Regeling vervallen per 01-08-2023

Verordening op de rekenkamercommissie van de gemeente 's-Hertogenbosch 2015

Geldend van 30-03-2022 t/m 31-07-2023

Intitulé

Verordening op de rekenkamercommissie van de gemeente 's-Hertogenbosch 2015

De gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch, in zijn openbare vergadering van 14 april 2015;

Gezien het voorstel van het presidium d.d. 5 maart 2015, registratienummer 4626150,

Gelet op de Gemeentewet

Besluit De Verordening op de rekenkamercommissie 2015 vast te stellen onder gelijktijdige intrekking van de Verordening op de rekenkamercommissie 2010.

Artikel 1. Rekenkamercommissie

    • 1.

      Er is een commissie die door de Raad wordt ingesteld en die wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

    • 2.

      De rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijke beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijke beleid, van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie en naar de rechtmatigheid van het gemeentelijke beheer.

Artikel 2. Benoeming leden

    • 1.

      De Raad benoemt een externe voorzitter en vier externe leden.

    • 2.

      Op de leden van de rekenkamercommissie is het voorschrift zoals opgenomen onder artikel 81f Gemeentewet (onverenigbare betrekkingen) van overeenkomstige toepassing.

    • 3.

      De externe leden worden door de raad benoemd voor een periode van vier jaar; deze leden kunnen door de raad op voordracht van de rekenkamercommissie één keer worden herbenoemd voor een aansluitende periode van vier jaar.

    • 4.

      De Raad benoemt de voorzitter voor een periode van vier jaar. De voorzitter kan door de raad op voordracht van de rekenkamercommissie één keer worden herbenoemd voor een aansluitende periode van vier jaar. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende externe lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste externe lid in jaren.

    • 5.

      De externe leden en de voorzitter vertegenwoordigen de volgende kennis- c.q. vakgebieden:

    • a.

      Kennis van en ervaring met de (gemeentelijke) overheid en overheidsnetwerken op hoog- ambtelijk niveau;

    • b.

      Politiek-bestuurlijke en bestuurskundige kennis vanuit een wetenschappelijke invalshoek;

    • c.

      Juridische kennis en ervaring;

    • d.

      Kennis van en ervaring met beheer van gemeentefinanciën;

    • e.

      Onderzoekskennis en –ervaring op wetenschappelijk niveau.

    • 6.

      De leden maken na benoeming openbaar welke andere openbare betrekkingen zij bekleden. Publicatie geschiedt op vergelijkbare wijze als de nevenactiviteiten van raadsleden.

Artikel 3. Eed

Ten aanzien van de externe leden van de rekenkamercommissie is artikel 81g Gemeentewet voor het afleggen van een eed van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4. Ontslag en non-activiteit

    • 1.

      De Raad ontslaat een extern lid of stelt hem op non-activiteit wanneer:

      • a.

        het lid daarom verzoekt;

      • b.

        het lid een functie aanvaardt die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

      • c.

        het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een straf is opgelegd die voorwaardelijke vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

      • d.

        het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

      • e.

        een lid naar het oordeel van de Raad door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen.

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de voorzitter.

Artikel 5. Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de rekenkamercommissie

    • 1.

      De externe leden en de voorzitter ontvangen een bij verordening van de Raad vastgestelde vergoeding voor hun werkzaamheden op basis van de gemeentelijke verordening geldelijke voorzieningen commissieleden ’s-Hertogenbosch.

    • 2.

      De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

Artikel 6. Taken en bevoegdheden voorzitter

    • 1.

      De voorzitter draagt zorg voor het tijdig bijeenroepen van de vergaderingen, het leiden van de vergaderingen, het goede verloop en voortgang van het onderzoek en een zorgvuldige besluitvorming.

    • 2.

      De voorzitter vertegenwoordigt de commissie naar buiten toe en is woordvoerder namens de commissie.

    • 3.

      De voorzitter heeft de dagelijkse leiding over de ambtelijk secretaris.

Artikel 7. Ambtelijk secretaris

    • 1.

      De griffier is verantwoordelijk voor de vervulling van een functioneel onafhankelijk secretariaat dat de rekenkamercommissie ondersteunt.

    • 2.

      De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

    • 3.

      De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

    • 4.

      De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 8. Reglement van orde

De rekenkamercommissie kan een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vaststellen. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de Raad.

Artikel 9. Onderwerpselectie en opdrachtverlening

    • 1.

      De rekenkamercommissie bepaalt de uiteindelijke onderzoeksonderwerpen die zij wil onderzoeken en formuleert de probleemstelling. Deze gegevens worden vastgelegd in een jaarlijks onderzoeksplan.

    • 2.

      Het in het vorige lid bedoelde onderzoeksplan wordt door de rekenkamercommissie jaarlijks voor 15 mei ter kennisneming aan de Raad verstuurd.

    • 3.

      De Raad kan besluiten de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek te doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamercommissie bericht de Raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de Raad voldoet, zal zij daarvoor gronden aanvoeren.

Artikel 10. Selectiecriteria

    • 1.

      Voor de selectie van onderwerpen voor onderzoek, hanteert de rekenkamercommissie de volgende criteria:

    • a.

      het onderwerp moet zich lenen voor een onderzoek naar (maatschappelijke) effectiviteit, doeltreffendheid, doelmatigheid en/of rechtmatigheid;

    • b.

      het onderwerp draagt bij aan het verbeteren van de kwaliteit van het bestuur en/of de kaderstellende rol van de raad

    • c.

      het onderwerp is actueel; het staat politiek, maatschappelijk, strategisch hoog op de agenda

    • d.

      het onderwerp moet inhoudelijk afgebakend zijn;

    • e.

      het onderwerp betreft niet de beoordeling van de interne organisatie van het college, de raad, de ambtelijke organisatie of de griffie;

    • f.

      het onderwerp van onderzoek wordt zo zwaar bevonden dat onderzoek via het instrument van de rekenkamercommissie noodzakelijk wordt geacht;

    • g.

      het onderzoek van het budget dient binnen het beschikbare budget te passen.

    • 2.

      De selectiecriteria kunnen tussentijds bij voortschrijdend inzicht aangevuld c.q. aangepast worden dan wel op basis van de tweejaarlijkse evaluatie van de verordening.

Artikel 11. Verantwoordelijkheden

De rekenkamercommissie is verantwoordelijk voor

  • -

    een goede operationalisering van de onderzoeksvragen en het onderzoek;

  • -

    een betrouwbare en doelmatige onderzoeksaanpak;

  • -

    een gemotiveerde selectie van informatiebronnen;

  • -

    een zorgvuldig beleid naar bronnen;

  • -

    een transparante werkwijze.

  • -

    een formulering van onderzoeksresultaten en aanbevelingen, gericht op het debat en de besluitvorming in de Raad.

Artikel 12. Werkwijze

    • 1.

      De rekenkamercommissie is belast met de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van in eigen beheer te verrichten onderzoek en voor de begeleiding en de sturing van uit te besteden onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

    • 2.

      De rekenkamercommissie bepaalt de wijze van rapportage van het door haar uitgevoerde onderzoek en beoordeelt of het wenselijk is de Raad tussentijds te informeren.

    • 3.

      De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van het college en de Raad alle mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het college en de Raad en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

    • 4.

      De rekenkamercommissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

    • 5.

      De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de Raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

    • 6.

      De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

    • 7.

      Voor de uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamercommissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

    • 8.

      De rekenkamercommissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op een concept eindrapportage van een onderzoek aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

    • 9.

      De rekenkamercommissie besluit bij meerderheid van stemmen waarbij de stem van de voorzitter doorslaggevend is wanneer de stemmen staken.

    • 10.

      Na vaststelling door de rekenkamercommissie van een eindrapport van een onderzoek, biedt ze dit rapport met een raadsvoorstel aan de raad aan. Het college wordt in de gelegenheid gesteld desgewenst zijn zienswijze en een advies zijnerzijds aan de Raad aan te bieden.

    • 11.

      Het College meldt jaarlijks in zijn Jaarverslag aan de Raad de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de aanbevelingen van de rekenkameronderzoeken uit het verslagjaar.

Artikel 13. Budget

    • 1.

      De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

    • 2.

      Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • b.

      de vergoedingen aan de externe leden;

    • c.

      de ambtelijk secretaris;

    • d.

      interne onderzoeksmedewerkers;

    • e.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

    • 3.

      De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de Raad.

Artikel 14. Inwerkingtreding

    • 1.

      Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de rekenkamercommissie gemeente ‘s-Hertogenbosch 2015.

    • 2.

      Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van zijn vaststelling.

Ondertekening

's-Hertogenbosch,
De gemeenteraad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
drs. W.G. Amesz mr. dr. A.G.J.M. Rombouts