Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer houdende Subsidieregeling 2016

Geldend van 02-06-2017 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling 2016

Burgemeester en wethouders van Zoetermeer,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende dat het gewenst is overeenkomstig artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Zoetermeer 2016 nadere regels te stellen, waarin vastgelegd wordt welke activiteiten in aanmerking komen voor subsidie en, voor zover van toepassing, welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald;

Besluiten vast te stellen

Subsidieregeling 2016

1. Reikwijdte

  • 1.1

    Deze regeling is van toepassing op alle subsidieverlening op basis van de Algemene subsidieverordening Zoetermeer 2016 (hierna te noemen: Asv), met uitzondering van de subsidies waarvoor een bijzondere subsidieregeling of een subsidietender is vastgesteld. Bij strijdigheid van een bepaling van een bijzondere subsidieregeling met deze algemene regeling gaat de bijzondere regeling voor.

  • 1.2

    In aanvulling op de gegevens die op grond van artikel 4 van de Algemene subsidieverordening 2016 worden aangeleverd, geeft de subsidieontvanger in de aanvraag het volgende aan:

    • a.

      De concreet en meetbaar omschreven, zo mogelijk op praktijkervaring gebaseerde, verwachte maatschappelijk effecten en te leveren prestaties;

    • b.

      De wijze waarop deze effecten gemeten worden; voor professionele organisaties met erkende methoden;

    • c.

      De aard en omvang van de hele doelgroep in Zoetermeer waarop het subsidieverzoek gericht is, en de omvang van het te bereiken gedeelte hiervan;

    • d.

      De actuele ontwikkelingen waarmee rekening is gehouden;

    • e.

      De partijen waarmee actief wordt samengewerkt;

    • f.

      De mate waarin sprake is maatschappelijk verantwoord ondernemen;

    • g.

      De kwaliteitsborging van de activiteiten;

    • h.

      Voor professionele organisaties een toelichting op de berekening van de personeelskosten, waaronder in ieder geval de toepasselijke cao en de kosten per fte/per uur.

 

2. Nadere regels verdeling subsidie.

Artikel 2.1 Subsidieaanvrager

De subsidieaanvrager kan zijn een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid of een natuurlijke persoon.

2.1 Activiteit en doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd voor activiteiten die bijdragen aan de in de programmabegroting opgenomen beleidsdoelstellingen, waaronder in ieder geval worden verstaan:

Programma 1: Iedereen werkt, leert en/of doet naar vermogen mee

  • Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren

  • Beperken uitval onderwijs

  • Voorzien in noodzakelijke middelen van bestaan

Programma 2: Vergroten zelfredzaamheid en participatie door:

  • Bevorderen opgroeiklimaat voor jongeren

  • Bevorderen hulp op maat voor jongeren Bevorderen dat inwoners (langer) zelfstandig wonen

  • Bevorderen gezondheid, veiligheid en welbevinden

  • Bevorderen dat alle inwoners naar vermogen meedoen aan het dagelijks leven

Programma 4: Stimuleren vrije tijdsklimaat: cultuur, sport, evenementen door:

  • Behouden en versterken breed toegankelijke en aantrekkelijke vrijetijdsvoorziening

  • Bevorderen bruis, levendige stad

 Programma 5: Veiligheid

  • Behouden veiligheid in de stad

Wijk aan zet

  • Vergroten van de sociale samenhang in de wijk

  • Zaken waar het merendeel van de wijkbewoners profijt van heeft.

2.2 Beoordeling en prioritering 

2.3.1 Vastgesteld wordt of aan alle indieningsvereisten is voldaan. Vervolgens worden aanvragen getoetst aan de weigeringsgronden van artikel 7 van de Asv.

2.3.2 De beoordeling van de vraag of een aanvraag om subsidie binnen het beleid van de gemeente voldoende prioriteit heeft , vindt plaats door toekenning van punten voor de volgende onderdelen: 

  • o

    Hoe groot is het belang van de activiteiten voor de uitvoering van gemeentelijk beleid?

    Maximaal 60 punten

  • o

    Is de hoogte van het gevraagde subsidiebedrag redelijk in relatie tot de te verrichten activiteiten, te leveren prestaties en de overige financieringsbronnen?

    Maximaal 10 punten

  • o

    I s sprake van aantoonbare samenwerking met andere organisaties?

    Maximaal 10 punten

  • o

    Geeft de aanvrager er blijk van rekening te houden met nieuwe ontwikkelingen?

    Maximaal 5 punten

  • o

    Is de aanvrager maatschappelijk verantwoord ondernemend?

    Maximaal 5 punten

  • o

    Is de kwaliteit van de door de aanvrager uit te voeren activiteiten geborgd?

    Maximaal 10 punten

 

2.3.3 De toekenning van punten vindt plaats door ten minste twee ter zake deskundige medewerkers van de gemeente.

 

2.3.4 Een aanvraag komt niet in aanmerking voor subsidie als er minder dan 70 van de 100 punten zijn toegekend.

Per programma wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling van de beschikbare middelen. Dit betekent dat wanneer als resultaat van de beoordeling van de afzonderlijke voorstellen, twee of meer voorstellen met dezelfde strekking voor subsidiering in aanmerking zouden komen, er alleen subsidie verleend wordt aan de hoogst scorende aanvrager, of dat een aan één partij afzonderlijk te verstrekken subsidiebedrag verdeeld wordt over meerdere aanvragers.

2.4 Berekening

  • Bij de verlening van een subsidie kan het college rekening houden met het eigen vermogen van de subsidieaanvrager. Hieronder wordt verstaan het feitelijk aanwezige vrij aanwendbare vermogen van een instelling, waaraan niet reeds een realistische bepaalde bestemming is gegeven.

  • Een eigen financieel vermogen van 10% van de totale jaaromzet wordt als weerstandsvermogen aangemerkt en bij de beoordeling van de hoogte van het te verlenen subsidiebedrag buiten beschouwing gelaten.

  • De door een subsidieaanvrager aan deelnemers of gebruikers te vragen bijdragen dienen op een naar het oordeel van het college maatschappelijk aanvaardbaar peil te liggen

  • Voorts heeft een aanvrager de inspanningsverplichting om voor de uit te voeren activiteiten ook op andere manier dan door gemeentelijke subsidie, fondsen te verwerven. Dit voor ten minste 10 % van het te verstrekken subsidie bedrag.

2.5  Uitbetaling

De wijze van uitbetaling wordt in de verleningsbeschikking geregeld.

 

2.6 Accommodatie

  • Indien de subsidieaanvrager bij zijn aanvraag aangeeft voor het uitoefenen van zijn activiteiten huisvesting nodig te hebben en de huisvestingslasten onderdeel uit maken van de aan te vragen subsidie, kan aan de beschikking tot subsidieverlening de verplichting worden verbonden om de activiteiten van de subsidieaanvrager te laten plaatsvinden in of op een gemeentelijke accommodatie. Dit geldt voor zover de gemeentelijke accommodatie geschikt is om deze activiteiten uit te oefenen, dan wel daartoe redelijkerwijs geschikt te maken is.

  • In het geval de activiteiten van de subsidieaanvrager plaatsvinden in of op een gemeentelijke accommodatie worden de huurkosten van de gemeentelijke accommodatie verrekend met het voorschot op de subsidie.

2.7  Afwijkende aanvraagtermijn Wijk aan Zet subsidie

Een aanvraag voor een wijk aan zet subsidie wordt ingediend tenminste 6 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

 

3. Nadere regels aantonen activiteiten en prestaties

  •  

3.1 Verantwoordingseisen

  • In de verleningsbeschikking kan worden bepaald dat op een andere manier dan in de Asv is voorgeschreven moet worden aangetoond in hoeverre de activiteiten zijn verricht en de prestaties zijn geleverd.

  • De verantwoordingseisen zoals opgenomen in artikel 12 en 13 van de Asv, zijn ook van toepassing op subsidies van de gemeente Zoetermeer die zijn gebaseerd op rijksbijdragen, doeluitkeringen e.d. Wanneer het Rijk aanvullende eisen stelt, die gevolgen hebben voor de verantwoording door de subsidieontvanger, dan worden deze in de subsidiebeschikking van de gemeente opgenomen.

  • Het te overleggen overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden kosten en opbrengsten (= het financieel verslag) wordt op dezelfde wijze ingericht als het subsidieverzoek waarop dit betrekking heeft.

  • De indeling van de balans is in principe gelijk aan die van voorafgaande jaren. Eventuele veranderingen worden toegelicht, onder meer door middel van een cijfermatige analyse van de verschillen. De balans met toelichting verschaft inzicht in eventuele reserves en voorzieningen en plannen tot aanwending daarvan. Af- en toenames in het verslagjaar worden toegelicht.

3.2 Controleverklaring

  • Een controleverklaring is vereist bij verleende subsidies van meer dan € 100.000. De hoogte van de naar verwachting vast te stellen subsidie is niet bepalend voor het vereist zijn van een controleverklaring.

  • Een controleverklaring wordt afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, lid 2, van Boek 2 van het Burgerlijk wetboek.

  • Bij de verantwoording en controle van subsidies van meer dan € 100.000 wordt het Controleprotocol Zoetermeer 2012 in acht genomen, dat als bijlage bij deze regeling is opgenomen.

Ondertekening

Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking.
Ondertekening, Zoetermeer 31 mei 2016
de secretaris, de burgemeester,
drs H.M.M. Koek Ch.B. Aptroot

Bijlage bij subsidieregeling 2016

Controleprotocol gemeente Zoetermeer 2012

Dit protocol is bestemd voor het bestuur en de accountant van de door de gemeente Zoetermeer gesubsidieerde instelling, hierna te noemen: subsidieontvanger. Het bestuur is verantwoordelijk voor het ter kennis stellen van dit protocol aan de accountant.

In verband met de aanvraag tot vaststelling van subsidie geeft de subsidieontvanger opdracht tot onderzoek van de verantwoording. De accountant onderzoekt of de verantwoording voldoet aan de daaraan gestelde eisen met in achtneming van dit controleprotocol. De accountant geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een schriftelijke verklaring over de verantwoording.

In dit controleprotocol is de reikwijdte van de accountantscontrole aangegeven, evenals de wijze waarop over de uitkomsten van deze controle dient te worden gerapporteerd.

De controleverklaring

De controleverklaring, zoals bedoeld in art. 13b Algemene subsidieverordening Zoetermeer 2016 geeft een oordeel over:

  • 1.

    de getrouwheid van de door de subsidieontvanger verstrekte financiële informatie en de mate waarin de verantwoording voldoet aan de daaraan gestelde eisen;

  • 2.

    de naleving door de subsidieontvanger van de verplichtingen, die aan de subsidie verbonden zijn.

Verplichtingen vloeien rechtstreeks voort uit (d.w.z. zijn geregeld in) titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, de Algemene subsidieverordening Zoetermeer 2016, (voor zover van toepassing) de specifieke verordening, genoemd in de subsidiebeschikking, en de subsidieregeling 2016 óf zijn op grond van deze regelgeving opgelegd bij de subsidieverlening.

Een accountant kan vier soorten verklaringen afgeven, afhankelijk van de geconstateerde onjuistheden in de verantwoording/besteding of onzekerheden in de controle, gemeten in procenten van de subsidiabele kosten:

  • 1.

    De goedkeurende verklaring (de gecontroleerde verantwoording is met inachtneming van de goedkeuringstoleranties goed);

  • 2.

    De verklaring met beperking (de verantwoording bevat, met inachtneming van de goedkeuringstoleranties, nog onjuistheden van materieel belang en/of er blijven nog onzekerheden van materieel belang);

  • 3.

    De verklaring van oordeelonthouding (de verantwoording is, met inachtneming van de goedkeuringstoleranties, op bepaalde punten goed, maar er blijven onzekerheden in de controle die de getrouwheid wezenlijk kunnen aantasten);

  • 4.

    Afkeurende verklaring (de verantwoording is, met inachtneming van de goedkeuringstoleranties, fout als gevolg van onjuistheden, die de getrouwheid wezenlijk aantasten).

 

Daarnaast wordt door de accountant een rapport van feitelijke bevindingen uitgebracht indien een andere verklaring wordt verstrekt dan een goedkeurende, of indien een goedkeurende verklaring wordt verstrekt, met toelichtende paragraaf. Dit rapport dient gelijktijdig met de controleverklaring overlegd te worden. Goedkeurings- en rapportagetoleranties zijn aan elkaar gelijk.

Review van de accountantscontrole

De externe accountant van de gemeente Zoetermeer, of een door de gemeente aan te wijzen toezichthouder, kan een review uitvoeren op de uitgevoerde accountantscontrole inzake de verantwoording. De met de controle van de verantwoording belaste accountant, verstrekt de toezichthouder die namens de gemeente de review uitvoert, desgevraagd alle inlichtingen en bescheiden op een wijze zoals deze laatste dat wenselijk acht.

  

Goedkeuringstoleranties

Voor de strekking van de controleverklaring - goedkeurend, met beperking, oordeelonthouding of afkeurend - zijn de volgende toleranties bepalend:

 

 

Onjuistheden in de verantwoording

Onzekerheden in de controle

 

Goedkeuring

Beperking

Afkeuring

Goedkeuring

Beperking

Oordeel-

onthouding

Uitkomst van de controle in % van de subsidiabele kosten

   

≤1

   

 >1 en <3

   

≥3

   

≤3

   

>3 en <10

   

 ≥10

 

Alle geconstateerde onjuistheden die herstelbaar zijn, dienen te worden gecorrigeerd. Dat geldt ook voor onjuistheden waarbij de tolerantiegrens niet wordt overschreden. De niet herstelde onjuistheden wegen mee in de oordeelsvorming over de getrouwheid en rechtmatigheid van de verantwoording.