Regeling vervallen per 24-02-2018

Nadere subsidieregels Film

Geldend van 04-03-2017 t/m 23-02-2018 met terugwerkende kracht vanaf 10-11-2015

Intitulé

Nadere subsidieregels Film

NADERE SUBSIDIEREGELS FILM

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1 Begroting: de gedetailleerde financiële onderbouwing van de (subsidiabele en niet-subsidiabele) kosten van een filmproductie en een dekkingsplan.

  • 2 Bioscoopuitbreng: de landelijke distributie van een filmproductie, die na de première met een vertoning gedurende meerdere weken en in meerdere bioscopen en/of filmtheaters voor een betalend publiek in Nederland wordt uitgebracht.

  • 3 Coproductie: een filmproductie, waaraan twee of meer coproducenten risicodragend, op basis van een door alle partijen goedgekeurd filmplan en/of scenario een inhoudelijke en financiële bijdrage leveren.

  • 4 Filmplan: het plan van de aanvrager tot uitvoering van een met elkaar samenhangend geheel van activiteiten dat bestaat uit het financieren, voortbrengen en (doen) exploiteren van een filmproductie.

  • 5 Filmproductie: een animatiefilm, of een documentairefilm of een speelfilm, al dan niet tot stand gebracht in de vorm van een internationale coproductie.

  • 6 Korte film: een film met een duur van maximaal 30 minuten.

  • 7 Lange film: een film van een duur van minimaal 20 minuten.

  • 8 Pornografische producties: producties met hoofdzakelijk beelden van seks die bedoeld zijn om de kijker seksueel te prikkelen.

  • 9 Producent: de natuurlijke persoon die de productiemaatschappij rechtsgeldig vertegenwoordigt en binnen de organisatie van de productiemaatschappij beleidsmatig, bedrijfsmatig en inhoudelijk eindverantwoordelijk is.

  • 10 Professionele productie: films met een productiebudget van minimaal € 10.000,00.

  • 11 (Assistent)sleutelposities: posities (of assistent posities) op het gebied van regie, opnameleiding, art-direction, muziek en montage, uitvoerende productie, productieleiding, script-continuïteit en posities (of assistent posities) als scenarioschrijver, scriptcoach, geluidsman en cameraman.

Artikel 2 Doelstelling/doel van de regeling

Stimuleren van het produceren van films in de provincie Limburg en het stimuleren van een levendig filmklimaat. Onderliggende doelstellingen zijn het stimuleren van de economie (werkgelegenheid), het versterken van de cultuur (talentontwikkeling, artistieke kwaliteit) en het vergroten van de branding (Limburg promotie) van Nederlands Limburg.

Artikel 3 Europese regelgeving

  • 1 Deze nadere regels zijn gebaseerd op Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014, waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard (hierna: de algemene groepsvrijstellingsverordening). Subsidies worden verstrekt conform de algemene en procedurele bepalingen in Hoofdstuk I en II en artikel 54 (Steun voor audiovisuele werken) uit Hoofdstuk III uit de algemene groepsvrijstellingsverordening.

  • 2 Conform artikel 1, lid 4 sub a) en b) van de algemene groepsvrijstellingsverordening wordt betaling uitgesloten van steun aan een onderneming ten aanzien waarvan er een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Commissie waarbij steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard.

  • 3 Conform artikel 1 lid 4 sub c) van de algemene groepsvrijstellingsverordening wordt geen steun toegekend aan ondernemingen in moeilijkheden.

  • 4 Uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van de algemene groepsvrijstellingsverordening zal worden voldaan aan de publicatie bepalingen van artikel 9 van deze verordening.

  • 5 Bij subsidieverstrekking worden de cumulatiebepalingen uit artikel 8 van de vrijstellingsverordening in acht genomen. Dit houdt in dat alle voor een bepaald project verleende staatssteun bij elkaar opgeteld dient te worden om zo het totale steunbedrag te bepalen (cumulatie). Hierdoor kan nagegaan worden of voldaan is aan de maximale steunintensiteit uit artikel 54.

  • 6 Toepassing van deze nadere regels mag in geen enkel geval leiden tot strijd met de in het eerste lid van dit artikel genoemde verordening. Derhalve dienen de bepalingen in deze nadere regels strikt te worden toegepast.

Hoofdstuk 2 Criteria

Artikel 4 Algemene subsidiecriteria

  • 1 De subsidie dient een stimulerend effect te hebben. De subsidie wordt geacht een stimulerend effect te hebben wanneer de begunstigde vóórdat de werkzaamheden aan het project of de activiteiten zijn begonnen, een aanvraag voor subsidie voor het betreffende project/de activiteiten bij Gedeputeerde Staten heeft ingediend.

  • 2 De productie van de film dient binnen 1 jaar na subsidieverlening van start te gaan.

  • 3 Minimaal 100% van de subsidie vanuit deze regeling wordt in de regio Nederlands-Limburg besteed.

Artikel 5 Afwijzingsgronden

In aanvulling op artikel 17 van de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v., wordt de subsidieaanvraag afgewezen indien:

  • a.

    het project niet aansluit bij de doelstelling van deze nadere subsidieregels zoals gesteld in artikel 2;

  • b.

    de subsidieaanvraag niet is ingediend door de aanvrager zoals vastgelegd in de bijlagen;

  • c.

    niet wordt voldaan aan de algemene subsidiecriteria in artikel 4;

  • d.

    niet wordt voldaan aan de criteria zoals omschreven in de betreffende bijlage;

  • e.

    de aanvraag op basis van de criteria van bijlage 1 een score van 15 of minder behaalt en/of op basis van de criteria van bijlage 2 een score van 11 of minder behaalt;

  • f.

    de aanvraag op basis van de criteria van bijlage 1 wel aan de score van 15 voldoet resp. op basis van de criteria van bijlage 2 aan de score van 11 voldoet, maar toch niet bij de 5 hoogst scorende van bijlage 1 resp. de 10 hoogst scorende van bijlage 2 behoort.

  • g.

    de Provincie Limburg dezelfde activiteit/project al op een andere wijze subsidieert en/of financiert, met uitzondering van bijdragen van het Prins Bernard Cultuurfonds Limburg en/of het Cultuurparticipatiefonds Limburg. Bijdragen ontvangen van het Huis voor de Kunsten Limburg, in het kader van de Motie Volkscultuur of in de vorm van een projectbijdrage, worden hierbij beschouwd als subsidiering/financiering door de Provincie Limburg;

  • h.

    het project niet voldoet aan de voorwaarden in de algemene groepsvrijstellingsverordening.

  • i.

    de subsidieaanvraag betrekking heeft op activiteiten die gericht zijn op de continuïteit van een onderneming/instelling;

  • j.

    de subsidieaanvraag niet is ontvangen binnen de periode zoals gesteld in artikel 8;

  • k.

    aanvrager in hetzelfde jaar en/of voorafgaande jaar al een subsidie heeft ontvangen binnen bijlage 1 en/of 2 van deze subsidieregels of subsidieaanvrager een bijdrage in het kader van de Nadere subsidieregels pilot Filmfonds Limburg heeft ontvangen;

  • l.

    het project een pornografische productie is;

  • m.

    het project racistisch, discriminerend, beledigend, aanstootgevend, seksueel intimiderend is of anderszins met de wet strijdig materiaal bevat en/of aanzet tot haat en/of geweld.

  • n.

    de Provinciale Adviescommissie Film aan Gedeputeerde Staten adviseert het project niet te subsidiëren.

Hoofdstuk 3 Financiële aspecten

Artikel 6 Subsidieplafond

  • 1. Gedeputeerde Staten stellen de subsidieplafonds van deze nadere subsidieregels per bijlage jaarlijks vast.

  • 2. Voor de verdeling van de subsidieplafonds wordt de volgende systematiek gehanteerd:

    • a.

      Op basis van de ingediende aanvraag worden de punten per specifiek criterium toegekend.

    • b.

      De behaalde punten per specifiek criterium worden bij elkaar opgeteld tot een totaal score.

    • c.

      Voornoemde puntenberekening is een eerste ambtelijke analyse om te beoordelen of de aanvraag voldoende raakvlak heeft met Limburg en daardoor in aanmerking komt voor doorgeleiding naar de Provinciale Adviescommissie Film (PAF). De vijf hoogst scorende aanvragen onder bijlage 1 en de tien hoogst scorende aanvragen onder bijlage 2 worden voorgelegd aan de Provinciale Adviescommissie Film. De commissie zal deze aanvragen vervolgens beoordelen op basis van haar deskundigheid ten aanzien van de artistieke kwaliteit en de inhoudelijke en financiële haalbaarheid. De commissie zal op basis van haar beoordeling van de aanvragen aan Gedeputeerde Staten een advies uitbrengen over het al dan niet honoreren van de aanvraag. Gedeputeerde Staten nemen echter het uiteindelijke besluit over het al dan niet honoreren van de aanvraag.

    • d.

      Indien het subsidieplafond niet toereikend is om alle aanvragen die op basis van het advies van de Provinciale Adviescommissie Film in aanmerking komen voor subsidie te honoreren, dient de PAF de volgorde van honorering van de aanvragen aan te geven.

Hoofdstuk 4 Aanvraagprocedure

Artikel 7 Indienen aanvraag

  • 1 Een subsidieaanvraag kan uitsluitend worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met gebruikmaking van het aanvraagformulier dat geplaatst is op de website van de Provincie Limburg: www.limburg.nl/subsidies > actuele subsidieregelingen.

  • 2 De aanvraag dient een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend standaard aanvraagformulier te bevatten en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven in het formulier en dient te worden verzonden naar het op het formulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht).

Artikel 8 Termijn voor indienen aanvraag

  • 1 Subsidieaanvragen kunnen in vier tranches (tenders) worden ingediend:

    • a.

      Een subsidieaanvraag kan in 2016 vanaf 1 maart 2016 worden ingediend en dient uiterlijk 2 mei 2016 compleet te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.

    • b.

      Een subsidieaanvraag kan in 2017 vanaf 1 maart 2017 worden ingediend en dient uiterlijk 1 mei 2017 compleet te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.

    • c.

      Een subsidieaanvraag kan in 2018 vanaf 1 maart 2018 worden ingediend en dient uiterlijk 1 mei 2018 compleet te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.

    • d.

      Een subsidieaanvraag kan in 2019 vanaf 4 maart 2019 worden ingediend en dient uiterlijk 4 mei 2019 compleet te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten.

  • 2 Voor de datum van ontvangst is de datum van de ontvangststempel van de Provincie Limburg bepalend.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 9 Adviescommissie

De vijf hoogst scorende aanvragen onder bijlage 1 en de tien hoogst scorende aanvragen onder bijlage 2 worden voorgelegd aan de Provinciale Adviescommissie Film. De commissie zal deze aanvragen beoordelen op basis van haar deskundigheid ten aanzien van de artistieke kwaliteit en de inhoudelijke en financiële haalbaarheid. Vervolgens zal de commissie aan Gedeputeerde Staten een advies uitbrengen over het al dan niet honoreren van de aanvraag. Gedeputeerde Staten beslissen uiteindelijk op de aanvraag.

Artikel 10 Overgangsrecht

  • 1 De ‘Nadere subsidieregels Pilot ‘Filmfonds Limburg’ worden bij inwerkingtreding van deze Nadere subsidieregels ingetrokken

  • 2 Voor subsidiebesluiten die zijn genomen vóór de inwerkingtreding van de Nadere subsidieregels Film blijven de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg en de daarop gebaseerde ‘Nadere subsidieregels Pilot ‘Filmfonds Limburg’ van toepassing, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

Artikel 11 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel

  • 1.

    Deze Nadere subsidieregels treden in werking met ingang van de dag na de dag van publicatie in het Provinciaal Blad.

  • 2.

    Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 1 januari 2020 met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ingediend en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.

  • 3.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Nadere subsidieregels Film”.

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 3 november 2015 Gedeputeerde Staten voornoemd

Ondertekening

de voorzitter, dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens
secretaris dhr. mr. A.C.J.M. de Kroon
 

Algemene toelichting tendersystematiek Als er voor een subsidie een subsidieplafond wordt vastgesteld, dient er ook een verdelingssysteem te worden vastgesteld. Vaak worden subsidies verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst. Bij een tendersysteem gebeurt dit niet. Een tendersysteem kenmerkt zich door het gegeven dat aanvragen binnen een bepaalde periode moeten worden ingediend. Na afloop van deze periode worden de aanvragen beoordeeld en vervolgens met elkaar vergeleken. De beoordeling gebeurt op basis van criteria(aansluitend bij de doelstelling) en daaraan gekoppelde wegingsfactoren. De criteria en bijbehorende wegingsfactoren zijn bekend voordat de aanvrager zijn project indient. Op deze manier is het voor de aanvrager duidelijk op welke criteria de aanvragen vergeleken en beoordeeld worden. In een procedure, zoals deze bij de tendersystematiek wordt gehanteerd, is er geen ruimte om in individuele gevallen uitzonderingen toe te staan. Elke aanvraag wordt gelijk behandeld.

 

Bijlage 1

Bijlage 1 Filmproducties

Sluit aan bij onderdeel

Programma 2.2. Cultuur

Programmalijn 2.2.1. Cultuur

Activiteit

Het produceren van lange films met een (inter)nationale bioscoopuitbreng.

Aanvrager

Rechtspersoon die verbonden is met/werkzaam is in de filmindustrie.

Specifieke subsidiecriteria

Het project dient een bijdrage te leveren aan (één van) de volgende onderdelen:

1.De film heeft een sterk distributie potentieel door de betrokkenheid van een (inter)nationale distributeur;

2.Het verhaal en/of de karakters van de film hebben een Nederlands-Limburgse origine;

3.Nederlandse-Limburgse locaties gebruikt in de film worden ook gepresenteerd als zijnde Limburg;

4.Ten minste één lid van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur van het boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie heeft een Nederlands-Limburgse connectie (geboren, woonachtig of gestudeerd in Nederlands-Limburg);

5.In de filmproductie wordt gesproken in de Nederlandse taal of in het Limburgse dialect;

 

6(Assistent)sleutelposities op de set worden vervuld door in Nederlands-Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals (naast de kernteamleden); 

7. Er worden stageplekken ingevuld door studenten die in Nederlands-Limburg een opleiding volgen;

8.Een deel van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.

Subsidiabele kosten

Subsidiabel zijn:

-subsidiepercentage/bedrag

a)voor de productie: de totale kosten van de filmproductie, met inbegrip van de kosten om de toegankelijkheid voor mensen met een handicap te verbeteren;

b)voor de pre-productie: de kosten van het schrijven van scenario’s en de ontwikkeling van de filmproductie;

c)voor de distributie: de kosten van de distributie en promotie van de filmproductie.

De hoogte van een subsidie voor een filmproductie is maximaal

50% van de subsidiabele kosten en bedraagt maximaal €

100.000,00. Binnen deze bijlage wordt per jaar slechts één aanvraag gehonoreerd.

Niet-subsidiabele kosten

Aanvullend op de bepalingen in de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. zijn de kosten voor de aanschaf van materiaal niet subsidiabel.

Beoordeling door middel van tendersystematiek

Om te bepalen welke aanvraag in het kader van deze bijlage wordt gehonoreerd, wordt de volgende beoordelingsprocedure gehanteerd.

1.De wijze van beoordeling van de specifieke criteria geschiedt conform de indicatoren en bijbehorende puntenberekening welke te vinden is in bijgevoegde schema “Beoordelingsschema Bijlage 1”.

2.De aanvragen worden gerangschikt op volgorde van het aantal punten. Daarbij wordt de volgende systematiek gehanteerd:

a.Op basis van de ingediende aanvraag worden de punten per criterium toegekend.

b.De behaalde punten per criterium worden bij elkaar opgeteld tot een totaal score.

3.Op basis van de in de tendersystematiek behaalde totaalscore zullen de vijf hoogst scorende aanvragen voor advies worden voorgelegd aan de Provinciale Adviescommissie Film.

4. De Provinciale Adviescommissie Film beoordeelt de voorgelegde aanvragen op basis van haar deskundigheid ten aanzien van de artistieke kwaliteit en de inhoudelijke en financiële haalbaarheid. De commissie zal op basis van haar beoordeling van de aanvragen aan Gedeputeerde Staten een advies uitbrengen over het al dan niet honoreren van één van deze aanvragen binnen deze bijlage. Indien er slechts 1 aanvraag wordt ingediend zal de commissie aan Gedeputeerde Staten een advies uitbrengen over het al dan niet honoreren van de aanvraag.

5. Gedeputeerde Staten nemen het uiteindelijke besluit over het al dan niet honoreren van de aanvraag.

Beoordelingsschema Bijlage 1

  • 1.

    De film heeft een sterk distributie potentieel door de betrokkenheid van een (inter)nationale distributeur:

WAARDERING

PUNT

TOELICHTING

Voldoende

1

De film heeft een sterk distributie potentieel door de betrokkenheid van een (inter)nationale distributeur.

Onvoldoende

0

Er is geen sprake van betrokkenheid van een (inter)nationale distributeur waardoor het distributie potentieel zwak is.

  • 1.

    Het verhaal en/of de karakters van de film hebben een Nederlands-Limburgse origine:

WAARDERING

PUNT

TOELICHTING

Goed

2

Zowel het verhaal als de karakters hebben een Nederlands-Limburgse origine.

Voldoende

1

Het verhaal of de karakters hebben een Nederlands-Limburgse origine.

Onvoldoende

0

Het verhaal en karakters hebben geen Nederlands-Limburgse origine.

  • 1.

    Nederlandse-Limburgse locaties gebruikt in de film worden ook gepresenteerd als zijnde Limburg:

WAARDERING

PUNT

TOELICHTING

Zeer goed

4

Er worden uitsluitend Nederlands-Limburgse locaties gebruikt en deze worden ook als zodanig gepresenteerd.

Goed

3

Er worden Nederlands-Limburgse locaties gebruikt in de film en hoewel niet alle locaties zich in Nederlands-Limburg bevinden, worden wel alle locaties als zijnde NederlandsLimburgs gepresenteerd.

Ruim voldoende

2

Er worden Nederlandse-Limburgse locaties gebruikt in de film en deze worden ook gepresenteerd als zijnde Nederlands-Limburg.

Voldoende

1

Er worden geen Nederlands-Limburgse locaties gebruikt in de film, maar locaties in de film worden wel als zodanig gepresenteerd.

Onvoldoende

0

Er worden geen Nederlands-Limburgse locaties gebruikt in de film.

  • 1.

    Ten minste één lid van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur vanhet boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie heeft een Nederlands-Limburgse connectie (geboren, woonachtig of gestudeerd in Nederlands-Limburg):

WAARDERING PUNT TOELICHTING

Zeer goed

4

Zes of meer leden van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur van het boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie hebben een Nederlands-Limburgse connectie (geboren, woonachtig of gestudeerd in Nederlands-Limburg).

Goed

3

Vier of vijf leden van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur van het boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie hebben een Nederlands-Limburgse connectie (geboren, woonachtig of gestudeerd in Nederlands-Limburg).

Ruim voldoende

2

Twee of drie leden van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur van het boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie hebben een Nederlands-Limburgse connectie (geboren, woonachtig of gestudeerd in Nederlands-Limburg).

Voldoende

1

Één lid van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur van het boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie heeft een Nederlands-Limburgse connectie (geboren, woonachtig of gestudeerd in Nederlands-Limburg).

Onvoldoende

0

Geen enkel lid van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur van het boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie heeft een Nederlands-Limburgse connectie (geboren, woonachtig of gestudeerd in Nederlands-Limburg).

  • 1.

    In de filmproductie wordt gesproken in de Nederlandse taal en/of in het Limburgse dialect:

WAARDERING

PUNT

TOELICHTING

Goed

3

In de film wordt hoofdzakelijk het Limburgs dialect gesproken.

Ruim voldoende

2

In de film wordt hoofdzakelijk de Nederlandse taal gesproken.

Voldoende

1

In de film wordt hoofdzakelijk een andere taal gesproken maar wordt ook de Nederlandse taal en/of het Limburgs dialect gesproken.

Onvoldoende

0

In de film wordt niet gesproken in de Nederlandse taal en/of in het Limburgs dialect.

  • 1.

    (Assistent)sleutelposities op de set worden vervuld door in Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals (naast de kernteamleden):

WAARDERING

PUNT

TOELICHTING

Zeer goed

4

Er worden minimaal 8 sleutelposities op de set vervuld door in Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals (naast de kernteamleden).

Goed

3

Er worden minimaal 5 sleutelposities op de set vervuld door in Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals (naast de kernteamleden).

Ruim voldoende

2

Er worden minimaal 3 sleutelposities op de set vervuld door een in Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals (naast de kernteamleden).

Voldoende

1

Er wordt minimaal één assistentsleutelpositie op de set vervuld door een in Limburg wonende en werkende (beginnende) professional (naast de kernteamleden).

Onvoldoende

0

Er worden geen (assistent)sleutelposities op de set vervuld door in Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals (naast de kernteamleden).

  • 1.

    Er worden stageplekken ingevuld door studenten die in Nederlands-Limburg een opleiding volgen. Uit de aanvraag moet het aantal stageplekken met de opleiding en opleidingsplaats blijken:

WAARDERING

PUNT

TOELICHTING

Zeer goed

4

Er worden minimaal 10 stageplekken ingevuld door studenten die in Nederlands-Limburg een opleiding volgen.

Goed

3

Er worden 5 of meer stageplekken ingevuld door studenten die in Nederlands-Limburg een opleiding volgen.

Ruim voldoende

2

Er worden 2 of meer stageplekken ingevuld door studenten die in Nederlands-Limburg een opleiding volgen.

Voldoende

1

Er wordt 1 stageplek ingevuld door een student die in Nederlands-Limburg een opleiding volgt.

Onvoldoende

0

Er worden geen stageplekken ingevuld door studenten die in Nederlands-Limburg een opleiding volgen.

  • 1.

    Een deel van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg:

WAARDERING

PUNT

TOELICHTING

Zeer goed

4

100% van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.

Goed

3

Minimaal 75% van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.

Ruim voldoende

2

Minimaal 40% van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.

Voldoende

1

Minimaal 10% van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.

Onvoldoende

0

Minder dan 10% van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.

 Bijlage 2 Limburgse Talentontwikkeling

Sluit aan bij onderdeel

Programma 2.2. Cultuur

Programmalijn 2.2.1. Cultuur

Activiteit

Het produceren van korte of lange films.

Aanvrager

a. rechtspersoon die verbonden is met/werkzaam is in de filmindustrie en is gevestigd in Limburg;

 

b. natuurlijke persoon die verbonden is met/werkzaam is in de filmindustrie en is gevestigd in Limburg.

Algemeen subsidiecriterium

  • 1.

    Aanvragers voor korte films hebben maximaal 5 professioneleproducties gemaakt.

  • 2.

    Aanvragers voor lange films hebben minimaal 3 professioneleproducties gemaakt.

Specifieke subsidiecriteria

Het project dient een bijdrage te leveren aan (één van) de volgende onderdelen:

  • 1.

    De film heeft een sterk distributie potentieel door de betrokkenheid van een (inter)nationale distributeur en/of de gegarandeerde uitzending van de productie door een nationale of regionale omroep en/of een meermaalse vertoning van de productie in een Limburgs filmhuis;

  • 2.

    Het verhaal of de karakters van de film hebben een NederlandsLimburgse origine;

  • 3.

    Nederlandse-Limburgse locaties gebruikt in de film worden ookgepresenteerd als zijnde Limburg;

  • 4.

    Ten minste 2 leden van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur van het boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie hebben een Nederlands-Limburgse connectie (woonachtig of werkend (vestigingsplaats) in Nederlands-Limburg);

  • 5.

    Sleutelposities op de set worden vervuld door in Nederlands-Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals (inclusief leden kernteam);

  • 6.

    Er worden stageplekken ingevuld door studenten die in Nederlands-Limburg een opleiding volgen;

  • 7.

    Een deel van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.

Subsidiabele kosten

Subsidiabel zijn:

-subsidiepercentage/bedrag

  • 1.

    voor de productie: de totale kosten van de filmproductie, metinbegrip van de kosten om de toegankelijkheid voor mensen met een handicap te verbeteren;

  • 2.

    voor de pre-productie: de kosten van het schrijven van scenario’sen de ontwikkeling van de filmproductie;

  • 3.

    voor de distributie: de kosten van de distributie en promotie vande filmproductie.

De hoogte van een subsidie voor een korte film is maximaal 50% van de subsidiabele kosten en bedraagt maximaal € 20.000,00. De hoogte van een subsidie voor een lange film is maximaal 35% van de subsidiabele kosten en bedraagt maximaal € 50.000,00.

Niet-subsidiabele kosten

Aanvullend op de bepalingen in de Algemene Subsidieverordening Provincie Limburg 2017 e.v. zijn de kosten voor de aanschaf van materiaal niet subsidiabel.

Beoordeling door middel van tendersystematiek

  • 1.

    De wijze van beoordeling van de specifieke criteria geschiedtconform de indicatoren en bijbehorende puntenberekening welke te vinden is in bijgevoegde schema “Beoordelingsschema Bijlage 2”.

  • 2.

    De aanvragen worden gerangschikt op volgorde van het aantalpunten. Daarbij wordt de volgende systematiek gehanteerd:

a. Op basis van de ingediende aanvraag worden de punten per criterium toegekend.

b .De behaalde punten per criterium worden bij elkaar opgeteld tot een totaal score.

  • 1.

    Op basis van de in de tendersystematiek behaalde totaalscorezullen de tien hoogst scorende aanvragen voor advies worden voorgelegd aan de Provinciale Adviescommissie Film.

  • 2.

    De Provinciale Adviescommissie Film beoordeelt de voorgelegde aanvragen op basis van haar deskundigheid ten aanzien van de artistieke kwaliteit en de inhoudelijke en financiële haalbaarheid. De commissie zal op basis van haar beoordeling van de aanvragen aan Gedeputeerde Staten een advies uitbrengen over het al dan niet honoreren van een aanvraag binnen deze bijlage.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten nemen het uiteindelijke besluit over het al dan niet honoreren van een aanvraag.

Beoordelingsschema  Bijlage 2

  • 1.

    De film heeft een sterk distributie potentieel door de betrokkenheid van een (inter)nationale distributeuren/of de gegarandeerde uitzending van de productie door een nationale of regionale omroep en/of een meermaalse vertoning van de productie in een Limburgs filmhuis:

WAARDERING

PUNT

TOELICHTING

Voldoende

1

De film heeft een sterk distributie potentieel door de betrokkenheid van een (inter)nationale distributeur en/of de gegarandeerde uitzending van de productie door een nationale of regionale omroep en/of een meermaalse vertoning van de productie in een Limburgs filmhuis.

Onvoldoende

0

Er is geen sprake van betrokkenheid van een (inter)nationale distributeur en/of de gegarandeerde uitzending van de productie door een nationale of regionale omroep en/of een meermaalse vertoning van de productie in een Limburgs filmhuis, waardoor het distributie potentieel zwak is.

  • 1.

    Het verhaal en/of de karakters van de film hebben een Nederlands-Limburgse origine:

WAARDERING PUNT TOELICHTING

Goed

2

Zowel het verhaal als de karakters hebben een Nederlands-Limburgse origine.

Voldoende

1

Het verhaal of de karakters hebben een Nederlands-Limburgse origine.

Onvoldoende

0

Het verhaal en karakters hebben geen Nederlands-Limburgse origine.

  • 1.

    Nederlandse-Limburgse locaties gebruikt in de film worden ook gepresenteerd als zijnde Limburg:

WAARDERING

PUNT

TOELICHTING

Zeer goed

4

Er worden uitsluitend Nederlands-Limburgse locaties gebruikt en deze worden ook als zodanig gepresenteerd.

Goed

3

Er worden Nederlands-Limburgse locaties gebruikt in de film en hoewel niet alle locaties zich in Nederlands-Limburg bevinden, worden wel alle locaties als zijnde NederlandsLimburgs gepresenteerd.

Ruim voldoende

2

Er worden Nederlandse-Limburgse locaties gebruikt in de film en deze worden ook gepresenteerd als zijnde Nederlands-Limburg.

Voldoende

1

Er worden geen Nederlands-Limburgse locaties gebruikt in de film, maar locaties in de film worden wel als zodanig gepresenteerd.

Onvoldoende

0

Er worden geen Nederlands-Limburgse locaties gebruikt in de film.

  • 1.

    Ten minste 2 leden van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur vanhet boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie hebben een Nederlands-Limburgse connectie (woonachtig of werkend (vestigingsplaats) in Nederlands-Limburg:

WAARDERING

PUNT

TOELICHTING

Goed

3

Ten minste 6 leden van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur van het boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie hebben een Nederlands-Limburgse connectie (woonachtig of werkend (vestigingsplaats) in Nederlands-Limburg).

Ruim voldoende

2

Ten minste 4 leden van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur van het boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie hebben een Nederlands-Limburgse connectie (woonachtig of werkend (vestigingsplaats) in Nederlands-Limburg).

Voldoende

1

Ten minste 2 leden van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur van het boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie hebben een Nederlands-Limburgse connectie (woonachtig of werkend (vestigingsplaats) in Nederlands-Limburg).

Onvoldoende

0

Minder dan 2 leden van het kernteam (regisseur, initiërende producent, scriptschrijver, auteur van het boek of onderliggend werk, componist, director of photography) van de filmproductie hebben een Nederlands-Limburgse connectie (woonachtig of werkend (vestigingsplaats) in Nederlands-Limburg).

  • 1.

    In de filmproductie wordt gesproken in de Nederlandse taal en/of in het Limburgse dialect:

WAARDERING

PUNT

TOELICHTING

Goed

3

In de film wordt hoofdzakelijk het Limburgs dialect gesproken.

Ruim voldoende

2

In de film wordt hoofdzakelijk de Nederlandse taal gesproken.

Voldoende

1

In de film wordt hoofdzakelijk een andere taal gesproken maar wordt ook de Nederlandse taal en/of het Limburgs dialect gesproken.

Onvoldoende

0

In de film wordt niet gesproken in de Nederlandse taal en/of in het Limburgs dialect.

  • 1.

    Sleutelposities op de set worden vervuld door in Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals (inclusief leden kernteam):

WAARDERING

PUNT

TOELICHTING

Zeer goed

4

Er worden minimaal 8 sleutelposities op de set vervuld door in Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals (inclusief leden kernteam).

Goed

3

Er worden minimaal 5 sleutelposities op de set vervuld door in Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals (inclusief leden kernteam).

Ruim voldoende

2

Er worden minimaal 3 sleutelposities op de set vervuld door een in Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals (inclusief leden kernteam).

Voldoende

1

Er wordt minimaal één sleutelpositie op de set vervuld door een in Limburg wonende en werkende (beginnende) professional (inclusief leden kernteam).

Onvoldoende

0

Er worden geen sleutelposities op de set vervuld door in Limburg wonende en werkende (beginnende) professionals.

  • 1.

    Er worden stageplekken geboden aan studenten die in Nederlands-Limburg een opleiding volgen:

WAARDERING

PUNT

TOELICHTING

Zeer goed

4

Er worden minimaal 10 stageplekken geboden aan studenten die in Nederlands-Limburg een opleiding volgen.

Goed

3

Er worden 5 of meer stageplekken geboden aan studenten die in Nederlands-Limburg een opleiding volgen.

Ruim voldoende

2

Er worden 2 of meer stageplekken geboden aan studenten die in Nederlands-Limburg een opleiding volgen.

Voldoende

1

Er wordt 1 stageplek geboden aan een student die in Nederlands-Limburg een opleiding volgt.

Onvoldoende

0

Er worden geen stageplekken geboden aan studenten die in Nederlands-Limburg een opleiding volgen.

  • 1.

    Een deel van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg:

WAARDERING PUNT TOELICHTING

Zeer goed 4 100% van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.

Goed 3 Minimaal 75% van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.

Ruim voldoende 2 Minimaal 40% van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.

Voldoende 1 Minimaal 10% van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.

Onvoldoende 0 Minder dan 10% van de draaidagen vindt plaats in de provincie Nederlands Limburg.

Toelichting

Algemene toelichting tendersystematiek

Als er voor een subsidie een subsidieplafond wordt vastgesteld, dient er ook een verdelingssysteem te worden vastgesteld. Vaak worden subsidies verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst. Bij een tendersysteem gebeurt dit niet. Een tendersysteem kenmerkt zich door het gegeven dat aanvragen binnen een bepaalde periode moeten worden ingediend. Na afloop van deze periode worden de aanvragen beoordeeld en vervolgens met elkaar vergeleken. De beoordeling gebeurt op basis van criteria(aansluitend bij de doelstelling) en daaraan gekoppelde wegingsfactoren. De criteria en bijbehorende wegingsfactoren zijn bekend voordat de aanvrager zijn project indient. Op deze manier is het voor de aanvrager duidelijk op welke criteria de aanvragen vergeleken en beoordeeld worden.

In een procedure, zoals deze bij de tendersystematiek wordt gehanteerd, is er geen ruimte om in individuele gevallen uitzonderingen toe te staan. Elke aanvraag wordt gelijk behandeld.

Adviescommissie Film richt zich ten behoeve van haar artistieke en inhoudelijke beoordeling o.a. op de navolgende hoofdpunten uit de aanvraag: inhoud, haalbaarheid creatief en financieel, ervaring, Limburgse connectie, en financiële opzet en haalbaarheid (o.a. goed werkgeverschap).

 

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten, gehouden op 3 november 2015

Gedeputeerde Staten voornoemd de voorzitter, dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens secretaris

dhr. mr. A.C.J.M. de Kroon