Marktverordening

Geldend van 01-03-2016 t/m 30-09-2022

Intitulé

Marktverordening

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. algemene warenmarkt: markt waarop in beginsel alle waren worden verhandeld;

  • b. anciënniteitsnummer: het nummer dat aan de marktondernemer wordt toegewezen bij inschrijving op de marktlijst;

  • c. branchepatroon: de indeling in groepen van waren en het aantal vastgestelde marktplaatsen per warengroep per markt;

  • d. college: het college van burgemeester en wethouders;

  • e. dagmarkt: markt die ten minste vier dagen per week wordt gehouden;

  • f. kind: elk kind ten aanzien waarvan de ingeschrevene in het register een wettelijke onderhoudsplicht heeft of heeft gehad;

  • g. levenspartner: de echtgenoot of de geregistreerde partner van de vergunninghouder of de partner waarmee een samenlevingscontract is gesloten dan wel de persoon met wie de vergunninghouder tenminste twee jaar op het zelfde adres staat ingeschreven met het oogmerk daar een duurzame gemeenschappelijke huishouding te voeren;

  • h. losse plaats: marktplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld;

  • i. markt: een door het college aangewezen gedeelte van de openbare weg bestemd voor het uitoefenen van de markthandel door ten minste zeven vergunninghouders;

  • j. markthandel: het verhandelen van waren op een marktplaats;

  • k. marktlijst: lijst die per markt wordt bijgehouden ten behoeve van de toewijzing van marktplaatsen;

  • l. marktondernemer: natuurlijk persoon die voor eigen rekening en risico de markthandel uitoefent;

  • m. markt op afstand: een markt die wordt georganiseerd en beheerd door een natuurlijk persoon of een andere rechtspersoon dan de gemeente;

  • n. marktplaats: plaats op de markt, bestemd voor het uitoefenen van de markthandel;

  • o. register: het in artikel 2.1 bedoelde register voor de ambulante handel;

  • p. periodieke markt: markt die gedurende maximaal 26 weken per kalenderjaar wordt gehouden;

  • q. reclame: het in het openbaar aanprijzen van of de aandacht vestigen op diensten, goederen, activiteiten of namen, met het doel een commercieel belang te dienen;

  • r. sollicitant: de ingeschrevene in het register die geplaatst is op de marktlijst, niet zijnde de houder van een vergunning voor een vaste marktplaats of een tijdelijke vaste marktplaats, op die markt;

  • s. standwerker: marktondernemer die publiek om zich heen verzamelt, een aansprekende demonstratie of uiteenzetting houdt over de door hem te verhandelen waren en ten slotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop daarvan te bewegen;

  • t. standwerkersplaats: losse marktplaats, bestemd voor standwerkers;

  • u. tijdelijke vaste marktplaats: vaste marktplaats waarbij de locatie tot de eerstvolgende herindeling van de markt aan de vergunninghouder beschikbaar wordt gesteld;

  • v. themamarkt: markt waarop slechts een specifieke soort waren wordt verhandeld;

  • w. vaste marktplaats: marktplaats die in beginsel voor onbepaalde tijd aan de vergunninghouder beschikbaar wordt gesteld;

  • x. verhandelen: het in voorraad houden, uitstallen, te koop aanbieden of verkopen van waren;

  • y. verpachten: het afstaan van de marktplaats aan een ander door een vergunninghouder waardoor de vergunninghouder niet meer voor eigen rekening en risico handelt op zijn marktplaats;

  • z. weekmarkt: markt die ten hoogste drie dagen per week wordt gehouden;

Artikel 1.2 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Aan een op grond van deze verordening gegeven beschikking kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden die strekken tot bescherming van de belangen in verband waarmee het beschikkingsvereiste is gesteld.

  • 2. Het is verboden te handelen in strijd met de aan een beschikking verbonden voorschriften en beperkingen.

Hoofdstuk 2 Register en vervangerskaart

Artikel 2.1 Inschrijving in het register

  • 1. Het is verboden, de markthandel uit te oefenen zonder te zijn ingeschreven in het daarvoor door het college bijgehouden register.

  • 2. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.

Artikel 2.2 Eisen inschrijving

  • 1. Voor de inschrijving in het register is vereist dat:

    • a.

      de aanvrager een handelingsbekwaam natuurlijk persoon is;

    • b.

      de aanvrager beschikt over een vaste woon- of verblijfplaats;

    • c.

      de aanvrager niet in enig opzicht van slecht levensgedrag is;

    • d.

      deze de afgelopen vier jaar niet is doorgehaald op grond van artikel 2.4 tweede lid.

  • 2. Bij de inschrijving worden de volgende documenten overgelegd:

    • a.

      een geldig identiteitsbewijs;

    • b.

      een bewijs van inschrijving in het handelsregister;

    • c.

      een goedgelijkende pasfoto.

  • 3. De ingeschrevene stelt het college onmiddellijk in kennis van wijzigingen van de geregistreerde gegevens onder het eerste lid.

Artikel 2.3 Weigering, geldigheidsduur en bewijs van inschrijving

  • 1. Het college weigert de inschrijving indien:

    • a.

      niet wordt voldaan aan de eisen van inschrijving in het register;

    • b.

      een eerdere inschrijving is doorgehaald op grond van artikel 2.4, eerste lid onder b.

  • 2. De inschrijving geschiedt voor de duur van één jaar en kan telkens voor één jaar worden verlengd.

  • 3. Van de inschrijving wordt een bewijs verstrekt.

Artikel 2.4 Doorhalen inschrijving register

  • 1. Het college haalt de inschrijving in het register door:

    • a.

      op verzoek van de ingeschrevene of na diens overlijden;

    • b.

      indien de plaats op de marktlijst wordt overgeschreven op grond van artikel 3.5 , eerste of tweede lid;

    • c.

      indien niet langer wordt voldaan aan de eisen van inschrijving in het register;

    • d.

      indien de inschrijving gebaseerd was op zodanig onjuiste of onvolledige gegevens dat de inschrijving zou zijn geweigerd als de juiste gegevens bekend waren geweest;

    • e.

      indien dat naar zijn oordeel noodzakelijk is voor het functioneren van de ambulante handel;

    • f.

      indien aan de ingeschrevene een vervangerskaart wordt verstrekt; of

    • g.

      indien een vergunning wordt overgeschreven op grond van artikel 3.15, tweede of derde lid.

  • 2. Het college kan de inschrijving in het register doorhalen als de marktvergunning van de ingeschrevene voor onbepaalde tijd is ingetrokken op grond van overtreding van artikel 6.2 tweede lid onder g en h.

Artikel 2.5 Vervangerskaart

  • 1. Het college kan aan maximaal twee door de ingeschrevene voorgedragen vervangers een vervangerskaart verstrekken waarmee, in diens plaats, een marktplaats kan worden ingenomen.

  • 2. De vervanger wordt als zodanig in het register op grond van artikel 2.1. eerste lid, bijgeschreven en kan niet tevens als marktondernemer in het register zijn ingeschreven.

  • 3. Het college weigert de bijschrijving indien:

    • a.

      de voorgedragene niet voldoet aan de in artikel 2.2. gestelde eisen, uitgezonderd artikel 2.2 tweede lid onder b;

    • b.

      de ingeschrevene in de hoedanigheid van standwerker in het register is ingeschreven.

  • 4. Het is verboden om voor meer dan één marktondernemer gelijktijdig als vervanger op te treden.

  • 5. De bijschrijving geschiedt voor de duur van één jaar en kan telkens voor één jaar worden verlengd.

  • 6. Van de bijschrijving wordt een bewijs verstrekt.

Hoofdstuk 3 Markten

§1 Algemeen

Artikel 3.1 Instellen en inrichten van markten

  • 1. Het college besluit tot het instellen, wijzigen of afschaffen van een markt.

  • 2. Het college wijst aan de grenzen van de markt, de waren die op de markt kunnen worden verhandeld, en de dagen en uren waarop de markt wordt gehouden.

  • 3. Het college bepaalt het aantal plaatsen op de markt, de soorten marktplaatsen, en de verdeling van de plaatsen over het marktterrein.

  • 4. Het college kan ruimte op de markt, niet zijnde een marktplaats, aanwijzen waar zitgelegenheid wordt geboden.

  • 5. Het college kan maximaal 15% van het vastgesteld aantal plaatsen op een markt aanwijzen als experimentele zone.

  • 6. De aangeboden waren op een experimentele zone moeten op de datum van het aanwijzingsbesluit aanvullend zijn op het bestaande aanbod op de betreffende markt.

  • 7. Op experimentele zones zijn de artikelen 3.2 tweede lid, 3.4 tot en met 3.13, 3.15 tot en met 3.17 en 3.19 niet van toepassing.

Artikel 3.2 Verbodsbepalingen waren verhandelen

  • 1. Het is verboden op een markt waren te verhandelen buiten de daarvoor aangewezen dagen en uren.

  • 2. Het is verboden op een markt andere waren te verhandelen dan die waarvoor de markt is aangewezen.

  • 3. Het is verboden op een markt waren te verhandelen die daartoe door het college zijn aangewezen.

Artikel 3.3 Marktcommissies

  • 1. Het college kan commissies instellen die belast zijn met:

    • a.

      het uitbrengen van advies over al hetgeen de gang van zaken op een markt of groep van markten aangaat;

    • b.

      het uitbrengen van advies over de op een themamarkt te verhandelen waren en de kwaliteit van die waren.

  • 2. Het college regelt de samenstelling en de werkwijze van de commissies.

§2 Marktlijsten

Artikel 3.4 Plaatsing op de marktlijst

  • 1. De ingeschrevene in het register die in aanmerking wil komen voor een marktplaats schrijft zich in op één of meer door het college per markt bijgehouden marktlijsten. De inschrijving op een marktlijst wordt vermeld op het bewijs van inschrijving in het register.

  • 2. Bij de plaatsing op de marktlijst wordt de datum, het tijdstip en het anciënniteitsnummer vermeld.

  • 3. Op de marktlijst worden, in volgorde van hun anciënniteit, achtereenvolgens de vaste marktplaatshouders, tijdelijke vaste marktplaatshouders en sollicitanten geplaatst.

  • 4. Standwerkers worden niet geplaatst op de marktlijst.

  • 5. Gelijktijdige plaatsing kan geschieden op de marktlijsten van ten hoogste zeven markten.

  • 6. Een marktondernemer kan op een marktlijst slechts éénmaal staan ingeschreven.

  • 7. De plaatsing geschiedt voor de duur van ten minste drie maanden.

  • 8. Bij het instellen van een nieuwe markt wordt de plaats op de marktlijst bij de eerste marktindeling bepaald door loting of op een andere door het college vast te stellen wijze.

Artikel 3.5 Overschrijven plaats marktlijst

  • 1. Ingeval van overlijden, het bereiken van de 58-jarige leeftijd, of bij blijvende ongeschiktheid van de ingeschrevene om de markthandel uit te oefenen kan het college diens plaats op de marktlijst overschrijven op naam van de levenspartner van de ingeschrevene.

  • 2. Overschrijving op de levenspartner is eveneens mogelijk in het geval van ontbinding van het huwelijk door echtscheiding of door beëindiging van het geregistreerde partnerschap of van de samenleving op hetzelfde adres, mits deze verbintenissen ten minste twee jaar geduurd hebben.

  • 3. De aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen acht weken na het overlijden of het beëindigen van de in het voorgaande lid genoemde verbintenissen, dan wel binnen acht weken nadat de blijvende ongeschiktheid tot het uitoefenen van de markthandel naar het oordeel van het college is vastgesteld.

  • 4. Behoudens het geval van overlijden wordt de aanvraag tot overschrijving door de ingeschrevene en de levenspartner gezamenlijk ingediend.

  • 5. De overschrijving wordt geweigerd indien:

    • a.

      de levenspartner niet voldoet aan de in artikel 2.2 genoemde eisen; of

    • b.

      de ingeschrevene zijn plaats op de marktlijst heeft verkregen door een overschrijving als bedoeld in het eerste of tweede lid.

Artikel 3.6 Doorhalen plaats marktlijst

  • Het college haalt de plaats op de marktlijst van een markt door:

  • a. op verzoek van de ingeschrevene;

  • b. na diens overlijden;

  • c. indien de inschrijving in het register wordt doorgehaald;

  • d. indien de ingeschrevene weigert een tijdelijke vaste marktplaats te aanvaarden binnen de in artikel 3.8, tweede lid of artikel 3.9, tweede lid , genoemde termijn;

  • e. indien de ingeschrevene weigert een vaste marktplaats op die markt te aanvaarden;

  • f. indien de ingeschrevene zich als standwerker in het register laat inschrijven;

  • g. indien de ingeschrevene als houder van een vaste of tijdelijke vaste marktplaats gedurende een jaar, gerekend van 1 oktober tot en met 30 september, minder dan 50 % van het aantal dagen dat er door of namens hem marktplaats is ingenomen, die plaats persoonlijk heeft ingenomen. Het voorgaande geldt niet indien ontheffing is verleend op grond van artikel 3.20, tweede lid onder a;

  • h. indien de ingeschrevene als sollicitant gedurende een jaar, gerekend van 1 oktober tot en met 30 september, minder dan 50 % van het aantal dagen dat er door of namens hem marktplaats is ingenomen, die plaats persoonlijk heeft ingenomen;

  • i. indien de ingeschrevene als sollicitant niet ten minste viermaal per jaar, gerekend van 1 oktober tot en met 30 september, een losse plaats op de markt heeft ingenomen, of

  • j. indien voor onbepaalde tijd een vergunning op die markt is ingetrokken of is geweigerd.

§3 Herindeling en dagelijkse marktindeling

Artikel 3.7 Toewijzen vaste marktplaatsen bij herindeling

  • 1. Het college besluit tot het houden van een herindeling van de markt.

  • 2. Het college beoordeelt ten minste eenmaal per drie jaar, of een herindeling van de markt noodzakelijk is. Indien is vastgesteld dat een herindeling noodzakelijk is, vindt de herindeling binnen één jaar nadien plaats.

  • 3. Bij een dergelijke herindeling komen, in de volgorde van de marktlijst, voor een vrijgekomen vaste marktplaats in aanmerking:

    • a.

      in de eerste plaats: de houders van een vergunning voor een andere vaste marktplaats;

    • b.

      in de tweede plaats: de houders van een vergunning voor een vaste plaats die door overschrijving op grond van artikel 3.15, derde lid onder b, is verkregen. Ingeval een dubbele of meervoudige marktplaats is overgeschreven op grond van artikel 3.15, derde lid onder b, kan de houder alleen in aanmerking komen voor een dubbele of meervoudige plaats als deze beschikbaar is;

    • c.

      in de derde plaats: de houders van een vergunning voor een tijdelijke vaste marktplaats. Ingeval een dubbele of meervoudige tijdelijke vaste marktplaats is toegewezen, kan de houder alleen in aanmerking komen voor een dubbele of meervoudige plaats als deze beschikbaar is.

  • 4. De in het derde lid genoemde personen kunnen tijdens de herindeling blijven meedingen naar een vrijkomende vaste marktplaats, in de volgorde van hun plaats op de marktlijst.

  • 5. Plaatsen die voor de verkoop van bepaalde waren zijn bestemd, worden, in de volgorde van hun plaats op de marktlijst, eerst toegewezen aan degenen die beschikken over een vergunning die voor de verkoop van deze waren is verstrekt.

  • 6. Plaatsen die zijn aangewezen als plaats voor het handelen vanuit een verkoopinrichting anders dan een kraam, worden in de volgorde van de marktlijst eerst toegewezen aan degenen die beschikken over een vergunning als bedoeld in artikel 3.25, tweede lid.

  • 7. Het college kan in het geval van een economische binding tussen een marktplaats en de achtergelegen winkel afwijken van het bepaalde in het derde lid.

Artikel 3.8 Toewijzen tijdelijke vaste marktplaatsen

  • 1. Het college kan, in de volgorde van plaatsing, elk kwartaal tijdelijke vaste marktplaatsen aanbieden aan degenen die op de marktlijst zijn geplaatst.

  • 2. De betrokkene maakt binnen zes weken bekend of hij de tijdelijke vaste marktplaats in gebruik neemt.

Artikel 3.9 Toewijzen tijdelijke vaste marktplaatsen in afwijking van de marktlijst

  • 1. Het college kan, op aangewezen markten, in afwijking van artikel 3.8, een tijdelijke vaste marktplaats toewijzen aan een marktondernemer op die markt die in de 12 maanden voorafgaand aan de toewijzing:

    • a.

      op een dagmarkt minimaal 67 keer een marktplaats heeft ingenomen;

    • b.

      op een weekmarkt tenminste 27 keer een marktplaats heeft ingenomen.

  • 2. De betrokkene maakt binnen zes weken bekend of hij de tijdelijke vaste marktplaats in gebruik neemt.

Artikel 3.10 Toewijzen losse marktplaatsen bij dagelijkse indeling

  • 1. Voor een losse marktplaats komen, in de volgorde van hun plaats op de marktlijst, in aanmerking:

    • a.

      in de eerste plaats: de houders van een vergunning voor een vaste marktplaats;

    • b.

      in de tweede plaats: de houders van een vergunning voor een tijdelijke vaste marktplaats;

    • c.

      in de derde plaats: de sollicitanten.

  • 2. In afwijking van het voorgaande lid, onder c, komen voor een losse marktplaats op een dag- of weekmarkt in aanmerking op vrijdag en zaterdag:

    • a.

      in de derde plaats: de sollicitanten die op een andere dag in dezelfde week al een plaats op deze markt hebben ingenomen;

    • b.

      in de vierde plaats: de overige sollicitanten, nadat gelegenheid tot het vergroten van marktplaatsen is gegeven.

  • 3. Bij de toepassing van het eerste lid, onder a en b, vervalt het recht op de vaste marktplaats of de tijdelijke vaste marktplaats voor de duur van de toewijzing van de losse marktplaats, en kan de vaste marktplaats of tijdelijke vaste marktplaats als een losse marktplaats worden uitgegeven.

  • 4. Plaatsen die voor de verkoop van bepaalde waren zijn bestemd, worden in de volgorde van de marktlijst eerst toegewezen aan degenen die zich toeleggen op de verkoop van deze waren.

  • 5. Plaatsen die zijn aangewezen als plaats voor het handelen vanuit een verkoopinrichting anders dan een kraam, worden in de volgorde van de marktlijst eerst toegewezen aan degenen die gebruik maken van een dergelijke verkoopinrichting.

  • 6. Vaste marktplaatsen en tijdelijke vaste marktplaatsen die niet binnen een door het college te bepalen tijdstip na de aanvang van de markt door de rechthebbende zijn bezet, worden voor die dag als losse marktplaatsen uitgegeven.

Artikel 3.11 Verkleinen en vergroten marktplaatsen bij een herindeling

  • 1. Bij een herindeling worden, voordat wordt overgegaan tot het toewijzen van marktplaatsen, op de marktgedeelten waar het college dit toestaat, de houders van een twee- of meervoudige marktplaats in de gelegenheid gesteld aan te geven deze te willen verkleinen.

  • 2. Bij een herindeling worden, voordat wordt overgegaan tot het toewijzen van marktplaatsen, op de marktgedeelten waar het college dit toestaat, de houders van een vaste marktplaats in de gelegenheid gesteld deze te vergroten tot een twee- of meervoudige marktplaats.

  • 3. Het vergroten van de marktplaats geschiedt in de volgorde van de marktlijst en is alleen mogelijk als de betrokken marktplaatsen zich in dezelfde kramenrij bevinden en op elkaar aansluiten. Een tweevoudige marktplaats mag pas worden vergroot tot een meervoudige marktplaats als alle gegadigden in de gelegenheid zijn geweest een tweevoudige marktplaats te kiezen.

  • 4. Voor het afsluiten van de herindeling wordt aan alle gegadigden nogmaals de gelegenheid geboden de marktplaats te vergroten.

Artikel 3.12 verkleinen en vergroten marktplaatsen bij dagelijkse marktindeling

  • 1. Bij de dagelijkse indeling kunnen, op de marktgedeelten waar het college dit toestaat, toegewezen meer- of tweevoudige marktplaatsen worden verkleind tot twee- of enkelvoudige marktplaatsen.

  • 2. Het vergroten geschiedt in de volgorde, genoemd in artikel 3.10, eerste en tweede lid, met dien verstande dat bij voorrang de vaste marktplaatshouder in aanmerking komt waarbij de plaatsvergroting aansluit op diens eigen vaste marktplaats.

  • 3. Bij de dagelijkse indeling kunnen, op de marktgedeelten waar het college dit toestaat, toe te wijzen enkelvoudige marktplaatsen worden vergroot tot twee- of meervoudige marktplaatsen, mits de betrokken marktplaatsen zich in dezelfde kramenrij bevinden en op elkaar aansluiten en met dien verstande dat een tweevoudige marktplaats pas mag worden vergroot tot een meervoudige marktplaats als alle gegadigden in de gelegenheid zijn geweest een tweevoudige marktplaats te kiezen.

  • 4. Er wordt geen gelegenheid tot het vergroten van marktplaatsen gegeven als het aantal open marktplaatsen gelijk is aan of kleiner is dan het aantal sollicitanten voor een losse marktplaats op die dag.

Artikel 3.13 Verdelen in eenheden

  • 1. Het college kan een markt in eenheden verdelen.

  • 2. Artikelen 3.10 en 3.12 zijn op elke eenheid afzonderlijk van toepassing.

§ 4 Vergunningen en standwerkersplaatsen

Artikel 3.14 Vergunningeis

  • 1. Het is verboden, zonder vergunning van het college een marktplaats in te nemen.

  • 2. De vergunning wordt gesteld op naam van een natuurlijk persoon en is niet overdraagbaar.

  • 3. In de vergunning voor een vaste of tijdelijke vaste marktplaats wordt ten minste vermeld:

    • a.

      de persoonsgegevens van de houder;

    • b.

      een omschrijving van de marktplaats, de afmetingen en het nummer daarvan.

  • 4. De vergunning moet op de marktplaats aanwezig zijn.

Artikel 3.15 Overschrijven vergunning vaste en tijdelijke vaste marktplaats

  • 1. Bij een overschrijving als bedoeld in artikel 3.5 schrijft het college, voor zover deze vergunning is verleend, ook de vergunning voor een vaste of een tijdelijke vaste marktplaats over op naam van de levenspartner of gewezen levenspartner van de ingeschrevene. Op de aanvraag is artikel 3.5, derde en vierde lid, van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 3.5 is overschrijving van een vergunning voor een vaste of tijdelijke vaste marktplaats van een vergunninghouder op diens levenspartner ook mogelijk indien zij daar gezamenlijk om verzoeken.

  • 3. In de gevallen, genoemd in artikel 3.5 , eerste lid, kan het college, als de levenspartner niet om overschrijving van de plaats op de marktlijst verzoekt, de vergunning voor de vaste of tijdelijke vaste marktplaats overschrijven op:

    • a.

      het kind van de ingeschrevene, of ingeval deze niet om overschrijving verzoekt;

    • b.

      in volgorde van aanwijzing, een vervanger als bedoeld in artikel 2.5 , die de laatste vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag ten minste 16 uur per week in dienstbetrekking of ten minste 16 uur per week als mede-eigenaar in het marktbedrijf van de ingeschrevene werkzaam is geweest. De vergunning is geldig tot de eerstvolgende herindeling.

  • Op de aanvraag is artikel 3.5 , derde en vierde lid, van overeenkomstige toepassing. Ingeval meerdere kinderen verzoeken om overschrijving van de vergunning vindt toewijzing plaats door middel van loting.

  • 4. Een vergunning op grond van de voorgaande leden, wordt niet overgeschreven als de vergunninghouder het verschuldigde marktgeld niet heeft voldaan.

Artikel 3.16 Vergunning standwerkersplaats

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van het college als standwerker op een markt op te treden.

  • 2. Een vergunning voor een standwerkersplaats wordt per dag verleend aan marktondernemers die als standwerker in het register zijn ingeschreven.

  • 3. De vergunningafgifte wordt bepaald door het lot.

  • 4. De standwerker mag de toegewezen marktplaats niet samen met een ander innemen of zich door een ander laten vervangen.

  • 5. Een standwerker treedt bij voortduring als zodanig op de aangewezen plaats op.

§5 Plaatsbezetting en vervanging

Artikel 3.17 Plaats op meerdere markten

  • 1. Het is verboden op meer dan één markt gelijktijdig een marktplaats in te nemen.

  • 2. Een vergunning voor een vaste marktplaats of een tijdelijke vaste marktplaats wordt verleend voor ten hoogste:

    • a.

      één dagmarkt en drie weekmarkten,

    • b.

      twee dagmarkten, of

    • c.

      zes weekmarkten.

Artikel 3.18 Persoonlijk innemen marktplaats

  • 1. De vergunninghouder neemt de marktplaats persoonlijk in.

  • 2. Het voorgaande lid is niet van toepassing indien de marktplaats wordt ingenomen door de houder van een vervangerskaart, onverminderd artikel 3.6 onder g.

Artikel 3.19 Frequentie innemen marktplaats

  • 1. De houder van een vergunning voor een vaste marktplaats of een tijdelijke vaste marktplaats neemt zijn plaats in:

    • a.

      op een dagmarkt ten minste drie dagen per week en ten minste tien weken per kwartaal;

    • b.

      op een weekmarkt ten minste tien weken per kwartaal;

    • c.

      op een periodieke markt ten minste tweederde van het aantal dagen per kalenderjaar dat de markt wordt gehouden.

  • 2. Het college kan van het voorgaande lid ontheffing verlenen:

    • a.

      in geval van ziekte of bijzondere omstandigheden: voor een maximale duur van twee jaar;

    • b.

      in geval van vakantie: voor de duur van maximaal zes weken per kalenderjaar.

  • 3. Het college kan de omvang van de in het eerste lid genoemde verplichting verminderen op door hem aangewezen markten.

Artikel 3.20 Vervangen

  • 1. Het is de vergunninghouder verboden zich op de marktplaats te laten vervangen door een persoon die niet over een vervangerskaart op grond van artikel 2.5 beschikt.

  • 2. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen:

    • a.

      in geval van ziekte of bijzondere omstandigheden: voor een maximale duur van twee jaar;

    • b.

      in geval van vakantie: voor de duur van maximaal zes weken per kalenderjaar.

  • 3. De ontheffing wordt slechts verleend indien de vervanger voldoet aan de in artikel 2.2 genoemde eisen, uitgezonderd artikel 2.2 tweede lid onder b.

§6 De orde op de markten

Artikel 3.21 Verboden gedragingen

  • Het is de vergunninghouder verboden:

  • a. zijn marktplaats te verpachten;

  • b. zich zonder verlof van zijn marktplaats te verwijderen;

  • c. op de marktplaats andere waren te verhandelen dan die waarvoor de plaats is aangewezen;

  • d. waren te serveren op een ruimte als bedoeld in artikel 3.1, vierde lid of artikel 3.25, derde lid.

Artikel 3.22 Bijzondere omstandigheden

  • 1. Het college kan de handel in door hem aan te wijzen waren tijdelijk verbieden in het belang van de gezondheid, de orde of de veiligheid op de markt.

  • 2. Het college kan gelasten dat een markt of een gedeelte daarvan wegens bijzondere omstandigheden niet wordt gehouden.

  • 3. Marktondernemers ontruimen hun marktplaats, indien dat naar het oordeel van het college noodzakelijk is in verband met het uitvoeren van openbare werken, de orde of de veiligheid op de markt, of de bescherming van een ander algemeen belang.

  • 4. Het college kan de rechthebbende op een marktplaats gelasten een andere marktplaats in te nemen of van zijn vaste marktplaats gebruik te blijven maken, indien hij dit noodzakelijk acht in het belang van het functioneren van de markt.

  • 5. Het is verboden te handelen in strijd met een krachtens de voorgaande leden gegeven verbod of last.

  • 6. Degene tot wie de last zich richt, geeft hieraan onmiddellijk gevolg.

Artikel 3.23 Afval

  • 1. De marktondernemer houdt zijn marktplaats en directe omgeving gedurende de marktdag schoon.

  • 2. Het is een ieder verboden op het marktterrein afval te deponeren buiten de daarvoor bestemde voorzieningen.

Artikel 3.24 Plaatsen en verhuren marktkramen

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van het college op een markt kramen te plaatsen of te verhuren.

  • 2. Een beschikking omtrent een vergunning wordt gegeven binnen een termijn van 16 weken, met ingang van de dag na de laatste dag van de periode waarin aanvragen kunnen worden ingediend. De bepalingen in paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht zijn niet van toepassing.

  • 3. De vergunning kan worden geweigerd of ingetrokken in het belang van de orde, het uiterlijk aanzien of de veiligheid op de markt dan wel als niet of in mindere mate wordt voldaan aan de selectiecriteria als bedoeld in artikel 5.2, tweede lid.

  • 4. De vergunning kan, in aanvulling op het derde lid, worden ingetrokken als niet wordt voldaan aan de voorschriften die zijn verbonden aan de vergunning.

  • 5. De vergunning wordt verleend voor maximaal tien jaar en kan niet worden verlengd.

  • 6. De vergunning wordt gesteld op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon en is niet overdraagbaar.

  • 7. Het is verboden marktkramen te plaatsen of te verhuren of aanvoervoorzieningen te gebruiken die zijn vervaardigd van ondeugdelijk materiaal of in een slechte staat van onderhoud verkeren.

Artikel 3.25 Gebruik marktplaats

  • 1. Behoudens op daartoe aangewezen marktplaatsen zijn marktondernemers, voor het uitoefenen van de markthandel, verplicht gebruik te maken van de kramen van de houder van de vergunning als bedoeld in artikel 3.24, eerste lid.

  • 2. Het voorgaande lid geldt niet indien het college een marktondernemer vergunning verleent voor het plaatsen van een eigen verkoopinrichting.

  • 3. Het is de marktondernemer toegestaan op de marktplaats zitgelegenheid te bieden door (sta-)tafels en stoelen te plaatsen, mits deze ondersteunend is aan de handel op de marktplaats.

  • 4. Het is verboden op een marktplaats gebruik te maken van een kraam, eigen verkoopinrichting of zitgelegenheid die is vervaardigd van ondeugdelijk materiaal of in een slechte staat van onderhoud verkeert.

Artikel 3.26 Reclame

  • 1. Behalve in de uitoefening van de markthandel is het verboden tijdens de duur van de markt op het marktterrein folders, reclamemonsters of ander reclamemateriaal te verspreiden, dan wel op andere wijze reclame te maken.

  • 2. Het college kan van het voorgaande lid ontheffing verlenen.

  • 3. De ontheffing kan worden geweigerd in het belang van de orde of veiligheid, het voorkomen of beperken van overlast, of het tegengaan van verontreiniging op de markt.

Artikel 3.27 Venten met stukken en propaganda

Het is verboden tijdens de duur van de markt op het marktterrein met gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen te venten of deze te verspreiden, dan wel godsdienstige, politieke of andere propaganda te voeren, op andere dan daarvoor door het college aangewezen marktgedeelten.

Artikel 3.28 Venten met andere waren

  • 1. Het is verboden op het marktterrein te venten.

  • 2. Het verbod is niet van toepassing op de verkoop van alcoholvrije dranken en voor directe consumptie geschikte etenswaren ten behoeve van op de markt werkzame personen.

Artikel 3.29 Geluidshinder

  • 1. Het is de marktondernemer verboden gebruik te maken van geluidsversterkende apparatuur of andere middelen die geluidshinder veroorzaken.

  • 2. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.

Hoofdstuk 4 Markt op afstand

Artikel 4.1 Instellen markt op afstand

  • 1. Het college kan besluiten tot het instellen, wijzigen of afschaffen van een markt op afstand.

  • 2. Het college wijst aan de periode waarvoor de markt op afstand wordt ingesteld, de grenzen van de markt op afstand, de waren die op de markt op afstand kunnen worden verhandeld en de dagen en uren waarop de markt op afstand wordt gehouden.

  • 3. Het college kan het aantal plaatsen op de markt op afstand, de soorten marktplaatsen, en de verdeling van de plaatsen over het marktterrein bepalen.

Artikel 4.2 Uitsluiten bepalingen hoofdstuk 2 en 3

De bepalingen in hoofdstuk 2 en 3 van deze verordening zijn niet van toepassing op een markt op afstand.

Artikel 4.3 Vergunning

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van het college een markt op afstand te organiseren.

  • 2. Het college kan besluiten tot vaststelling van een vergoeding voor het gebruik van de grond.

  • 3. Een beschikking omtrent een vergunning wordt gegeven binnen een termijn van 16 weken, met ingang van de dag na de laatste dag van de periode waarin aanvragen kunnen worden ingediend. De bepalingen in paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht zijn niet van toepassing.

  • 4. De vergunning wordt verleend voor maximaal zeven jaar.

  • 5. De vergunning wordt op naam gesteld van een natuurlijk persoon of een rechtspersoon en is niet overdraagbaar.

  • 6. De vergunning kan worden geweigerd of ingetrokken in het belang van de orde, het uiterlijk aanzien of de veiligheid op de markt op afstand dan wel als niet of in mindere mate wordt voldaan aan de selectiecriteria als bedoeld in artikel 5.3 tweede lid.

  • 7. De vergunning kan, in aanvulling op het zesde lid, worden ingetrokken als niet wordt voldaan aan de voorschriften die zijn verbonden aan de vergunning.

Artikel 4.4 Borgsom

Het college kan in het belang van de naleving van de voorschriften aan de vergunning op grond van artikel 4.3 bepalen dat een borgsom wordt betaald voordat de markt op afstand wordt gehouden.

Artikel 4.5 Verbodsbepalingen waren verhandelen

  • 1. Het is verboden op een markt op afstand waren te verhandelen buiten de daarvoor aangewezen dagen en uren.

  • 2. Het is verboden op een markt op afstand andere waren te verhandelen dan die waarvoor de markt is aangewezen.

  • 3. Het is verboden op een markt op afstand waren te verhandelen die daartoe door het college zijn aangewezen.

Artikel 4.6 Bijzondere omstandigheden

  • 1. Het college kan de handel in door hem aan te wijzen waren tijdelijk verbieden in het belang van de gezondheid, de orde of de veiligheid op de markt op afstand.

  • 2. Het college kan gelasten dat een markt op afstand of een gedeelte daarvan wegens bijzondere omstandigheden niet wordt gehouden dan wel wordt ontruimd.

  • 3. Het is verboden te handelen in strijd met een krachtens het eerste of tweede lid gegeven verbod of last.

  • 4. Het college kan gelasten dat een markt op afstand of een gedeelte wordt ontruimd wegens het uitvoeren van openbare werken, de orde of de veiligheid op de markt of afstand, of de bescherming van een ander algemeen belang.

Artikel 4.7 Venten met stukken en propaganda

Het is verboden tijdens de duur van de markt op afstand op het marktterrein met gedrukte of geschreven stukken of afbeeldingen te venten of deze te verspreiden, dan wel godsdienstige, politieke of andere propaganda te voeren, op andere dan daarvoor door het college aangewezen gedeelten.

Artikel 4.8 Venten met andere waren

  • 1. Het is verboden op het terrein van een markt op afstand te venten.

  • 2. Het verbod is niet van toepassing op de verkoop van alcoholvrije dranken en voor directe consumptie geschikte etenswaren ten behoeve van op de markt werkzame personen.

Hoofdstuk 5 Nadere regels

Artikel 5.1 Nadere regels markten

  • Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot:

  • a. het branchepatroon op de markt;

  • b. het gebruik, de inrichting en de uitvoering van kramen en verkoopinrichtingen;

  • c. de aanvoer, afvoer en opslag van materialen en waren;

  • d. de energie- en watervoorziening op de markt;

  • e. de orde en de veiligheid op de markt;

  • f. de wijze van afvalinzameling en het afvoeren van afval op de markt;

  • g. het maken van reclame op het marktterrein;

  • h. de uitgifte van marktplaatsen op een experimentele marktzone;

  • i. de waren die op een themamarkt kunnen worden verhandeld;

  • j. het vervangen van marktondernemers op marktplaatsen;

  • k. standwerken.

Artikel 5.2 Nadere regels verhuur marktkramen

  • 1. Het college stelt per markt nadere regels vast met betrekking tot de verlening van vergunningen op grond van artikel 3.24. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      het aantal vergunningen dat ten hoogste kan worden verleend;

    • b.

      de periode waarbinnen aanvragen kunnen worden ingediend;

    • c.

      de wijze van verdeling;

    • d.

      de wijze van bekendmaking van de wijze van verdeling.

  • 2. Bij de vaststelling van de wijze van verdeling wordt onder meer rekening gehouden met de volgende selectiecriteria:

    • a.

      geschiktheidseisen aan aanvragers;

    • b.

      het aantal, de kwaliteit en het uiterlijk aanzien van de te verhuren kramen;

    • c.

      de hoogte van de prijs van de verhuur van de kramen;

    • d.

      opbouwen en afbreken van de kramen;

    • e.

      aansprakelijkheid.

Artikel 5.3 Nadere regels markt op afstand

  • 1. Het college stelt per markt op afstand nadere regels vast met betrekking tot de verlening van vergunningen op grond van artikel 4.3. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      de periode waarbinnen aanvragen kunnen worden ingediend;

    • b.

      de wijze van verdeling;

    • c.

      de wijze van bekendmaking van de wijze van verdeling.

  • 2. Bij de vaststelling van de wijze van verdeling wordt onder meer rekening gehouden met de volgende selectiecriteria:

    • a.

      geschiktheidseisen aan aanvragers;

    • b.

      het productaanbod;

    • c.

      het aantal, de kwaliteit en het uiterlijk aanzien van de te verhuren kramen;

    • d.

      de hoogte van de prijs van de verhuur van de marktplaatsen en de kramen;

    • e.

      opbouwen en afbreken van de kramen;

    • f.

      aansprakelijkheid;

    • g.

      reclame;

    • h.

      afval;

    • i.

      geluidshinder.

Hoofdstuk 6 Verwijderings-, weigerings- en intrekkingsgronden

Artikel 6.1 Verwijdering van de markt

  • 1. Het college kan de marktondernemer gelasten zich voor de duur van ten hoogste een week van de markt te verwijderen, die:

    • a.

      de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt;

    • b.

      zich aan wangedrag of bedrog schuldig maakt; of

    • c.

      de toezichthouders op de naleving van deze verordening in de uitoefening van hun taak belemmert.

  • 2. Het college kan de standwerker die niet of onvoldoende actief is, gelasten zich van de markt te verwijderen en kan hem voor de duur van ten hoogste een week de toegang tot de markt ontzeggen.

  • 3. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de houder van een vervangerskaart of degene die de ondernemer met toepassing van artikel 3.20 vervangt.

  • 4. Degene tot wie de last zich richt, voldoet hieraan onmiddellijk.

Artikel 6.2 Weigerings- en intrekkingsgronden beschikkingen markthandel

  • 1. Het college weigert een vergunning voor een marktplaats indien:

    • a.

      de aanvrager niet is ingeschreven in het register;

    • b.

      niet wordt voldaan aan de nadere regels die met betrekking tot de op een themamarkt te verhandelen waren zijn gesteld;

    • c.

      bij de dagelijkse indeling, bedoeld in artikel 3.10, geen marktplaats kan worden verkregen.

  • 2. Het college kan een vergunning als bedoeld in het eerste lid, alsmede een ontheffing, een vervangerskaart voor bepaalde of onbepaalde termijn intrekken, dan wel weigeren een vergunning voor een losse marktplaats op een markt voor bepaalde of onbepaalde termijn te verlenen:

    • a.

      indien de houder niet meer beschikt over een geldig bewijs van inschrijving in het register;

    • b.

      indien ter verkrijging van de beschikking zodanig onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt dat de beschikking zou zijn geweigerd als de juiste gegevens bekend waren geweest;

    • c.

      op verzoek van de houder;

    • d.

      na diens overlijden;

    • e.

      indien de plaats van de houder op de marktlijst is doorgehaald;

    • f.

      indien de houder van de beschikking daarvan geen gebruik maakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke daarvan, binnen een redelijke termijn;

    • g.

      indien niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld is voldaan;

    • h.

      indien de houder de in artikel 6.1 genoemde gedragingen pleegt dan wel anderszins in strijd handelt met hetgeen bij of krachtens deze verordening is bepaald;

    • i.

      indien de houder de aan de beschikking verbonden voorschriften of beperkingen niet naleeft;

    • j.

      indien niet langer wordt voldaan aan de nadere regels die met betrekking tot de op een themamarkt te verhandelen waren zijn gesteld;

    • k.

      indien op grond van een wijziging van omstandigheden of inzichten moet worden aangenomen dat de intrekking wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan het beschikkingsvereiste is gesteld.

  • 3. In aanvulling op het voorgaande lid trekt het college de vervangerskaart in:

    • a.

      op verzoek van de ingeschrevene bij wie de vervanger in het register is bijgeschreven;

    • b.

      indien de ingeschrevene bij wie de vervanger in het register is bijgeschreven, is overleden;

    • c.

      indien de houder niet meer beschikt over een geldig bewijs van bijschrijving in het register;

    • d.

      indien de houder zich heeft ingeschreven in het register op grond van artikel 2.1.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 7.1 Strafbepaling

Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de op grond van artikel 1.2 gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of met een geldboete van de tweede categorie: 2.1 eerste lid, 2.5 derde lid, 3.2, 3.14 eerste lid, 3.16 eerste lid, 3.17 eerste lid, 3.20 eerste lid, 3.21 eerste lid, 3.22, artikel 3.23, 3.24 eerste en negende lid, 3.25 eerste lid, 3.26, 3.27 eerste lid, 3.28 eerste lid, 4.3 eerste lid, 4.5, 4.6, 4.7 en 4.8 eerste lid.

Artikel 7.2 Toezicht op de naleving

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door het college aangewezen ambtenaren, personen of categorieën van ambtenaren.

Artikel 7.3 Overgangsbepaling

  • 1. Ten tijde van de Verordening op de straathandel 2008 van kracht zijnde inschrijvingsrechten, vergunningen, ontheffingen, voorkeurskaarten of partnerkaarten blijven ook na de inwerkingtreding van deze verordening gelden, hetzij tot het einde van hun looptijd, hetzij tot het tijdstip dat zij met toepassing van deze verordening worden gewijzigd of ingetrokken.

  • 2. Het toewijzen van tijdelijke vaste marktplaatsen geschiedt niet indien op die markt voorkeurskaarten op grond van de Verordening op de straathandel 2008 zijn uitgegeven.

  • 3. De uitgegeven partnerkaarten op grond van artikel 2.5 van de Verordening op de straathandel 2008 worden geacht te zijn verleend op grond van de bepalingen van artikel 2.5 van deze verordening.

  • 4. In afwijking van het eerste lid blijven vergunningen op grond van artikel 3.22 van de Verordening op de straathandel 2008 die voor onbepaalde tijd zijn verleend, tien jaar gelden, gerekend vanaf het moment van inwerkingtreding van deze verordening.

  • 5. In afwijking van het eerste lid wordt een besluit omtrent instelling van een jaarmarkt of een uitgezonderde markt op grond van artikel 3.3 van de Verordening op de straathandel 2008 gelijkgesteld met een besluit op grond van artikel 4.1 van deze verordening.

  • 6. In afwijking van het eerste lid wordt een vergunning voor een jaarmarkt of een uitgezonderde markt op grond van artikel 3.3. van de Verordening op de straathandel 2008 gelijkgesteld met een besluit op grond van artikel 4.3 van deze verordening.

  • 7. In afwijking van het eerste lid blijven vergunningen op grond van artikel 3.3 van de Verordening op de straathandel 2008 die voor onbepaalde tijd zijn verleend, zeven jaar gelden, gerekend vanaf het moment van inwerkingtreding van deze verordening.

  • 8. Besluiten op grond van artikel 6.1 van de Verordening op de straathandel 2008 worden geacht te zijn genomen op grond van artikel 5.1 van de Marktverordening.

  • 9. Op aanvragen om besluiten krachtens de Verordening op de straathandel 2008 waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van deze verordening een beslissing genomen.

  • 10. Op bezwaarschriften tegen besluiten die zijn genomen krachtens de Verordening op de straathandel 2008 waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van deze verordening een beslissing genomen.

Artikel 7.4 Hardheidsbepaling

Het college kan de artikelen 3.5 en 3.15 buiten toepassing laten of daarvan afwijken, indien de toepassing zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 7.5 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening.

Toelichting

I Algemeen

In de Marktverordening wordt ruimte geboden voor innovatie en maatwerk per markt. Binnen de geboden mogelijkheden blijft de systematiek van de vergunningverlening voor markthandel via het anciënniteitsbeginsel in stand voor markten die door de gemeente worden beheerd en georganiseerd.

In vergelijking met de bepalingen over markten in de Verordening op de straathandel 2008 is de regelgeving gemoderniseerd. Er is meer ruimte voor ondernemerschap door de mogelijkheden tot vervanging te verruimen en het niet benoemen van de te verhandelen waren in het register of in de vergunning, met uitzondering van vergunningen voor aangewezen brancheplaatsen. Ook de mogelijkheden tot overdracht van de vergunning voor een vaste marktplaats zijn verruimd. Bij het instellen van markten kunnen experimentele zones worden aangewezen. Op een experimentele zone zijn diverse bepalingen niet van toepassing, waaronder het anciënniteitsprincipe. In de vorige verordening waren geen bepalingen over zitgelegenheid opgenomen hetgeen tot onduidelijkheid leidde. De mogelijkheid tot het opnemen van een publieke zitgelegenheid en het plaatsen van zitgelegenheid op een marktplaats is om die reden toegevoegd. Er is ook een nieuwe bepaling toegevoegd om af te wijken van de anciënniteitsregel bij de toewijzing van tijdelijke vaste marktplaatsen als een marktondernemer veel op de markt staat (artikel 3.9). De bepaling om bij toewijzing van een losse marktplaats af te wijken van de anciënniteitsregel door marktondernemers die op de stille dagen aanwezig zijn, voorrang te verlenen, is eenvoudiger geworden (artikel 3.10).

De wijze van verlening van kramenzet- en verhuurvergunning is aangepast aan de huidige eisen voor het verlenen van deze schaarse vergunning. De vergunning kan om die reden niet meer voor onbepaalde tijd worden verleend. De wijze van verlening en verdeling moet worden vastgelegd door middel van nadere regels (artikel5.2).

Deze verordening is aangepast aan de praktijk. Bijvoorbeeld door de wijze van inschrijving nader te specificeren en de regeling voor het vergroten en verkleinen van marktplaatsen.

In de verordening is een hoofdstuk toegevoegd met bepalingen over markten op afstand. Deze markten worden beheerd en georganiseerd door een andere (rechts-) persoon dan de gemeente. Deze bepalingen vervangen de regeling omtrent jaarmarkten en uitgezonderde markten onder de Verordening op de straathandel 2008. Het is niet meer van belang dat het karakter van de markt bijzonder behoeft te zijn. Algemene warenmarkten kunnen nu ook door een externe partij worden georganiseerd hetgeen onder de Verordening op de straathandel 2008 niet mogelijk was. Net als voor de regeling voor de kramenzetter moet de wijze van vergunningverlening en de verdeling worden vastgelegd door middel van nadere regels (artikel 5.3).

Artikelgewijs

Hoofdstuk 2 Register en vervangerskaart

Artikel 2.1 Inschrijving in het register

Een marktondernemer moet zijn ingeschreven in het register om voor een vergunning in aanmerking te komen. Om te voorkomen dat vergunningen onderling worden overgedragen kunnen alleen natuurlijke personen zich inschrijven. Rechtspersonen komen daarvoor niet in aanmerking.

Artikel 2.2. Eisen inschrijving

Op grond van de Vreemdelingenwet 2000 mogen vergunningen of ontheffingen met betrekking tot markten alleen worden verleend aan vreemdelingen die gemeenschapsonderdaan zijn dat wil zeggen die de nationaliteit hebben van een lidstaat van de EU, de EER of van Zwitserland of beschikken over een verblijfsvergunning (artikel 8.3, tweede lid Vreemdelingenbesluit 2000). Vreemdelingen die niet aan deze voorwaarden voldoen kunnen derhalve niet in het register ambulante handel worden ingeschreven.

Voor een inschrijving in het register is het vereist dat de ondernemer niet in enig opzicht van slecht levensgedrag is'. Het is bekend dat, evenals in andere sectoren, ook op de markt ondernemers werkzaam zijn die illegale handel hebben of illegale handelingen plegen. Of er sprake is van ‘slecht levensgedrag' wordt per individueel geval bepaald. Gelet op de diversiteit in (strafbare) feiten die hierbij een rol kunnen spelen is het moeilijk hier standaard criteria voor op de stellen. Indien de inschrijving of de verlenging van een inschrijving vanwege ‘slecht levensgedrag' wordt geweigerd dan zal dit worden gemotiveerd. In die motivering zal tot uitdrukking komen waarom tot ‘slecht levensgedrag' in relatie tot de markthandel wordt geconcludeerd. Als het ‘slecht levensgedrag' niet van een recente datum is, zal ook worden gemotiveerd waarom dit gedrag desondanks aanleiding is om de inschrijving te weigeren.

Artikel 2.3 en 2.4 Weigering en doorhalen inschrijving in het register

De ingeschrevene moet op elk moment aan de in artikel 2.2 gestelde eisen voldoen. De inschrijving wordt doorgehaald als niet langer aan de eisen wordt voldaan. Doorhaling van de inschrijving in het register heeft tot gevolg dat ook de inschrijving op de marktlijst wordt doorgehaald (artikel 3.6). Het leidt er tevens toe dat een verleende vergunning, ontheffing etc. wordt ingetrokken (artikel 6.2).

Artikel 2.5 Vervangerskaart

De houder van een marktplaatsvergunning is in principe verplicht zijn marktplaats persoonlijk in te nemen (artikel 3.18). De persoonlijke plaatsbezettingsplicht geldt niet indien de marktplaats wordt ingenomen door de vervanger van de vergunninghouder, mits deze beschikt over een vervangerskaart. Iedere marktondernemer kan voor een vervanger een vervangerskaart aanvragen. De vervanger hoeft niet in een bepaalde relatie tot de ondernemer te staan. Marktondernemer kunnen niet in aanmerking komen voor een vervangerskaart. Hiermee zijn de mogelijkheden voor vervanging verruimd. Onder de bepalingen van de Verordening op de straathandel 2008 kon alleen de partner de houder vervangen. De mogelijkheden om te vervangen gelden niet onverkort; de ondernemer moet minimaal 50% van het aantal dagen dat er door of namens hem marktplaats wordt ingenomen, die plaats persoonlijk innemen.

Hoofdstuk 3 Markten

§1 Algemeen

Artikel 3.1 Instellen en inrichten van markten

Als uitvloeisel van artikel 160 Gemeentewet bepaalt artikel 3.1 dat het college het bevoegde orgaan is om markten in te stellen of af te schaffen. De verordening maakt verschil tussen dagmarkten, weekmarkten en periodieke markten, al naar gelang de regelmaat waarmee de markt wordt gehouden. Daarnaast wordt, bezien vanuit het perspectief van de te verhandelen producten, onderscheid gemaakt tussen algemene warenmarkten en themamarkten. In het instellingsbesluit wordt aangegeven om wat voor soort markt het gaat, op welke dagen en uren de markt wordt gehouden en wat de grenzen van de markt zijn. In het inrichtingsbesluit kan worden bepaald welke waren op welke marktplaatsen van deze markt worden verhandeld.

Het college kan het branchepatroon op een markt vaststellen en brancheplaatsen aanwijzen. Brancheplaatsen zijn plaatsen waar alleen bepaalde waren mogen worden verhandeld. Ook kunnen bepaalde branches worden gemaximeerd, om overaanbod te voorkomen.

Het college kan op de markt ruimte aanwijzen waar een publieke zitgelegenheid wordt geboden. Deze zitgelegenheid maakt geen onderdeel uit van de exploitatie van een marktondernemer. Hiermee onderscheidt een zitgelegenheid zich van een terras in de zin van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008. Per markt wordt de verschijningsvorm van de zitgelegenheid bepaald. Met de realisering van een zitgelegenheid wordt beoogd de verblijfsduur op de markt te verlengen.

Het college kan bepalen dat op een markt een experimentele zone wordt ingesteld waar een aantal bepalingen niet van toepassing zijn, waaronder de toewijzingsbepalingen op grond van de marktlijst. Op een experimentele zone worden alleen waren verhandeld die aanvullend zijn op de waren die al op de markt worden verkocht. De waren moeten aanvullend zijn op het moment dat de experimentele zone wordt aangewezen. Aanvullende waren zijn waren die dermate onderscheiden van het oorspronkelijke aanbod op de markt dat daardoor de aantrekkelijkheid van de markt wordt vergroot. De experimentele zone is bedoeld om vernieuwing mogelijk te maken en om markten te versterken. Het kan zijn dat een experimentele zone alleen op rustige momenten wordt ingesteld. Ook is het mogelijk dat het gaat om een aantal plekken verspreid over de markt.

Bij het aanwijzen van een experimentele zone wordt bepaald hoe de ondernemers geselecteerd worden, hoe lang de experimentele zone van kracht blijft en of en wanneer er een evaluatie plaatsvindt.

Artikel 3.2 Verbodsbepalingen waren verhandelen

Het is verboden op een markt andere waren te verhandelen dan die waarvoor de markt is aangewezen(artikel 3.2, tweede lid). Deze bepaling is geschreven voor bijvoorbeeld antiek-, boeken- en plantenmarkten. In het verleden is gebleken dat de branchering op een dergelijke markt kan vervagen indien hier niet op wordt toegezien.

Het is verboden op een markt waren te verhandelen die daartoe door het college zijn aangewezen (artikel 3.2, derde lid). Deze bepaling geeft de mogelijkheid om specifieke waren te benoemen die op een of meerdere markten niet mogen worden verhandeld. Denk bijvoorbeeld aan een verbod om warmbloedige dieren op de markt te verhandelen, maar ook aan pornografische of sex-artikelen, tabaksproducten, alcohol, producten van beschermde diersoorten of nazi-propaganda te verbieden.

Artikel 3.3 Marktcommissies

Artikel 3.3 maakt het mogelijk marktcommissies in te stellen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten commissies: allereerst de commissies waaraan vertegenwoordigers van de marktondernemers deelnemen en die het bevoegd gezag gevraagd of ongevraagd van advies dienen over alle zaken die voor een bepaalde markt van belang zijn. Daarnaast kunnen commissies worden ingesteld die tot doel hebben het bestuur te adviseren bij de vergunningverlening voor marktplaatsen op een themamarkt. De commissie onder a en b kunnen in de praktijk worden gecombineerd. Voor de op een dergelijke markt aan te bieden waren (bijv. een boekenmarkt, een boerenmarkt) kunnen bij uitvoeringsregeling specifieke eisen in het leven worden geroepen die tot doel hebben het bijzondere karakter en/of kwaliteitsniveau van de markt te waarborgen. Bij de beantwoording van de vraag of de producten van een gegadigde voor de markt aan de gestelde normen voldoen kan het bestuur zich door een commissie van deskundigen laten bijstaan. Voor de samenstelling en werkwijze van een commissie wordt een reglement vastgesteld.

§2 Marktlijsten

Artikel 3.4 Plaatsing op marktlijst

Een marktondernemer die in aanmerking wil komen voor een marktplaats op de markt, kan zich laten plaatsen op de marktlijst van zijn keuze. Voor de plaatsing op de marktlijst is inschrijving in het register noodzakelijk. Door zich op de marktlijst te plaatsen "solliciteert" de marktondernemer naar een losse, en uiteindelijk naar een vaste marktplaats op de markt. Bij de plaatsing op de marktlijst wordt een marktnummer toegewezen, dat wordt vermeld op het bewijs van inschrijving, samen met de datum en het tijdstip van inschrijving. Sollicitanten kunnen zich laten plaatsen op de lijsten van maximaal zeven markten. De plaatsing op de marktlijst duurt ten minste drie maanden. Het is niet mogelijk om zich in deze periode weer van de lijst te laten schrappen. Hierdoor worden sollicitanten aangespoord een bewuste keuze voor een markt te maken en deze ook daadwerkelijk uit te proberen.

De marktlijst wordt niet bijgehouden ten behoeve van branchering. Om die reden wordt bij de plaatsing op de marktlijst niet genoteerd in welke waren de ondernemer handelt. Branchering van markten kan plaatsvinden door marktplaatsen aan te wijzen voor het verhandelen van bepaalde producten (brancheplaatsen). Bij het invullen van de plaatsen worden deze plaatsen toegewezen aan ondernemers die in die waren handelen.

Als een nieuwe markt wordt ingesteld dan moet een start worden gemaakt met het opstellen van een marktlijst. In het zesde lid is bepaald dat de volgorde op deze lijst kan worden bepaald door loting of op een andere wijze, bijvoorbeeld op basis van kwaliteitscriteria. Deze criteria moeten voorafgaand bekend zijn.

Artikel 3.5 Overschrijven plaats marktlijst

De mogelijkheid om de plaats op de marktlijst over te dragen blijft beperkt tot de levenspartner van de ingeschrevene. Het overschrijvingsrecht is ontstaan vanuit de gedachte dat partners in principe samen de financiële verantwoordelijkheid voor het gezin dragen. Als de ingeschrevene niet langer in staat is om voor het gezinsinkomen te zorgen wordt de levenspartner hiertoe de mogelijkheid geboden door diens plaats op de marktlijst over te nemen. Voor zover hij dat nog niet heeft gedaan, schrijft de partner zich bij overschrijving van de plaats op de marktlijst in in het register.

De verordening kent niet de verplichting om het beroep van marktondernemer op een bepaalde leeftijd te beëindigen. Het verzoek tot overschrijving kan dan ook op enig moment na het bereiken van de 58-jarige leeftijd worden gedaan. In andere gevallen dient het verzoek te worden gedaan binnen acht weken nadat de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden die de aanleiding waren om het recht op overschrijving vestigen, te weten overlijden of blijvende ongeschiktheid. Het verzoek wordt, behalve in het geval van overlijden, in principe samen ingediend. Het overschrijven van rechten is slechts eenmaal mogelijk. De partner aan wie de plaats op de marktlijst is overgedragen kan deze later niet meer aan een andere partner overdragen. Kinderen en geregistreerde vervangers komen alleen in aanmerking voor het overschrijven van de marktplaatsvergunning (artikel 3.15), maar niet voor de overschrijving van de plaats op de marktlijst.

Artikel 3.6 Doorhalen plaats marktlijst

Het doorhalen van de inschrijving in het register houdt in dat de plaats op de marktlijst(en) wordt doorgehaald. Inschrijving op de marktlijst van een markt betekent dat men daar uiteindelijk een vaste marktplaats wil innemen. Daarom wordt van de sollicitant verwacht dat hij een tijdelijke vaste marktplaats op die markt aanvaardt. Is dit niet het geval dan wordt zijn plaats op de marktlijst doorgehaald om ruimte te geven aan andere marktondernemers. De doorhaling geschiedt uitsluitend op de marktlijst van die markt.

In deze bepaling is geregeld dat een ondernemer met een (tijdelijke) vaste marktplaats minimaal 50 procent van het aantal dagen dat er door of namens de ondernemer een marktplaats is ingenomen geweest, die plaats persoonlijk moet hebben ingenomen (artikel 3.6 onder g). Dit wordt per jaar, gerekend van 1 oktober tot en met 30 september, bekeken. Als de ondernemer een vervanger meer dagen de marktplaats laat innemen dan wordt zijn plaats op de marktlijst doorgehaald. Uitzondering kan worden gemaakt als een ontheffing voor ziekte of bijzondere omstandigheden is verleend (artikel 3.20, tweede lid). Deze ontheffing kan voor maximaal twee jaar worden verleend. Als de plaats wordt doorgehaald, wordt tevens de vergunning ingetrokken.

Ook sollicitanten mogen zich niet onbeperkt laten vervangen. Een sollicitant moet ook ten minste 50 procent van het aantal marktdagen per jaar, waarop door of namens hem een marktplaats is ingenomen geweest, persoonlijk aanwezig zijn geweest (artikel 3.6 onder h). Als dat niet geschiedt dan wordt de plaats op de marktlijst doorgehaald. Een sollicitant kan zich dan weer inschrijven op de marktlijst maar krijgt dan een nieuw (hoog) anciënniteitsnummer waardoor hij minder kans heeft op een marktplaats bij de dagelijkse toedeling.

De plaats op de marktlijst wordt doorgehaald als een sollicitant niet ten minste vier keer per jaar een plaats op die markt heeft ingenomen (artikel 3.6 onder i). Een jaar loopt van 1 oktober tot 1 oktober. Met de bezoekplicht en de daarmee samenhangende sanctie wordt het ‘slapend' opbouwen van anciënniteit voorkomen en de doorstroming op de marktlijst bevorderd.

§3 Herindeling en dagelijkse marktindeling

Artikel 3.7 Toewijzen vaste marktplaatsen bij herindeling

Bij een herindeling kan een verhoging van de kwaliteit van een markt worden bereikt door onder andere het wijzigen van het aantal vaste marktplaatsen, het instellen of wijzigen van brancheplaatsen (plaatsen bestemd voor de verkoop van bepaalde producten), het maximeren van bepaalde branches , de instelling van publieke zitgelegenheid of een experimentele zone.

Bij een herindeling worden vrijgekomen vaste plaatsen en tijdelijke vaste marktplaatsen toegewezen als vaste marktplaats. Bij de toewijzing van plaatsen worden drie groepen gehanteerd. Achtereenvolgens komen aan de beurt:

- ten eerste: de vaste plaatshouders die een andere vaste plaats willen innemen;

- ten tweede: de voormalige vervanger aan wie een vergunning voor een vaste plaats is overgeschreven;

- ten derde: de tijdelijke vaste plaatshouders.

Binnen de drie groepen is de anciënniteit bepalend. Het kan voorkomen dat een houder van een dubbele of meervoudige (tijdelijke) vaste plaats die voor een andere plaats moeten opteren bij een herindeling niet opnieuw een dubbele of meervoudige plaats kan innemen, om de eenvoudige reden dat die plaats niet beschikbaar is. Deze ondernemer kan geen recht op een dubbele of meervoudige plaats claimen bij een herindeling.

Plaatsen die bestemd zijn voor de verkoop van bepaalde waren, zoals vis, poelierswaren, groente en fruit en plaatsen die bestemd zijn voor ‘eigen verkoopinrichtingen' worden volgens dezelfde systematiek afzonderlijk toegewezen.

In het geval van een directe economische koppeling tussen een marktkraam en een achtergelegen winkel kan hiervan worden afgeweken. Deze situatie kan zich met name voordoen in winkelstraten.

Artikel 3 .8 Toewijzen tijdelijke vaste marktplaatsen

In artikel 3.8 wordt de procedure geregeld hoe een marktondernemer een tijdelijke vaste marktplaats kan verkrijgen. In principe wordt een tijdelijke vaste marktplaats uitgegeven als een enkelvoudige marktplaats. Dit kan een gebrancheerde marktplaats zijn. De toewijzing van de tijdelijke vaste marktplaatsen vindt plaats in de volgorde van plaatsing op de marktlijst, tenzij hiervan wordt afgeweken (artikel 3.9).

Artikel 3.9 Toewijzen tijdelijke vaste marktplaatsen in afwijking van de marktlijst

In afwijking van de volgorde op de marktlijst kan een tijdelijke vaste marktplaats worden toegewezen aan een marktondernemer, die een bepaald aantal dagen op de markt gestaan heeft. Op deze wijze wordt de verbondenheid aan de markt beloond.

Artikel 3.10 Toewijzen losse marktplaatsen bij dagelijkse indeling

Losse marktplaatsen zijn plaatsen die per marktdag worden uitgegeven volgens de in het eerste lid omschreven procedure. Vaste marktplaatshouders kunnen besluiten een losse marktplaats in te nemen, maar moeten in dat geval hun eigen vaste marktplaats op die dag opgeven. Het tweede lid geeft aan sollicitanten die op stille marktdagen een marktplaats innemen, een voorrangspositie bij de uitgifte van losse marktplaatsen op de goedbezochte vrijdagen en zaterdagen. Deze sollicitanten kunnen voorgaan op sollicitanten die hoger op de marktlijst staan - en dus een lager marktnummer hebben- die niet op de stille dagen zijn verschenen. Trouw aan de markt wordt met deze regeling beloond.

Artikel 3.11 en 3.12 Verkleinen en vergroten marktplaatsen bij een herindeling en dagelijkse marktindeling

Bij een herindeling en een dagelijkse indeling wordt aan een vergunninghouder de mogelijkheid gegeven de omvang van zijn marktplaats af te stemmen op zijn bedrijfsvoering. De vergunninghouder kan deze marktplaats verkleinen dan wel vergroten.

Een marktplaats kan alleen vergroot worden als alle gegadigden een plaats kunnen krijgen. Als alle gegadigden een tweevoudige marktplaats kunnen krijgen en er zijn nog marktplaatsen over dan kan ook nog vergroot worden naar een meervoudige marktplaats. De volgorde voor toewijzing van vergrote marktplaatsen bij de dagelijkse indeling is ten eerste de vaste marktplaatshouder bij de eigen vaste marktplaats, ten tweede de tijdelijke vaste marktplaatshouder bij de eigen tijdelijke vaste marktplaats, ten derde de vaste marktplaatshouder bij een andere (losse) marktplaats, ten vierde de tijdelijke vaste marktplaatshouder bij een andere (losse) marktplaats en tot slot de sollicitant.

Artikel 3.13 Verdelen in eenheden

Onder bepaalde omstandigheden (bijv. bij lange markten) kan het aanbeveling verdienen de markt in eenheden te verdelen. Hierdoor wordt het proces van dagelijkse toewijzing van marktplaatsen vereenvoudigd. De procedure voor de uitgifte van losse marktplaatsen geldt dan voor elke eenheid afzonderlijk.

§ 4 Vergunningen en standwerkersplaatsen

Artikel 3.14 Vergunningeis

Vergunningen voor marktplaatsen zijn niet overdraagbaar. Om verkapte overdracht via een rechtspersoon te voorkomen (door een bestuurderswisseling of door de overdracht van aandelen) worden zij uitsluitend op naam gesteld van een natuurlijke persoon. Vergunningen voor een losse marktplaats worden voor de duur van één marktdag afgegeven. De vergunninghouder draagt er zorg voor dat de vergunning op de marktplaats aanwezig is. De met het toezicht op de naleving van de verordening belaste ambtenaren kunnen inzage van het document verlangen (artikelen 5:17, eerste lid en 5:20 Algemene wet bestuursrecht).

Artikel 3.15 Overschrijven vergunning vaste en tijdelijk vaste marktplaats

Een vergunning kan worden overgeschreven om bedrijfsoverdracht mogelijk te maken. Een vergunning voor een vaste marktplaats en voor een tijdelijke vaste marktplaats kan worden overgeschreven op naam van de levenspartner, een kind, en onder voorwaarden, aan personen die als vervanger in het bedrijf van de vergunninghouder werkzaam zijn. Een kind en een vervanger moeten zich bij overschrijving van de vergunning zowel in het register als op de marktlijst van de desbetreffende markt laten inschrijven. De overdracht aan een vervanger is gebonden aan voorwaarden om verpachting van de vergunning te voorkomen en kan alleen worden ingenomen tot de eerstvolgend herindeling. Ook houders van een tijdelijke vaste plaats kunnen de plaats alleen innemen tot de eerstvolgend herindeling.

Zie Schema anciënniteitsnummer en vergunning in bijlage.

1. Levenspartners: overschrijven anciënniteit en vergunning voor de marktplaats

Het anciënniteitsnummer en een vergunning kan aan een levenspartner worden overgeschreven als sprake is van bijzondere omstandigheden (artikel 3.5, eerste en tweede lid in samenhang met artikel 3.15, eerste lid).

a. Een vergunning voor een vaste marktplaats geeft het recht om onbeperkt in de tijd op de plaats van de oorspronkelijke vergunninghouder te staan. Een levenspartner die een vergunning heeft gekregen voor een vaste marktplaats kan een andere plaats kiezen bij een herindeling op basis van het overgeschreven anciënniteitsnummer (de plaats op de marktlijst), maar is daartoe niet verplicht (artikel 3.7, derde lid onder a). De positie van de levenspartner is gelijk aan die van de oorspronkelijke vergunninghouder.

b. Een vergunning voor een tijdelijke vaste plaats geeft het recht om op de plaats te staan tot de eerstvolgende herindeling van de markt. Een vergunning voor een tijdelijke vaste marktplaats wordt immers verleend tot de eerstvolgende herindeling (artikel 1.1 onder u). Een levenspartner die een vergunning heeft gekregen voor een tijdelijke vaste marktplaats moet bij een herindeling een plaats kiezen op basis van het overgeschreven anciënniteitsnummer (artikel 3.7, derde lid onder c). De positie van de levenspartner is gelijk aan die van de oorspronkelijke vergunninghouder.

2. Levenspartners: overschrijven vergunning voor de marktplaats zonder overschrijving anciënniteit

Een vergunning kan ook aan een levenspartner worden overgeschreven zonder dat sprak is van bijzondere omstandigheden (artikel 3.15, tweede lid). Het anciënniteitsnummer kan dan niet worden overgeschreven omdat die overschrijving is voorbehouden voor bijzondere omstandigheden.

a. Een vergunning voor een vaste marktplaats geeft het recht om onbeperkt in de tijd op de plaats van de oorspronkelijke vergunninghouder te staan. Een levenspartner die een vergunning heeft gekregen voor een vaste marktplaats kan een andere plaats kiezen bij een herindeling op basis van het eigen anciënniteitsnummer (de plaats op de marktlijst), maar is daartoe niet verplicht (artikel 3.7 derde lid onder a).

b. Een vergunning voor een tijdelijke vaste plaats geeft het recht om op de plaats te staan tot de eerstvolgende herindeling van de markt. Een vergunning voor een tijdelijke vaste marktplaats wordt immers verleend tot de eerstvolgende herindeling (artikel 1.1 onder u). Een levenspartner die een vergunning heeft gekregen voor een tijdelijke vaste marktplaats moet bij een herindeling een plaats kiezen op basis van het eigen anciënniteitsnummer (artikel 3.7, derde lid onder c).

3. Kinderen: overschrijven vergunning voor de marktplaats zonder overschrijving anciënniteit

Een vergunning kan aan een kind worden overgeschreven als er sprake is van bijzondere omstandigheden ( artikel 3.15, derde lid onder a).

a. Een vergunning voor een vaste marktplaats geeft het recht om onbeperkt in de tijd op de plaats van de oorspronkelijke vergunninghouder te staan. Een kind die een vergunning heeft gekregen voor een vaste marktplaats kan een andere plaats kiezen bij een herindeling op basis van zijn eigen anciënniteitsnummer (de plaats op de marktlijst), maar is daartoe niet verplicht (artikel 3.7 derde lid onder a).

b. Een vergunning voor een tijdelijke vaste plaats geeft het recht om op de plaats te staan tot de eerstvolgende herindeling van de markt. Een vergunning voor een tijdelijke vaste marktplaats wordt immers verleend tot de eerstvolgende herindeling (artikel 1.1 onder u). Een kind die een vergunning heeft gekregen voor een tijdelijke vaste marktplaats moet bij een herindeling een plaats kiezen op basis van zijn eigen anciënniteitsnummer (artikel 3.7, derde lid onder c).

4. Vervanger: overschrijven vergunning voor de marktplaats zonder anciënniteit tot eerstvolgende herindeling

Een vergunning kan aan een vervanger worden overgeschreven als er sprake is van bijzondere omstandigheden en als deze voldoet aan de eisen genoemd in artikel 3.15, derde lid onder b.

a. Een vergunning voor een vaste marktplaats geeft het recht om op de plaats te staan tot de eerstvolgende herindeling van de markt. Een vervanger die een vergunning heeft gekregen voor een vaste marktplaats moet bij een herindeling een plaats kiezen op basis van zijn eigen anciënniteitsnummer. Deze vergunninghouders mogen bij de eerste herindeling een plaats kiezen nadat de houders van een vaste marktplaats een andere plaats hebben gekozen (artikel 3.7 derde lid onder b).

b. Een vergunning voor een tijdelijke vaste plaats geeft het recht om op de plaats te staan tot de eerstvolgende herindeling van de markt. Een vergunning voor een tijdelijke vaste marktplaats wordt immers verleend tot de eerstvolgende herindeling (artikel 1.1 onder u). Een vervanger die een vergunning heeft gekregen voor een tijdelijke vaste marktplaats moet bij een herindeling een plaats kiezen op basis van zijn eigen anciënniteitsnummer (artikel 3.7, derde lid onder c).

Artikel 3.16 Vergunning standwerkersplaats

Om als standwerker op een markt actief te kunnen zijn moet men zich in die hoedanigheid inschrijven in het register. Vervolgens kan de standwerker zich bij een markt aanmelden om voor een standwerkersplaats in aanmerking te komen. Standwerkersplaatsen worden per marktdag onder de gegadigden verloot. De wijze waarop de loting plaatsvindt kan zo nodig in beleidsregels worden vastgelegd. Het is niet mogelijk om zowel voor een reguliere marktplaats als voor een standwerkersplaats op een markt ingeschreven te staan. Hierdoor wordt voorkomen dat standwerkers niet op de markt komen te staan, omdat hun plaats ingenomen wordt door een reguliere marktondernemer. Standwerkers kunnen zich ingevolge artikel 3.5, derde lid, dan ook niet op een marktlijst inschrijven. Andersom worden marktondernemers van de marktlijst geschrapt als zij zich als standwerker in het register inschrijven.

§5 Plaatsbezetting en vervanging

Artikel 3.17 Plaats op meerdere markten

Het is niet toegestaan op meer dan één markt gelijktijdig een marktplaats in te nemen. Met gelijktijdig wordt bedoeld ‘op dezelfde dag".

Artikel 3.18 Persoonlijk innemen marktplaats

De vergunninghouder kan zijn verplichting op het innemen van de marktplaats ook nakomen door een van zijn vervangers die plaats te laten innemen, mits die beschikt over een vervangerskaart. Zie ook de toelichting bij artikel 2.5. Vervanging is niet onbeperkt mogelijk is: een ondernemer moet ten minste 50% van het aantal dagen dat er door of namens hem marktplaats is ingenomen, die plaats persoonlijk hebben ingenomen.

Artikel 3.19 Frequentie innemen marktplaats

In artikel 3.19 is de frequentie bepaald waarmee een vergunninghouder voor de verschillende markten zijn marktplaats op de markt minimaal dient in te nemen. Indien de marktondernemer hieraan niet voldoet, dan kan bij wijze van sanctie de vergunning worden ingetrokken (artikel 6.2, tweede lid onder h). Onder bepaalde omstandigheden kan het college aan de vergunninghouder een ontheffing verlenen van deze bezettingsverplichting. Deze omstandigheden kunnen -zoals is bepaald in het tweede lid - betrekking hebben op de individuele vergunninghouder, dan wel de markt als geheel betreffen, hetgeen in het derde lid is bepaald. Een ontheffing voor ziekte of bijzondere omstandigheden kan voor de duur van maximaal twee jaar worden verleend. De bezettingsverplichting van de marktplaats kan verminderd worden voor door het college aangewezen markten. Het college kan een minder goed bezochte markt hiervoor aanwijzen. Aldus wordt de drempel verlaagd om een vaste of een tijdelijk vaste marktplaats op zo'n markt te accepteren.

Artikel 3.20 Vervangen

Vervanging op een marktplaats is verboden door een persoon zonder vervangerskaart, tenzij het college aan de vergunninghouder hiervoor een ontheffing verleent. Deze ontheffing kan worden verleend voor ziekte, bijzondere omstandigheden of vakantie. Een ontheffing voor ziekte of bijzondere omstandigheden kan voor de duur van maximaal twee jaar worden verleend.

§6 De orde op de markten

Artikel 3.21 Verboden gedragingen

In het kader van de orde op de markt is het een marktondernemer niet toegestaan waren te serveren bij een publieke zitgelegenheid. Dit is verboden om te voorkomen dat één of meer marktondernemers een exclusief gebruiksrecht op de zitgelegenheid claimt. Ook bij een zitgelegenheid op een marktplaats mag niet worden geserveerd.

Artikel 3.22 Bijzondere omstandigheden

Dit artikel geeft het college bevoegdheden voor bijzondere omstandigheden, zoals het recht om de markt tijdelijk niet te doen houden, of de handel in bepaalde producten in het belang van de orde, veiligheid of gezondheid te verbieden. Marktondernemers kunnen worden verplicht hun marktplaats te ontruimen in verband met bijvoorbeeld de uitvoering van werkzaamheden in de openbare ruimte, of een andere marktplaats in te nemen als dat van belang is voor het functioneren van de markt. Het aanwijzen van een andere plaats of het gelasten de eigen vaste plaats te gebruiken wordt alleen toegepast in bijzondere en incidentele omstandigheden die niet te voorzien zijn.

Artikel 3.24 Plaatsen en verhuren marktkramen

Het dagelijks op- en afbouwen van een markt is een logistiek gecompliceerd proces, dat niet goed kan verlopen als iedere marktondernemer zijn eigen kraam gebruikt. Daarom worden hiervoor professionele kramenzetters ingezet. De verdeling van deze schaarse vergunning voor het kramenzetten geschiedt aan de hand van vast te stellen nadere regels op grond van artikel 5.2. Voor een toelichting wordt verwezen naar dat artikel.

Een aanvraag voor een beschikking omtrent een vergunning wordt in de regel binnen 16 weken afgewikkeld. Na deze periode kan de behandelingstermijn éénmalig worden verlengd op grond van artikel 4:14 eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht. De mogelijkheid tot verlenging moet voorafgaand zijn bekendgemaakt bij de wijze van verdeling. De bepalingen uit paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht zijn buiten toepassing verklaard. Hiermee wordt voorkomen dat de vergunning van rechtswege wordt verleend na afloop van de behandelingtermijn. Deze uitsluiting is opgenomen vanwege dringende redenen van algemeen belang. De belangen in het kader waarvan deze vergunningeis geldt, in het bijzonder de orde en veiligheid op de markt, vragen een zorgvuldige en inhoudelijke beoordeling. Het is bovendien het rechtmatig belang van aanvragers te komen tot een gewogen vergelijking van de ingekomen aanvragen. Dat kan alleen als deze binnen een bepaalde periode binnenkomen waarbinnen de volgorde van binnenkomst in de regel niet bepalend is voor de wijze van verdeling van de vergunningen.

Het vergunningstelsel is opgenomen in het belang van de veiligheid, de orde en overzichtelijkheid van de markt en het uiterlijk aanzien. Deze belangen kunnen tevens aanleiding zijn om de vergunning in te trekken. Een vergunning wordt altijd voor een bepaalde tijd verleend en kan niet worden verlengd (vijfde lid). Dit laat onverlet dat de houder van een kramenzet- en verhuurvergunning na afloop van zijn vergunning mee mag dingen naar een nieuwe vergunning.

Artikel 3.25 Gebruik marktplaats

Marktondernemers zijn verplicht een kraam van de kramenzetter af te nemen, tenzij vergunning voor het plaatsen van een eigen verkoopinrichting is verleend. Dit is doorgaans het geval als de te verkopen waren zich niet lenen voor het gebruik van een standaard kraam.

Het is de ondernemer toegestaan om zitgelegenheid, waaronder (sta-)tafels en stoelen te plaatsen op een marktplaats, mits deze ondersteunend is aan de handel op de marktplaats. Gedacht kan worden aan de verkoop van eet- en drinkwaren. De zitgelegenheid moet binnen de afmetingen van de marktplaats blijven. Zowel de eigen verkoopinrichting als de zitgelegenheid moet van deugdelijk materiaal zijn.

Artikel 3.26 Reclame

Het reclameverbod in artikel 3.26 handelt over handelsreclame. Dit begrip moet ruim worden opgevat; bijv. ook het maken van reclame voor voorstellingen van culturele activiteiten waarvoor entreegeld wordt gevraagd, valt onder het begrip. Op de reclame-uitingen van marktondernemers in het kader van de uitoefening van hun beroep is het verbod niet van toepassing. Het verbod om reclamemateriaal te verspreiden of anderszins reclame te maken is er onder andere op gericht de orde op de markt te bewaren en verontreiniging van het marktterrein tegen te gaan. In bijzondere gevallen kan het college ontheffing verlenen.

Artikel 3.27 Venten met stukken en propaganda

Het venten en verspreiden van gedrukte en geschreven stukken en het voeren van politieke of godsdienstige propaganda kunnen het ordelijk verloop van de markthandel verstoren en horen in principe niet op het marktterrein thuis. De verspreiding van stukken waarin meningen worden geopenbaard, vormt een zelfstandig middel van bekendmaking van gedachten en gevoelens, die volgens de jurisprudentie met betrekking tot artikel 7 van de Grondwet niet aan voorafgaande toestemming van de overheid mag worden onderworpen. Wel kunnen hieraan bij verordening beperkingen naar plaats en tijd worden gesteld, die echter niet zover kunnen gaan dat het gebruik van het middel geen reële betekenis meer heeft. Van een zodanige beperking is in artikel 3.27 geen sprake, omdat het verspreidingsverbod alleen geldt voor het marktterrein, en dan nog alleen tijdens de uren dat de markt wordt gehouden. Het college kan marktgedeelten aanwijzen waar het verspreiden van stukken en het uitdragen van religieuze of politieke standpunten wel toegestaan is.

Hoofdstuk 4 Markt op afstand

Artikel 4.1 Instellen markt op afstand

Een markt op afstand wordt niet georganiseerd door de gemeente zoals de markten die worden ingesteld op grond van de bepalingen in hoofdstuk 3. De markt op afstand kan pas worden vergund als het college de markt op afstand heeft ingesteld.

Artikel 4.2 Uitsluiten bepalingen hoofdstuk 2 en 3

De gemeente heeft bij een markt op afstand alleen een relatie met de houder van de vergunning voor de markt op afstand en niet met de individuele marktondernemers. De houder van de markt op afstand hoeft zich niet in te schrijven in het register. De regels met betrekking tot bijvoorbeeld inschrijving in het register, plaatsing op een marktlijst en anciënniteit zijn niet van toepassing op een markt op afstand.

Artikel 4.3 Vergunning

Bij de markt op afstand wordt het beheer en de organisatie door een externe persoon gedaan: de houder van de vergunning voor een markt op afstand. De houder kan zowel een natuurlijk als rechtspersoon zijn. Hij bepaalt welke marktondernemer deelneemt aan de markt. Dit type markt is bij uitstek geschikt om nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot de markthandel vorm te geven, maar het leent zich ook goed voor het organiseren van activiteiten rond een bepaald thema zoals een biologische markt, een boekenmarkt. Het is geen vereiste dat de waren een bijzonder karakter hebben zoals dat wel het geval was bij de instelling van uitgezonderde markten op grond van artikel 3.3. tweede lid Verordening op de straathandel 2008.

Een vergunning wordt altijd voor een bepaalde tijd verleend (vierde lid). Dit laat onverlet dat de houder van een vergunning na afloop van zijn vergunning mee mag dingen naar een nieuwe vergunning. De vergunning wordt voor niet langer dan zeven jaar verleend. Het is mogelijk dat binnen die zeven jaar eerst een vergunning voor één jaar wordt verleend en dat deze daarna wordt verlengd met zes jaar. De mogelijkheid tot verlenging moet voorafgaand zijn bekendgemaakt bij de wijze van verdeling. Een looptijd van zeven jaar is opgenomen overeenkomstig de geschatte terugverdientijd van de investeringen voor het organiseren en beheren van een markt op afstand.

Voor een toelichting ten aanzien van de behandelingstermijn wordt verwezen naar de toelichting bij artikel 3.24.

Artikel 4.4. Borgsom

Een borgsom kan worden verlangd om de nakoming van de vergunningvoorschriften te verzekeren. Dit kan bijvoorbeeld van belang zijn voor het herstel van de eventuele schade die de markt op afstand aan openbare voorzieningen heeft veroorzaakt.

Artikel 4.5 tot en met 4.8

Voor de toelichting op de artikelen 4.5, 4.6, 4.7 en 4.8 wordt verwezen naar de toelichting bij respectievelijk de artikelen 3.2, 3.22, 3.26 en 3.27.

Hoofdstuk 5 Nadere regels

Artikel 5.1 Nadere regels markten

Deze regeling ademt de sfeer van een raamverordening. Daarom wordt het aan het college overgelaten met betrekking tot een aantal onderwerpen nadere regels vast te stellen. Veelal worden nadere regels over het beheer van een markt samengevoegd in een beheerreglement. Deze nadere regels worden beschouwd als algemeen verbindende voorschriften in de zin van artikel 156 lid 3 Gemeentewet. Op grond van artikel 5.1 kunnen nadere regels over het gebruik van kramen en eigen verkoopmateriaal worden gesteld, die de mogelijkheid bieden een op de verschillende markten afgestemd beleid te voeren.

Artikel 5.2 Nadere regels verhuur marktkramen

Op grond van artikel 5.2 kan een kramenzet- en verhuurvergunning pas worden verleend nadat voorafgaand nadere regels over de verlening van de vergunning zijn vastgesteld. Eén van de nadere regels moet betrekking hebben op de wijze van verdeling. Dit is noodzakelijk omdat vergunningen aan kramenzetters ‘schaarse' vergunningen zijn. De verdeling geschiedt aan de hand van vooraf bekendgemaakte criteria (tweede lid). Het betreft zowel minimumcriteria in het kader van bijvoorbeeld financiële en economische draagkracht en beroepsbekwaamheid als criteria die leiden tot een rangschikking van aanvragen.

Artikel 5.3 Nadere regels markt op afstand

Op grond van artikel 5.3 kan een vergunning voor een markt op afstand worden verleend nadat voorafgaand nadere regels over de verlening van de vergunning zijn vastgesteld. Eén van de nadere regels moet betrekking hebben op de wijze van verdeling. De verdeling geschiedt aan de hand van vooraf bekendgemaakte criteria (tweede lid).

Hoofdstuk 6 Verwijderings-, weigerings- en intrekkingsvoorschriften

Artikel 6.1 Verwijdering van de markt

Dit artikel verleent de bevoegdheid marktondernemers in een aantal gevallen voor de duur van ten hoogste een week van de markt te sturen, bijv. als de orde op de markt wordt verstoord, bedrog tijdens de uitoefening van de markthandel wordt gepleegd, of anderszins sprake is van misdragingen, zoals het handelen in drugs of het deelnemen aan vechtpartijen. De verwijderingmaatregel is gericht op het herstel van de orde en rust op de markt. De opgelegde duur van de verwijdering dient hierop te worden afgestemd. Tijdens de duur van de verwijdering kan het bestuur zich bezinnen op de vraag of nadere bestuurlijke sancties als bedoeld in artikel 6.2 jegens de betrokken marktondernemer noodzakelijk zijn.

Hoewel het om een tamelijk ingrijpende bevoegdheid gaat verdient het om praktische redenen de voorkeur dat de wegzendbevoegdheid van het college aan de markttoezichthouder wordt gemandateerd. Zo nodig kunnen voor de uitvoering instructies worden opgesteld. Om bezwaar en beroep tegen een verwijdering te kunnen instellen is het zaak dat een mondeling gegeven last zo spoedig mogelijk op schrift wordt gesteld.

Artikel 6.2 Weigerings- en intrekkingsgronden beschikkingen markthandel

Om praktische redenen zijn in dit artikel de weigerings- en intrekkingsgronden voor de meeste beschikkingen inzake de uitoefening van de straathandel opgenomen (marktplaatsen, ontheffingen, tijdelijke vaste marktplaatsen en vervangerskaarten etc.). Vergunningen voor een losse marktplaats op de markt worden per dag verleend, en lenen zich daardoor nauwelijks voor een besluit tot intrekking.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 7.1 Strafbepaling

De in dit artikel genoemde strafmaxima zijn ontleend aan de Gemeentewet.

Artikel 7.3 Overgangsbepaling

Besluiten (vergunningen etc.) die onder de Verordening op de straathandel 2008 zijn genomen blijven op grond van het overgangsrecht van kracht totdat hun looptijd eindigt of zij met toepassing van de nieuwe verordening worden gewijzigd of ingetrokken. Anciënniteitsrechten die onder de oude verordening door inschrijving op een marktlijst zijn opgebouwd houden bij de inwerkingtreding van de verordening eveneens hun geldigheid.

In het tweede lid is een overgangsbepaling opgenomen ten behoeve van de houders van een voorkeurskaart om te bewerkstelligen dat hun positie wordt gewaarborgd, nu hun rechten op die manier niet meer in deze verordening zijn opgenomen.

In het derde lid is bepaald dat de positie van een houder van een partnerkaart gelijk gesteld wordt met de rechten van de houder van de vervangerskaart, omdat de partnerkaart ook niet meer in deze verordening is opgenomen.

De gemeente Amsterdam heeft een groot aantal kramenzet- en verhuurvergunningen voor bepaalde tijd verleend. Die praktijk wordt geformaliseerd in deze verordening. Het is billijk om de verleende vergunningen die voor onbepaalde tijd zijn verleend, overeenkomstig artikel 3.24 van deze verordening te laten gelden tot tien jaar na de inwerkingtreding van deze verordening (artikel 7.3 vierde lid). Hiermee wordt een langdurige overgangsregeling in het leven geroepen, zodat de kramenzetter en zijn bedrijf zich kan voorbereiden op de situatie waarin het op gelijke voet met de andere bedrijven naar de schaarse vergunning moet dingen.

In het vijfde tot en met het zevende lid is een overgangsregeling opgenomen voor uitgezonderde markten. Het is billijk om de verleende vergunningen voor uitgezonderde markten die voor onbepaalde tijd zijn verleend, overeenkomstig artikel 3.3 van deze verordening te laten gelden tot zeven jaar na de inwerkingtreding van deze verordening. Hiermee wordt een langdurige overgangsregeling in het leven geroepen, zodat ook deze vergunnninghouder zich kan voorbereiden op de situatie waarin het op gelijke voet met anderen naar deze vergunning moet dingen.

Artikel 7.4 Hardheidsbepaling

De mogelijkheden tot toepassing van de hardheidsclausule zijn limitatief opgesomd. In andere gevallen kan niet van de verordening worden afgeweken.

Schema ancienniteitsnummer en vergunning. Behorende bij Toelichting art 3.15.pdf (214 Kb)