Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Wijdemeren 2016

Geldend van 21-06-2016 t/m heden

Intitulé

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Wijdemeren 2016

De raad van de gemeente Wijdemeren;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 februari 2016;

gelet op artikel 8b van de Participatiewet, artikel 35 van de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werkloze werknemers en artikel 35 van de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen;

gehoord de commissie Maatschappelijke en Sociale zaken d.d. 8 maart 2016

gezien het advies van de Adviesraad d.d. 3 maart 2016

besluit

vast te stellen de

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Wijdemeren 2016

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      belanghebbende:

      de persoon die zelfstandig of als lid van een gezin (mede) bijstand ontvangt of heeft ontvangen van de gemeente Wijdemeren;

    • b.

      uitkering:

      bijstand op grond van de Participatiewet of het Bbz 2004, alsmede een uitkering op grond van de IOAW en de IOAZ;

    • c.

      bijstand:

      algemene en bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, en artikel 35 van de Participatiewet;

    • d.

      college:

      het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijdemeren;

    • e.

      fraude:

      het ten onrechte geheel of gedeeltelijk ontvangen van bijstand dan wel een uitkering door het opzettelijk verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen;

    • f.

      gezin:

      het gezin als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c van de Participatiewet.

    • g.

      misbruik:

      het ontvangen van bijstand op grond van de Participatiewet dan wel het ontvangen van een uitkering op grond van de IOAW of IOAZ, in strijd met de wettelijke voorschriften waarbij het ten onrechte ontvangen aan de belanghebbende is te wijten;

    • h.

      oneigenlijk gebruik:

      het ontvangen van bijstand volgens de regels van de Participatiewet dan wel een uitkering volgens de regels van de IOAW of de IOAZ, maar opzettelijk in strijd met of buiten de bedoeling die bij de totstandkoming van die wetten heeft bestaan;

HOOFDSTUK 2 HANDHAVING

Artikel 2. Fraudepreventie

  • 1. Het college zorgt voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wet, waaronder de bestrijding van fraude alsook van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.

  • 2. Het college geeft informatie over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een uitkering zijn verbonden alsmede over de consequenties van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik via de website, brochures, formulieren en mondelinge informatie.

  • 3. Ter controle van de aanvraag voert het college bestandsvergelijkingen uit waarbij actuele gegevens worden gecontroleerd.

Artikel 3. Controle

  • 1.

    Het college doet stelselmatig onderzoek naar de rechtmatigheid van de uitkering en kan daarbij gebruik maken van huisbezoeken, bestandsvergelijkingen en samenloopsignalen die daaruit voortkomen. Daarnaast onderzoekt het college overige signalen en tips die mogelijk relevant zijn voor het recht op een uitkering.

Artikel 4. Het afstemmen van de bijstand/uitkering dan wel het opleggen van een bestuurlijke boete

Artikel 5. Aangifte bij het Openbaar Ministerie

  • 1. Indien gedragingen van de belanghebbende tot benadeling leiden van de gemeente dan is het college verplicht een proces-verbaal op te maken en aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie als het benadelingsbedrag hoger is dan de door het Openbaar Ministerie gehanteerde aangiftegrens.

  • 2. Onverminderd het eerste lid blijft de mogelijkheid om de bijstand of de uitkering te kunnen aanpassen dan wel terug te vorderen toepasbaar.

Artikel 6. Terugvordering, invordering, kwijtschelding en verhaal

  • 1. Het college draagt zorg voor de terugvordering, de invordering, de kwijtschelding en het verhaal van de kosten van de bijstand of de uitkering.

  • 2. Het college geeft in beleidsregels invulling aan het eerste lid.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 7. Hardheidsclausule

Het college kan, indien de toepassing van bepalingen in deze verordening in de individuele situatie tot onbillijkheden van overwegende aard leidt voor zover het de bevoegdheid betreft die voortvloeit uit deze verordening, afwijken van deze verordening.

Artikel 8. Citeertitel, inwerkintreding en overgangsrecht

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Wijdemeren 2016’.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de 1 april 2016 onder gelijktijdige intrekking van de Handhavingsverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012 gemeente Wijdemeren.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van

24 maart 2016

De raad voornoemd,
De griffier
mw. G.J. Schutte-van der Schans
De voorzitter
drs. M.E. Smit

Toelichting op de Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Wijdemeren 2016

Algemene toelichting

Inleiding

Op grond van artikel 8b van de Participatiewet stelt de gemeenteraad bij verordening regels voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik. De verordening is op basis van de in 2016 vastgestelde nota en de Participatiewet geactualiseerd.

Preventie en sanctionering

  • *

    het vroegtijdig informeren van de klanten over de regelgeving, zodat een juist beeld ontstaat van de rechten en plichten van de bijstand of de uitkering en daarmee ook de verwachtingen;

  • *

    het bevorderen van de acceptatie van de wet- en regelgeving en de daaruit voortvloeiende controlepraktijk door de dienstverlening te optimaliseren en onnodige belemmeringen weg te nemen;

  • *

    het toepassen van het principe van controle op maat; een vroegtijdige detectie en afhandeling van signalen zal klanten het gevoel geven dat er een voldoende hoge pakkans bestaat;

  • *

    daadwerkelijke sanctionering; deze dient dusdanig te zijn dat de klant de sanctie proportioneel en ook als afschrikwekkend ervaart.

Het is van belang om een balans tussen preventie en repressie te realiseren. Via preventie wordt draagvlak verkregen om eventuele repressieve instrumenten te kunnen inzetten. De uitgangspunten sluiten in grote lijnen aan bij drie groepen van klanten die te onderscheiden zijn. Klanten die onbewust de wet overtreden vanwege onvoldoende kennis of begrip van de wetgeving, klanten die bewust de wet overtreden en klanten die zich daartussen in bevinden. De effecten van het nemen van maatregelen wordt vooral bij de laatste groep klanten in breder perspectief beoordeeld.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit artikel worden de begrippen die in deze verordening worden gehanteerd nader verklaard. Voor zover begrippen niet worden verklaard, wordt aansluiting gezocht bij gelijkluidende omschrijvingen in de wet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Fraudepreventie

Voorlichting en heldere communicatie over het fraudebeleid van de dienst helpen mee om fraude te voorkomen. Deze voorlichting vindt plaats bij de aanvraag, bij de speciale informatiebijeenkomst voor nieuwe klanten over rechten en plichten, in de map met alle documenten hierover die mensen meekrijgen, en tijdens heronderzoeken.

Artikel 3. Controle

Het College voert onderzoeken uit om de rechtmatigheid van de uitkering te controleren. Dit gebeurt zowel bij de aanvraag, gedurende de uitkering, als bij beëindiging van de uitkering. Een goede controle op de aanvraag voorkomt dat klanten ten onrechte in de bijstand komen.

Artikel 4. Het afstemmen van de bijstand/uitkering dan wel het opleggen van een bestuurlijke boete

De Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Wijdemeren 2015 ziet op het afstemmen van de bijstand of de uitkering met betrekking tot verwijtbare gedragingen. Daarnaast is het onderdeel ‘schending inlichtingenplicht’ per 1 januari 2013 onder de bestuurlijke boete gebracht, de beleidsregel hiervoor is in november 2015 aangepast als gevolg van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep en van de Minister van Sociale Zaken.

Artikel 5. Aangifte bij het Openbaar Ministerie

De voorwaarden van aangifte van fraude bij het Openbaar Ministerie worden afgestemd met het Openbaar Ministerie

Artikel 6. Terugvordering, invordering, kwijtschelding en verhaal

Ten onrechte verstrekte bijstand wordt in beginsel teruggevorderd. Verhaal vindt plaats op onderhoudsplichtigen, op begiftigden (bijvoorbeeld na een schenking) en op nalatenschappen.

De regels omtrent de terugvordering en verhaal worden vastgelegd in de beleidsregels terugvordering en verhaal.

Artikel 8 Citeertitel, inwerkintreding en overgangsrecht

Aangezien er sprake is van een nieuwe wet dient de bestaande verordening te worden ingetrokken.