Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening cliëntenparticipatie

Geldend van 24-12-2009 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie

Dienst Samenleving, oktober 2009 Verordening cliëntenparticipatie

De raad van de gemeente Apeldoorn:

gelezen het voorstel van het college d.d. 9 november 2009, nr. 2009-037543

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand,

gelet op artikel 12 van de Wet investeren in jongeren,

gelet op artikel 2 van de Wet sociale werkvoorziening,

gelet op de artikelen 11 en 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

overwegende dat deze verordening gelijkluidend is aan de Verordeningen cliëntenparticipatie van de gemeenten Epe en Heerde, met dien verstande dat het geldingsgebied van die verordeningen zich beperkt tot de Wwb, Wij en de Wsw;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende Verordening cliëntenparticipatie

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Wwb: Wet werk en bijstand

  • 2.

    Wij: Wet investeren in jongeren

  • 3.

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning

  • 4.

    Wsw: Wet sociale werkvoorziening

  • 5.

    Cliëntenparticipatie: activiteiten die bijdragen aan in de in artikel 2 opgenomen doelstelling

  • 6.

    Gemeente: de gemeente Apeldoorn

  • 7.

    Cliënten: personen die een uitkering of voorziening ontvangen ingevolge wetten of regelingen waarvan de uitvoering aan de gemeente is opgedragen, waaronder de Wwb, Wsw, Wij en de Wmo

  • 8.

    Raad: de raad van de gemeente Apeldoorn

  • 9.

    College: het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn;

  • 10.

    Dienst: dienst Samenleving

  • 11.

    Adviesraden: de in artikel 3 lid 5 genoemde en door het college in te stellen adviesraden

Artikel 2 Doelstelling cliëntenparticipatie

  • 1. Met cliëntenparticipatie wordt beoogd om vanuit inzicht in de belangen, wensen en behoeften van cliënten, hen en hun vertegenwoordigers actief te betrekken bij de vorming, de uitvoering, de controle en de evaluatie van:

    • a

      beleid met betrekking tot de taken die in de Wwb, Wij, Wsw en de Wmo aan de gemeente zijn opgedragen

    • b

      ander gemeentelijk en regionaal beleid dat gevolgen heeft voor cliënten.

  • 2. Cliëntenparticipatie heeft mede tot doel de participatiegraad van cliënten en hun vertegenwoordigers te vergroten en het niet gebruik vanvoorzieningen terug te dringen

  • 3. Met cliëntenparticipatie wordt tevens beoogd om door middel van het geven van adviezen, het afgeven van signalen en het doen van verbetervoorstellen de kwaliteit van de dienstverlening bij de uitvoering van het in lid 1 genoemde beleid te vergroten

Artikel 3 Instrumenten van cliëntenparticipatie

  • 1. Informatiebijeenkomsten Bij ingrijpende beleidswijzingen op het gebied van werk en bijstand, sociale werkvoorziening en maatschappelijke ondersteuning, alsmede bij daarmee samenhangende veranderingen in de gemeentelijke dienstverlening, neemt de dienst en/of een adviesraad het initiatief tot het houden van informatiebijeenkomsten voor cliënten, groepen van cliënten en andere direct of indirect belanghebbenden

  • 2. Effectonderzoeken Bij ingrijpende beleidswijzigingen op het gebied van werk en bijstand, sociale werkvoorziening en maatschappelijke ondersteuning, alsmede bij daarmee samenhangende veranderingen in de gemeentelijke dienstverlening, vindt na een door de raad of het college te stellen termijn evaluatieonderzoek plaats naar de effecten van de wijziging

  • 3. Klanttevredenheidsonderzoeken Ten minste éénmaal per twee jaar houdt de dienst een klanttevreden-heidsonderzoek, waarbij cliënten of groepen van cliënten een oordeel kunnen geven over de kwaliteit van de dienstverlening met betrekking tot de uitvoering van de Wwb, Wij, Wsw en de Wmo

  • 4. Raadpleging Zo vaak de dienst dat nodig oordeelt of gewenst acht vindt aangaande onderwerpen in het kader van de Wwb, Wij, Wsw en Wmo raadplegend overleg plaats met maatschappelijke instellingen

  • 5. Instelling adviesraden Het college stelt met toepassing van artikel 84 Gemeentewet adviesraden in, bestaande uit cliënten en vertegenwoordigers van cliënten. Deze adviesraden kunnen het college gevraagd en ongevraagd adviseren over de beleidsvorming en beleidsuitvoering met betrekking tot de Wwb, Wij, Wsw en Wmo, alsmede over alle onderwerpen die vanuit de optiek van cliënten daarmee samenhangen

Artikel 4 De adviesraden

  • 1. Advisering

    • a.

      De krachtens artikel 3 lid 5 door het college in te stellen adviesraden hebben de bevoegdheid om aan het college advies uit te brengen over alle aangelegenheden die het beleid, de uitvoering en de gemeentelijke dienstverlening op het gebied van de Wwb, Wij, Wsw en Wmo betreffen en kunnen dienaangaande alle terzake doende onderwerpen aan de orde stellen

    • b.

      Het college betrekt alle schriftelijk uitgebrachte adviezen van de adviesraden zichtbaar bij de besluitvorming en indien het college van het advies afwijkt, doet het dat gemotiveerd

  • 2. Informatie

    • a.

      De adviesraden krijgen door toedoen van de dienst tijdig de beschikking over alle informatie die nodig is om hun adviestaken adequaat te kunnen uitvoeren, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat. De informatieplicht van de dienst strekt zich mede uit tot uitkomsten van klanttevredenheids-onderzoeken, enquêtes en klachtenrapportages

    • b.

      De dienst stelt de adviesraden op een zodanig tijdstip in de gelegenheid advies uit te brengen, dat een daadwerkelijke invloed op de besluitvorming mogelijk is

  • 3. Vergaderingen

    • a.

      De adviesraden komen tenminste tienmaal per jaar bijeen in een openbare vergadering of zoveel vaker als tenminste vijf leden dat nodig achten

    • b.

      Zowel leden als ook cliënten kunnen onderwerpen ter bespreking aandragen. De voorzitter beslist over de agendering

  • 4. Periodiek overleg

    • a.

      De directeur van de dienst of diens vertegenwoordiger woont de vergaderingen van de adviesraden bij. Tijdens de vergadering vindt onder andere informatie-uitwisseling en overleg plaats tussen de adviesraad en de directeur c.q. diens vertegenwoordiger

    • b.

      Er vindt periodiek overleg plaats tussen de adviesraden of een vertegenwoordiging daarvan en leden van het college

  • 5. Bescherming persoonlijke levenssfeer

    • a.

      De leden en voorzitters van de adviesraden dragen zorg voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van cliënten die zich op enigerlei wijze tot hen wenden

    • b.

      Het college draagt er zorg voor dat cliënten die lid zijn of waren van een adviesraad, uit hoofde van dat lidmaatschap op geen enkele wijze nadeel ondervinden ten aanzien van een uitkering, voorziening of subsidie die zij van de gemeente ontvangen, noch op het gebied van bejegening door medewerkers van de gemeente

  • 6. Facilitering

    Het college zorgt voor voldoende ondersteuning en facilitering van de adviesraden

  • 7. Nadere regels

    Met inachtneming van het in de voorgaande leden bepaalde stelt het college nadere regels vast over de taken, werkwijze, samenstelling, benoeming van leden en voorzitters, ondersteuning en facilitering, informatievoorziening en overige uitvoeringsaspecten aangaande de adviesraden en legt deze neer in een Regeling adviesraden

Artikel 5 Slotbepalingen

  • 1 Het college beslist over geschillen die voortkomen uit de toepassing van deze verordening

  • 2 Het college zorgt voor de bekendmaking van de verordening

Artikel 6 Citeertitel en inwerkingtreding

De verordening wordt aangehaald als “Verordening cliëntenparticipatie”. Deze verordening treedt in werking op 1 september 2009 en vervangt daarmee de “Verordening cliëntenparticipatie WWB en WSW”, vastgesteld op 26 juni 2008, welke op 1 september 2009 is ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld bij openbare vergadering d.d. 26 november 2009
Gepubliceerd in het Apeldoorns Stadsblad d.d. 16 december 2009
Inwerking getreden d.d. 24 december 2009,
en werkt terug tot en met 1 september 2009

TOELICHTING VERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE

Vergroting van de reikwijdte

In de Wwb en de Wsw is bepaald dat de gemeenteraad bij verordening regels stelt over de wijze waarop cliënten of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wetten. Deze verplichting is eveneens opgenomen in de Wet investeren in jongeren (Wij) die op 1 oktober 2009 in werking is getreden.

In de drie genoemde wetten staat voorts dat bij verordening in ieder geval moeten worden geregeld de wijze waarop:

  • -

    periodiek overleg wordt gevoerd met cliënten of hun vertegenwoordigers;

  • -

    cliënten of hun vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aandragen;

  • -

    betrokkenen worden voorzien van de informatie die nodig is om adequaat aan het overleg te kunnen deelnemen.

In de Wmo is geen verplichting tot het opstellen van een verordening over cliëntenparticipatie opgenomen. Niettemin bevat de Wmo diverse bepalingen op grond waarvan het college van b en w verplicht is:

  • -

    belanghebbenden te betrekken bij de voorbereiding van beleid

  • -

    belanghebbenden in de gelegenheid te stellen in dat verband zelfstandig voorstellen te doen

  • -

    bij de voorbereiding van beleid zich te vergewissen van de belangen en behoeften van burgers die hun belangen en behoeften zélf niet goed kenbaar kunnen maken

  • -

    ontwerpplannen eerst voor advies voor te leggen aan vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning

Daarom is ervoor gekozen om de reeds bestaande Verordening cliëntenpartici-patie Wwb en Wsw (juni 2008) qua reikwijdte te vergroten en hierin – naast de Wij - nu ook de Wmo onder te brengen.

Breed instrumentarium cliëntenparticipatie

De Wwb, Wij, Wsw en Wmo bevatten geen voorschriften hoe gemeenten cliëntenparticipatie vorm moeten geven. Gemeenten zijn daar dus vrij in. Ze kunnen ervoor kiezen cliëntenparticipatie te organiseren via klantenpanels, klanttevredenheidsonderzoeken, cliëntenraden, adviesraden enz.

In lijn met de bedoelingen van de wetgever is, evenals in de oude verordening, van de mogelijkheid gebruik gemaakt om in de verordening meerdere instrumenten van cliëntenparticipatie te benoemen. De praktijk geeft namelijk aan dat het inzetten van meerdere instrumenten de betrokkenheid van cliënten verder vergroot.

De instrumenten zijn:

  • -

    Informatiebijeenkomsten

  • -

    Effectonderzoeken

  • -

    Klanttevredenheidsonderzoeken

  • -

    Raadpleging maatschappelijke instellingen

  • -

    Instelling adviesraden

Verordening en Regeling adviesraden

Met name het laatste instrument, instelling door het college van adviesraden, vraagt om nadere regelgeving. Middels artikel 3 lid 5 draagt de raad het college op om met gebruikmaking van artikel 84 van de Gemeentewet adviesraden in te stellen. In feite bestaan deze adviesorganen al sinds begin 2006, toen het college de Regeling cliëntenparticipatie vaststelde1, waarbij tegelijk met gebruikmaking van artikel 84 Gemeentewet de WWB raad en de ZWW raad werden ingesteld.

Inmiddels heten de adviesraden:

  • -

    Adviesraad Voorzieningen voor Werk en Inkomen (voorheen WWB raad)

  • -

    Adviesraad Wet maatschappelijke ondersteuning (voorheen ZWW raad)

De adviesraden worden in artikel 4 op hoofdlijnen “neergezet”2, met in het laatste lid van dit artikel de opdracht aan het college om de verdere regelgeving met betrekking tot de adviesraden in een Regeling adviesraden vast te leggen.

De functie van artikel 4 lid 7 is, dat de raad het aan het college overlaat om binnen de in dat artikel aangegeven kaders het participatie-instrument adviesraden verder uit te werken, waardoor de verordening zelf het karakter van een kaderverordening behoudt, waarin cliëntenparticipatie (middels vijf instrumenten) alszodanig is geborgd.

Adviesraden gelijkelijk in verordening verankerd

Door de Wmo onder de werking van de verordening te brengen, krijgt de Adviesraad ZWW dezelfde juridische basis als de Adviesraad VWI. In de nieuwe Regeling adviesraden heeft de Adviesraad ZWW overigens een nieuwe naam gekregen: Adviesraad Wmo

Regionale werking

De gemeenten Epe en Heerde hanteren sedert 1 juli 2008 dezelfde Verordening cliëntenparticipatie Wwb en Wsw als de gemeente Apeldoorn. De Adviesraad VWI is tevens voor deze gemeenten adviesorgaan. Voor Epe en Heerde is een nieuwe verordening “op maat gemaakt”. Daarbij is onder andere rekening gehouden met het feit dat beide gemeenten het geldingsgebied van de verordening beperken tot de Wwb, de Wij en de Wsw.


Noot
1

Collegebesluit d.d. 9 januari 2006, ter uitvoering van het eerder genomen collegebesluit (d.d. 21 november 2005) tot herstructurering van de cliëntenparticipatie

Noot
2

Daarmee is tevens voldaan aan de in de Wwb, Wij en Wsw opgenomen opdracht om terzake enkele onderwerpen bij verordening te regelen