Tweede wijziging Beleid artikel 13b Opiumwet gemeente Heusden

Geldend van 01-06-2015 t/m heden

Intitulé

Tweede wijziging Beleid artikel 13b Opiumwet gemeente Heusden

Inleiding

Op 23 oktober 2012 stelde de burgemeester van Heusden het Beleid artikel 13b Opiumwet gemeenteHeusden vast, aangevuld / gewijzigd bij besluit van 26 november 2013. Daarin staat hoe de burgemeester van Heusden omgaat met zijn bevoegdheid ex artikel 13b Opiumwet om lokalen en woningen te sluiten vanwege 'drugshandel'. Met deze wijziging wordt ingespeeld op maatschappelijke ontwikkelingen en de bestaande praktijk. De wijziging ziet vooral op de aanpak van drugshandel vanuit woningen.

Aanleiding wijziging beleid ten aanzien van woningen

Binnen de gemeente Heusden vindt het gros van de overtredingen van de Opiumwet plaats vanuit woningen.

In het verleden betrof het vooral sociale huurwoningen. De woningbouwcorporatie hanteerde, en hanteert een strikt beleid. Dit beleid is gestoeld op het huurcontract. Bij overtreding van de Opiumwet ontbindt de woningbouwcorporatie de huurovereenkomst. Dit beleid is succesvol gebleken.

Er is echter een verschuiving zichtbaar van sociale huurwoningen naar ‘particuliere’ woningen. Daarnaast heeft de drugshandel vanuit woningen een professionalisering doorgemaakt, zowel qua organisatie, omvang en inrichting. Daarbij worden vaak risico’s genomen, met overlast en/of gevaar voor de bewoner(s) van de woning, voor omwonenden en voor de omgeving tot gevolg.

Van een waarschuwing op een eerste overtreding gaat onvoldoende preventieve werking uit en het werkt calculerend gedrag van overtreders in de hand. Deze handelwijze biedt daarom onvoldoende slagkracht om drugshandel vanuit ‘particuliere’ woningen tegen te gaan. Om daadkrachtiger op te kunnen treden, wordt nu het uitgangspunt gehanteerd dat ook woningen bij een eerste overtreding worden gesloten.

Sluiting woningen

De burgemeester is op grond van artikel 13b Opiumwet bevoegd een last onder bestuursdwang op te leggen (sluiting), indien sprake is van een overtreding van de Opiumwet. Dit laatste houdt in, dat in een woning of op het daarbij behorende erf, een middel als bedoeld in lijst I of II Opiumwet moet zijn verkocht, afgeleverd, verstrekt of daartoe aanwezig moet zijn geweest (lees: drugshandel).

In dit beleid wordt onder woning verstaan een voor bewoning gebruikte ruimte, blijkend uit de Basisregistratie Personen (BRP), daaronder ook begrepen stacaravans, woonwagens en dergelijke. Een persoon die incidenteel op een adres verblijft en niet op het adres staat ingeschreven in de BRP, wordt niet als bewoner aangemerkt.

Dit beleid is van toepassing op woningen die eigendom zijn van private (rechts-)personen, met uitzondering van woningen van woningbouwcorporaties. Gelet op de doeltreffende aanpak van de woningcorporaties binnen de gemeente bij overtreding van de Opiumwet, is bestuurlijk ingrijpen bij woningen van woningcorporaties niet noodzakelijk.

Gelet op de impact die het sluiten van een woning heeft voor de bewoner(s) en het recht op eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven (artikel 8 Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens), wordt rekening gehouden met de ernst van het feit. Bij minder ernstige feiten zal bij een eerste overtreding niet worden overgegaan tot sluiting van de woning, maar volgt een waarschuwing. Verder zal aan de bewoner(s) een termijn worden geboden van in beginsel 6 weken, alvorens de woning wordt gesloten. Deze termijn kan worden aangewend om te voorzien in alternatieve verblijfsruimte voor de periode van sluiting.

A.Minder ernstige feiten : Verkoop / aflevering/ verstrekking dan wel de aanwezigheid van een kleine hoeveelheid drugs in een woning en/ of op het bijbehorende erf.

Met een kleine hoeveelheid drugs wordt hier bedoeld hennep (-producten) vermeld op Lijst II Opiumwet voor zover het betreft een hoeveelheid van minder dan 30 gram, of niet meer dan 20 hennepplanten. Middelen vermeld op lijst I Opiumwet worden niet aangemerkt als kleine hoeveelheid maar als meer dan een kleine hoeveelheid drugs.

Als wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 13b Opiumwet en sprake is van verkoop/aflevering/verstrekking, dan wel aanwezigheid van een kleine hoeveelheid drugs in een woning en/of op het daarbij behorende erf, volgt:

  • -

    bij een eerste overtreding een schriftelijke waarschuwing (LET WEL! Verzwarende omstandigheden, kunnen aanleiding zijn om hiervan af te wijken en direct over te gaan tot sluiting van de woning voor drie maanden);

  • -

    bij een tweede overtreding, binnen 5 jaar na de eerste overtreding, sluiting voor een periode van 3 maanden, of 6 maanden als bij de eerste overtreding tot sluiting is overgegaan;

  • -

    bij een derde overtreding binnen 5 jaar, sluiting voor een periode van 12 maanden;

  • -

    bij een vierde overtreding binnen 5 jaar, sluiting voor onbepaalde tijd (eventueel met inzet van artikel 14 Woningwet).

De belangrijkste feiten en omstandigheden die kunnen worden aangemerkt als verzwarende omstandigheden, zoals hiervoor bedoeld, zijn:

  • -

    signalen die duiden op beroeps- of bedrijfsmatigheid, zoals de aanwezigheid van verpakkingsmateriaal, weegschalen, grote geld sommen, assimilatielampen, capaciteit van de kwekerij, vermoeden van eerdere oogsten etc.;

  • -

    er is sprake van gewelds- of andere openbare orde delicten;

  • -

    er is sprake van verboden wapenbezit als bedoeld in de Wet Wapens en Munitie;

  • -

    er is een vermoeden van betrokkenheid van de bewoner(s)/betrokkene(n);

  • -

    er is een vermoeden dat de bewoner(s)/betrokkene(n) verkeert/verkeren in kringen van personen met antecedenten t.a.v. de Opiumwet en/of de Wet Wapens en Munitie en/of antecedenten op het gebied van geweld tegen personen of zaken, bedreiging of diefstal en dergelijke;

  • -

    er is sprake van recidive daaronder in ieder geval begrepen eerdere overtredingen van de Opiumwet en/of eerdere sluiting van eigendommen op grond van artikel 13b Opiumwet;

  • -

    er is sprake van een combinatie van middelen als bedoeld op Lijst I en II Opiumwet;

  • -

    de mate van gevaarzetting en de risico’s voor de bewoners, omwonenden en/of de omgeving;

  • -

    de mate van overlast;

  • -

    de aannemelijkheid dat de woning niet overeenkomstig de woonfunctie wordt gebruikt;

  • -

    de aannemelijkheid dat naast de woning en het bijbehorende erf, nog een of meer andere locaties betrokken zijn bij de drugshandel;

  • -

    overige feiten en/of omstandigheden die duiden op drugshandel in georganiseerd verband.

Deze opsomming heeft een alternatief en geen cumulatief karakter, en is indicatief en niet restrictief.

B.Verkoop / aflevering / verstrekking dan wel de aanwezigheid van meer dan een kleine hoeveelheid drugs in een woning en/ of op het bijbehorende erf.

Als wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 13b Opiumwet en sprake is van verkoop (aflevering, verstrekking), dan wel aanwezigheid van meer dan een kleine hoeveelheid drugs in een woning en/of op het bijbehorende erf, volgt:

  • -

    bij een eerste overtreding, sluiting voor een periode van 3 maanden;

  • -

    bij een tweede overtreding binnen 5 jaar, sluiting voor een periode van 6 maanden;

  • -

    bij een derde overtreding binnen 5 jaar, sluiting voor een periode van 12 maanden;

  • -

    bij een vierde overtreding binnen 5 jaar, sluiting voor onbepaalde tijd (eventueel met inzet van artikel 14 Woningwet).

C. Overgangsbepaling

Voor de toepassing van artikel 13b Opiumwet bij woningen waarvoor onder het voorgaande beleid een waarschuwing is afgegeven voor een eerste overtreding, geldt:

Als wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 13b Opiumwet en sprake is van verkoop/aflevering/verstrekking dan wel aanwezigheid van drugs in de woning en/of op het daarbij behorende erf, volgt:

  • -

    bij een eerste overtreding, binnen 2 jaar na de waarschuwing, sluiting voor een periode van 3 maanden. Uit het oogpunt van rechtszekerheid wordt hier de termijn van de reeds gegeven waarschuwing aangehouden;

  • -

    bij een tweede overtreding, binnen 5 jaar na de waarschuwing, sluiting voor een periode van 12 maanden;

  • -

    bij een derde overtreding binnen 5 jaar na de waarschuwing, sluiting voor onbepaalde tijd (evt. met inzet van artikel 14 Woningwet).

Directe sluiting lokalen

Lokalen, en het daarbij behorende erf, waar drugshandel plaatsvindt, worden direct gesloten door toepassing van bestuursdwang, zonder voorafgaande last (artikel 5:31 Algemene wet bestuursrecht). Er wordt op dit punt geen onderscheid meer gemaakt tussen hard- en softdrugs. Gelet op de professionalisering die de hennepteelt de afgelopen jaren heeft doorgemaakt, de risico’s die daarbij worden genomen en de uitstraling daarvan de op de leefomgeving, is ook bij de handel in softdrugs sprake van een zeer ernstige verstoring van de openbare orde en is directe sluiting gerechtvaardigd.

Plaatsen bord (woningen en lokalen)

Naast de aankondiging van het besluit tot sluiting, wordt op/aan het te sluiten pand een (groot) bord geplaatst/bevestigd met daarop de melding ”gesloten drugspand” of woorden van die strekking. Gelet op het doel van een krachtens artikel 13b Opiumwet opgelegde last tot sluiting en het feit dat een aankondiging daarvan op het pand kan bevorderen dat de loop wordt doorbroken, acht de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State dit middel acceptabel (Uitspraak RvSt 20 augustus 2014, nummer 201402336/1/A3). Hiermee wordt de reeds bestaande praktijk verankerd in het beleid.