GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING DIAMANT-GROEP

Geldend van 20-05-2015 t/m heden

Intitulé

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING DIAMANT-GROEP

De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg ieder voor zover het hen bevoegdheden betreft;

Overwegende dat voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening en andere wetten op het gebied van gesubsidieerde arbeid samenwerking tussen gemeenten noodzakelijk is;

Gelet op de Gemeentewet, de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Wet sociale werkvoorziening;

Besluiten:

Samen te werken in een gemeenschappelijke regeling, en daartoe vast te stellen de navolgende gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningschap Diamant-groep

Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen

Begripsomschrijving

Artikel 1

In deze regeling wordt verslaan onder:

  • a.

    Wsw: de Wet sociale werkvoorziening

  • b.

    de regeling; de gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningschap Diamant-groep;

  • c.

    het openbaar lichaam; het Werkvoorzieningschap Diamant-groep;

  • d.

    de (deelnemende) gemeenten: de gemeenten die deze regeling hebben vastgesteld, te weten Tilburg, Gilze-Rijen, Goirle, Dongen, Hilvarenbeek en Alphen-Chaam;

  • e.

    de raad: de gemeenteraad van Tilburg;

  • f.

    het college: het college van burgemeester en wethouders als bedoeld in artikel 34 Gemeentewet;

  • g.

    Gedeputeerde Staten: het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant;

  • h.

    Diamant-groep: de benaming van het openbaar lichaam zoals onder b. van dit artikel beschreven;

  • i.

    BV 18K: private rechtspersoon die onder anderen personeel in dienst neemt en detacheert naar ondermeer onderdelen van de Diamant-groep.

Instelling Openbaar lichaam

Artikel 2

Er is een openbaar lichaam genaamd Diamant-groep, gevestigd in Tilburg.

Bestuursorganen

Artikel 3

  • 1. Het bestuur van de Diamant-groep bestaat uit het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de Voorzitter.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur bestaat, met inbegrip van de Voorzitter, uit de leden van het Algemeen Bestuur.

Hoofdstuk 2 Belangen, taken en bevoegdheden

Artikel 4

  • 1. De Diamant-groep behartigt de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van sociale werkvoorziening.

  • 2. De Diamant-groep kan de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van andere vormen van gesubsidieerde arbeid anders dan op het gebied van sociale werkvoorziening behartigen.

Artikel 5

  • 1. Ter verwezenlijking van de in artikel 4, eerste lid genoemde gemeenschappelijke belangen is de Diamant-groep door de deelnemende gemeenten conform artikel 2 tweede lid van de Wet sociale werkvoorziening belast met de uitvoering van die wet en van de uit deze wet voortvloeiende uitvoeringsregelingen.

  • 2. De deelnemende gemeenten kunnen de Diamant-groep ter verwezenlijking van de in artikel 4, tweede lid genoemde gemeenschappelijke belangen belasten met de uitvoering van wetten betreffende andere vormen van gesubsidieerde arbeid en uit deze wetgeving voortvloeiende uitvoeringsregelingen, voor zover de wetgeving daartoe de mogelijkheid biedt.

Artikel 6

Voor zover hiervan in deze regeling niet is afgeweken, komen aan de bestuursorganen van de Diamant-groep ter uitvoering van de in artikel 5 eerste lid genoemde taken, de bevoegdheden toe die aan de raden respectievelijk colleges van de deelnemende gemeenten behoren.

Hoofdstuk 3 Het Algemeen Bestuur

Artikel 7 Samenstelling

  • 1.

    Het Algemeen Bestuur bestaat uit zeven leden, waarvan;

    • ·

      Twee leden aangewezen door en uit het college van Tilburg, de voorzitter inbegrepen;

    • ·

      Een lid aangewezen door en uit het college van de gemeente Gilze-Rijen;

    • ·

      Een lid aangewezen door en uit het college van de gemeente Goirle;

    • ·

      Een lid aangewezen door en uit het college van de gemeente Dongen;

    • ·

      Een lid aangewezen door en uit het college van de gemeente Hilvarenbeek;

    • ·

      Een lid aangewezen door en uit hel college van de gemeente Alphen-Chaam;

  • 2.

    De colleges van de gemeenten wijzen uit hun midden, de voorzitter inbegrepen, voor hun leden van het Algemeen Bestuur tevens plaatsvervangende leden aan.

Zittingsduur

Artikel 8

Het lidmaatschap en het plaatsvervangend lidmaatschap van het Algemeen Bestuur eindigt onverminderd het bepaalde in artikel 9 derde lid, op de dag waarop de zittingsperiode van de colleges van de gemeenten afloopt.

Benoeming en ontslag

Artikel 9

  • 1. In de eerste vergadering van de colleges in de nieuwe zittingsperiode, wijzen zij de nieuwe leden en plaatsvervangende leden van het Algemeen Bestuur aan. Aftredende leden en plaatsvervangende leden kunnen opnieuw worden aangewezen.

  • 2. Totdat de colleges in hun opvolging hebben voorzien, blijven de eerder aangewezen leden en plaatsvervangende leden, die op grond van artikel 8 hadden moeten aftreden, als zodanig functioneren.

  • 3. Het college van een gemeente kan de aanwijzing van een door hem aangewezen lid of plaatsvervangend lid van het Algemeen Bestuur te allen tijde intrekken. Hiervan wordt onmiddellijk mededeling gedaan aan de voorzitter van het Algemeen Bestuur.

  • 4. Indien tussentijds een plaats van een lid of plaatsvervangend lid van liet Algemeen Bestuur ter beschikking komt, wijst het betreffende college in zijn eerstvolgende vergadering óf, zo dit niet mogelijk mocht zijn, ten spoedigste een nieuw lid of plaatsvervangend lid aan.

  • 5. In het geval dat het gaat om een tussentijdse ontslagname, stelt het lid of het plaatsvervangend lid de voorzitter van het Algemeen Bestuur en het desbetreffende college hiervan op de hoogte. De tussentijdse ontslagname is onherroepelijk. De leden en plaatsvervangende leden, die tussentijds ontslag hebben genomen, behouden hun lidmaatschap en plaatsvervangend lidmaatschap, totdat onherroepelijk in hun opvolging is voorzien.

  • 6. Elke aanwijzing tot lid of plaatsvervangend lid van het Algemeen Bestuur delen de deelnemende gemeenten binnen 8 dagen na de datum van aanwijzing schriftelijk mede aan de voorzitter van het Algemeen Bestuur.

Artikel 10

  • 1.

    Het Algemeen Bestuur vergadert tenminste twee maal per jaar en verder zo vaak de voorzitter dit bepaalt.

  • 2.

    De vergadering wordt tevens gehouden, wanneer tenminste twee leden van het Algemeen Bestuur dit, onder opgaaf van redenen aan de voorzitter, schriftelijk verlangen.

  • 3.

    De vergaderingen van het Algemeen Bestuur worden in het openbaar gehouden.

  • 4.

    De vergadering vindt doorgang, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is opgekomen.

  • 5.

    De deuren worden gesloten, wanneer tenminste twee leden daarom verzoeken, of de voorzitter het nodig oordeelt.

  • 6.

    Het Algemeen Bestuur beslist vervolgens, of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 7.

    Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar mag worden gemaakt, tenzij het Algemeen Bestuur anders beslist.

  • 8.

    Het Algemeen Bestuur kan met overeenkomstige toepassing van artikel 55 Gemeentewet geheimhouding opleggen omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken.

  • 9.

    In een besloten vergadering van het Algemeen Bestuur kan niet worden beraadslaagd of besloten over:

    • a.

      de vaststelling en wijziging van het beleidsplan en beleidsprogramma, de vaststelling en wijziging van de begroting en de vaststelling van de jaarrekening;

    • b.

      de benoeming en ontslag van de voorzitter en van de leden van het Dagelijks Bestuur.

Reglement van orde

Artikel 11

1.Het Algemeen Bestuur stelt voor zijn vergaderingen een reglement van orde vast, dat aan Gedeputeerde Staten wordt medegedeeld.

Stemming

Artikel 12

  • 1.

    ieder lid van het Algemeen Bestuur brengt een stem uit.

  • 2.

    De twee leden aangewezen door het college van burgemeester en wethouders van Tilburg brengen gezamenlijk een stem uit.

  • 3.

    Een besluit komt tot stand wanneer meer dan de helft van het aantal stemmen die meer dan de helft van het totaal inwoners van de gemeenten die deelnemen in deze gemeenschappelijke regeling vertegenwoordigen, zich voor het voorstel heeft verklaard.

  • 4.

    Bij het slaken der stemmen beslist de stem van de voorzitter.

Oprichten van en deelnemen in rechtspersonen

Artikel 13

  • 1.

    Het Algemeen Bestuur kan ingevolge artikel 2 derde lid van de Wet sociale werkvoorziening besluiten tot oprichting van dan wel deelneming in rechtspersonen ten behoeve van de uitvoering van in de Wet sociale werkvoorziening opgedragen taken.

  • 2.

    Het Algemeen Bestuur kan besluiten tot oprichting van en tot deelneming in rechtspersonen, ter uitvoering van taken die voortvloeien uit andere wetten in het kader van gesubsidieerde arbeid.

Hoofdstuk: 4 Het Dagelijks Bestuur

Artikel 14

  • 1. Het Dagelijks Bestuur bestaat, met inbegrip van de voorzitter, uit de leden van het Algemeen Bestuur.

  • 2. De leden van liet Dagelijks Bestuur treden af op de datum, waarop de zittingsperiode van het Algemeen Bestuur eindigt.

  • 3. De aftredende leden van het Dagelijks Bestuur blijven hun functie vervullen, totdat hun opvolgers hun lidmaatschap hebben aanvaard.

  • 4. Het Dagelijks Bestuur vergadert minimaal zes keer per jaar.

  • 5. De voorzitter stelt dag en plaats van de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur vast, en tevens het tijdstip van opening.

  • 6. Artikel 9 tweede tot en met zesde lid en artikel 10 tweede tot en met negende lid van deze regeling zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 5 De voorzitter

Artikel 15

  • 1. Het Algemeen bestuur benoemt op voordracht van het college van Tilburg een van de uit de gemeente Tilburg afkomstige leden van het Algemeen Bestuur tot voorzitter van het Algemeen en Dagelijks Bestuur.

  • 2. Het Algemeen Bestuur benoemt uit zijn midden een lid dat niet behoort tot de uit Tilburg afkomstige leden, tot plaatsvervangend voorzitter.

Artikel 16

  • 1. De voorzitter bevordert een goede behartiging van de zaken van de Diamant-groep.

  • 2. Op de voorzitter zijn de artikelen 75 (ondertekening van stukken) en 273 (repressief toezicht) van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De door de voorzitter te tekenen stukken worden mede ondertekend door de secretaris.

  • 4. De voorzitter vertegenwoordigt de Diamant-groep in- en buiten rechte. Hij kan deze vertegenwoordiging opdragen aan een door hem aangewezen gemachtigde.

Hoofdstuk 6 De commissies

Artikel 17

Het Algemeen Bestuur het Dagelijks Bestuur en de voorzitter kunnen, met inachtneming van artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, commissies van advies instellen voor zover zij daartoe bevoegd zijn.

Hoofdstuk 7 Inlichtingen en verantwoording

Artikel 18

  • 1. Het Algemeen en het Dagelijks Bestuur geven aan de colleges van de gemeenten ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het bestuur gevoerde en te voeren beleid noodzakelijk is.

  • 2. Het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur verstrekken aan de colleges van de deelnemende gemeenten alle inlichtingen die door deze colleges worden verlangd.

  • 3. In het kader van een juiste uitvoering van de Wsw verstrekt het Dagelijks Bestuur jaarlijks aan de colleges van de deelnemende gemeenten informatie over ontwikkeling en omvang van de wachtlijst Wsw, het aantal personen dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand, het aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken bij reguliere werkgevers, en het aantal gerealiseerde Wsw-arbeidsplaatsen.

Artikel 19

  • 1. Een lid of een plaatsvervangend lid van het Algemeen Bestuur verstrekt het college dat dit lid heeft aangewezen alle inlichtingen die door dit college worden verlangd.

  • 2. Een lid of plaatsvervangend lid van het Algemeen Bestuur is aan het college dat hem/haar heeft aangewezen verantwoording verschuldigd voor het door hem/haar in dat bestuur gevoerde beleid.

Hoofdstuk 8 Personeel en organisatie

Algemeen directeur

Artikel 20

  • 1.

    De Diamant-groep kent een algemeen directeur.

  • 2.

    De algemeen directeur wordt door het Algemeen Bestuur op basis van een detacheringovereenkomst aangetrokken van de BV 18K, waar hij op basis van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in dienst zal zijn.

  • 3.

    De arbeidsvoorwaarden en bezoldiging van de algemeen directeur worden door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van BV 18K vastgesteld, waarbij het totaal zal worden gerelateerd aan de bij de overheid gebruikelijke salarisniveaus (exclusief die van de zelfstandige bestuursorganen).

  • 4.

    De bevoegdheden van de algemeen directeur worden vastgelegd in een Mandaatbesluit.

  • 5.

    De taken van de algemeen directeur worden vastgelegd In een directiereglement dat, In geval er sprake is van de opvolgend algemeen directeur onderdeel vormt van de detacheringovereenkomst met de BV 18K.

  • 6.

    De algemeen directeur is de eerste adviseur van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur en is daarom in alle vergaderingen aanwezig.

Controller

Artikel 21

  • 1.

    De Diamant-groep heeft een concerncontroller, die lid is van het managementteam.

  • 2.

    De controller draagt zorg voor ontwikkeling, invoering, beheer en toepassing van adequate analyse- en besturingssystemen welke ten dienste staan van de bestuursorganen en het concern van de Diamant-groep en die gericht zijn op het effectief en efficiënt ontwikkelen en realiseren van bestuurlijke doelstellingen.

  • 3.

    In een controllersreglement, dat op voorstel van de algemeen directeur wordt vastgesteld door het Algemeen Bestuur, worden de taken en bevoegdheden van de controller nader geregeld.

Secretaris

Artikel 22

  • 1.

    De Diamant-groep kent een secretaris, die het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur, de voorzitter en de commissies ondersteuning verleent bij de uitoefening van hun taak. Hij is in de vergaderingen van het Algemeen Bestuur, Dagelijks Bestuur en de commissies als bedoeld In artikel 17 van deze regeling aanwezig en draagt zorg voor een adequate verslaglegging van hetgeen is besloten.

  • 2.

    De algemeen directeur draagt in overleg met de voorzitter zorg voor een adequate vervulling van de functie van secretaris.

Managementteam

Artikel 23

  • 1.

    De Diamant-groep kent een managementteam onder leiding van de algemeen directeur.

  • 2.

    Het managementteam adviseert de algemeen directeur.

  • 3.

    De algemeen directeur Is verantwoordelijk voor de samenstelling en taken van het managementteam.

  • 4.

    De secretaris van het bestuur woont de vergaderingen van het managementteam bij.

Benoeming, schorsing, ontslag en detachering van het overig personeel

Kaderpersoneel

Artikel 24

  • 1.

    De Diamant-groep kent:

    • a.

      medewerkers met een ambtelijke aanstelling;

    • b.

      gedetacheerde medewerkers met een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.

  • 2.

    Schorsing en ontslag van het ambtelijk personeel zoals bedoeld onder lid 1 sub a geschiedt door het Dagelijks Bestuur.

  • 3.

    De Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Tilburg is voor het ambtelijke personeel van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    Het Algemeen Bestuur is bevoegd om gemotiveerd en na overleg met de vakbonden zoals die in het Georganiseerd Overleg van Tilburg zijn vertegenwoordigd, af te wijken van de Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Tilburg. De artikelen 12:2:12 tot en met 12:2:18 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Tilburg Is van overeenkomstige toepassing.

  • 5.

    De Diamant-groep betrekt nieuw personeel in de vorm van detacheringen vanuit de BV 18K.

  • 6.

    Het aangaan en beëindigen van detacheringovereenkomsten van medewerkers zoals genoemd onder lid 1 sub b geschiedt door de algemeen directeur.

  • 7.

    Het aangaan en beëindigen van detacheringovereenkomsten betrekking hebbend op de functies die door de leden van het managementteam worden uitgeoefend, geschieden door de algemeen directeur nadat hij het gevoelen van het Dagelijks Bestuur heeft ingewonnen en -ingeval van beëindiging- betrokkene heeft gehoord.

  • 8.

    Voor de gedetacheerde medewerkers geldt de Collectieve Arbeidsovereenkomst van de rechtspersoon van waaruit zij worden gedetacheerd, i.c. de BV 18k.

Wsw-personeel

Artikel 25

  • 1.

    Het in dienst nemen op basis van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, schorsen en ontslaan van medewerkers die behoren tot de doelgroep van de Wet sociale werkvoorziening geschiedt door de algemeen directeur of degene die door hem daartoe is gemandateerd.

  • 2.

    Op deze medewerkers zijn met inachtneming van artikel 2 eerste en tweede lid van de Wet sociale werkvoorziening de arbeidsvoorwaarden van de Collectieve arbeidsovereenkomst sociale werkvoorziening van toepassing.

Organisatieverordening

Artikel 26

Het Algemeen Bestuur stelt bij verordening de organisatie van de Diamant-groep vast, en regelt de verhouding met de privaatrechtelijke rechtspersonen als bedoeld in artikel 13.

Archief

Artikel 27

Het Algemeen Bestuur stelt een verordening vast op de zorg voor het archief van de Diamant-groep, alsmede op het beheer en toezicht.

Het Dagelijks Bestuur is belast met de zorg voor en het toezicht op de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden van de Diamant-groep en zijn Organen, overeenkomstig de door het Algemeen Bestuur, met inachtneming van de Archiefwet vast te stellen regelen.

Hoofdstuk 9 Het beleidsplan en beleidsprogramma

Artikel 28

  • 1. Het Algemeen Bestuur stelt jaarlijks een beleidsplan vast voor een periode van vier jaar, waarin een samenhangend geheel van op elkaar afgestemde keuzen is opgenomen omtrent te verrichten handelingen teneinde de doelstellingen van de Diamant-groep te bereiken.

  • 2. liet Algemeen Bestuur stelt jaarlijks ten behoeve van het beleidsplan voor het volgend kalenderjaar een beleidsprogramma vast, waarin de activiteiten voor dat jaar worden aangegeven met vermelding van de daarvoor benodigde financiële en personele middelen.

  • 3. Het beleidsplan en het beleidsprogramma komen tot stand overeenkomstig de voor de begroting geldende procedure als vermeld in artikel 31.

Hoofdstuk 10 Financiële bepalingen

Verordeningen

Artikel 29

  • 1. Het Algemeen Bestuur stelt bij verordening regels vast met betrekking tot de organisatie van de administratie en het beheer van de vermogenswaarden van de Diamant-groep. De regels dienen te waarborgen dat aan de eisen van doelmatigheid en controle wordt voldaan.

  • 2. De administratie en het beheer, bedoeld in het eerste lid worden verricht door de bij de in dat lid bedoelde regels aan te wijzen medewerkers. Zij kunnen niet tevens algemeen directeur zijn.

  • 3. De verordening bedoeld in het eerste lid wordt binnen twee weken na vaststelling door het Algemeen Bestuur toegezonden aan Gedeputeerde Staten.

Artikel 30

  • 1.

    Het Algemeen Bestuur stelt bij verordening regels vast met betrekking lot de controle op de administratie en op het beheer van de vermogenswaarden van de Diamant-groep. Deze regels dienen ondermeer te waarborgen dat de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de administratie en het beheer worden getoetst.

  • 2.

    De regels bedoeld in het eerste lid, voorzien in de aanwijzing van 1 of meer accountants als bedoeld in artikel 393, eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, belast met het onderzoek van de in artikel 32 van deze regeling bedoelde jaarrekening, en met het ter zake uitbrengen van een verslag dat behalve bij de verklaring bij de jaarrekening bevindingen bevat over de vraag of de administratie en het beheer voldoen aan eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid.

  • 3.

    De verordening als bedoeld in het eerste lid wordt binnen twee weken na vaststelling door het Algemeen Bestuur toegezonden aan Gedeputeerde Staten.

Begroting

Artikel 31

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur stelt jaarlijks een ontwerpbegroting op met toelichting en een meerjarenraming met toelichting voor tenminste drie op het begrotingsjaar volgende jaren.

  • 2.

    De begroting vermeldt de door elke gemeente verschuldigde bijdrage voor het begrotingsjaar. Voor wat betreft de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening is daarbij het aantal standaardeenheden (SE's) per gemeente bepalend.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur zendt de ontwerpbegroting en de meerjarenraming voor 1 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij moet dienen en in ieder geval twee maanden voordat zij aan het Algemeen Bestuur ter vaststelling wordt aangeboden aan de raden van de deelnemende gemeenten.

  • 4.

    De raden van de gemeenten kunnen binnen twee maanden na toezending van de ontwerpbegroting en meerjarenraming het Dagelijks Bestuur van hun gevoelen ter zake doen blijken.

  • 5.

    Het Dagelijks Bestuur zendt de ontwerpbegroting en meerjarenraming vier weken voor de voorgenomen datum van vaststelling toe aan het Algemeen Bestuur. De gevoelens van de raden van de gemeenten en eventueel de nota van wijzigingen worden uiterlijk twee weken voor de vaststelling toegezonden aan het Algemeen Bestuur en gelijktijdig aan de raden van de gemeenten toezonden.

  • 6.

    De ontwerpbegroting en meerjarenraming, en de eventuele nota van wijzigingen worden ter inzage gelegd op de wijze als bedoeld in artikel 35 lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen alsook bij vestigingen van de Diamant-groep en tegen betaling algemeen verkrijgbaar gesteld.

  • 7.

    Het Algemeen Bestuur stelt de begroting en de meerjarenraming vast voor 1 juli van het jaar voorafgaande aan dat, waarvoor zij moeten dienen.

  • 8.

    Direct na de vaststelling zendt het Algemeen Bestuur de begroting en de meerjarenraming aan de raden van de gemeenten, die ter zake Gedeputeerde Staten van hun gevoelen kunnen doen blijken.

  • 9.

    Het Dagelijks Bestuur zendt de begroting en de meerjarenraming binnen twee weken na vaststelling, doch uiterlijk 15 juli voor het jaar waarvoor zij dienen, aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant.

  • 10.

    Met betrekking tot begrotingswijzigingen is het bepaalde In de voorgaande leden van dit artikel zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Jaarrekening en jaarverslag

Artikel 32

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur legt aan liet Algemeen Bestuur over elk begrotingsjaar verantwoording af van het gevoerde beheer onder overlegging van jaarrekening en het jaarverslag.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur voegt daarbij een verslag als bedoeld in artikel 29 lid 2 van deze regeling.

  • 3.

    In de jaarrekening wordt het door elk van de gemeenten in het desbetreffende jaar werkelijk verschuldigde bedrag opgenomen.

  • 4.

    De kosten worden, rekening houdend met andere inkomsten over de gemeenten verdeeld, overeenkomstig Inde begroting bepaalde verdeelsleutel.

  • 5.

    De in de voorgaande leden bedoelde stukken worden aan het Algemeen Bestuur en de raden van de deelnemende gemeenten toegezonden, uiterlijk op 1 april volgende op het jaar waarop zij betrekking hebben.

  • 6.

    De raden van de deelnemende gemeenten kunnen binnen twee maanden, nadat de in het eerste en tweede lid bedoelde stukken zijn toegezonden aan het Algemeen Bestuur van hun gevoelens ter zake doen blijken.

  • 7.

    Het Algemeen Bestuur stelt de jaarrekening vast voor 1 juli in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft, aan het college van Gedeputeerde Staten.

  • 8.

    Hét Dagelijks Bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval voor 15 juli van het jaar volgende op het jaar, waarop de jaarrekening betrekking heeft aan Gedeputeerde Staten.

  • 9.

    Behoudens later in rechte gebleken onregelmatigheden, ontlast het besluit tot vaststelling van de jaarrekening de leden van het Dagelijks Bestuur ten aanzien van het daarin verantwoorde financieel beheer.

Garantie ten aanzien van financiële verplichtingen.

Artikel 33

  • 1. De deelnemers zullen er steeds zorg voor dragen dat het openbaar lichaam te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.

  • 2. Indien aan het Algemeen Bestuur van het openbaar lichaam blijkt dat een deelnemer weigert deze uitgaven in de begroting te zetten, doet het Algemeen Bestuur onverwijld aan Gedeputeerde Staten het verzoek over te gaan tot toepassing van artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet, respectievelijk een verzoek aan de Minister tot toepassing van artikelen 198 en 199 van de Provinciewet.

  • 3. De deelnemers verbinden zich in geval van opheffing van hot openbaar lichaam een liquidatieplan op te stellen dat voorziet in de verplichting van de deelnemers alle rechten en verplichtingen van het openbaar lichaam over de deelnemers te verdelen op een in het plan te bepalen wijze.

Hoofdstuk 11

Vergoedingen

Artikel 34

Het Algemeen Bestuur kan met inachtneming van artikel 24 lid 4 van de Wet gemeenschappelijke regelingen aan de leden van de In artikel 17 bedoelde commissies die geen burgemeester, wethouder of lid van de gemeenteraad zijn een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissies toekennen.

Hoofdstuk 12 Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing

Toetreding

Artikel 35

  • 1.

    Het college van een gemeente die wenst toe te treden, richt ter zake een verzoek aan het Algemeen Bestuur.

  • 2.

    Het Algemeen Bestuur stelt na overleg met de betrokken gemeente, de voorwaarden voor die toetreding vast.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur zendt vervolgens het verzoek tot toetreding met de door het Algemeen Bestuur vastgestelde voorwaarden naar de colleges van de gemeenten.

  • 4.

    Toetreding vindt eerst plaats, nadat de colleges van Tilburg en twee andere gemeenten daarin met toestemming van hun gemeenteraden hebben bewilligd. Het Algemeen Bestuur stelt vast wanneer deze voorwaarde is vervuld.

  • 5.

    De toetreding gaat in op de eerste dag van de maand, volgend op die van opname in het register, bedoeld in artikel 26, vierde lid van de wet tenzij het Algemeen Bestuur, na overleg met de betreffende gemeente, een andere datum heeft bepaald.

Uittreding

Artikel 36

  • 1.

    Uittreding van een gemeente die deelneemt aan deze regeling kan geschieden bij besluit van het college en met toestemming van de gemeenteraad van de betreffende gemeente.

  • 2.

    Een besluit tot uittreding treedt in werking per 31 december van het jaar volgend op het jaar waarin het besluit tot uittreding is genomen en na opname in de registers als bedoeld in artikel 27, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur zendt een besluit tot uittreding van een gemeente aan de raden van de gemeenten.

  • 4.

    Een uittredende gemeente is gehouden na uittreding bij te dragen in het mogelijke exploitatietekort en in de als gevolg van de uittreding mogelijk ontstane desintegratiekosten. De bijdrage wordt vastgesteld door het Algemeen Bestuur.

Wijziging en opheffing

Wijziging

Artikel 37

  • 1.

    Zowel het Dagelijks Bestuur als het college van een gemeente kunnen aan het Algemeen Bestuur voorstellen doen tot wijziging van de regeling.

  • 2.

    Indien het Algemeen Bestuur wijziging van de regeling wenselijk acht, doet het Dagelijks Bestuur het door hel Algemeen Bestuur vastgestelde voorstel toekomen ter besluitvorming aan de colleges van de gemeenten. De colleges besluiten over het voorstel na toestemming van hun raden binnen een termijn van drie maanden na toezending door het Algemeen Bestuur.

  • 3.

    Een wijziging komt tot stand wanneer de colleges van Tilburg en twee gemeenten zich daar voor hebben verklaard.

  • 4.

    De wijziging van de regeling gaat in op de dag volgende op de dag volgende op de dag waarop is voldaan aan de vereisten genoemd in artikel 26 vierde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Opheffing

Artikel 38

  • 1. De regeling wordt opgeheven, wanneer de colleges van Tilburg en twee andere gemeenten daartoe besluiten.

  • 2. De In het eerste lid bedoelde besluiten behoeven de goedkeuring van Gedeputeerde Staten.

  • 3. De opheffing gaat niet eerder in dan op de dag volgende op die waarop is voldaan aan de vereisten genoemd in artikel 26 vierde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 4. In geval van opheffing van de regeling besluit het Algemeen Bestuur tegelijkertijd tol liquidatie en stelt daarvoor direct de nodige regelen. Hierbij kan van de bepalingen van deze regeling worden afgeweken.

  • 5. Het Algemeen Bestuur stelt, gehoord de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten, het liquidatieplan vast, dat voorziet in de verplichtingen van de deelnemende gemeenten in de financiële gevolgen van de opheffing. Het liquidatieplan behoeft de goedkeuring van het Gedeputeerde Staten.

  • 6. Het Dagelijks Bestuur is belast met de liquidatie.

  • 7. Zo nodig blijven de overige organen van de Diamant-groep ook na het tijdstip van opheffing in functie totdat de liquidatie is vervuld.

Hoofdstuk 12 Overgangs- en slotbepalingen

De duur en inwerkingtreding van de regeling

Artikel 39

  • 1.

    De regeling is voor onbepaalde tijd aangegaan.

  • 2.

    De regeling treedt In werking, na opname In het provinciaal register, op 1 januari 2010.

  • 3.

    Indien zij later dan 1 januari 2010 wordt opgenomen in het onder 2 bedoelde register werkt zij terug tot 1 januari 2010.

Naam

Artikel 40

Deze regeling kan worden aangehaald als 'Gemeenschappelijke Regeling Diamant-groep'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de gemeenteraad van de gemeente ...... van …….
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente....... van………
De burgemeester,
DG secretaris,