Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert houdende regels omtrent subsidie cultuur (Subsidieregeling Cultuur Weert 2017)

Geldend van 18-07-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2019

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert houdende regels omtrent subsidie cultuur (Subsidieregeling Cultuur Weert 2017)

Burgemeester en wethouders van Weert;

gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Weert 2017, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

besluiten de volgende regeling vast te stellen:

Subsidieregeling Cultuur Weert 2017

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    activiteit: een activiteit zoals bedoeld in artikel 5;

  • b.

    ASV 2017: de Algemene Subsidieverordening Weert 2017;

  • c.

    instrumentale muziekvereniging: een vereniging die de beoefening van instrumentale muziek in groepsverband als primair doel heeft;

  • d.

    jeugdkoor: een koor dat voor tenminste 75% bestaat uit jeugdleden;

  • e.

    jeugdlid: een lid dat in het jaar waarop de subsidie betrekking heeft de leeftijd van maximaal 18 jaar bereikt en dat actief deelneemt aan de verenigingsactiviteiten;

  • f.

    koor: een groep zangers en/of zangeressen, doorgaans bestaande uit meerdere zangstemmen;

  • g.

    koorscholing: de professionele scholing van meerdere zangstemmen gericht op het aanscherpen van een specifieke koorklank, niet zijnde de scholing die tot de gebruikelijke taak van de dirigent hoort;

  • h.

    openbaar optreden: een niet aan een kerkelijke viering gekoppeld optreden, dat al dan niet tegen betaling voor iedereen toegankelijk is en dat van tevoren publiekelijk wordt aangekondigd;

  • i.

    operettevereniging: een vereniging die de beoefening van operette in groepsverband als primair doel heeft;

  • j.

    peildatum: 1 augustus van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft;

  • k.

    regiofunctie: indien een vereniging een aanzienlijk aantal leden aantrekt uit de omliggende gemeenten, omdat er in deze gemeenten geen aanbod is voor de betreffende activiteit;

  • l.

    schutterij: een cultuurhistorische vereniging die als primair doel heeft de beoefening van schuttersactiviteiten in groepsverband en/of de beoefening van instrumentale muziek in groepsverband;

  • m.

    seniorlid: een lid dat in het jaar waarop de subsidie betrekking heeft 19 jaar of ouder wordt en dat actief deelneemt aan de verenigingsactiviteiten;

  • n.

    toneelvereniging: een vereniging die de beoefening van toneel in groepsverband als primair doel heeft;

  • o.

    vereniging: een statutair in de gemeente Weert gevestigde vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die geregistreerd staat bij de Kamer van Koophandel;

  • p.

    volwassenkoor: een koor dat voor tenminste 26% bestaat uit seniorleden;

  • q.

    zangvereniging: een vereniging die de beoefening van zang in groepsverband als primair doel heeft.

Artikel 2 Algemene bepaling

  • 1. Deze subsidieregeling is een regeling als bedoeld in artikel 3 lid 2 ASV 2017.

  • 2. De bepalingen van de ASV 2017 zijn van toepassing voor zover daarvan in deze regeling niet wordt afgeweken.

Artikel 3 Bevoegdheden college

Het college is belast met de uitvoering van deze regeling.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt aan:

  • a.

    instrumentale muziekverenigingen;

  • b.

    zang- en operetteverenigingen;

  • c.

    ouderenvereniging “Sint Willibrordus”;

  • d.

    toneelverenigingen;

  • e.

    schutterijen.

Artikel 5 Activiteiten

Deze regeling is van toepassing op activiteiten op het gebied van zang, muziek, toneel en schuttersactiviteiten.

Hoofdstuk 2 Aanvraag en verlening

Artikel 6 Eisen aan de aanvraag

  • 1. Een aanvraag om subsidie moet worden ingediend middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Een aanvraag om subsidie dient vergezeld te gaan van een kort inhoudelijk verslag van de in het voorafgaande kalenderjaar georganiseerde activiteiten;

Hoofdstuk 3 Verplichtingen

Artikel 7 Algemeen

  • 1. In aanvulling op de verplichtingen uit de ASV 2017 geldt voor verenigingen die aanspraak maken op subsidie op grond van deze regeling dat:

    • a.

      de activiteiten voor iedereen toegankelijk zijn, ongeacht zijn of haar achtergrond;

    • b.

      de vereniging is aangesloten bij een nationale of provinciale overkoepelende bond. Voor schutterijen is dit de Oud Limburgse Schuttersfederatie;

    • c.

      ieder lid minimaal 40 keer kan deelnemen aan een georganiseerde activiteit in verenigingsverband;

    • d.

      de vereniging op de peildatum minimaal 15 leden heeft die actief deelnemen aan activiteiten;

    • e.

      minimaal 75% van de leden woonachtig is in de gemeente Weert;

    • f.

      de activiteiten plaatsvinden onder voldoende en deskundige begeleiding;

    • g.

      minderjarige begeleiders onder direct toezicht staan van een deskundige volwassene;

    • h.

      de vereniging minimaal 3 keer per jaar een openbaar optreden verzorgt;

    • i.

      de vereniging op verzoek van het college maximaal 2 keer per jaar haar medewerking verleent aan een optreden tijdens openbare festiviteiten en uitvoeringen;

    • j.

      de activiteiten, niet zijnde reguliere repetities, voor minder dan 50% bestaan uit het opluisteren van kerkelijke of godsdienstige plechtigheden.

  • 2. Voor verenigingen die voor het eerst een subsidie aanvragen gelden de aanvullende verplichtingen dat:

    • a.

      de activiteiten niet kunnen worden ondergebracht bij een bestaande vereniging;

    • b.

      de vereniging minimaal 1 jaar bestaat.

  • 3. Voor harmonieën, fanfares en schutterijen geldt in afwijking van lid 1 sub d een aantal van minimaal 25 leden.

  • 4. Voor toneelverenigingen geldt in afwijking van lid 1 sub d een aantal van minimaal 10 leden.

  • 5. Voor de vereniging die naar het oordeel van het college een regiofunctie vervult geldt in afwijking van sub e een percentage van 50%.

  • 6. Voor ouderenvereniging “Sint Willibrordus” geldt als aanvullende eis dat de activiteit ‘zang’ als doel in de statuten van de vereniging is opgenomen.

Hoofdstuk 4 Subsidiegrondslagen

Artikel 8 Zangverenigingen

  • 1. Zangverenigingen kunnen aanspraak maken op:

    • a.

      een vast bedrag van € 250,- per jaar;

    • b.

      een vast bedrag van € 500,- per jaar per jeugdkoor;

    • c.

      een bedrag van € 30,- per jeugdlid dat de vereniging aantoonbaar op de peildatum heeft;

    • d.

      45% van de jaarlijkse door het college goedgekeurde dirigentkosten tot een maximum van € 2.500,- per volwassenenkoor en € 1.500,- per jeugd- of jongerenkoor;

    • e.

      45% van de ten laste van de vereniging komende en door het college goedgekeurde kosten van koorscholing, voor zover deze opleidingen worden verzorgd door het RICK tot een maximum van € 750,- per koor per jaar.

  • 2. Het college stelt de hoogte van de subsidie als bedoeld in lid 1 sub d vast op basis van de werkelijke kosten in het jaar, twee jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

Artikel 9 Toneelverenigingen

  • 1. Toneelverenigingen kunnen aanspraak maken op:

    • a.

      een vast bedrag van € 500,- per jaar;

    • b.

      een bedrag van € 30,- per jeugdlid dat de vereniging aantoonbaar op de peildatum heeft;

    • c.

      45% van de jaarlijkse door het college goedgekeurde regisseurskosten tot een maximum van € 1.500,-.

  • 2. Het college stelt de hoogte van de subsidie als bedoeld in lid 1 sub c vast op basis van de werkelijke kosten in het jaar, twee jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

Artikel 10 Schutterijen

  • 1. Schutterijen kunnen aanspraak maken op:

    • a.

      een vast bedrag van € 250,- per jaar voor het behoud van het cultureel erfgoed;

    • b.

      een vast bedrag van € 500,- per jaar.

  • 2. Schutterijen kunnen voor de instrumentale muziekactiviteiten aanspraak maken op:

    • a.

      een bedrag van € 30,- per musicerend jeugdlid dat de vereniging aantoonbaar op de peildatum heeft;

    • b.

      een aanvullend bedrag van € 20,- per musicerend jeugdlid dat een professionele muziekopleiding volgt bij het RICK;

    • c.

      45% van de ten laste van de vereniging komende en door het college goedgekeurde kosten voor de professionele muziekopleidingen die leden volgen bij het RICK;

    • d.

      45% van de jaarlijkse door het college goedgekeurde dirigentkosten tot een maximum van € 2.000,-;

    • e.

      een bedrag van € 20,- per musicerend seniorlid dat de vereniging aantoonbaar op de peildatum heeft.

  • 3. [vervallen]

  • 4. Het college stelt de hoogte van de subsidie als bedoeld in lid 2 sub d vast op basis van de werkelijke kosten in het jaar, twee jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

Artikel 11 Instrumentale muziekverenigingen

  • 1. Instrumentale muziekverenigingen kunnen aanspraak maken op:

    • a.

      een vast bedrag van € 250,- per jaar voor het behoud van het cultureel erfgoed;

    • b.

      een vast bedrag van € 500,- per jaar;

    • c.

      een bedrag van € 30,- per musicerend jeugdlid dat de vereniging aantoonbaar op de peildatum heeft;

    • d.

      een aanvullend bedrag van € 20,- per musicerend jeugdlid dat een professionele muziekopleiding volgt bij het RICK;

    • e.

      een bedrag van € 20,- per musicerend seniorlid dat de vereniging aantoonbaar op de peildatum heeft;

    • f.

      45% van de ten laste van de vereniging komende en door het college goedgekeurde kosten voor de professionele muziekopleidingen die leden volgen bij het RICK;

    • g.

      45% van de jaarlijkse door het college goedgekeurde dirigentkosten tot een maximum van € 5.000,-;

  • 2. Het college stelt de hoogte van de subsidie als bedoeld in lid 1 sub g vast op basis van de werkelijke kosten in het jaar, twee jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

Hoofdstuk 5 Vaststelling

Artikel 12 Vaststelling direct

  • 1. Met uitzondering van het bepaalde in artikel 13 worden subsidies op grond van deze regeling door het college direct vastgesteld.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in de ASV 2017 hoeft de subsidieontvanger geen verantwoording af te leggen.

  • 3. Het college kan besluiten om verstrekte subsidies steekproefsgewijze te controleren. Verenigingen zijn verplicht hieraan hun medewerking te verlenen.

Artikel 13 Vaststelling achteraf

Ten aanzien van subsidieverlening voor opleidingskosten bij het RICK en de aanschaf van uniformen, instrumenten en/of schietbenodigdheden geldt dat:

  • a.

    de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken nadat de activiteiten zijn verricht een aanvraag tot vaststelling indient bij het college;

  • b.

    de aanvraag tot vaststelling vergezeld gaat van alle facturen van de werkelijk gemaakte kosten die met de subsidieverlening verband houden.

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

Artikel 14 Hardheidsclausule

Het college handelt overeenkomstig deze subsidieregeling, tenzij dat voor de subsidieaanvrager gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de subsidieregeling te dienen doelen.

Artikel 15 Inwerkingtreding en duur

Deze subsidieregeling treedt, na bekendmaking, met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2017.

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Subsidieregeling Cultuur Weert 2017’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Weert op 24 januari 2017.
De secretaris, de burgemeester,

Toelichting subsidieregeling Cultuur Weert 2017

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Om interpretatieverschillen te voorkomen zijn in artikel 1 ter verduidelijking enkele specifieke begrippen nader omschreven.

Artikel 2 Algemene bepaling

In artikel 2 lid 1 wordt expliciet vastgelegd dat deze regeling voortvloeit uit artikel 3 lid 2 ASV 2017. Daarmee heeft de raad op grond van artikel 156 lid 1 en 3 Gemeentewet de bevoegdheid aan het college gedelegeerd om ter uitvoering van de ASV 2017, binnen de door de raad vastgestelde beleidskaders, nadere regels vast te stellen. Deze nadere regels bevatten algemeen verbindende voorschriften en hebben dezelfde status als een verordening.

In lid 2 wordt bepaald dat alle bepalingen van de ASV 2017 van toepassing zijn, tenzij er in deze regeling van wordt afgeweken.

Artikel 3 Bevoegdheden college

Het college is belast met de uitvoering van de ASV 2017. Dat betekent dat het college niet alleen bevoegd is te beslissen op aanvragen voor subsidie en deze vast te stellen, maar deze bijvoorbeeld ook mag intrekken of wijzigen als ook alle andere bevoegdheden mag uitvoeren die voortvloeien uit de Awb, de ASV 2017 en deze regeling, voor zover de raad deze niet aan zichzelf heeft voorbehouden.

Artikel 4 Doelgroep

In dit artikel wordt de doelgroep beschreven, die voor subsidie op grond van deze regeling in aanmerking kan komen. De doelgroep sluit aan bij de besluitvorming van de gemeenteraad.

Artikel 5 Activiteiten

De subsidie op grond van deze regeling is uitsluitend bedoeld voor activiteiten op het gebied van zang, muziek, toneel en schuttersactiviteiten.

Hoofdstuk 2 Aanvraag en verlening

Artikel 6 Eisen aan de aanvraag

In artikel 15 ASV 2017 staan de eisen opgenomen waaraan een subsidieaanvraag dient te voldoen.

In artikel 6 lid 1 is een aanvullende eis opgenomen. De aanvraag voor subsidie op grond van deze regeling moet middels het formulier worden ingediend dat het college hiervoor specifiek heeft vastgesteld. Hiermee wordt geborgd dat het college over alle relevante informatie beschikt om de aanvraag te kunnen beoordelen.

Lid 2 en 3 betreffen afwijkingen ten aanzien van artikel 15 lid 2 ASV 2017. De stukken die bij de aanvraag moeten worden ingeleverd zijn specifiek afgestemd op de kenmerken van de betreffende subsidieaanvrager en de daarbij behorende activiteiten. Deze stukken zijn noodzakelijk om de aanvraag te kunnen beoordelen.

Hoofdstuk 3 Verplichtingen

Artikel 7 Algemeen

In dit artikel zijn aanvullende verplichtingen opgenomen.

Met het opnemen van deze verplichtingen borgt het college dat de beleidsdoelstellingen worden gerealiseerd die de gemeenteraad heeft vastgesteld.

In lid 2 staan aanvullende verplichtingen voor nieuwe verenigingen. Zo moet een nieuwe vereniging kunnen aantonen dat zij levensvatbaar is. Dit kan door aan te tonen dat zij minimaal 1 jaar bestaat.

Daarnaast wil het college samenwerking bevorderen en afsplitsing voorkomen. Daarom is de eis opgenomen dat de activiteiten van de nieuwe vereniging niet kunnen worden ondergebracht bij een bestaande organisatie.

In lid 3, 4, 5 en 6 zijn afwijkende verplichtingen opgenomen. Deze afwijkende verplichtingen vloeien voort uit het specifieke karakter dat deze verenigingen hebben. Deze afwijkingen komen overeen met de beleidskaders die door de raad zijn vastgesteld.

Hoofdstuk 4 Subsidiegrondslagen

Artikel 8 Zangverenigingen

Hierin staan de subsidiegrondslagen opgenomen zoals de gemeenteraad deze voor zangverenigingen heeft vastgesteld.

In het kader van vereenvoudiging heeft de gemeenteraad besloten om de hoogte van de subsidie voor dirigentkosten voor het jaar 2017 te koppelen aan de werkelijke kosten in 2015. Aangezien deze bij de aanvraag voor 2017 reeds bekend zijn, maakt dat de subsidie direct kan worden vastgesteld. Dit leidt voor zowel de gemeente als de verenigingen tot een vermindering van de administratieve lasten.

De hoogte van de subsidie voor het jaar 2018 en volgende jaren wordt gekoppeld aan de werkelijke kosten in het jaar, twee jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

Artikel 9 Toneelverenigingen

Hierin staan de subsidiegrondslagen opgenomen zoals de gemeenteraad deze voor toneelverenigingen heeft vastgesteld.

In het kader van vereenvoudiging heeft de gemeenteraad besloten om de hoogte van de subsidie voor regisseurskosten voor het jaar 2017 te koppelen aan de werkelijke kosten in 2015. Aangezien deze bij de aanvraag voor 2017 reeds bekend zijn, maakt dat de subsidie direct kan worden vastgesteld. Dit leidt voor zowel de gemeente als de verenigingen tot een vermindering van de administratieve lasten.

De hoogte van de subsidie voor het jaar 2018 en volgende jaren wordt gekoppeld aan de werkelijke kosten in het jaar, twee jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

Artikel 10 Schutterijen

Hierin staan de subsidiegrondslagen opgenomen zoals de gemeenteraad deze voor schutterijen heeft vastgesteld. De vaste subsidie is bedoeld voor alle gebruikelijke schuttersactiviteiten, zoals bijvoorbeeld schietwedstrijden en het organiseren van en deelnemen aan schuttersfeesten.

In het kader van vereenvoudiging heeft de gemeenteraad besloten om de hoogte van de subsidie voor dirigentkosten voor het jaar 2017 te koppelen aan de werkelijke kosten in 2015. Aangezien deze bij de aanvraag voor 2017 reeds bekend zijn, maakt dat de subsidie direct kan worden vastgesteld. Dit leidt voor zowel de gemeente als de verenigingen tot een vermindering van de administratieve lasten.

De hoogte van de subsidie voor het jaar 2018 en volgende jaren wordt gekoppeld aan de werkelijke kosten in het jaar, twee jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

Artikel 11 Instrumentale muziekverenigingen

Hierin staan de subsidiegrondslagen opgenomen zoals de gemeenteraad deze voor instrumentale muziekverenigingen heeft vastgesteld.

In het kader van vereenvoudiging heeft de gemeenteraad besloten om de hoogte van de subsidie voor dirigentkosten voor het jaar 2017 te koppelen aan de werkelijke kosten in 2015. Aangezien deze bij de aanvraag voor 2017 reeds bekend zijn, maakt dat de subsidie direct kan worden vastgesteld. Dit leidt voor zowel de gemeente als de verenigingen tot een vermindering van de administratieve lasten.

De hoogte van de subsidie voor het jaar 2018 en volgende jaren wordt gekoppeld aan de werkelijke kosten in het jaar, twee jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

Hoofdstuk 5 Vaststelling

Artikel 12 Vaststelling direct

In artikel 17 ASV 2017 staan de bepalingen opgenomen hoe het college de aangevraagde subsidie vaststelt. Afhankelijk van de hoogte van de subsidie worden subsidies direct of achteraf vastgesteld. In artikel 17 lid 6 ASV 2017 staat echter opgenomen dat het college categorieën van subsidies of subsidieontvangers kan aanwijzen, waarvoor de subsidie altijd direct wordt vastgesteld. Dit betekent dat de subsidieontvanger in die gevallen geen aanvraag voor subsidievaststelling hoeft in te dienen.

Ten aanzien van de subsidie op grond van deze regeling, heeft het college bepaald dat deze –met uitzondering van het bepaalde in artikel 13- altijd direct wordt vastgesteld. Dit voorkomt onnodige administratieve lasten voor zowel subsidieontvanger als de gemeente.

Door middel van lid 3 behoudt het college zich het recht voor om verstrekte subsidies steekproefsgewijze te controleren. Verenigingen zijn verplicht hieraan hun medewerking te verlenen. Indien uit deze controle blijkt dat er onjuiste gegevens zijn verstrekt, of dat de subsidieontvanger niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan, is het college bevoegd om de subsidiebeschikking te herzien.

Artikel 13 Vaststelling achteraf

In afwijking van artikel 13 wordt de voor opleidingskosten bij het RICK en de aanschaf van uniformen, instrumenten en/of schietbenodigdheden wel achteraf vastgesteld. Deze kosten zijn vooraf immers niet met grote waarschijnlijkheid te bepalen. Daarom is ten aanzien van die subsidies bepaald dat de subsidieontvanger verplicht is om achteraf een aanvraag tot vaststelling in te dienen. Bij het verzoek tot vaststelling worden alle facturen van de werkelijk gemaakte kosten bijgevoegd. Op basis hiervan wordt de subsidie vervolgens definitief vastgesteld.

Hoofdstuk 6 Overige bepalingen

Artikel 14 Hardheidsclausule

In dit artikel is de hardheidsclausule opgenomen. Hierin is bepaald dat het college gebonden is aan deze regeling en daarvan in principe niet kan afwijken.

Het college kan alleen afwijken indien er sprake is van:

  • -

    bijzondere omstandigheden; en

  • -

    onredelijke gevolgen; en

  • -

    gevolgen die onevenredig zijn in relatie met de doelen, die door deze regeling worden gediend.

De toepassing van de hardheidsclausule dient beperkt te blijven tot zeer bijzondere gevallen. De toepassing en motivering daarvan dient duidelijk uit de betreffende subsidiebeschikking en het onderliggend subsidiedossier te blijken.

Artikel 15 Inwerkingtreding en duur

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 16 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.