Verordening van de regioraad van de Vervoeregio Amsterdam houdende regels omtrent controle (Controleverordening van de Vervoerregio Amsterdam)

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening van de regioraad van de Vervoeregio Amsterdam houdende regels omtrent controle (Controleverordening van de Vervoerregio Amsterdam)

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    accountant: een door de regioraad benoemde:

    • a.

      registeraccountant of

    • b.

      Accountant-Administratieconsulent met een aantekening in het accountantsregister als bedoeld in artikel 36, tweede lid, onder i, Wet op het accountantsberoep of

    • c.

      wettelijk auditor als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Wet toezicht accountantsorganisaties of

    • d.

      organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken, belast met de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening.

  • 2.

    accountantscontrole: de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening uitgevoerd door de door de regioraad benoemde accountant van:

    • a.

      het getrouwe beeld van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de grootte en samenstelling van het vermogen;

    • b.

      het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten alsmede de balansmutaties;

    • c.

      het in overeenstemming zijn van de door het dagelijks bestuur opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoeld in artikel 186 Gemeentewet;

    • d.

      het verenigbaar zijn van het jaarverslag met de jaarrekening;

    • e.

      de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken, waarbij de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van het zesde lid van artikel 213 Gemeentewet, in acht worden genomen;

  • 3.

    rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole: het overeenstemmen van het tot stand komen van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan met de relevante wet- en regelgeving, zoals bedoeld in het Besluit accountantscontrole decentrale overheden.

  • 4.

    deelverantwoording: een in opdracht van de regioraad ten behoeve van de verslaglegging opgestelde verantwoording van een afzonderlijke organisatie-eenheid binnen de organisatie van de Vervoerregio, welke verantwoording onderdeel uit maakt van de jaarrekening.

Artikel 2 Opdrachtverlening accountantscontrole

  • 1. De accountantscontrole wordt opgedragen aan een door de regioraad te benoemen accountant. De regioraad bepaalt tevens voor welke duur de benoeming van de accountant geschiedt.

  • 2. De bevoegdheid van de regioraad genoemd in het vorige lid wordt gemandateerd aan het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de aanbesteding van de accountantscontrole.

  • 3. Het dagelijks bestuur stelt ten behoeve van de aanbesteding van de accountantscontrole een programma van eisen op. Het programma van eisen stelt regels voor de uitvoering van de jaarlijkse accountantscontrole en gaat daarbij, voor zover relevant, in op:

    • a.

      de toe te passen goedkeuringstoleranties (en afwijkende rapporteringstoleranties) bij de controle van de jaarrekening;

    • b.

      de apart te controleren deelverantwoordingen en de daarbij toe te passen omvangsbases en goedkeuringstoleranties (en afwijkende rapporteringstoleranties);

    • c.

      de inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen;

    • d.

      de uit te voeren tussentijdse controles;

    • e.

      de frequentie en inrichtingseisen van de aanvullende tussentijdse rapporteringen voor ieder afzonderlijk te controleren begrotingsjaar;

    • f.

      de posten van de jaarrekening en deelverantwoordingen met bijbehorende afwijkende rapporteringstoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden;

    • g.

      de producten van de Vervoerregio en of organisatieonderdelen met bijbehorende afwijkende rapporteringstoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden.

  • 4. Het programma van eisen wordt door het dagelijks bestuur ter kennisneming aan de regioraad aangeboden.

  • 5. In afwijking van het gestelde in lid 3, onder f en g kan in het programma van eisen worden opgenomen, dat de regioraad jaarlijks voorafgaand aan de accountantscontrole in overleg met de accountant vaststelt de posten van de jaarrekening, de posten van de deelverantwoordingen, de producten van de Vervoerregio en organisatieonderdelen, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden en welke rapporteringstoleranties hij daarbij dient te hanteren.

  • 6. In geval van Europese aanbesteding van de accountantscontrole worden voor de selectie van de accountant selectiecriteria vastgesteld. Voor zover relevant wordt tevens per selectiecriterium de bijbehorende weging vastgesteld.

Artikel 3 Informatieverstrekking door dagelijks bestuur

  • 1. Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening conform de geldende interne - en externe wet- en regelgeving en overlegt deze aan de accountant voor controle.

  • 2. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende verordeningen, nota’s, besluiten van het dagelijks bestuur, deelverantwoordingen, administraties, plannen, overeenkomsten, berekeningen e.d. voor de accountant ter inzage liggen en goed toegankelijk zijn.

  • 3. Bij de jaarrekening bevestigt het dagelijks bestuur schriftelijk aan de accountant, dat alle hem bekende informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant is verstrekt.

  • 4. Het dagelijks bestuur overlegt de gecontroleerde jaarrekening samen met de controleverklaring en het verslag van bevindingen uiterlijk 6 maanden na afloop van het boekjaar aan de regioraad.

  • 5. Alle informatie die na afgifte van de controleverklaring en voor behandeling van de jaarrekening in de regioraad beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt terstond door het dagelijks bestuur aan de regioraad en de accountant gemeld.

Artikel 4 Inrichting accountantscontrole

  • 1. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop de accountantscontrole wordt ingericht, alsmede de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden.

  • 2. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van de uit te voeren controles. De accountant kan de controlewerkzaamheden zonder voorafgaande kennisgeving uitvoeren.

  • 3. Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt op verzoek van de regioraad(-scommissie) overleg plaats tussen de accountant en (een vertegenwoordiger uit) de regioraad, de portefeuillehouder financiën, de secretaris, de controller en het hoofd financiën.

Artikel 5 Toegang tot informatie

  • 1. De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden en het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en overige bescheiden, waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren, magazijnen, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de Vervoerregio.

  • 2. De accountant is bevoegd om van alle ambtenaren mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor, dat de desbetreffende ambtenaren hieraan hun medewerking verlenen.

  • 3. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor, dat alle organisatie-eenheden van de Vervoerregio zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten, balansmutaties en het gevoerde beheer en over de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie.

Artikel 6 Overige controles en opdrachten

  • 1. Het dagelijks bestuur kan de accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid voor zover de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt. Het dagelijks bestuur informeert de regioraad vooraf over deze aan de accountant te verstrekken opdrachten.

  • 2. Het dagelijks bestuur draagt de zorg voor de uitvoering van het beleid betreffende de specifieke uitkeringen volgens de eisen van rechtmatigheid van de ministeries. Het dagelijks bestuur is voor de controle van de rechtmatige besteding van specifieke uitkeringen bevoegd de opdracht te verlenen aan een andere accountant, indien dit in het belang van de Vervoerregio is.

  • 3. Het dagelijks bestuur draagt de zorg voor de verantwoording aan derden (Belastingdienst, ABP, Sociale verzekeringsbank, CBS, e.d.) en neemt hierbij de gestelde controle-eisen in acht. Indien een deel van deze vereisten moet worden uitgevoerd door een accountant, is het dagelijks bestuur bevoegd hiervoor de opdracht verlenen aan een andere accountant, indien dit in het belang van de Vervoerregio is.

Artikel 7 Rapportering

  • 1. Indien de accountant bij een controle afwijkingen constateert die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring, meldt hij deze terstond schriftelijk aan de regioraad en zendt een afschrift hiervan aan het dagelijks bestuur.

  • 2. In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen brengt de accountant over de door hem uitgevoerde (deel)controles verslag uit over zijn bevindingen van niet van bestuurlijk belang aan de ambtenaar van wie het geldelijk beheer, het vermogensbeheer, de administratie en de beheersdaden zijn gecontroleerd, het hoofd van de afdeling waar de ambtenaar werkzaam is, de controller en het hoofd financiën dan wel andere daarvoor in aanmerking komende ambtenaren.

  • 3. De accountantsverklaring en het verslag van bevindingen worden voor verzending aan de regioraad door de accountant aan het dagelijks bestuur voorgelegd met de mogelijkheid voor het dagelijks bestuur om op deze stukken te reageren.

  • 4. De accountant bespreekt, indien de regioraad dit verzoekt, voorafgaand aan de raadsbehandeling van de jaarstukken het verslag van bevindingen met (een voor dit doel ingestelde vertegenwoordiging van) de regioraad.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2006.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Controleverordening Vervoerregio Amsterdam”.