Verordening Persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening 2008

Geldend van 10-07-2008 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2008

Intitulé

Verordening Persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening 2008

De Raad van de gemeente Zundert;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 mei 2008;

Gelet op artikel 7, tiende lid, van de Wet sociale werkvoorziening;

Overwegende dat de raad bij verordening nadere regels dient vast te stellen met betrekking tot het verstrekken van Persoonsgebonden budgetten.

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

VERORDENING PERSOONGEBONDEN BUDGET BEGELEID WERKEN WET SOCIALE WERKVOORZIENING 2008

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom, Etten-Leur, Halderberge, Moerdijk, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Woensdrecht en/of Zundert;

  • b.

    De wet: de Wet sociale werkvoorziening;

  • c.

    Periodieke subsidie: de loonkostensubsidie en overige aan de werkgever te verstrekken vergoedingen voor structurele kosten.

  • d.

    Persoonsgebonden Budget (PGB): Het totaal van de voor één persoon beschikbaar gestelde periodieke subsidie, de vergoeding aan de begeleidingsorganisatie en de kosten voor aanpassingen van de omstandigheden waaronder arbeid wordt verricht.

Artikel 2 Beschrijving Persoonsgebonden Budget Begeleid Werken

Het PersoonsGebonden Budget (PGB) kan beschikbaar worden gesteld door het College ten behoeve van een Wsw-geïndiceerde. Het PGB is een persoonsvolgend budget. Het kan uitsluitend worden aangewend voor uitvoeringskosten, aanpassing van de werkplek, periodieke subsidie aan de werkgever en vergoeding aan de begeleidingsorganisatie zoals in de volgende artikelen wordt beschreven. Het jaarlijkse PGB ten behoeve van een Wsw-geïndiceerde is nooit meer dan de gemiddelde jaarlijkse rijkssubsidie voor een Wsw-geïndiceerde, verminderd met de uitvoeringskosten bedoeld in artikel 3.

Artikel 3 De hoogte van de rechtstreeks aan de subsidieverlening verbonden uitvoeringskosten

  • a. Het college stelt elk jaar vóór 31 december de hoogte vast van de rechtstreeks aan de subsidieverlening verbonden uitvoeringskosten voor elk te verstrekken persoonsgebonden budget voor het daarop volgende kalenderjaar.

  • b. In afwijking van het bepaalde onder a bedragen de uitvoeringskosten voor de periode 1 juli tot en met 31 december 2008 € 6500,-.

Artikel 4 Invulling voorwaarden adequate werkplek

  • 1. Binnen de bepalingen van de wachtlijstverordening verstrekt het college op aanvraag aan iedere Wsw-geïndiceerde die daar recht op heeft een persoonsgebonden budget begeleid werken Wsw, indien werkgever en begeleidingsorganisatie er zorg voor dragen dat de arbeidsplaats voor de sw-geïndiceerde adequaat wordt ingevuld.

  • 2. De werkgever voldoet aan de volgende vereisten:

    • a.

      Zijn onderneming staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (mits de betreffende organisatie inschrijvingsplichtig is);

    • b.

      De aangeboden arbeidsplaats en de omvang daarvan zijn, gelet op de indicatiestelling en mogelijkheden van de sw-geïndiceerde, als passend aan te merken;

    • c.

      De duur van het dienstverband bedraagt tenminste twaalf maanden, met een mogelijkheid tot verlenging van eenmaal twaalf maanden, waarna een vast dienstverband wordt aangeboden;

    • d.

      De werkplek en werkomstandigheden voldoen aan de geldende wetgeving. De salariëring is gebaseerd op de voor het bedrijf of de betreffende branche geldende CAO of arbeidsvoorwaarden.

  • 3. De begeleidingsorganisatie voldoet aan de volgende vereisten:

    • a.

      De begeleidingsorganisatie is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (mits de betreffende organisatie inschrijvingsplichtig is);

    • b.

      De begeleidingsorganisatie en/of haar medewerkers zijn aantoonbaar op grond van opleiding en ervaring gekwalificeerd voor het begeleiden van de doelgroep, c.q. de sw-geïndiceerde voor wie het Persoonsgebonden budget is bestemd;

    • c.

      De begeleidingsorganisatie heeft aantoonbare kennis en ervaring in het werkveld gedurende minstens twee voorafgaande jaren.

    • d.

      De begeleidingsorganisatie kan desgevraagd aantonen dat zij financieel gezond is.

Artikel 5 De wijze van vaststelling van de periodieke subsidie aan de werkgever

Het college stelt de loonkostensubsidie vast, aan de hand van de loonwaarde van de betrokken Wsw-geïndiceerde in relatie tot de vervullen functie bij de werkgever. Een externe deskundige kan worden ingeschakeld om de loonwaarde te onderzoeken.

Artikel 6 Herziening van de loonkostensubsidie

  • 1. Op verzoek van de werkgever kan een loonkostensubsidie worden herzien als hier, gelet op de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit van de werknemer, aanleiding voor is.

  • 2. De loonkostensubsidie kan ambtshalve worden gewijzigd als hier gerede aanleiding toe is.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in dit artikel 5 en artikel 10 van deze verordening vindt om de twee jaar een loonwaardebepaling plaats in geval er sprake is van een dienstverband voor onbepaalde tijd. Daarbij kan een externe deskundige worden ingeschakeld.

Artikel 7 De vergoeding aan de begeleidingsorganisatie

  • 1. De vergoeding aan de begeleidingsorganisatie bedraagt maximaal € 6.000,00 incl. de in te zetten instrumenten. Uitbetaling vindt plaats indien het in 7.2. bedoelde resultaat is behaald. Bedoeld bedrag wordt vanaf 1 januari 2009 jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig het consumentenprijsindexcijfer alle huishoudens van het Centraal Bureau voor de Statistiek

  • 2. De kosten van een begeleidingsorganisatie in verband met het zoeken van een begeleid werkenplaats komen alleen voor vergoeding in aanmerking als dit leidt tot het tot stand komen van een arbeidsovereenkomst die duurzaam is en is aangegaan voor minimaal twaalf maanden.

Artikel 8 Vergoeding voor eenmalige noodzakelijke kosten van aanpassing van de omstandigheden waaronder arbeid wordt verricht

  • 1. Het college kan een vergoeding laten verstrekken voor de eenmalige kosten van aanpassing van de omstandigheden waaronder arbeid wordt verricht als - zonodig uit een deskundigenrapport - blijkt dat aanpassingen op de werkplek noodzakelijk zijn, deze persoonsgerelateerd zijn, en het niet redelijk is dat deze kosten door de werkgever worden gedragen. Deze vergoeding kan ook bestaan uit het in bruikleen beschikbaar stellen van hulpmiddelen aan de werkgever.

  • 2. Kosten van apparatuur, kosten voor de werkplek en kosten voortvloeiend uit arbowetgeving die de werkgever uit hoofde van normaal en goed werkgeverschap voor iedere werknemer zou moeten maken komen niet in aanmerking voor vergoeding door het college.

  • 3. Een vergoeding wordt alleen verstrekt indien er sprake is van een dienstverband van minimaal twaalf maanden.

  • 4. De GR stelt de wijze van uitbetaling van de vergoeding vast.

Artikel 9 Indienen van de aanvraag

  • 1. De aanvraag voor een persoonsgebonden budget wordt ingediend door middel van een volledig ingevulde aanvraag. De aanvraag wordt mede-ondertekend door werkgever en de begeleidingsorganisatie.

  • 2. Het college kan ten behoeve van de aanvraag een aanvraagformulier vaststellen.

Artikel 10 Het besluit tot verlenen van de periodieke subsidie

Het besluit tot verlening van een periodieke subsidie bevat in ieder geval:

  • a.

    de hoogte van de periodieke subsidie en de wijze waarop deze kan worden aangepast;

  • b.

    wijze van bevoorschotting van de subsidie;

  • c.

    de verplichtingen van de werkgever;

Artikel 11 Het vaststellen van de periodieke subsidie

  • 1. De werkgever verstrekt binnen acht weken na afloop van het kalenderjaar aan het college een schriftelijke opgave van het door hem in het voorgaande jaar betaalde bruto CAO-loon van de Wsw-geïndiceerde.

  • 2. Het college stelt de periodieke subsidie binnen acht weken na ontvangst van deze opgave vast.

Artikel 12 Verrekening met de voorschotten

De subsidie wordt overeenkomstig de vaststelling binnen vier weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

Artikel 13 Verplichtingen van de werkgever

De werkgever doet onmiddellijk schriftelijke mededeling aan het college van alle feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de verstrekking van de subsidie.

Artikel 14 Nadere regels

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot voorwaarden waaronder een aanvraag van een PGB wordt toegekend.

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 16 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening 2008.

  • 2.

    Zij treedt in werking op de dag na publicatie met terugwerkende kracht tot en met 1 juli 2008.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad voornoemd in zijn vergadering van 24 juni 2008
De griffier,
A. van der Veen
De voorzitter,
L.C. Poppe-de Looff