Reglement voor de Adviescommissies Waterschap Rijn en IJssel

Geldend van 25-12-2015 t/m 20-05-2019

Intitulé

Reglement voor de Adviescommissies Waterschap Rijn en IJssel

HET ALGEMEEN BESTUUR VAN HET WATERSCHAP RIJN EN IJSSEL

  • -

    gelezen het voorstel van het college van dijkgraaf en heemraden van 1 december 2015

  • -

    in aanmerking nemende artikel 5 van het Reglement van orde algemeen bestuur Waterschap Rijn en IJssel

 

BESLUIT

 

vast te stellen het Reglement voor de Adviescommissies Waterschap Rijn en IJssel.

Artikel 1 De commissies

Er zijn drie commissies voor advies en bijstand aan het college van dijkgraaf en heemraden (hierna het college):

  • -

    de commissie Financiën en Bestuurlijke Zaken;

  • -

    de commissie Waterveiligheid en Watersysteem;

  • -

    de commissie Waterketen.

Artikel 2 Samenstelling commissies

  • 1. De leden van commissies worden benoemd door de dijkgraaf op voordracht van de fracties.

  • 2. Ieder lid van het algemeen bestuur kan lid zijn van één commissie met dien verstande dat fracties met 2 of minder AB-leden één fractievolger kunnen voordragen.

  • 3. In afwijking van het tweede lid hebben leden en fractievolgers van één- en tweemansfracties het recht om elk lid te zijn van twee of drie commissies, met dien verstande dat deze fracties met maximaal één lid in elke commissie kunnen zijn vertegenwoordigd.

  • 4. De commissies zijn zodanig samengesteld, dat de leden van een fractie en hun eventuele fractievolger gelijkelijk dan wel zo veel als mogelijk gelijkelijk over de drie commissies zijn verdeeld. Een commissielid kan in een vergadering van een commissie door een ander lid uit dezelfde fractie worden vervangen. Ook fractieleden en fractievolgers kunnen elkaar vervangen.

  • 6. Elke commissie wijst uit zijn leden, niet zijnde lid van het college, een voorzitter en een vicevoorzitter aan.

  • 7. De leden van de commissies treden af met ingang van de datum waarop het algemeen bestuur aftreedt.

  • 8. Het lidmaatschap van een commissie eindigt bij tussentijdse beëindiging van het lidmaatschap van het algemeen bestuur.

  • 9. In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

  • 10. De secretaris-directeur stelt een secretaris voor de commissies beschikbaar.

Artikel 3 Fractievolgers

  • 1. Elke fractie heeft het recht om één fractievolger voor te dragen als lid van een commissie.

  • 2. Als fractievolger kunnen fungeren:

    • a.

      personen die bij de meest recente waterschapsverkiezingen voor het Waterschap Rijn en IJssel op de kandidatenlijst waren vermeld;

    • b.

      personen die zijn voorgedragen door de Vereniging van Bos- en Natuureigenaren, de Kamer van Koophandel of LTO-Noord.

  • 3. De fractievolgers dienen de “Gedragscode integriteit leden van het algemeen bestuur van het waterschap Rijn en IJssel” te ondertekenen en dienen hun nevenfuncties vooraf te melden. Functies als genoemd in artikel 31, eerste lid, van de Waterschapswet zijn onverenigbaar met het fractievolgerschap. Fractievolgers dienen zich te onthouden van werkzaamheden als bedoeld in artikel 33, eerste lid, van de Waterschapswet.

  • 4. Alvorens de fractievolgers hun werkzaamheden in de adviescommissie aanvangen, leggen zij in handen van de dijkgraaf de volgende eed (of verklaring en belofte) af:

    “Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van deze adviescommissie te worden benoemd rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, aan iemand enige gift of gunst heb gedaan of beloofd.

    Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in deze functie te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk van iemand enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.

    Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de adviescommissie naar eer en geweten zal vervullen.

    Zo waarlijk helpe mij God almachtig (Dat verklaar en beloof ik).”

  • 5. Een fractievolger ontvangt een vergoeding per bijgewoonde commissievergadering. De hoogte van de vergoeding wordt door het college vastgesteld.

Artikel 4 Taak

  • 1. De commissie heeft tot taak:

    • a.

      Het desgevraagd uitbrengen van advies aan het college over besluiten die het college voornemens is aan het algemeen bestuur voor te stellen;

    • b.

      Het desgevraagd adviseren aan het college met betrekking tot overige aangelegenheden.

  • 2. Een advies wordt schriftelijk verstrekt.

  • 3. Voor zover het advies betrekking heeft op een voorstel als bedoeld in het eerste lid onder a., wordt het advies tegelijk met het voorstel ter kennisneming aan het algemeen bestuur aangeboden.

  • 4. De commissie kan het college verzoeken nadere informatie te verstrekken over zaken die tot de taakvelden van de betreffende commissie behoren en daarover met het college van gedachten wisselen. Het college kan besluiten het verzoek niet te honoreren indien:

    • a.

      De voortgang van een zorgvuldig besluitvormingsproces omtrent het onderwerp van het verzoek daaraan in de weg staat; of

    • b.

      Het onderwerp van het verzoek behoort tot de uitsluitend aan het college toekomende bevoegdheden en verantwoordelijkheden.

Artikel 5 Agenda en verslag

De agenda’s en de verslagen van de commissievergaderingen worden verspreid onder de leden van het algemeen bestuur en de fractievolgers. De agenda voor de openbare vergaderingen worden op de gebruikelijke wijze gepubliceerd.

Artikel 6 Deskundigen advies

Een commissie kan een beroep doen op specialistische kennis uit de ambtelijke organisatie en kan waar nodig externe deskundigen inschakelen. Wanneer daarmee kosten zijn gemoeid, wordt van deze mogelijkheid gebruik gemaakt na instemming van het college met de te maken kosten.

Artikel 8 Openbaarheid vergadering

  • 1. De vergaderingen van de commissies zijn in beginsel openbaar.

  • 2. Indien de agenda daartoe aanleiding geeft kan de commissie of het college besluiten vergaderingen geheel of gedeeltelijk besloten te maken.

  • 3. De commissie of het college kan omtrent het in besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van betreffende stukken geheimhouding opleggen.

Artikel 9 Spreekrecht

  • 1. De voorzitter stelt ingezetenen en belanghebbenden bij een openbare vergadering op hun verzoek in de gelegenheid het woord te voeren tijdens de vergadering voorafgaand aan het desbetreffende geagendeerde onderwerp.

  • 2. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit voor het begin van de vergadering bij de secretaris, onder vermelding van zijn naam en adres en het agendapunt waarover hij het woord wil voeren.

  • 3. Het woord kan niet worden gevoerd:

    • a.

      over een besluit van het waterschap waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      over het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      indien er een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 4. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de leden van de commissie toestaan aan de spreker verhelderende vragen te stellen.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dag van bekendmaking.

Artikel 11 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als Reglement voor de Adviescommissies Waterschap Rijn en IJssel.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 15 december 2015,
drs. C. Roos drs. H.Th.M. Pieper
secretaris-directeur dijkgraaf