Subsidieregeling Maatschappelijke dienstverlening, Ouderenzorg en Openbare gezondheidszorg (EHBO)

Geldend van 01-01-2016 t/m heden

Subsidieregeling Maatschappelijke dienstverlening, Ouderenzorg en Openbare gezondheidszorg (EHBO)

Het college van burgemeester en wethouders van Weststellingwerf;

gelet op de Algemene subsidieverordening Weststellingwerf 2016

besluit vast te stellen de Subsidieregeling Maatschappelijke dienstverlening, Ouderenzorg en Openbare gezondheidszorg (EHBO)

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Maatschappelijke dienstverlening: in dit geval het bieden van niet-professionele ondersteuning, of toeleiding naar vormen van professionele ondersteuning ten behoeve van deelname aan de samenleving, participatie en welbevinden;

  • b.

    Ouderen: inwoners van de gemeente Weststellingwerf van 65 jaar of ouder;

  • c.

    Flankerend Ouderen beleid: ouderen ondersteunende activiteiten anders dan degene die bij de Welzijnsorganisatie ter uitvoering zijn neergelegd;

  • d.

    Meer bewegen voor Ouderen (MbvO): een aanpak om lichamelijke activiteiten van ouderen te stimuleren om hun gezondheid en welbevinden te verhogen of op peil te houden;

  • e.

    Instelling: vereniging, stichting of groep die zich -zonder winstoogmerk- het behartigen van ideële of materiële belangen ten doel stelt voor (een deel van) ingezetenen van de gemeente Weststellingwerf, blijkend uit statuten, huishoudelijk reglement en/of aantoonbare feitelijke activiteiten;

  • f.

    Ouderenzorg: vrijwilligersorganisaties voor ouderen;

  • g.

    Openbare gezondheidszorg; vrijwilligersorganisatie EHBO;

  • h.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weststellingwerf.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten middels het op structurele basis uitvoeren en/of stimuleren hiervan ten behoeve van:

  • a)

    het programma Meer bewegen voor Ouderen, onder andere inhuur van gediplomeerde instructeurs MbvO;

  • b)

    voor activiteiten die bijdragen aan of ondersteunen in de deelname van (ouderen) aan de samenleving.

  • c)

    activiteiten die mensen ondersteunen bij het langer thuis wonen.

  • d)

    het aanleren van vaardigheden ten behoeve van het verlenen van Eerste Hulp Bij Ongelukken.

Artikel 4. Doelgroep

  • 1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan instellingen die op de lijst, zoals bedoeld in artikel 8 eerste lid staan en van de gemeente een subsidie instandhoudingssubsidie ontvingen.

  • 2. Organisaties die niet op de lijst staan, kunnen een verzoek indienen bij het college om voor het volgende kalenderjaar op de in artikel 8 eerste lid bedoelde lijst te worden opgenomen.

  • 3. De organisatie kan een verzoek als in het voorgaande lid beschreven indienen, indien de instelling kan aantonen minimaal 1 jaar een van de activiteiten, zoals in artikel 3 uit te voeren.

  • 4. ANBO en andere ouderen verbanden: een groot aantal activiteiten werden uitgevoerd door verschillende ANBO afdelingen. In 2015 heeft zich een groot aantal leden afgesplitst van de ANBO en eigen, lokale verbanden opgericht. Het grootste deel van de vrijwilligers die de activiteiten begeleiden is naar de nieuwe verbanden overgestapt. Er zijn geen lokaal vertegenwoordigde ANBO besturen meer waarmee de gemeente in overleg kan treden, ook vanwege de nieuwe regels van de nationale ANBO.

    • a.

      Subsidie wordt verstrekt aan die lokale verbanden die aangeven de activiteiten van de ANBO over te nemen en waarbij de vrijwilligers die deze activiteiten voorheen uitvoerden, zijn aangesloten;

    • b.

      Aan lokale ANBO’s wordt uitsluitend subsidie verstrekt indien: er geen nieuw lokaal verband is waarbij de vrijwilligers die voorheen de activiteiten begeleidden, zijn aangesloten. De subsidiering ‘volgt de activiteit’.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op redelijk te maken algemene kosten door de instelling die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3, en die naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze activiteiten.

  • 2. Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten die niet direct gerelateerd zijn aan- en/of noodzakelijk zijn voor de activiteit zelf.

Artikel 6. Berekening van uurtarieven, uniforme kostenbegrippen

Uurtarieven, voor zover van toepassing, zijn gebaseerd op heersende tarieven in de branche van bewegingsinstructeurs.

Artikel 7. Hoogte van de subsidie

  • 1. Een subsidie bedraagt maximaal het bedrag dat de betreffende aanvrager in 2015 heeft ontvangen in het kader van deze regeling;

  • 2. Voor nieuwe aanvragers geeft het door het college vastgestelde aanvraagformulier de betreffende posten, opbouw en het bedrag van de subsidie aan.

Artikel 8. Wijze van verdeling

  • 1. Jaarlijks stelt het college uiterlijk 10 februari een lijst vast van de toegelaten instellingen voor deze regeling;

  • 2. Aanspraak op de subsidie hebben de op de lijst als bedoeld in lid 1 vermelde organisaties, indien en voor zover:

  • a. sprake is van bestendig instellingsbeleid en de betreffende activiteiten worden voortgezet;

  • b. geen sprake is van wezenlijke veranderingen met betrekking tot de besteding va de in het verleden verleende subsidie.

  • 3. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt;

  • 4. Indien en voor zover meer aanvragen om subsidie binnenkomen dan waarin het subsidieplafond voor maatschappelijke dienstverlening, ouderenzorg en openbare gezondheidszorg voorzien, wordt de te verlenen subsidie (per instelling) gerelateerd aan het aantal ingekomen verzoeken om subsidie en naar evenredigheid verlaagd.

Artikel 8. Aanvraag

  • 1. Alleen instellingen die op de door het college vastgestelde lijst als bedoeld in artikel 7, lid 1 staan vermeld kunnen een aanvraag om subsidie indienen. Deze instellingen krijgen een door het college vastgesteld aanvraagformulier toegezonden.

  • 2. Een aanvraag om een subsidie dient te voldoen aan het bepaalde in artikel 6, eerste lid van de Algemene subsidieverordening Weststellingwerf 2016.

  • 3. Het college kan om aanvullende informatie verzoeken indien zulks nodig is om tot een besluit op de aanvraag te komen.

  • 4. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

Artikel 9. Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 7, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening Weststellingwerf 2016 ingediend uiterlijk 15 maart van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2. Een verzoek om te worden opgenomen in de lijst zoals bedoeld in voorgenoemd artikel 4, lid 2, moet zijn ingediend 3 maanden voor het kalenderjaar waarop een subsidieaanvraag betrekking heeft.

Artikel 10. Verplichtingen

Ontvangers van subsidie verplichten zich om de activiteiten waarvoor zij subsidie aanvragen uit te voeren volgens de heersende branche afspraken, voor zover van toepassing.

Artikel 11. Beslistermijn

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen, in afwijking van artikel 8, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening Weststellingwerf 2016, uiterlijk op 15 mei van het jaar waarop de aanvraag om subsidie betrekking heeft.

  • 2. Burgemeester en wethouders beslissen uiterlijk op 10 februari op de aanvraag om op de lijst van toegelaten organisaties te worden opgenomen zoals bedoeld in artikel 9 lid 2.

Artikel 12. Aanvullende weigeringsgronden

Overeenkomstig artikel 9, tweede lid, aanhef en onder l, van de Algemene subsidieverordening Weststellingwerf 2016 kan subsidieverlening worden geweigerd als de aanvrager niet of in onvoldoende mate kan aantonen dat de activiteiten aansluiten bij het beleidsdoelen en beleidsprioriteiten zoals met deze subsidieregeling worden beoogd door de gemeente.

Artikel 13. Verantwoording en subsidievaststelling

  • 1. De subsidie wordt bij verlening direct vastgesteld ongeacht de hoogte van het te verlenen bedrag.

  • 2. Het college kan in incidentele gevallen bij de verleningsbeschikking bepalen dat de subsidie- ontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden. In dat geval zal in de verleningsbeschikking worden aangegeven hoe de verantwoording moet plaatsvinden en wanneer deze uiterlijk moet zijn ingediend. In dat geval vindt de vaststelling plaats binnen 13 weken indiening van de verantwoording.

Artikel 14. Hardheidsclausule

  • 1. Het college kan in individuele gevallen afwijken van het gestelde in deze regeling voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.

  • 2. Toepassing van de hardheidsclausule wordt gemotiveerd in het besluit tot verlening van de subsidie.

Artikel 15. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2016.

  • 2.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Maatschappelijke dienstverlening, Ouderen- en openbare gezondheidszorg.

Aldus vastgesteld op 12 februari 2016

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,