Beleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats 2016

Geldend van 24-11-2016 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats 2016

Het college van burgemeesters en wethouders van de Gemeente IJsselstein,

gelet op artikel 18, eerste lid onder d van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 12 aanhef van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) en artikel 26 aanhef en lid c van het Regelement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de Regeling gehandicaptenparkeerkaart;

besluit vast te stellen de volgende

Beleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats 2016

Artikel 1 Begripsbepaling

1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a..  Gehandicaptenparkeerplaats: een individuele parkeerplaats, nabij de woning of werklocatie van de aanvrager, voorzien van het verkeersbord E6, zoals bedoeld in bijlage 1 van het RVV 1990 en een onderbord met vermelding van het kentekennummer, voor één motorvoertuig van een persoon die in het bezit is van een bestuurders- of passagierskaart;

b. Aanvrager: degene ten behoeve van wie een gehandicaptenparkeerplaats wordt aangevraagd;

c. Motorvoertuigen: alle gemotoriseerde voertuigen behalve bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen, bestemd om anders dan langs de rails te worden bewogen;

d. Gehandicaptenvoertuigen: voertuig dat is ingericht voor het vervoer van een gehandicapte, niet breder is dan 1,10 meter en niet is uitgerust met een motor, dan wel is uitgerust met een motor waarvan de door de constructie bepaalde maximumsnelheid niet meer dan 45 km per uur bedraagt, en geen bromfiets is;

e. Parkeerdrukmeting: gedurende een week (7 aaneengesloten dagen) vindt op willekeurige momenten een telling plaats van de in een straal van 100 meter afstand van de woning of werklocatie beschikbare plaatsen.

Artikel 2 Doel

Deze beleidsregels hebben tot doel duidelijkheid te verschaffen over de wijze waarop het college de uitvoering van de wet toepast.

Artikel 3 Indicatiecriteria

  • 1. Het college besluit tot het aanwijzen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats voor bestuurders indien:

    • a.

      De aanvrager inwoner is van de gemeente IJsselstein; en

    • b.

      De aanvrager in het bezit is van een gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurders; en

    • c.

      Uit de parkeerdrukmeting blijkt dat er binnen de loopafstand in de woonomgeving van de aanvrager, op verschillende tijdstippen van de dag geen parkeermogelijkheid is; en

    • d.

      Er voor de aanvrager geen mogelijkheid is om op eigen terrein, erf of parkeergarage te parkeren, of het terrein daarvoor ongeschikt is gelet op de handicap en het terrein niet geschikt kan worden gemaakt;

  • 2. Het college besluit tot het aanwijzen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats voor passagiers indien:

    • a.

      De aanvrager inwoner is van de gemeente IJsselstein; en

    • b.

      De aanvrager in het bezit is van een gehandicaptenparkeerkaart voor passagiers; en

    • c.

      Uit de parkeerdrukmeting blijkt dat er binnen de loopafstand in de woonomgeving van de aanvrager, op verschillende tijdstippen van de dag geen parkeermogelijkheid is; en

    • d.

      Er voor de aanvrager geen mogelijkheid is om op eigen terrein, erf of parkeergarage te parkeren, of het terrein daarvoor ongeschikt is gelet op de handicap en het terrein niet geschikt kan worden gemaakt; en

    • e.

      De aanvrager niet in staat is om zelfstandig te wachten bij de woning op de komst / terugkomst van de bestuurder in verband met het parkeren;

  • 3. Het college besluit tot het aanwijzen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats voor aanvragers die werken in de gemeente IJsselstein indien:

    • a.

      De aanvrager werknemer is van een bedrijf, gelegen in de gemeente IJsselstein; en

    • b.

      De aanvrager in het bezit is van een gehandicaptenparkeerkaart voor bestuurders; en

    • c.

      De aanvrager voor tenminste 3 dagen per week, 15 uur aanwezig is op de werklocatie;

    • d.

      Uit de parkeerdrukmeting blijkt dat er binnen de loopafstand in de werkomgeving van de aanvrager, op verschillende tijdstippen van de dag geen parkeermogelijkheid is; en

    • e.

      Er voor de aanvrager geen mogelijkheid is om op het terrein, erf of parkeergarage van het bedrijf te parkeren, of het terrein daarvoor ongeschikt is gelet op de handicap en het terrein niet geschikt kan worden gemaakt;

Artikel 4 Aanvraagprocedure

  • 1. Een aanvraag voor een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats dient te worden ingediend bij het college;

  • 2. De aanvrager dient een hiervoor bestemd aanvraagformulier volledig in te vullen. Dit formulier dient volledig ingevuld te zijn en voorzien van een handtekening van de aanvrager;

  • 3. Bij het aanvraagformulier dienen de volgende documenten te worden overlegd:

    • a.

      een kopie van beide zijden van de gehandicaptenparkeerkaart;

    • b.

      een kopie van het kentekenbewijs (zowel deel I als IB tenaamstellingbewijs);

    • c.

      een kopie van het rijbewijs;

    • d.

      voor een aanvraag van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats nabij de werklocatie dient een verklaring van de werkgever meegezonden te worden waaruit blijkt dat de aanvrager voor tenminste 15 uur bij het bedrijf in dienst is, wat de werktijden van de aanvrager zijn en waarom het reserveren van een parkeerplaats op het terrein van het bedrijf redelijkerwijs niet mogelijk is;

  • 4. Het college kan nadere regels stellen over de inhoud, vorm en wijze van indienen van de aanvraag en de benodigde gegevens zoals bedoeld in lid 3.

  • 5. Indien de aanvraag niet voldoet aan de bij of krachtens het tweede en derde lid gestelde eisen, stelt het college binnen 4 weken na ontvangst van de aanvraag de aanvrager in gelegenheid deze binnen 4 weken aan te vullen of te verbeteren;

  • 6. Het college kan besluiten de aanvraag niet te behandelen indien de aanvrager niet binnen de in lid 5 genoemde termijn de aanvraag heeft aangevuld of verbeterd;

Artikel 5 Vervolgstappen

  • 1. Aanvraag wordt voor advies voorgelegd aan een medewerker van Civiele Techniek en een beleidsmedewerker verkeer.

  • 2. Slechts na positieve advisering van de in lid 1 genoemde personen, kan het college besluiten tot het aanleggen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats, waarna het besluit op de gebruikelijke wijze bekend wordt gemaakt.

  • 3. Na afloop van de bezwaartermijn van 6 weken, na de bekendmaking van het besluit, wordt tot aanleg van de individuele parkeerplaats overgegaan door Civiele Techniek.

Artikel 6 Weigering tot aanleg van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

  • 1. Een aanvraag tot aanleg van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats wordt geweigerd indien:

    • a.

      de aanvrager niet voldoet aan de krachtens artikel 3 gestelde indicatiecriteria;

    • b.

      de oorzaak van het niet kunnen parkeren niet is gelegen in de hoge parkeerdruk maar door (tijdelijke) werkzaamheden aan de weg of aan gebouwen of geplaatste obstakels in de directe woonomgeving;

    • c.

      de verkeersveiligheid op de plaats van aanvraag in gevaar komt;

Artikel 7 Verwijderen gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

  • 1. De gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats kan worden verwijderd indien:

    • a.

      de aanvrager is verhuisd, binnen of buiten de gemeente;

    • b.

      de aanvrager is overleden;

    • c.

      de gehandicaptenparkeerkaart van de aanvrager niet wordt verlengd;

    • d.

      de aanvrager niet meer in het bezit is van een voertuig;

    • e.

      het besluit wordt ingetrokken;

Artikel 8 Kosten van de gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats

  • 1. De kosten voor aanvraag, aanleg, verplaatsing en onderhoud van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats, inclusief het plaatsen, verplaatsen en vervangen van bebording zijn voor rekening van de aanvrager;

  • 2. De in het eerste lid genoemde kosten zijn de leges zoals genoemd in de tarieventabel behorend bij de voor het jaar van de aanvraag vastgestelde legesverordening.

  • 3. Als de aanvrager verhuist binnen de gemeente, zal voor de verplaatsing van de gereserveerde

    gehandicaptenparkeerplaats opnieuw een aanvraag moeten worden ingediend en behandeld worden door het college. Hiervoor is de aanvrager eveneens leges verschuldigd overeenkomstig de dan geldende legesverordening.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Indien toepassing van deze beleidsregels tot onbillijkheden leiden, kunnen burgemeester en wethouders daarvan afwijken.

Artikel 10 Bezwaarmogelijkheid

Het besluit dat betrekking heeft op de aanvraag van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats is een besluit waarop de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is. Indien de aanvrager of een belanghebbende het niet eens is met het besluit kan men bezwaar maken bij het college.

Het bezwaarschrift wordt ter advisering voorgelegd aan de onafhankelijke adviescommissie voor de bezwaarschriften.

Artikel 11 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats 2016”

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeesters en wethouders van IJsselstein op 15 november 2016.
De secretaris,
J. van Delden
De burgemeester,
mr. P.J.M. van Comburg