instellingen zijn aangebracht of geplaatst en die betrekking hebben op door hen georganiseerde tijdelijke activiteiten met een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang;

  • 5.

    openbare aankondigingen die door sportverenigingen en/of cultuurhistorische verenigingen, welke door de gemeente erkend worden, zijn aangebracht op of geplaatst bij het object van vestiging van de sportvereniging en/of cultuurhistorische vereniging én dienen tot aanduiding van de (vestigings-)locatie van de sportvereniging en/of cultuurhistorische vereniging voor haar leden en/of bezoekers.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 10 Betalingstermijn

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4.

    Indien de verschuldigde bedragen als genoemd in het derde lid tweemaal achtereen niet kunnen worden geïncasseerd vervalt voor het betreffende aanslagbiljet de mogelijkheid tot automatische incasso en gelden de betaaltermijnen zoals genoemd in het eerste lid.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Aanmeldverplichting

De belastingplichtige bedoeld in artikel 4 is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening een openbare aankondiging in de zin van deze verordening aanbrengt dan wel laat aanbrengen, zulks schriftelijk te melden aan de door burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de reclamebelasting.

Artikel 14 Overgangsrecht

De verordening reclamebelasting 2016 van 14 december 2015, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening reclamebelasting 2017".

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Hattem, gehouden op 12 december 2016.

De raad voornoemd,

, voorzitter.

, griffier.

afbeelding binnen de regeling