Verordening bezwaarschriftencommissie gemeente Beesel

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening bezwaarschriftencommissie gemeente Beesel

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Beesel;

Ieder voor zich en voor zover bevoegd;

Gelet op de bepalingen van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

Besluiten vast te stellen de volgende verordening;

Verordening bezwaarschriftencommissie gemeente Beesel

Artikel 1

In deze verordening verstaan we onder:

  • a.

    het verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    de commissie: de bezwaarschriftencommissie als bedoeld in artikel 2;

  • c.

    de wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    een bezwaar: als bedoeld in artikel 1:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 De bezwarencommissie

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad,het college en de burgemeester. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften, die

    zijn ingediend tegen:

    • a.

      belastingaanslagen;

    • b.

      besluiten op grond van de wet Waardering onroerende zaken.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en drie leden. Het college benoemt, schorst en ontslaat decommissie. Het college benoemt ieder lid ook tot plaatsvervangend voorzitter.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie maken geen deel uit van of zijn niet werkzaam onderverantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan in Beesel.

Artikel 4 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks verslag van haar werkzaamheden uit aan de burgemeester, het collegeen de gemeenteraad.

Artikel 5 Vergoeding

De voorzitter en de leden van de commissie ontvangen per vergadering een vergoeding. Het collegevan burgemeester en wethouders bepaalt de hoogte van de vergoeding.

Artikel 6 Secretaris

De gemeentesecretaris wijst een of meer ambtenaren aan als (plaatsvervangend)secretaris van decommissie.

Artikel 7 Zittingsduur en ontslag

  • 1. De zittingsduur is vier jaar. Het college kan de voorzitter en de leden éénmaal voor een periode vanvier jaar herbenoemen.

  • 2. De voorzitter en de leden kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3. Het college kan bij zwaarwegende redenen ieder individueel lid als ook de voorzitter tussentijdsontslaan.

  • 4. De aftredende voorzitter en leden blijven zo mogelijk hun functie vervullen totdat er opvolging is.

Artikel 8 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift vermelden we de datum van ontvangst.

  • 2. De commissie ontvangt zo spoedig mogelijk het bezwaarschrift met alle bijbehorende stukken.

Artikel 9 Verstrekking stukken aan de commissie

Het verwerend orgaan geeft aan de commissie alle stukken die betrekking hebben op het besluitwaartegen het bezwaarschrift zich richt.

Artikel 10 Uitoefening bevoegdheden

De voorzitter oefent de volgende bevoegdheden van de wet uit:

  • -

    2:1, tweede lid;

  • -

    6:6, voor wat betreft het herstel van verzuim in de zin van artikel 6:5 van de wet:

  • -

    6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

  • -

    7:4, tweede lid;

  • -

    7:6, vierde lid;

Artikel 11 Vooronderzoek

  • 1. Bij de behandeling van het bezwaarschrift is de voorzitter van de commissie bevoegd, omrechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan op eigen verzoek of op verzoek van de commissie bij een externe deskundigeadvies of inlichtingen inwinnen. Deze deskundige mag ook ter zitting verschijnen. Als daaraan kostenzijn verbonden, is machtiging van het college vooraf vereist.

  • 3. Bij P&O zaken bepaalt de gemeentesecretaris, namens het college, of er een extra lid metspecifieke kennis over het ambtenarenrecht aan de commissie wordt toegevoegd. Degemeentesecretaris bepaalt, namens het college, wie dit zal zijn.

  • 4. Bij jeugdzaken bepaalt de gemeentesecretaris namens het college of er een extra commissielid met specifieke kennis op dit beleidsterrein aan de commissie wordt toegevoegd. De gemeentesecretaris bepaalt namens het college wie dit zal zijn.

Artikel 12 Hoorzitting

  • 1. 1.De voorzitter van de commissie bepaalt de plaats en het tijdstip van de hoorzitting. Tijdens dezehoorzitting hoort de commissie belanghebbenden en het verwerend orgaan.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3. Als de voorzitter op grond van artikel 12 lid 2 van deze verordening van het horen afziet, doet hij daarvan melding aan alle belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 13 Uitnodiging zitting

  • 1. De secretaris nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan tenminste twee weken voor dezitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na ontvangst van de uitnodiging voor de zitting, kunnen belanghebbenden of hetverwerend orgaan verzoeken de datum va de hoorzitting te wijzigen. Daarbij vermelden debelanghebbende of het verwerend orgaan de reden van verhindering.

  • 3. De secretaris deelt de beslissing op een verzoek tot wijziging van de datum van de hoorzitting, zospoedig mee aan belanghebbenden en het verwerend orgaan.

  • 4. De voorzitter mag in bijzondere omstandigheden afwijken of afwijking toe te staan van de termijnenzoals genoemd in lid 1, 2 en 3 van dit artikel.

Artikel 14 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat minimaal twee leden en in beginsel de voorzitteraanwezig zijn. Bij afwezigheid van de voorzitter treedt een lid op als plaatsvervangend voorzitter.

Artikel 15 Niet-deelneming aan de behandeling

  • 1. De voorzitter en / of de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van eenbezwaarschrift, als dat bezwaarschrift henzelf, hun echtgenoten of hun bloed- of aanverwanten tot inde derde graad betreft.

  • 2. De voorzitter en / of de leden nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, voorzover de commissie in meerderheid van mening is dat daarbij de onpartijdigheid van de commissiein het geding komt.

Artikel 16 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is in principe openbaar.

  • 2. De (plaatsvervangend) voorzitter, een van de aanwezige leden dan wel een belanghebbende kanverzoeken om de zaak met gesloten deuren te behandelen. De commissie beslist op dit verzoek.

Artikel 17 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in het artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen ennamens wie ze aanwezig zijn.

  • 2. Het verslag geeft een beknopte weergave van wat er is gezegd en op de zitting is voorgevallen.

  • 3. Als de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of als belanghebbenden niet inelkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde schriftelijke stukken (bijvoorbeeld pleitnota offoto’s). De commissie hecht deze stukken aan het verslag.

  • 5. De voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekenen het verslag.

Artikel 18 Nader onderzoek

  • 1. Als blijkt dat nader onderzoek nodig is, kan de voorzitter op eigen initiatief of op verzoek van decommissie dit onderzoek (laten) houden. Dit onderzoek vindt plaats, voordat de commissie een adviesafgeeft. Als aan het onderzoek kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

  • 2. De leden van de commissie, belanghebbenden en het verwerend orgaan ontvangen de informatiedie uit dit nadere onderzoek naar voren komt.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en belanghebbenden kunnen binnen één weekna verzending van de nieuwe informatie vragen om een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist overdit verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting, zoals bedoeld in lid 3, zijn alle bepalingen uit deze verordening diebetrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 19 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie overlegt en beslist achter gesloten deuren over het advies.

  • 2.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het advies.

    • b.

      Als bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en geeft een voorzet voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4. De voorzitter en de secretaris ondertekenen het advies. Als de voorzitter afwezig is, tekent de plaatsvervangend voorzitter of een van de leden die aanwezig zijn geweest op de zitting.

Artikel 20 Uitbrengen advies

De commissie brengt tijdig advies uit aan het bestuursorgaam dat op het bezwaarschrift beslist. Het verslag van de hoorzitting als bedoeld in artikel 17 maakt integraal onderdeel uit van het advies.

Artikel 21 Beslistermijnen

  • 1. Het bestuursorgaan beslist binnen de wettelijke termijn zoals genoemd in artikel 7:10 van de wet.

  • 2. Indien het niet mogelijk blijkt om tijdig te beslissen, kan het bestuursorgaan de beslissing verdagen. De termijnen hiervoor staan in artikel 7:10 van de wet.

Artikel 21 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015. Tegelijkertijd vervalt de Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Beesel, zoals door de gemeenteraad vastgesteld op 26 mei 2014.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening bezwaarschriftencommissie’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van Beesel in zijn openbare vergadering van 15 december 2014.

Toelichting:

De Algemene wet bestuursrecht stelt regels voor de behandeling van bezwaarschriften. We herhalen deze artikelen in beginsel niet in de verordening. Waar dat relevant is, verwijzen we naar de hogere regelgeving. De actuele wetgeving staat op www.overheid.nl.

Beslistermijnen:

Artikel 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht regelt de termijn waarbinnen een bestuursorgaan moet beslissen op een bezwaarschrift. De gemeente Beesel werkt met een externe commissie: de beslistermijn is in beginsel 12 weken. Wanneer een bestuursorgaan niet binnen deze termijn een beslissing kan nemen, kan het de beslissing verdagen met maximaal 6 weken.

We verdagen alleen in die gevallen waarin dit ook echt nodig is. We hebben onze werkprocessen zo ingericht dat het bestuursorgaan in beginsel binnen 12 weken een beslissing kan nemen. Maar het is niet praktisch om in de verordening het aantal werkdagen op te nemen waarbinnen de commissie het bezwaarschrift ontvangt en/of waarbinnen de commissie advies uitbrengt, omdat dit van meerdere factoren afhankelijk is.

Overigens kan het ook zijn dat de bezwaarmaker zelf meer tijd vraagt. Ook hierin voorziet de wet. Artikel 7:10 van de wet bepaalt dat dan een termijn opgeschort wordt (stuiting). Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de bezwaarmaker van het bestuursorgaan extra tijd krijgt om een verzuim te herstellen.

Het komt ook voor dat de bezwaarmaker vraagt om het bezwaarschrift later te behandelen. Ook hierin voorziet artikel 7:10 van de wet: wanneer alle belanghebbenden ermee instemmen is verder uitstel mogelijk.