Nota Parkeernormen Heusden 2016

Geldend van 24-05-2016 t/m heden

Intitulé

Nota Parkeernormen Heusden 2016

De raad  van de gemeente Heusden;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 maart 2016 ;

besluit;

vast te stellen de navolgende Nota Parkeernormen Heusden 2016;

Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking ;

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden 17 mei 2016.

De griffier,                                         

Mw. drs. E.J.M. de Graaf                 

Inhoud

  • 1.

    Inleiding

  • 1.1

    Aanleiding

  • 1.2

    Doel

  • 1.3

    Status

  • 1.4

    Leeswijzer

  • 2.

    Parkeernormen auto

    2.1 Uitgangspunten

  • 2.2

    Gebiedsindeling

  • 2.3

    Hoogte parkeernorm

  • 3.

    Afwijking van de parkeernormen

  • 3.1

    Parkeren opvangen door benutting bestaande parkeerruimte

  • 3.2

    Aanleg parkeerplaatsen in de openbare ruimte

  • 3.3

    Overgangsregeling

  • 4.

    Parkeernormen fiets

Bijlage 1: Kaarten zone centrum

Bijlage 2: Parkeernormen auto

Bijlage 3: Parkeernormen fiets

Bijlage 4: Definities

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

De Woningwet is op 29 november 2014 gewijzigd. Hierdoor komen de stedenbouwkundige bepalingen (waaronder de belangrijke ‘parkeernormenbepaling’) uit de bouwverordening uiterlijk 1 juli 2018 van rechtswege te vervallen. Die moeten dan zijn opgenomen in bestemmingsplannen of beheersverordeningen. Tussen 29 november 2014 en 1 juli 2018 kunnen er dus 2 toetsingskaders van toepassing zijn.

Het nieuwe recht treedt al eerder in werking wanneer voor 1 juli 2018 een (nieuw) bestemmingsplan wordt vastgesteld. Stedenbouwkundige bepalingen uit de bouwverordening zijn niet meer van toepassing wanneer ontwerpbestemmingsplannnen die in procedure zijn of worden gebracht (definitief) worden vastgesteld door de gemeenteraad. Dit houdt dan ook in dat op korte termijn in nieuw vast te stellen bestemmingsplannen regelingen moeten worden opgenomen over de onderwerpen die tot voor kort werden overgelaten aan de bouwverordening.

Bij de totstandkoming van deze ‘Nota Parkeernormen Heusden 2016’ zijn de parkeerkencijfers van het CROW als vertrekpunt gebruikt (CROW publicatie 317, oktober 2012).

Verder bevat deze nota een overgangsregeling voor initiatieven die al lopen op het moment van inwerkingtreding daarvan.

1.2 Doel

In de ‘Nota Parkeernormen Heusden 2016’ worden de landelijke richtlijnen vertaald naar de situatie in de gemeente Heusden. Het uitgangspunt hierbij is dat voor een nieuwe ontwikkeling het aantal parkeerplaatsen wordt vastgesteld dat op eigen terrein moet worden gerealiseerd.

1.3 Status

De ‘Nota Parkeernormen Heusden 2016’ heeft de status van een beleidsregel in de zin van artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht. Dit heeft tot gevolg dat overeenkomstig deze beleidsregel wordt gehandeld, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn in verhouding tot de met deze beleidsregel te dienen doelen (inherente afwijkingsbevoegdheid, artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht).

De ‘Nota Parkeernormen Heusden 2016’ wordt gebruikt bij het verlenen van omgevingsvergunningen. Ook dienen de uitgangspunten in deze nota als onderlegger voor de herziening van een bestaand dan wel de vaststelling van een nieuw bestemmingsplan, waarmee planologische ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. In een bestemmingsplan kan een link worden gelegd met deze nota of kunnen de relevante parkeernormen uit de nota worden overgenomen. Parkeereisen voor fiets en auto worden opgenomen in de regels van een nieuw/herzien bestemmingsplan.

1.4 Leeswijzer

Eerst zal in hoofdstuk 2 de doorvertaling van de CROW-kencijfers voor het autoparkeren naar de parkeernorm voor Heusden worden gemaakt. Hoofdstuk 3 behandelt de mogelijkheden tot afwijken van de parkeernorm. Hoofdstuk 4 gaat over de normen voor het fietsparkeren. Ten slotte bevat hoofdstuk 5 de definities.

2 Parkeernormen auto

De landelijke CROW-richtlijnen geven een minimum en een maximum parkeerkencijfer aan dat gehanteerd kan worden als basis voor de vaststelling van een specifieke parkeernorm. Dit hoofdstuk geeft de analyse weer over welke parkeernorm binnen de range tussen minimum en maximum parkeerkencijfer in Heusden zal worden aangehouden.

2.1Uitgangspunten

Hoofddoel van het opstellen en hanteren van parkeernormen is het voorkomen van een te hoge parkeerdruk in de openbare ruimte door nieuwe ontwikkelingen. Voordat wordt ingegaan op de parkeernormen is het belangrijk enkele uitgangspunten vast te stellen.

Parkeernormen niet van toepassing op de bestaande omgevingOp de parkeervraagstukken (zoals bijvoorbeeld bestaande parkeerdruk) in een bestaande (woon)omgeving zijn de normen uit deze nota niet van toepassing. De reden hiervoor is dat bestaande (woon)omgevingen zijn ontwikkeld en gerealiseerd op basis van oudere normen. Oplossingen voor deze parkeervraagstukken is maatwerk en in veel gevallen alleen te realiseren met een integrale aanpak, bijvoorbeeld door bij een reconstructie te kijken of extra parkeerplaatsen kunnen worden gerealiseerd.

Parkeernormen wel van toepassing op nieuwe ontwikkelingen

Als uitgangspunt geldt dat nieuwe ontwikkelingen meer parkeerdruk zullen genereren. De normen in deze nota zijn dan ook van toepassing op nieuwe ontwikkelingen:

  • ·

    nieuwbouw;

  • ·

    splitsing van een woning in meerdere woningen c.q. wooneenheden;

  • ·

    gehele en gedeeltelijke verbouwing van een pand met een bestemmingswijziging of

    • -

      afwijking waarbij het nieuwe gebruik/de nieuwe functie een meer verkeersaantrekkend karakter heeft;

  • ·

    vergroting van een pand, waarbij de vergroting zal leiden tot een verhoogde vraag naar parkeercapaciteit;

  • ·

    etcetera.

Bestemmingsplan

In een bestemmingsplan worden de gebruiks- en de bouwmogelijkheden vastgelegd voor een gebied. Bij het opstellen van een dergelijk plan moet worden geborgd dat er voldoende ruimte beschikbaar is om de benodigde parkeeroplossingen te faciliteren. Daarbij maakt de gemeente Heusden onderscheid in nieuwe ontwikkelingsplannen en zogenaamde conserveringsplannen.

In nieuwe ontwikkelingsplannen kan de gemeente invloed uitoefenen op het gebruik van de ruimte. Bij deze plannen toetst de gemeente of er voldoende ruimte in het ontwikkelingsgebied is om de toekomstige parkeervraag van de functies in het plan op te vangen. Daarbij worden met de ontwikkelaar afspraken gemaakt hoe deze parkeervraag wordt opgevangen.

In de conserveringsplannen legt de gemeente de bestaande situatie vast. Het opnieuw toetsen van het parkeren is dan niet aan de orde. Aanvragen van een omgevingsvergunning binnen conserveringsplannen worden in een later stadium wel getoetst aan deze nota.

Wijziging van gebruik en uitbreiding van een bestaande functie

Aantal te realiseren parkeerplaatsen = parkeerbehoefte op basis van nieuwe functie minus parkeerbehoefte van oude functie.

Let wel: het gaat hier om de parkeerbehoefte die is berekend op basis van de geldende parkeernormen, ook voor wat betreft de parkeerbehoefte van het oude gebruik.

Bij uitbreiding van bebouwing en/of bij wijziging van gebruik is het dus niet vereist het eventueel bestaande tekort aan parkeerplaatsen te compenseren bij de aanleg van de nieuwe benodigde parkeervoorzieningen. Om de parkeerbehoefte te bepalen wordt er gesaldeerd.

Afronding naar boven van het aantal parkeerplaatsen

Het benodigde aantal parkeerplaatsen wordt berekend op 1 decimaal achter de komma, net zoals de norm wordt uitgedrukt in 1 decimaal achter de komma. Het totaal aantal parkeerplaatsen wordt, in tegenstelling tot de gebruikelijke afrondingsregels, naar boven afgerond. Een norm van 4,1 wordt dus afgerond naar 5 parkeerplaatsen. Zou de gebruikelijke afrondingsregel toegepast worden dan kan naar verloop van tijd een tekort aan parkeerplaatsen ontstaan.

Gecombineerde functiesHet komt regelmatig voor dat een pand meerdere functies heeft. Mocht in het bestemmingsplan een ruime functieomschrijving worden toegepast, dan wordt uitgegaan van de functie met de hoogste parkeernorm bij het bepalen van de benodigde parkeerruimte. Als in de praktijk blijkt dat voor het gebruik van het pand de hoogste parkeernorm vooralsnog niet noodzakelijk is, kan worden besloten om nog niet over te gaan tot het daadwerkelijk realiseren van de parkeerplaatsen volgens die norm, maar de hiervoor benodigde ruimte te reserveren voor parkeergelegenheid. Op deze manier is bij wijziging van gebruik van het pand, nog altijd voldoende ruimte beschikbaar om de benodigde parkeergelegenheid te realiseren.

Koppelen parkeervoorziening

Er zijn situaties waarin een rechtstreekse koppeling tussen woningen en parkeerplaatsen ontbreekt tenzij deze expliciet wordt vastgelegd. Hierbij is bijvoorbeeld te denken aan een appartementencomplex met een parkeergarage. Om te voorkomen dat dergelijke woningen worden gekocht of gehuurd zonder een bijbehorende parkeerplaats, is het belangrijk een koppeling te regelen tussen de koop- of huurovereenkomst en de voor de functie bedoelde parkeerplaatsen.

2.2 Gebiedsindeling

De theoretische parkeernormen bestaan uit een uitgebreide reeks van parkeerkencijfers met een minimum en maximum parkeernorm. Deze zijn omschreven in publicatie 137 ‘Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie”(CROW, oktober 2012)’, waarin onderscheid wordt gemaakt in:

  • ·

    stedelijkheidsgraad: uiteenlopend van ‘zeer sterk stedelijk’ tot ‘niet stedelijk’;

  • ·

    stedelijke zone: ‘centrum’, ‘schil/overloopgebied’, ‘rest bebouwde kom’, ‘buitengebied’;

  • ·

    type voorziening: wonen, werken, winkelen/boodschappen, sport/cultuur/ontspanning, horeca/(verblijfs-)recreatie, gezondheidszorg/(sociale) voorzieningen en onderwijs.

Stedelijkheidsgraad

Door het CBS worden, aan de hand van de omgevingsdichtheid (het aantal adressen per vierkante kilometer), 5 stedelijkheidsgraden onderscheiden. De gemeente Heusden valt in de klasse ‘weinig stedelijk’.

Stedelijke zone

Voor het bepalen van de parkeernorm is ook de ligging van de locatie van belang. Het CROW maakt voor de parkeernormen onderscheid in ‘centrum’, ‘schil/overloopgebied’, ‘rest bebouwde kom’ en ‘buitengebied’. Vanwege de relatief beperkte omvang van de kernen, het geringe aanbod van andere vervoerswijzen zoals kwalitatief goed openbaar vervoer en het ontbreken van een regionale functie is er in de gemeente Heusden geen sprake van een ‘centrum’ zoals bedoeld in de CROW-publicatie. Voor de parkeernormen in het centrum van onze dorpen is dan ook gekozen voor een hogere parkeernorm vergelijkbaar met de CROW-parkeernorm voor schil/overloopgebied centrum. Onder buitengebied wordt verstaan het gebied dat buiten de verkeerskundige bebouwde kom ligt. In Heusden wordt dan ook het volgende onderscheid gemaakt; centrum (CROW-normering schil/overloopgebied), rest bebouwde kom en buitengebied. Zie bijlage 1.

2.3 Hoogte parkeernorm

Het Planbureau heeft een analyse uitgevoerd naar de relatie tussen autobezit, aantal huishoudens, ruimtelijke- en huishoudenskenmerken en de parkeersituatie en parkeerdruk. Het betreft een landelijk onderzoek, met voor deze parkeernota als belangrijkste conclusies:

  • ·

    het autobezit per huishouden is de afgelopen 2 decennia met 25 procent toegenomen, maar de ontwikkeling van het aantal parkeerplaatsen is hierbij achtergebleven;

  • ·

    het aantal auto’s in Nederland zal tot 2030 naar verwachting verder toenemen met 9 tot 50%. Na 2020 zal de groei minder sterk stijgen;

  • ·

    de aanwezigheid van openbaar vervoer en een lage parkeernorm halen mensen niet uit hun auto;

AutobezitEen belangrijk gegeven om de parkeersituatie te kunnen beoordelen, is het autobezit. Een hoog autobezit leidt immers tot een hoge parkeerdruk. Het autobezit in Heusden, de omringende gemeenten en geheel Nederland is hieronder weergegeven.

Gebied

Autobezit per 1000 inwoners

Nederland

420

Heusden

495

Aalburg

493

Waalwijk

485

Vught

445

‘s-Hertogenbosch

421

Bron: CBS 2014

Uit bovenstaande tabel blijkt dat het autobezit per 1.000 inwoners in de gemeente Heusden hoger is dan het landelijk gemiddelde en dan dat in de ons omringende gemeenten.

In deze nota wordt dan ook niet uitgegaan van de minimum parkeerkencijfers uit het CROW. Er is gekozen voor een parkeernorm die ligt tussen het minimum en het gemiddelde (van de bandbreedte van de CROW-kencijfers). Deze parkeernorm is in bijlage 2 per voorziening en gebiedsindeling terug te vinden, inclusief de rekenregels en mogelijkheid van dubbelgebruik. De weergegeven parkeernorm is inclusief bezoekersparkeren. Onder bezoekersparkeren wordt verstaan parkeergelegenheid die openbaar toegankelijk is.

3. Afwijking van de parkeernormen

Het uitgangspunt is dat de parkeervraag voor een nieuwe ontwikkeling op eigen terrein wordt opgelost. Als uit de ingediende parkeerbalans blijkt dat het aantal parkeerplaatsen niet op eigen terrein kan worden gerealiseerd, is het mogelijk hiervan op 2 manieren af te wijken:

  • ·

    parkeren opvangen door benutting bestaande parkeerruimte (zie hierna 3.1);

  • ·

    aanleg parkeerplaatsen in de openbare ruimte (zie hierna 3.2).

Daarnaast geldt de eis van voldoende ruimte voor het laden en lossen van goederen op eigen terrein. Als de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden en lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate op eigen terrein kunnen worden voorzien.

Bij openbare gelegenheden, openbare gebouwen en seniorencomplexen wordt per

50 parkeerplaatsen een gehandicaptenparkeerplaats aangelegd.

3.1 Parkeren opvangen door benutting bestaande parkeerruimte

Wanneer in de omgeving van een nieuwe ontwikkeling nog parkeergelegenheid beschikbaar is, kan wellicht een deel van de parkeerdruk voor de ontwikkeling op de omgeving worden afgewenteld. Om die mogelijkheid aan te tonen is een parkeerbalans nodig.

De parkeerbalans moet voor een ruim gebied rond de ontwikkeling worden bepaald. Hierbij moet rekening worden gehouden met aanwezigheidspercentages en acceptabele loopafstanden zoals die door het CROW worden gehanteerd.

De bezettingsgraad in de omgeving mag, inclusief de nieuwe ontwikkeling, niet hoger worden dan 80%. De parkeerbalans moet worden uitgevoerd door een onafhankelijk adviesbureau, waarbij de kosten voor rekening van de initiatiefnemer zijn. Voert de gemeente dit onderzoek uit, dan zullen de kosten worden doorberekend aan de initiatiefnemer.

3.2 Aanleg parkeerplaatsen in de openbare ruimte

Wanneer de mogelijkheid niet aanwezig is om de parkeerdruk op te vangen met de bestaande parkeerplaatsen, kan worden onderzocht of er mogelijkheden zijn om parkeerplaatsen in de openbare ruimte aan te leggen. Bij het bepalen van een eventuele locatie moet rekening gehouden worden met:

  • ·

    de door het CROW aangehouden acceptabele loopafstanden (bijlage 3);

  • ·

    het feit dat de aanleg van parkeerplaatsen niet ten koste mag gaan van de kwaliteit van de omgeving.

    De kosten voor het realiseren van deze openbare parkeerplaatsen komen geheel ten laste van de

    initiatiefnemer.

3.3 Overgangsregeling

De in deze nota opgenomen parkeernormen zijn niet van toepassing in de volgende gevallen:

  • ·

    initiatieven waarvoor het college van burgemeester en wethouders voor de datum van inwerkingtreding van deze nota heeft ingestemd met een parkeernorm die is vastgelegd in een door het college geaccordeerd document zoals een stedenbouwkundig plan c.q. programma van eisen/nota van uitgangspunten en/of in een intentie- of exploitatieovereenkomst. In deze gevallen gelden de parkeernormen zoals vastgelegd in dit geaccordeerde document;

  • ·

    initiatieven die passen binnen een voorontwerpbestemmingsplan waarvan het college van burgemeester en wethouders voor de datum van inwerkingtreding van deze nota heeft ingestemd met ter inzage legging. In deze gevallen gelden de parkeernormen zoals opgenomen in dit voorontwerpbestemmingsplan;

  • ·

    als een aanvraag om omgevingsvergunning, afwijking, ontheffing of toestemming anderszins, is ingediend voor de datum van inwerkingtreding van deze nota en daarop op die datum nog niet is beschikt. In deze gevallen gelden de voor de datum van inwerkingtreding van deze nota geldende parkeernormen;

  • ·

    initiatieven die een half jaar voor het vaststellen van deze nota zijn gestart en waarbij een indicatie van de parkeernormen is afgegeven.

4. Parkeernormen fiets

In CROW-publicatie 317 ‘Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie’ staan fietsparkeerkencijfers. De fietsparkeerkencijfers bestaan uit een kencijfer dat is gebaseerd op een gemeente met een gemiddeld fietsgebruik en een minimum en maximum kencijfer. Het minimum geldt voor een gemeente met een zeer laag fietsgebruik en het maximum voor een gemeente met een zeer hoog fietsgebruik.

Uit een onderzoek van het Fietsberaad (2010) blijkt dat 20% van het totaal aantal verplaatsingen in Heusden per fiets plaatsvindt. Dit is een lage score.

In deze nota is gekozen voor een norm die ligt tussen het minimum en het gemiddelde (van de bandbreedte van de CROW kencijfers). Bijlage 4 bevat de tabellen met de normen. De normen gelden voor solitaire functies en zijn dus niet geschikt voor gebieden met grote menging van functies, zoals winkelgebieden. Bij winkelgebieden moet de fietsparkeerbehoefte voor het hele gebied bepaald worden en niet apart per functie. De tabellen voor fietsparkeren voldoen in dit geval dan ook niet, maar kunnen wel als richtlijn gebruikt worden.

Bijlage 1: Kaarten zone centrum

afbeelding binnen de regeling

Centrum Drunen

afbeelding binnen de regeling

Centrum Heusden

afbeelding binnen de regeling

Centrum Vlijmen

Bijlage 2: Parkeernormen auto

Wonen

Centrum

waarvan openbaar toegankelijk

Rest bebouwde kom en Buitengebied

waarvan openbaar toegankelijk

Eenheid per

Koop/huur, vrijstaand

1,9

0,9

2,3

0,3

woning

Koop/huur, 2 onder 1 kap, kavel > 300m2

1,9

0,9

2,3

0,3

woning

Koop/huur, 2 onder 1 kap, kavel < 300m2

1,8

0,8

2

1

woning

Koop/huur, tussen/hoek

1,6

0,6

1,8

1,8

woning

Koop/huur, etage duur

1,8

0,8

2,0

1

woning

Koop/huur, etage midden

1,6

0,6

1,8

0,8

woning

Koop/huur, etage goedkoop

1,4

0,4

1,6

0,6

woning

Serviceflat/aanleunwoning

1,1

0,3

1,3

0,3

woning

Kamerverhuur, niet zelfstandig

0,6

0,2

0,7

0,2

kamer

Opmerking

Voor grondgebonden koop- en huurwoningen hanteert het CROW alleen een indeling in bebouwingstypologie. Voor niet-grondgebonden koop- en huurwoningen hanteert het CROW een indeling in prijsklassen. De typologie die het CROW aanhoudt (duur, midden en goedkoop) is te vaag en moet worden geconcretiseerd. Hiervoor zijn de bedragen aangehouden uit de Woonvisie Heusden 2014-2020.

Koop (WOZ-waarde)

Huur

Duur

>€ 275.000

>€ 900 per maand

Midden

€ 185.000 - € 275.000

Tussen huurtoeslaggrens en

€ 900 per maand

Goedkoop

< € 185.000

Onder huursubsidietoeslag

Parkeren eigen terrein In de praktijk wordt niet alle beschikbare parkeergelegenheid op eigen terrein als zodanig benut. Daarom worden de volgende berekeningsaantallen aangehouden voor de mate waarin parkeren op eigen terrein wordt meegeteld aan de aanbodzijde. Deze zijn een afgeleide van de waarden zoals opgenomen in CROW-publicatie 317. Enkele wijzigingen ten opzichte van publicatie 137:

  • ·

    een garage zonder oprit wordt niet als parkeergelegenheid meegerekend. De ervaring is dat in deze gevallen de garage meer gebruikt wordt als bergruimte dan als garage;

  • ·

    zowel bij een dubbele oprit zonder garage, bij een garage met een lange oprit als bij een dubbele oprit met garage wijken de getallen enigszins af. De genoemde aantallen in deze nota sluiten beter aan op de praktijk. Verder zijn de afmetingen aangescherpt zodat de parkeerplaatsen een zodanige afmeting krijgen dat deze ook daadwerkelijk gebruikt kunnen worden als parkeerplaats.

Rekenwaarden

Theoretisch aantal

Berekeningsaantal

Opmerking

Enkele oprit zonder garage

1

1

Oprit min. 5,5 m diep

Lange oprit zonder garage of carport

2

1,5

Oprit min. 10,5m diep

Dubbele oprit zonder garage

2

2

Oprit min. 5 m breed

Garage zonder oprit (bij woning)

1

0

-

Garagebox (niet bij woning)

1

0,5

-

Garage met enkele oprit

2

1

Oprit min. 5,5 m diep

Garage met lange oprit

3

1,5

Oprit min. 10,5 m diep

Garage met dubbele oprit

3

2

Oprit min. 5 m breed

Winkelen

Centrum

Rest bebouwde kom en buitengebied

Eenheid per

Discountsupermarkt

5,1

7

100m2 bvo

Fullservice supermarkt (laag en middellaag prijsniveau)

4,8

5,7

100m2 bvo

Fullservice supermarkt (middellaag en hoog prijsniveau)

4,1

5,1

100m2 bvo

Grote supermarkt (>2500 m2 wvo, < 4000m2 wvo)

7,1

8,1

100m2 bvo

Groothandel in levensmiddelen

nvt

6,6

100m2 bvo

Buurt- en dorpscentrum

nvt

3,5

100m2 bvo

Binnenstad of hoofdwinkelcentrum 20.000-30.000 inwoners

3,6

nvt

100m2 bvo

Weekmarkt

0,2

0,2

M1 kraam

Kringloopwinkel

nvt

1,9

100m2 bvo

Bruin- en witgoedzaken

5,7

7,7

100m2 bvo

Woonwarenhuis/woonwinkel

1,7

1,9

100m2 bvo

Meubelboulevard/woonboulevard

nvt

2,7

100m2 bvo

Outletcentrum

nvt

9,9

100m2 bvo

Bouwmarkt

nvt

2,5

100m2 bvo

Tuincentrum (> 1000m2 wvo)

nvt

2,7

100m2 bvo

Groencentrum (< 2000 m2 wvo)

nvt

2,6

100m2 bvo

Opmerking

Weekmarkt: 1 kraam = 16 m2.

Tuincentrum en Groencentrum: oppervlakte inclusief buitenruimte.

Werken

Centrum

Rest bebouwde kom en buitengebied

Eenheid per

Kantoor zonder baliefunctie

2,3

2,5

100m2 bvo

Kantoor met baliefunctie

2,9

3,5

100 m2 bvo

Bedrijf arbeidsintensief/ bezoekersextensief (industrie, laboratorium, werkplaats)

1,9

2,3

100 m2 bvo

Bedrijf arbeidsextensief/ bezoekersextensief

(loods, opslag, transportbedrijf)

0,8

1,0

100 m2 bvo

Bedrijfsverzamelgebouw

1,7

1,9

100 m2 bvo

Opmerking

Bedrijf arbeidsextensief/bezoekersextensief: exclusief vrachtwagenparkeren.

Bedrijf arbeidsintensief/bezoekersextensief: exclusief vrachtwagenparkeren.

Bedrijfsverzamelgebouw: gelijkwaardige mix van kantoren (zonder baliefunctie), arbeidsextensieve en arbeidsintensieve bedrijven.

Onderwijs

Centrum

Rest bebouwde kom en buitengebied

Eenheid per

Hogeschool

9,1

9,9

100 studenten

ROC

4,9

5,4

100 leerlingen

Middelbare school

4,1

4,4

100 leerlingen

Avondonderwijs

5,2

6,3

10 studenten

Basisonderwijs

0,7

0,7

leslokaal

Kinderdagverblijf (creche/peuterspeelzaal/ bso)

1,2

1,4

100 m2 bvo

Opmerking Kinderdagverblijf: exclusief Kiss & Ride en halen en brengen.

Basisonderwijs: exclusief Kiss & Ride en halen en brengen.

Middelbare school en ROC: bezoekers worden aangemerkt als leerlingen.

Hogeschool en avondonderwijs: bezoekers worden aangemerkt als studenten.

Rekentool halen en brengen

Groepen 1 t/m 3: aantal leerlingen x % leerlingen met auto x 0,5 x 0,75 + Groepen 4 t/m 8: aantal leerlingen x % leerlingen met auto x 0,25 x 0,85 + kinderdagverblijf: aantal leerlingen x % leerlingen met auto x 0,25 x 0,75 = totaal aantal parkeerplaatsen voor halen en brengen.

Het percentrage leerlingen (kinderen) dat wordt gebracht en gehaald ligt op maximaal 60%. Dit is onder andere afhankelijk van: stedelijkheidsgraad (gebied om de locatie), stedelijke zone (waar de school ligt), gemiddelde afstand naar school.

Gemiddeld ligt het percentage op:

  • ·

    groepen 1 t/m 3: 36%;

  • ·

    groepen 4 t/m 8: 13,5 %;

  • ·

    kinderdagverblijf: 50%.

Bij gescheiden aanvangs- en eindtijd van groepen 1t/m 3 en 4 t/m 8 mag het aantal parkeerplaatsen met maximaal 40% worden gereduceerd.

Sport, cultuur en ontspanning

Centrum

Rest bebouwde kom

Buitengebied

Eenheid per

Bibliotheek

0,7

1,1

1,3

100 m2 bvo

Museum

0,8

1,1

1,1

100 m2 bvo

Bioscoop

7,5

10,7

13,2

100 m2 bvo

Cultureel centrum, buurthuis, wijkcentrum

3,0

3,0

3,0

100 m2 bvo

Theater/schouwburg

7,2

9,0

11,2

100 m2 bvo

Casino

5,8

6,2

7,7

100 m2 bvo

Bowlingcentrum

2,0

2,5

2,5

Bowlingbaan

Biljart/snookercentrum

1,1

1,3

1,7

Tafel

Dansstudio

3,6

5,2

7,1

100 m2 bvo

Fitnessstudio/sportschool

3,1

4,5

6,2

100 m2 bvo

Fitnesscentrum

4,2

6,0

7,1

100 m2 bvo

Wellnesscentrum

Nvt

9,0

10,0

100 m2 bvo

Sauna

4,3

6,5

7,0

100 m2 bvo

Sporthal

2,1

2,8

3,4

100 m2 bvo

Sportzaal

1,9

2,8

3,5

100 m2 bvo

Tennishal

0,4

0,5

0,5

100 m2 bvo

Squashhal

2,4

2,7

3,2

100 m2 bvo

Zwembad overdekt

Nvt

11,0

12,8

100 m2 bassin

Zwembad open lucht

Nvt

12,4

15,3

100 m2 bassin

Sportveld

16,5

16,5

16,5

Hectare netto terrein

Jachthaven

0,6

0,6

0,6

ligplaats

Kunstijsbaan

Nvt

2,4

2,6

100m2 bvo

Golfoefencentrum

Nvt

50,1

55,2

Centrum

Golfbaan 18 holes

Nvt

91,0

113,3

18 holes

Indoorspeeltuin (gemiddeld en klein)

2,5

3,4

3,8

100m2 bvo

Indoorspeeltuin (groot)

3,3

4,3

4,8

100 m2 bvo

Indoorspeeltuin (zeer groot)

3,2

5,6

6,1

100m2 bvo

Manege

Nvt

0,4

0,4

Box

Dierenpark

6,0

6,0

6,0

Hectare netto terrein

Attractie en pretpark

6,0

6,0

6,0

Hectare netto terrein

Volkstuin

nvt

1,3

1,4

10 tuinen

Horeca en (verblijfs-)recreatie

Centrum

Rest bebouwde kom

Buitengebied

Eenheid per

Camping

nvt

1,2

1,2

standplaats

Bungalowpark

nvt

1,7

2,1

bungalow

1* hotel

0,8

2,5

4,5

10 kamers

2* hotel

2,3

4,2

6,2

10 kamers

3* hotel

3,1

4,9

6,5

10 kamers

4* hotel

5,0

7,2

8,7

10 kamers

5* hotel

7,9

10,6

12,2

10 kamers

Cafe/bar/cafetaria

5,5

6,5

6,5

100m2 bvo

Restaurant

10,5

14,5

14,5

100 m2 bvo

Discotheek

12,9

19,9

19,8

100 m2 bvo

Evenementenhal

5,7

7,2

7,2

100 m2 bvo

Gezondheidszorg en (sociale) voorzieningen

Centrum

Rest bebouwde kom

Buitengebied

Eenheid per

Huisartsenpraktijk

2,7

3,2

3,2

behandelkamer

Apotheek

2,8

3,3

3,3

apotheek

Fysiotherapie

1,6

1,9

1,9

behandelkamer

Consultatiebureau

1,7

2,0

2,1

Behandelkamer

Consultatiebureau voor ouderen

1,6

2,0

2,2

behandelkamer

Tandartsenpraktijk

2,1

2,5

2,6

behandelkamer

Gezondheidscentrum

2,0

2,4

2,4

behandelkamer

Religiegebouw

0,2

0,2

0,2

zitplaats

Begraafplaats

nvt

29,1

29,1

(deels) gelijktijdige plechtigheid

Crematorium

Nvt

27,6

27,6

(deels) gelijktijdige plechtigheid

Ziekenhuis

1,7

1,9

2,0

100 m2 bvo

Verpleeg- en verzorgingstehuis

0,6

0,6

0,6

wooneenheid

Opmerking Verpleeg- en verzorgingstehuis: parkeerkencijfers zijn inclusief parkeren voor personeel.

Ziekenhuis: de weergegeven getallen gelden voor een gemiddeld ziekenhuis. Een gedetailleerde parkeerberekening is mogelijk door gebruik te maken van de volgende parkeerkengetallen:

  • ·

    bezoekers van klinische patiënten: 0,5 pp per bed bij beperkt aantal bezoekuren per dag, 0,.25 pp per bed bij gespreide bezoektijden;

  • ·

    dagverplegings- respectievelijk deeltijdbehandelingspatiënten: 0,5 pp per bed respectievelijk plaats;

  • ·

    medewerkers: 0,25 pp per formatieplaats (voor elke ambulante behandelaar 1 pp).

Dubbelgebruik Niet alle parkeerders zijn op alle momenten en dagen van de week aanwezig. Het CROW heeft hiervoor aanwezigheidspercentages bepaald (zie onderstaande tabel). Met deze percentages kan worden bepaald in hoeverre sprake is van dubbelgebruik. Bij realisatie van meerdere verschillende functies die gezamenlijk van dezelfde parkeervoorzieningen gebruik maken, kan dan met een lager aantal parkeerplaatsen worden volstaan. Van dubbelgebruik is alleen sprake als de parkeerplaatsen toegankelijk zijn voor de beoogde functies. Ter verduidelijking: een oprit bij een woning wordt niet meegeteld bij de bepaling van het dubbelgebruik.

Bij het rekenen met dubbelgebruik moeten de vindbaarheid van de locatie en de maximaal acceptabele loopafstanden voor de verschillende doelgroepen in acht te worden genomen. Hieronder worden de aanwezigheidspercentages voor de verschillende periodes van de dag/week weergegeven. De percentages worden toegepast wanneer minimaal 2 functies gebruik kunnen maken van dezelfde parkeervoorziening.

functie

Werkdag

Koop

Avond

zaterdag

zondag

ochtend

middag

avond

Nacht

middag

avond

middag

Woning bewoners

50%

50%

90%

100%

80%

60%

80%

70%

Woning bezoekers

10%

20%

80%

0%

70%

60%

100%

70%

Kantoor/bedrijven

100%

100%

5%

0%

5%

0%

0%

0%

Commerciële dienstverlening

100%

100%

5%

0%

75%

0%

0%

0%

Detailhandel

30%

60%

10%

0%

75%

100%

0%

0%

Grootschalige detailhandel

30%

60%

70%

0%

80%

100%

0%

0%

Supermarkt

30%

60%

40%

0%

80%

100%

40%

0%

Sport binnen

50%

50%

100%

0%

100%

100%

100%

75%

Sport buiten

25%

25%

50%

0%

50%

100%

25%

100%

Cultureel

5%

25%

90%

0%

90%

40%

100%

75%

Sociaal medisch

100%

75%

75%

0%

10%

10%

10%

10%

Dagonderwijs

100%

100%

100%

0%

0%

0%

0%

0%

Avondonderwijs

0%

0%

0%

0%

100%

0%

0%

0%

Loopafstanden

Een oplossing voor parkeren moet duurzaam zijn. Dat betekent onder meer dat de parkeervoorzieningen zich op een acceptabele loopafstand van de functie moeten bevinden. De loopafstand wordt gemeten vanaf de eerste deur van een complex. Bij een woning is dat de voordeur, bij een kantorenpand de hoofdingang etc. Het betreft hier geen hemelsbrede afstanden. De afstanden moeten op de situatie op straat worden geprojecteerd, rekening houdend met barrières zoals sloten en snelwegen. Bij etagewoningen zal kritisch moeten worden gekeken naar de situering van de parkeerplaatsen ten opzichte van de ingang van een complex. Als deze niet gunstig liggen, kan het voorkomen dat bewoners gebruik maken van parkeercapaciteit in de openbare ruimte, terwijl parkeergelegenheid op eigen terrein (al dan niet openbaar toegankelijk) onbenut blijft.

Parkeerder/functie

Max. acceptabele loopafstand

Wonen

100 m

Werknemers

200 m

Bezoekers winkels

200 m

Bezoekers supermarkten

200 m

Bezoekers vrijetijdsvoorzieningen

200 m

Bezoekers zorginstellingen

200 m

Bezoekers onderwijsinstellingen

200 m

Bijlage 3: Parkeernormen fiets

Kantoor

Centrum

Rest bebouwde kom

Buitengebied

Eenheid per

Kantoor (personeel)

1,5

1,5

1

100 m2 bvo

Kantoor met balie (bezoekers)

5,0

5,0

5,0

balie

Opmerking Kantoor (personeel): hoe meer gespecialiseerde functies, hoe lager het fietsgebruik. Ook de cultuur van de branche heeft invloed.

Kantoor met balie (bezoekers): minimaal 10 parkeerplaatsen.

Scholen

Centrum

Rest bebouwde kom

Buitengebied

Eenheid per

Basisschool

(leerlingen)

<250 leerlingen

4,3

4,3

4,3

10 leerlingen

250-500 leerlingen

5,0

5,0

5,0

>500 leerlingen

6,2

6,2

6,2

Basisschool (medewerkers)

0,4

0,4

0,4

10 leerlingen

Middelbare school

(leerlingen)

14,0

14,0

14,0

100 m2 bvo

Middelbare school

(medewerkers)

0,6

0,4

0,4

100 m2 bvo

ROC (leerlingen)

12,0

12,0

12,0

100 m2 bvo

ROC (medewerkers)

0,9

0,9

0,9

100 m2 bvo

Opmerking Basisschool (leerlingen): bij een groter verzorgingsgebied meer fietsen.

ROC (leerlingen): op OV-locaties lager.

Winkelen en boodschappen

Centrum

Rest bebouwde kom

Buitengebied

Eenheid per

Winkelcentrum

Binnen de bebouwde kom

2,7

2,7

nvt

100 m2 bvo

Supermarkt

Binnen de bebouwde kom

2,9

2,9

Nvt

100 m2 bvo

Bouwmarkt

Binnen de bebouwde kom

0,25

0,25

Nvt

100 m2 bvo

Tuincentrum

Binnen de bebouwde kom

0,4

0,4

Nvt

100 m2 bvo

Tuincentrum

Buiten de bebouwde kom

nvt

Nvt

0,1

100 m2 bvo

Horeca en verblijfsrecreatie

Centrum

Rest bebouwde kom

Buitengebied

Eenheid per

Fastfoodrestaurant

29

10

5

Locatie

Restaurant

(eenvoudig)

18

18

15

100 m2 bvo

Restaurant (luxe)

5,0

5,0

5,0

100 m2 bvo

Opmerking Restaurant (eenvoudig): bijv. pannenkoekenhuis. Terras meetellen.

Gezondheidszorg en (sociale) voorzieningen

Centrum

Rest bebouwde kom

Buitengebied

Eenheid per

Apotheek (bezoekers)

7

7

7

Locatie

Apotheek (medewerkers)

4

4

4

Locatie

Begraafplaats/crematorium

5

5

5

Gelijktijdige plechtigheid

Gezondheidscentrum (bezoekers)

1,3

1,3

1,3

100 m2 bvo

Gezondheidscentrum (medewerkers)

0,4

0,4

0,4

100 m2 bvo

Kerk/moskee

40

40

40

100 zitplaatsen

Ziekenhuis (bezoekers)

0,5

0,5

0,5

100 m2 bvo

Ziekenhuis (medewerkers)

0,4

0,2

Nvt

100 m2 bvo

Sport, cultuur en ontspanning

Centrum

Rest bebouwde kom

Buitengebied

Eenheid per

Bibliotheek

3

3

3

100 m2 bvo

Bioscoop

4,3

1,4

Nvt

100 m2 bvo

Fitness

3,7

2,0

Nvt

100 m2 bvo

Museum

0,9

0,9

0,9

100 m2 bvo

Sporthal

2,5

2,5

2,5

100 m2 bvo

Sportveld

61

61

61

ha netto terrein

Sportzaal

4,0

4,0

4,0

100 m2 bvo

Stadion

9

9

9

100 zitplaatsen

Stedelijk evenement

32

32

32

100 bezoekers

Theater

21

18

Nvt

100 zitplaatsen

Zwembad (openlucht)

28

28

28

100 m2 bassin

Zwembad (overdekt)

20

20

20

100 m2 bassin

Openbaar Vervoer

Centrum

Rest bebouwde kom

Buitengebied

Eenheid per

Bushaltes

Bestaande situatie

Uitgangspunt is het aantal fietsen op een werkdag om 11:00 uur

Halte

Nieuwe situatie

Uitgangspunt is 3

Halte

Carpoolplaats

Rand bebouwde kom

nvt

0,8

0,8

autoparkeerplaats

Bijlage 4: Definities

Bebouwde kom: als bedoeld in artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994.

Bestemmingsplan: bestemmingsplan, provinciaal inpassingsplan of inpassingsplan van het Rijk als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening dat van toepassing is op de plaats waar de activiteit wordt of zal worden verricht en de krachtens dat plan gestelde nadere eisen.

Bouwverordening: verordening als bedoeld in artikel 8 van de Woningwet. In de bouwverordening kunnen o.a. voorschriften van stedenbouwkundige aard opgenomen worden, waaronder eisen voor voldoende parkeergelegenheid.

Bruto Vloer Oppervlak ( bvo ): de oppervlakte van een ruimte of een groep van ruimten, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimte omhullen. Dit is de som van alle verdiepingen. Dit is conform NEN2580.

CBS: het Centraal Bureau van de Statistiek. Het CBS heeft tot taak het publiceren van betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die inspeelt op de behoefte van de samenleving.

CROW: het kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte.

Parkeereis: dit cijfer geeft aan hoeveel parkeerplaatsen de gemeente eist bij een ruimtelijke ontwikkeling. Norm geeft aan wat de behoefte is van de specifieke functie.

Parkeerkencijfer: de parkeerkencijfers zijn niet ontwikkeld als norm, maar als hulpmiddel. Ontwerpers kunnen daarmee de orde van grootte bepalen voor het aantal aan te leggen parkeerplaatsen bij een bepaalde voorziening.

Oprit: een deel van een kavel van een woning dat gebruikt wordt of bestemd is voor het parkeren of stallen van een voertuig of het bereiken van een garage.

Omgevingsvergunning: omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Stedelijkheidsgraad: een maatstaf voor de concentratie van menselijke activiteiten gebaseerd op de gemiddelde (omgevings)adressendichtheid.

Winkelvloeroppervlak (m2 wvo): gedeelte van het bruto vloeroppervlak (m2 bvo) van een winkel waar de goederen ter verkoop zijn uitgestald en waar de consument mag komen of die de consument direct kan zien.