Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Westland houdende nulbeleid ten aanzien van de exploitatie van coffeeshops Nulbeleid coffeeshops gemeente Westland

Geldend van 09-09-2016 t/m heden

Intitulé

Nulbeleid coffeeshops gemeente Westland

De burgemeester van Westland;

gelezen het voorstel aan de burgemeester van 11 juli 2016, nr. 16-0131687;

gelet op artikel 13b Opiumwet, artikel 3:40 en artikel 3:42 van de AMvB;

besluit:

Op basis van artikel 13b Opiumwet het gevoerde nulbeleid ten aanzien van de exploitatie van coffeeshops in de gemeente Westland te formaliseren door de beleidsnota 'Nulbeleid coffeeshops gemeente Westland' vast te stellen.

0. Geen coffeeshops in de gemeente Westland

Deze notitie gaat in op het beleid zoals wordt gevoerd door het Openbaar Ministerie (OM) en de politie en geeft weer welk beleid ten aanzien van coffeeshops in de gemeente Westland wordt gevoerd.

Binnen de gemeente Westland is de exploitatie van een coffeeshop al geruime tijd niet toegestaan. De gemeente voert een zogenaamd nulbeleid. Het onderliggende nulbeleid is echter tot op heden niet in beleidsregels vastgelegd. Met de vaststelling van het nulbeleid coffeeshops kan in voorkomende gevallen duidelijker worden opgetreden tegen de vestiging van een coffeeshop.

Het nulbeleid voor coffeeshops sluit aan bij het preventief alcohol- en drugsbeleid van de gemeente Westland.

In deze beleidsregel wordt de koers van de huidige gedragslijn met betrekking tot de vestiging van coffeeshops in de gemeente Westland niet gewijzigd. Het exploiteren van een coffeeshop is en blijft niet mogelijk.

1. Doel

Met dit nulbeleid kan de gemeente makkelijker optreden tegen de vestiging van een coffeeshop. Het voornaamste doel van de gemeente voor het vaststellen van een nulbeleid is de bescherming van de openbare orde en veiligheid, de leefbaarheid en de gezondheid.

2. Juridisch Kader

In dit onderdeel wordt de juridische grondslag beschreven van het gemeentelijk coffeeshopbeleid. Het beleid is gefundeerd op artikel 13 b Opiumwet waarin de burgemeester bevoegd is verklaard tot oplegging van een last onder bestuursdwang (sluiting) indien in woningen of lokalen dan wel in of bij woningen of zodanige bij lokalen behorende erven (soft)drugs worden verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig zijn.

2.1. Gedoogbeleid coffeeshops

Het is in Nederland formeel niet toegestaan om softdrugs te produceren of te verhandelen. De wet verbiedt dit. Er bestaan landelijke richtlijnen, uitgevaardigd door het College van Procureurs-generaal over de wijze waarop de wet wordt nageleefd; het gedoogbeleid. De basis van het gedoogbeleid is de Aanwijzing Opiumwet van het OM. Onder strenge voorwaarden, die in de Aanwijzing staan beschreven, wordt er niet strafrechtelijk opgetreden tegen de verkoop van hennepproducten die op Lijst II staan. Deze voorwaarden gelden voor alle coffeeshops in Nederland. De voorwaarden worden ook wel aangeduid als AHOJGI-criteria.

Op grond van de AHOJGI-criteria is het voor een coffeeshop verboden te:

  • Afficheren: dit betekent geen reclame anders dan een summiere aanduiding op betreffende lokaliteit. Het afficheringsverbod is aangescherpt in de zin dat ook internet-affichering verboden is;

  • Harddrugs te verhandelen: er mogen geen harddrugs voorhanden zijn en/of verkocht worden;

  • Overlast te veroorzaken: onder overlast kan worden verstaan parkeeroverlast rond de coffeeshop, geluidshinder, doorverkoop in de nabije omgeving, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshop rondhangende klanten;

  • Jeugdigen onder de 18 jaar in de coffeeshop toe te laten of aan hen te verkopen;

  • Grote hoeveelheden te verhandelen (niet meer dan 5 gram per persoon per transactie) of op voorraad te hebben (niet meer dan 500 gram);

  • Toegang te verlenen en te verkopen aan anderen dan Ingezetenen van Nederland.

Het huidige kabinet wil een strenger gedoogbeleid. Coffeeshops zien zich geconfronteerd met aanvullende criteria zoals het ingezetenen-criterium en de verscherping van het afstand-criterium.

In de brief van 26 oktober 2011 hebben de Ministers van Veiligheid en Justitie en Volksgezondheid, Welzijn en Sport opgenomen dat:

  • Het kabinet staat voor een daadkrachtige aanpak van druggerelateerde overlast en (georganiseerde) criminaliteit;

  • Er een einde wordt gemaakt aan het huidige ‘open deur’ beleid;

  • Coffeeshops kleiner en meer beheersbaar worden gemaakt;

  • De aantrekkingskracht van het Nederlands drugsgebruik op gebruikers uit het buitenland wordt teruggedrongen;

  • Middelengebruik van minderjarigen sterk wordt tegengegaan.

2.2. Artikel 13b Opiumwet (Wet Damocles)

In het jaar 1999 is de wet Bestuurlijke handhaving Opiumwet (Damocles) in werking getreden. Met inwerkingtreding van deze wet heeft de burgemeester de mogelijkheid gekregen om bestuursrechtelijk handhavend op te treden tegen coffeeshops. Vóór de wetswijziging was het alleen voor het OM mogelijk om als handhaver tegen overtredingen van de Opiumwet strafrechtelijk op te treden. Dit gaf een aantal praktische beperkingen. De belangrijkste beperking is wel dat het op basis van het strafrecht niet mogelijk is een coffeeshop te sluiten. De ongewenste vestiging van een coffeeshop kan daardoor op basis van het strafrecht nauwelijks worden voorkomen, of effectief worden bestreden.

Het toegevoegde artikel 13b Opiumwet geeft de burgemeester nu de bevoegdheid bestuursdwang uit te oefenen tegen coffeeshops, cafés en andere voor het publiek toegankelijke lokalen indien hard- of softdrugs worden verkocht, afgeleverd of verstrekt, dan wel daartoe aanwezig zijn. Door het opnemen van een bestuursdwangbevoegdheid in de Opiumwet wordt duidelijk dat handhaving niet uitsluitend afhankelijk is van strafrechtelijk optreden. Artikel 13b Opiumwet biedt daardoor een wettelijke grondslag voor handhaving door de burgemeester die niet langer op louter

openbare orde aspecten berust. De burgemeester kan nu ook optreden bijvoorbeeld ter bescherming van jeugdigen en vanuit een volksgezondheidsmotief.

3. De nul-optie

De Wet Damocles biedt de gemeenten de mogelijkheid om beleid te ontwikkelen op het terrein van coffeeshops. Gelet op de regionaal gemaakte afspraken, heeft de gemeente Westland er voor gekozen om gebruik te maken van deze mogelijkheid om een zogenaamd nulbeleid ten aanzien van coffeeshops te voeren. Dit heeft tot gevolg dat er in de gemeente Westland tegen de vestiging van (illegale) coffeeshops zal worden opgetreden. Ook indien een inrichting zich ontwikkelt tot een coffeeshop zal de burgemeester op basis van dat enkele feit tot sluiting kunnen overgaan.

3.1. Lokaal beleid

Dit nulbeleid is voor een belangrijk deel lokaal beleid. Behalve een goede afstemming tussen gemeente, OM en de politie is het ook van belang dat er rekening gehouden wordt met het beleid van de omliggende gemeenten in de regio Haaglanden.

3.2. Overwegingen tot het voeren van een nulbeleid

Op basis van een analyse is er in de gemeente Westland voor gekozen geen coffeeshops te gedogen. Deze keuze is als volgt gemotiveerd:

3.2.1. Aanwezigheid coffeeshops in omliggende gemeenten

Binnen de regio Haaglanden worden alleen coffeeshops gedoogd in de gemeenten Den Haag, Delft en Zoetermeer. Daarnaast zijn buiten de regio in de (buur)gemeenten Maassluis en Hoek van Holland ook coffeeshops gevestigd. Er zijn in de directe omgeving van de gemeente Westland voldoende coffeeshops gevestigd die in de behoefte kunnen voorzien.

3.2.2. Aanzuigende werking op personen buiten de gemeente en criminaliteit

Het vestigen van een coffeeshop binnen de gemeente Westland zal leiden tot een aantrekkende werking van klanten van buiten de gemeente, drugstoerisme en criminaliteit. Gelet op de hiermee gepaard gaande overlast en de aanzuigende werking van criminaliteit, is al snel sprake van gevoelens van sociale onveiligheid. Ook als deze gevoelens wellicht ten dele een subjectief karakter hebben, blijkt hieruit zondermeer een aantasting van het woon- en leefklimaat.

3.2.3. Een coffeeshop past niet bij het karakter van Westland 

Gezien het concentreren van coffeeshops in meer stedelijke gebieden, kan ook worden gesteld dat een coffeeshop niet passend is bij het karakter van deze enigszins verstedelijkte plattelandsgemeente en zeker ook zal stuiten op bezwaren van de inwoners.

3.2.4. Bescherming van de jeugd

Jongeren zijn een kwetsbare groep waarvan de gevolgen van alcohol- en drugsgebruik ver strekkende gevolgen kunnen hebben op zowel de (geestelijke) gezondheid als op het sociale leven. Het nulbeleid beoogt een drempel op te werpen, zodat jongeren niet direct de gelegenheid wordt geboden om met softdrugs in aanraking te komen. Uitgaande van een vraag door minderjarigen, betekent ieder extra handelspunt een risico op een toename van jongeren die in aanraking komen met drugs. Ook kan de zeer onwenselijke situatie ontstaan dat in de nabijheid van een coffeeshop de drugs aan minderjarigen worden doorverkocht (zgn. straathandel).

De gemeente investeert om het middelengebruik bij jongeren te verminderen en bewustwording over de schade die middelengebruik met zich meebrengt te vergroten. Een coffeeshop past niet binnen deze visie.

4. Handhaving nulbeleid

Om in voorkomende gevallen naleving van het beleid af te kunnen dwingen zal handhaving noodzakelijk zijn. Bij een nulbeleid wordt consequent opgetreden tegen de vestiging van een coffeeshop binnen de gemeente.

4.1. Strafrechtelijke handhaving van een nulbeleid

Uit de richtlijnen van het OM blijkt dat als in de lokale driehoek is afgesproken tot het voeren van nulbeleid het OM kan overgaan tot vervolging van elke vorm van handel in softdrugs, ook als het verkooppunt voldoet aan de zogenaamde AHOJGI-criteria. Deze bevoegdheid is nog eens nadrukkelijk bevestigd door de Hoge Raad naar aanleiding van een zaak in de gemeente Kampen (uitspraak 15 oktober 1996). Het optreden van het OM tegen de exploitant van een niet gedoogd verkooppunt was naar het oordeel van de Hoge Raad niet in strijd met het gelijkheidsbeginsel.

4.2. Bestuurlijke handhaving van een nulbeleid

Ook bestuursrechtelijk kan op basis van een vastgesteld nulbeleid worden opgetreden.

4.2.1. Verzoek tot vestiging van een coffeeshop

De burgemeester kan op basis van het nulbeleid de toestemming tot vestiging van een coffeeshop weigeren of een bestaand verkooppunt sluiten. De burgemeester beroept zich bij zijn besluit op de weigeringsgronden die in het nulbeleid staan gemotiveerd. Dit blijkt onder meer uit de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State naar aanleiding van de sluiting van een coffeeshop door de burgemeester van Naaldwijk wegens strijd met het nulbeleid (Raad van State 22 mei 1997). In deze uitspraak overweegt de Afdeling dat aan de burgemeester in beginsel de vrijheid toekomt om ter bescherming van het woon- en leefklimaat dan wel de openbare orde geen enkele coffeeshop toe te staan.

4.2.2. Illegale vestiging van een coffeeshop

De burgemeester kan overgaan tot sluiting van een lokaal, wanneer ondanks het nulbeleid toch een coffeeshop (verkooppunt van drugs) zich vestigt, dan wel aanwezig is. De burgemeester gebruikt hiervoor artikel 13 b van de Opiumwet. Dit artikel geeft de mogelijkheid om een pand waar drugshandel plaatsvindt voor (on)bepaalde tijd te sluiten. Voor een verdere uitwerking wordt verwezen naar het “Damoclesbeleid Lokalen en Woningen gemeente Westland”.

5. Conclusie nulbeleid

De vestiging van een coffeeshop binnen de gemeente Westland is niet wenselijk. Het is in strijd met de lijn die de gemeente volgt om het middelengebruik bij jongeren te verminderen en de bewustwording over de schade die middelengebruik met zich meebrengt te vergroten. Daarnaast is het aantal coffeeshops in de regio Haaglanden meer dan voldoende om in de behoeften te voorzien.

6. Besluit

Ter bescherming van de volksgezondheid, het woon- en leefklimaat dan wel de openbare orde wordt binnen de gemeente Westland het nulbeleid gevoerd. Dit beleid is gericht op het volledig weren van bedrijven waarvan de exploitatie (mede) is gericht op de verkoop of de handel in soft- en/of harddrugs.

7. Inwerkingtreding en bekendmaking

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking (artikel 3:40 en artikel 3:42 Algemene wet bestuursrecht).

8. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als 'Nulbeleid Gemeente Westland'.

Ondertekening

Aldus op 1 september 2016 vastgesteld door:
de burgemeester van de gemeente Westland,
J. van der Tak

Bijlage 1 ADDENDUM AANWIJZINGSBESLUIT TOEZICHTHOUDERS INRICHTING EN BEHEER OPENBARE RUIMTE

Addendum aanwijzingsbesluit toezichthouders inrichting en beheer openbare ruimte