Verordening op de raadsenquête IJsselstein 2017

Geldend van 13-10-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening op de raadsenquête IJsselstein 2017

De raad van de gemeente IJsselstein;

gelet op de artikelen 155a tot en met 155f van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de raadsenquête IJsselstein

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    getuigen en deskundigen: personen als bedoeld in artikel 155b, eerste lid, juncto artikel 155c, eerste lid, van de Gemeentewet;

  • b.

    griffier: de griffier van de gemeente IJsselstein;

  • c.

    onderzoek: een onderzoek als bedoeld in artikel 155a, eerste lid, van de Gemeentewet;

  • d.

    onderzoekscommissie: een commissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet;

  • e.

    raad: de raad van de gemeente IJsselstein;

  • f.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente IJsselstein.

Artikel 2 Instellen van onderzoek

  • 1. Op voorstel van een of meer van zijn leden kan de raad besluiten een onderzoek in te stellen naar het door de burgemeester of het college gevoerde bestuur.

  • 2. Het voorstel tot het uitvoeren van een onderzoek bevat tenminste een omschrijving van het onderwerp van het onderzoek met een toelichting.

Artikel 3 Onderzoekscommissie

  • 1. In de eerstvolgende raadsvergadering na de raadsvergadering waarin het in artikel 2, eerste lid, bedoelde besluit wordt genomen stelt de raad de onderzoekscommissie in. Deze commissie bestaat uit minimaal 3 raadsleden waarbij iedere fractie die bij aanvang van de enquête in de gemeenteraad is vertegenwoordigd het recht heeft om deel te nemen. Nadere invulling inclusief de onderverdeling van werkzaamheden wordt op een later tijdstip bepaald.

  • 2. De raad wijst een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden aan.

  • 3. Bij de instelling van de onderzoekscommissie stelt de raad het budget vast dat de onderzoekscommissie voor het onderzoek ter beschikking staat. Gedurende het onderzoek kan de raad het budget aanpassen.

  • 4. De onderzoekscommissie stelt vooraf gezamenlijk vast welke personen voor de commissie worden opgeroepen.

  • 5. Bij de instelling van de onderzoekscommissie stelt de raad tevens nadere regels vast met betrekking tot de rapportage van de onderzoekscommissie aan de raad.

Artikel 4 Voorzitter/plaatsvervangend voorzitter

  • 1. De leden van de onderzoekscommissie kiezen uit hun midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

  • 2. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de beraadslaging en zitting;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het bewaken van het door de raad voor het onderzoek vastgestelde budget;

    • d.

      het doen naleven van bij of krachtens deze verordening gestelde regels;

    • e.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 5 Beëindiging van het lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap van de onderzoekscommissie eindigt indien:

    • a.

      de raad besluit tot opheffing van de onderzoekscommissie;

    • b.

      een lid ophoudt lid te zijn van de raad;

    • c.

      de onderzoekscommissie besluit een lid te horen;

    • d.

      een lid ontslag neemt.

  • 2. Een lid van de onderzoekscommissie kan op elk moment ontslag nemen. Hiervan brengt hij de raad en de voorzitter van de onderzoekscommissie zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte.

  • 3. In openstaande vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

  • 4. De leden 1 tot en met 3 zijn van overeenkomstige toepassing op de plaatsvervangende leden.

Artikel 6 Bevoegdheden van de onderzoekscommissie

  • 1. De onderzoekscommissie besluit alvorens het eerste getuigenverhoor plaats vindt of getuigen uitsluitend verhoord worden na het afleggen van de eed of belofte.

  • 2. De onderzoekscommissie kan buiten de in artikel 155b, eerste lid, van de Gemeentewet genoemde personen tevens anderen verzoeken om medewerking aan het onderzoek te verlenen. Laatstgenoemde medewerking geschiedt slechts op vrijwillige basis.

  • 3. De onderzoekscommissie kan besluiten derden in te schakelen voor het uitvoeren van opdrachten die zij in het kader van de onderzoeksopdracht en de uitoefening van haar taak nodig acht, mits dit binnen het door de raad vastgestelde onderzoeksbudget blijft.

  • 4. De onderzoekscommissie kan in het belang van het onderzoek in beslotenheid met een ieder informatieve gesprekken voeren, welke als zodanig geen onderdeel van het onderzoek uitmaken. Er bestaat hiertoe geen plicht tot medewerking.

  • 5. De onderzoekscommissie kan de bovengenoemde bevoegdheden uitsluitend uitoefenen indien ten minste drie van haar leden aanwezig zijn.

  • 6. De onderzoekscommissie besluit met meerderheid van stemmen. In geval de stemmen staken is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 7. Het Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad van IJsselstein 2017 is niet van toepassing.

Artikel 7 Ambtelijke bijstand

  • 1. De griffier ondersteunt de onderzoekscommissie.

  • 2. Indien de gevraagde ondersteuning niet door de griffier kan worden verleend kan de griffier de gemeentesecretaris verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde ondersteuning zo spoedig mogelijk verlenen.

  • 3. De griffier is bij iedere zitting van de onderzoekscommissie aanwezig.

  • 4. Bij verhindering of afwezigheid wordt zijn plaats ingenomen door de plaatsvervangende griffier.

  • 5. De Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2017 is niet van toepassing.

Artikel 8 Zittingen

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting en brengt die ter openbare kennis.

  • 2. De voorzitter roept de leden van de onderzoekscommissie, getuigen en deskundigen ten minste twee weken voor de zitting op.

  • 3. Binnen drie werkdagen na verzending van de oproep kunnen de getuigen en deskundigen onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 4. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de betrokken getuige of deskundige medegedeeld en openbaar gemaakt.

Artikel 9 Onwillige getuigen en deskundigen

  • 1. Indien een opgeroepen getuige of deskundige niet verschijnt, wordt daarvan door de griffier een proces-verbaal opgemaakt. In dit proces-verbaal staan in ieder geval een nauwkeurige omschrijving van de wijze van oproeping en van de reden waarom naar de mening van de onderzoekscommissie de getuige of deskundige verplicht is om aan de oproep van de onderzoekscommissie te voldoen.

  • 2. De onderzoekscommissie besluit indien een situatie als genoemd in het eerste lid zich voordoet of een niet verschenen getuige of deskundige met gebruikmaking van artikel 155d, tweede lid van de gemeentewet alsnog voor de commissie zal worden gebracht.

  • 3. Indien een getuige weigert de eed of belofte af te leggen of weigert te antwoorden op vragen van de onderzoekscommissie wordt hiervan door de griffier een proces-verbaal opgemaakt;

  • 4. Indien de onderzoekscommissie het sterke vermoeden heeft dat door een getuige meineed wordt gepleegd, doet de voorzitter hiervan aangifte bij het openbaar ministerie.

  • 5. Opgestelde processen-verbaal worden door de aanwezige leden van de onderzoekscommissie en de griffier ondertekend.

Artikel 10 Toehoorders en pers

  • 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare zittingen bijwonen.

  • 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3. De voorzitter is bevoegd toehoorders die op enigerlei wijze de orde van de vergadering verstoren te doen vertrekken.

  • 4. Tijdens de zitting is het gebruik van elektronische hulpmiddelen zoals smartphone, tablet, iPad en laptop toegestaan. Indien dit gebruik de orde van de zitting verstoort, dient de gebruiker op eerste aanwijzing van de voorzitter het betreffende apparaat uit te schakelen. Indien hieraan geen gehoor wordt gegeven is de voorzitter bevoegd de betrokken persoon en/of het betreffende apparaat uit de raadzaal te verwijderen of te doen verwijderen.

Artikel 11 Geluid- en beeldregistraties

  • 1. De griffier draag zorg voor het maken geluidsopnames van de verhoren, tenzij de onderzoekscommissie oordeelt dat dit niet noodzakelijk is.

  • 2. Anderen die tijdens de zitting geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Artikel 12 Verslaglegging zitting

  • 1. De griffier draagt zorg voor de verslaglegging van de zitting.

  • 2. Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid voor zover van belang.

  • 3. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de griffier.

  • 6. Verklaringen die ten overstaan van de onderzoekscommissie zijn afgelegd worden ter zitting door partijen ondertekend.

Artikel 13 Beraadslagingen

  • 1. De onderzoekscommissie beraadslaagt indien een lid dat nodig acht.

  • 2. De onderzoekscommissie beraadslaagt achter gesloten deuren.

Artikel 14 Afronding onderzoek

Na afronding van het onderzoek brengt de onderzoekscommissie schriftelijk rapport uit aan de raad.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de raadsenquête IJsselstein 2017.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente IJsselstein, gehouden op 11 mei 2017.

A.J.O. van Kooij

de griffier

mr. P.J.M. van Domburg

de voorzitter