Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten Hilversum 2017

Geldend van 01-06-2017 t/m heden

Intitulé

Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten Hilversum 2017

Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten in Hilversum 2017

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a gemeentelijk monument:

monument, dat overeenkomstig de bepalingen van de Monumentenverordening Hilversum 2016 door burgemeester en wethouders als beschermd monument is aangewezen.

b restaureren:

het treffen van voorzieningen tot opheffing van bouwtechnische gebreken, het normale onderhoud te boven gaand, noodzakelijk voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarde van het monument.

c kosten van voorzieningen:

de door burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van:

1 de aanneemsom, met een gespecificeerde bouwkostenbegroting;

3 de kosten van de architect overeenkomstig de SR 1997 en van de constructeur, voor zover inschakeling hiervan noodzakelijk is;

4 de leges voor de omgevingsvergunning en voor enige andere vergunning die nodig is voor het treffen van de voorzieningen;

5 de verschuldigde BTW, voor zover deze niet kan worden verrekend;

6 de bouwhistorische opname, waaronder kleuronderzoek, gericht op de restauratie;

7 de kosten van opstelling van een onderhoudsplan;

8 een reservering voor eventueel noodzakelijk meerwerk, dat ten tijde van het vaststellen van de hierboven genoemde begroting redelijkerwijs niet voorzienbaar was, tot maximaal 5% van de aanneemsom.

d subsidiabele kosten:

de kosten, die - conform de actueel geldende landelijke richtlijn stcrt 2012-20420 van de rijksoverheid voor restauratie van monumenten – door burgemeester en wethouders worden aanvaard als kosten van instandhouding van de monumentale waarden van het monument, met dien verstande, dat regulier onderhoud en onderhoudsschilderwerk niet subsidiabel is.

e onder eigenaar wordt mede verstaan:

1 degene die het recht van erfpacht heeft;

2 de houder van een recht van opstal;

3 de eigenaar van een appartementsrecht;

4 een toekomstig eigenaar die in het bezit is van een voorlopig koopcontract.

Artikel 2 Raadsbesluit begroting

1 De gemeenteraad neemt jaarlijks in het investeringsprogramma een post ´uitvoering monumentenbeleid´ op en geeft daarbij vierjaarlijks aan welke bedragen daarvan beschikbaar zijn ter uitvoering van deze subsidieverordening.

Artikel 3 Grondslag en werkingssfeer

1 Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen in de kosten van restauratie van gemeentelijke monumenten.

2 De subsidie wordt berekend over de subsidiabele kosten en kan geen betrekking hebben op kosten waarvoor op grond van enige andere gemeentelijke regeling subsidie in de kosten van de voorzieningen kan worden verkregen.

3 In geval van brandschade worden de uit te keren verzekeringspenningen in mindering gebracht op de subsidiabele kosten.

4 De subsidie kan uitsluitend worden toegekend aan de natuurlijke of rechtspersoon die krachtens enig zakelijk recht het genot heeft van het monument waaraan de voorzieningen worden getroffen.

5 Om voor subsidie in aanmerking te komen dienen de subsidiabele restauratiekosten minimaal

€ 3.000,- te bedragen. Dit minimum geldt niet voor:

a bouwhistorisch onderzoek, waaronder kleuronderzoek en constructief onderzoek;

b schilderwerk, waarbij op basis van het kleurenonderzoek, de eerste historische afwerking weer wordt bewerkstelligd (het daarop volgende onderhoud uitsluitend);

c constructieve ingrepen, die direct de instandhouding van het object bewerkstelligen (urgentie moet aantoonbaar zijn, bv instortingsgevaar, ernstige lekkage, ernstig brandgevaar);

d het instandhouden van decoratieve elementen;

e een abonnement van de Monumentenwacht: deze kan voor de duur van 4 jaar voor 30% gesubsidieerd worden.

6 Het subsidiepercentage bedraagt maximaal 30 % van de subsidiabele kosten.

7 De subsidie bedraagt maximaal: € 10.000,-

8 Zelfwerkzaamheid is in het kader van restauratie niet subsidiabel.

Artikel 4 Voorzieningen

  • 1. Subsidie kan worden toegekend in de volgende restauratiekosten:

    • a.

      herstel van het casco, dat wil zeggen de hoofdstructuur van het monument bestaande uit de dragende onderdelen en het omhulsel, te weten dak-, kap- en gebintconstructie, vloeren, balklagen, dragende muren, fundering, kelder en gewelven;

    • b.

      herstel van afzonderlijke monumentale onderdelen (in- en exterieur), al dan niet in combinatie met herstel van het casco, waaronder schouwen, vloeren, trappartijen, plafonds, schilderingen, pleister- en schilderwerk, bijzonder behang, raam- en deurpartijen met omlijsting en gevelonderdelen;

    • c.

      reconstructie van verdwenen of gewijzigde onderdelen indien en voor zover deze verdwijning en wijziging afbreuk doen aan de monumentale waarde van het object;

    • d.

      restauratie van overige bouwelementen van grote zeldzaamheid of met grote historische waarde.

Artikel 5 Aanvraag- en beschikkingsprocedure

1 Een aanvraag om een subsidie dient door de eigenaar ondertekend te worden ingediend bij burgemeester en wethouders en dient in ieder geval vergezeld te gaan van:

  • a.

    een gespecificeerde begroting van de kosten met een werkomschrijving; de specificatie moet inzicht geven in manuren (arbeidsuren), materiaalkosten, materieelkosten, kosten van onderaanneming en stelposten.

  • b.

    een recent inspectierapport (maximaal twee jaar voor datum indiening opgesteld), opgesteld door de Monumentenwacht of een ander gekwalificeerd bouwtechnisch bureau/expertise, waaruit blijkt, dat de te verrichten activiteiten noodzakelijk zijn.

2 Indien niet wordt voldaan aan het gestelde in het eerste lid stellen burgemeester en wethouders de aanvrager in de gelegenheid om binnen twee weken de door hen aan te geven ontbrekende gegevens over te leggen.

3 Burgemeester en wethouders geven een voorlopige toekenning binnen 16 weken nadat de aanvraag is ontvangen, dan wel de ontbrekende gegevens, als bedoeld in het tweede lid, genoegzaam zijn aangevuld. Zij kunnen, indien daartoe naar hun oordeel gegronde redenen bestaan, deze termijn met ten hoogste tien weken verlengen, mits zij de aanvrager daarvan kennis geven binnen de termijn van 16 weken.

Artikel 6 Weigeringsgronden

l Burgemeester en wethouders verlenen geen subsidie indien:

a met het treffen van de voorzieningen het belang van de monumentenzorg niet of in onvoldoende mate wordt gediend;

b de kosten van de voorzieningen niet in een redelijke verhouding staan tot het te bereiken resultaat;

c met het treffen van de voorzieningen is begonnen voordat de aanvrager een subsidiebeschikking heeft ontvangen;

d voor het betreffende monument binnen een termijn van 5 jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag wordt ingediend subsidie is verleend;

e f voor de te treffen voorzieningen een omgevingsvergunning is vereist en deze niet is verleend;

f door het toekennen van de subsidie het jaarlijkse subsidieplafond zoals bedoeld in artikel 2, lid 2, wordt overschreden;

g aanspraak gemaakt kan worden op een laagrentende lening uit het Hilversums Restauratiefonds;

2 In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in het eerste lid onder c. en d.

Artikel 7 Subsidievoorschriften

1 De subsidie wordt verleend onder de voorwaarden dat:

a het werk wordt aanbesteed overeenkomstig door burgemeester en wethouders nader te stellen eisen;

b de aanvang van het werk ten minste twee weken van tevoren wordt gemeld bij burgemeester en wethouders;

c met de uitvoering van de werkzaamheden is begonnen binnen 26 weken na de datum van het besluit tot verlening van de subsidie;

d binnen 30 maanden na de verlening van subsidie de werkzaamheden zijn voltooid en de gereed melding als bedoeld in artikel 9 is ingediend bij burgemeester en wethouders;

e aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen

  • -

    toegang wordt verleend tot het monument

  • -

    inzage wordt verleend in de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens.

2 Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen in het belang van het monument aanvullende voorschriften verbinden aan het verlenen van subsidie.

Artikel 8 Onderhoudsvoorwaarden

1 Subsidie wordt verleend en vastgesteld onder de voorwaarde dat de eigenaar het monument in een goede staat zal onderhouden teneinde het behoud op langere termijn te waarborgen.

2 De voorwaarde betreffende onderhoud geldt gedurende een periode van 15 jaar na de vaststelling van de subsidie.

Artikel 9 Gereed melding en vaststelling subsidie

1 Vaststelling van de subsidie vindt plaats nadat:

a de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden bij burgemeester en wethouders zijn gereed gemeld, gecontroleerd en akkoord bevonden;

b een overzicht is overgelegd van de getroffen subsidiabele en niet-subsidiabele voorzieningen en de daarop betrekking hebbende kosten:

c een overzicht is overgelegd van het uitgevoerde meer- en minderwerk alsmede van de invulling van de reservering als bedoeld in artikel l, lid c, onder 8.

d alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden zijn overlegd.

2 De hoogte van de uit te keren subsidie wordt berekend op basis van de werkelijke kosten met als maximum het in de beschikking vastgestelde bedrag.

Artikel 10 Uitbetaling van de subsidie

De subsidie wordt uitbetaald binnen zes weken na de definitieve subsidievaststelling.

Artikel 11 Intrekking van subsidie

1 Als blijkt dat de subsidie ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend dan wel een voorwaarde als bedoeld in deze verordening niet is nageleefd kunnen burgemeester en wethouders:

a een besluit tot verlening of vaststelling van subsidie geheel of gedeeltelijk intrekken en deze slechts ten dele uitbetalen;

b reeds betaalde subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen.

2 In het geval de overtreding van de voorwaarden als bedoeld in deze verordening de eigenaar niet verwijtbaar is, kunnen burgemeester en wethouders besluiten de in het eerste lid genoemde sancties niet of slechts ten dele op te leggen.

Artikel 12 Bijzondere bepaling

Burgemeester en wethouders kunnen, in het belang van de monumentenzorg, afwijken van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 13 Overgangsbepaling

Op aanvragen, waarop vóór de inwerkingtreding van deze verordening subsidie is verleend, blijven de bepalingen van de verordening op grond waarvan de subsidie is verleend van toepassing.

Artikel 15 Slotbepalingen

1 Deze verordening kan worden aangehaald als Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumenten Hilversum 2017

2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking, zulks onder gelijktijdige intrekking van de Subsidieverordening Restauratie gemeentelijke monumenten Hilversum 2009.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van 10 mei 2017,

de griffier, de voorzitter,

P.van Ruitenbeek P.I. Broertjes