Luchthavenregeling MLA Beverwijk

Geldend van 12-10-2013 t/m heden

Intitulé

Luchthavenregeling MLA Beverwijk.

Provinciale Staten van Noord-Holland,

Besluitenvast te stellen:

Luchthavenregeling MLA Beverwijk.

Algemeen

Artikel 1

In deze luchthavenregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    exploitant: de houder van een luchthavenregeling;

  • b.

    gebruiker: een natuurlijke of rechtspersoon die vluchten uitvoert, niet zijnde een luchtvaartmaatschappij;

  • c.

    luchthavengebied: het gebied dat bestemd is voor gebruik als luchthaven;

  • d.

    MLA: (Micro Light Aeroplane) land-, amfibie- of watervliegtuig als bedoeld in artikel 1 van het Besluit luchtvaarttuigen 2008;

  • e

    PS: provinciale staten van Noord-Holland;

  • f.

    regeling: de Regeling burgerluchthavens;

  • g.

    Rvglt: Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen;

  • h.

    UDP: Uniforme daglicht periode;

  • i.

    Wet: de Wet luchtvaart.

Artikel 2

De exploitant van de luchthaven als bedoeld in artikel 3 is Aeroclub Beverwijk,gevestigd aan de Van Wickevoort Commelinstraat 27, 2024 EL te Haarlem.

Artikel 3

Deze luchthavenregeling is van toepassing op de luchthaven aan de Sint Aagtendijk 10 te Beverwijk, gemeente Beverwijk, geografische positie 52˚28’51’’ N 004˚41’47’’ E zoals aangegeven op de bij deze luchthavenregeling behorende kaart (bijlage 1).

Artikel 4

Van de luchthaven, genoemd in artikel 3, mag uitsluitend gebruik worden gemaakt door de exploitant van de luchthaven, genoemd in artikel 2, en gebruiker.

Regels voor het luchthavenluchtverkeer

Artikel 5

  • 1. Onverminderd de bepalingen uit de wet, Besluit Burgerluchthavens en de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen, mag de luchthaven uitsluitend worden gebruikt door exploitant met gastgebruik voor MLA-vliegen met ten hoogste vier Micro Light Aeroplanes, snorvliegen en schermvliegen d.m.v. lier:

  • 2. Indien op een dag of dagdeel een van deze activiteiten actief is, is het niet toegestaan een andere activiteit gelijktijdig uit te voeren.

  • 3. Het maximaal aantal toegestane vliegtuigbewegingen (vtb’s) per gebruiksjaar is 100, op ten hoogste 20 niet aaneengesloten dagen met een maximum van drie dagen per maand.

  • 4. Het gebruik of doen gebruiken van de luchthaven is alleen toegestaan in UDP.

  • 5. er wordt niet gelijktijdig gestart en geland.

Milieugebruiksruimte

Artikel 6

De 56 dB(A) Ldengeluidscontour valt binnen het luchthavengebied.

Artikel 7

De 10-6 Plaatsgebonden Risicocontour valt binnen het luchthavengebied.

Rapportageverplichting

Artikel 8

Het gebruiksjaar betreft de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 9

  • 1. Binnen vier weken na het einde van elk van de vier kalenderkwartalen overlegt de exploitant aan PS een rapportage over het gebruik van de luchthaven gedurende het betreffende kwartaal.

  • 2. Binnen vier weken na het einde van een gebruiksjaar overlegt de exploitant een rapportage over het gebruik van de luchthaven gedurende het gebruiksjaar.

  • 3. De inhoud van de rapportage bevat in ieder geval de aantallen vluchten, het baangebruik, het type en registratie MLA 's en de bijbehorende data en tijdstippen.

Inwerkingtreding

Artikel 10

Deze luchthavenregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst voor zover de verklaring als bedoeld in artikel 8.49 van de Wet Luchtvaart is verkregen van de minister van Infrastructuur en Milieu.

Citeertitel

Artikel 11

Deze regeling wordt aangehaald als “Luchthavenregeling MLA Beverwijk”.

Ondertekening

Haarlem, 12 december 2011.
Provinciale Staten van Noord-Holland,
J.W. Remkes, voorzitter.
J.J.M. Vrijburg, griffier.

Toelichting

ALGEMEEN

·Onderwerp luchthavenregeling

Op 1 november 2009 is de wet ‘Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens - RBML’ inwerking getreden en zijn de provincies bevoegd om beslissingen te nemen over het ‘landzijdige’ gebruik van het luchthavengebied. Hieronder vallen de milieugebruiksruimte (geluid, externe veiligheid, aantal vliegtuigbewegingen) en de ruimtelijke indeling. Ook de handhaving van de besluiten met betrekking tot ‘landzijdige’ aspecten is een provinciale verantwoordelijkheid. De invulling van deze nieuwe bevoegdheid door de provincie omvat het opstellen en handhaven van luchthavenbesluiten, luchthavenregelingen en ontheffingen voor luchtvaartactiviteiten van tijdelijke en uitzonderlijke aard. De ‘luchtzijdige’ aspecten (oftewel het luchtruimgebruik en alle veiligheidsaspecten) blijven een Rijksverantwoordelijkheid, vallend onder de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW).

Deze luchthavenregeling betreft de luchthaven met een grasbaan gelegen aan de Sint Aagtendijk 10 te Beverwijk, bestaande uit percelen die kadastraal bekend zijn onder: nummer 168 en 191 gemeente Beverwijk met een totale afmeting van circa 6 ha, onderdeel uitmakend van agrarisch terrein.

·Vergunningsituatie

De exploitant is in het bezit van een ontheffing van artikel 14 LVW t.b.v. MLA vliegen afgegeven door IVW (Inspectie Verkeer en Waterstaat) gedateerd 29 oktober 2009 met een geldigheidsduur tot 1 mei 2010. In het kader van de RBML dienen deze ontheffingen omgezet te worden in een luchthavenregeling onder de RBML.

PROCEDUREEL

De ontwerp-luchthavenregeling MLA Beverwijk heeft van 29 juli 2011 tot 9 september 2011 ter inzage gelegen. Tegen de ontwerp-luchthavenregeling zijn geen zienswijzen ingediend.

BELEIDSOVERWEGINGEN

·Toetsing aan ons provinciaal luchtvaart beleid

De Provincie Noord-Holland zal luchthavenbesluiten of luchthavenregelingen vaststellen voor de bestaande luchthavens voor de kleine en recreatieve luchtvaart. De provincie Noord-Holland zal aanvragen voor nieuwe luchthavens voor de gemotoriseerde kleine luchtvaart toetsen aan het de Provinciale beleidsnota Regionale Luchthavens.

Met de overgang naar de RBML zijn de mogelijkheden tot artikel-14 ontheffingen vervallen. Met de onderhavige luchthavenregeling geven PS invulling aan deze bevoegdheid. De afgegeven artikel 14 ontheffingen blijven op grond van het overgangsrecht geldig totdat PS hiervoor een luchthavenregeling hebben afgegeven. Per 1 november 2009 hebben de provincies de mogelijkheid een luchthavenregeling op te stellen.

Conclusie toetsing aan beleid:

De onderhavige luchthavenregeling betreft een bestaande luchtvaartactiviteit met een recreatieve functie welke past in het provinciaal beleid.

Volgens het besluit van 30 september 2009 (staatsblad 2009-412) houdende regels voor burgerluchthavens (Besluit Burgerluchthavens), hoofdstuk 2 artikel 5, lid 2 onder c volstaat voor onderhavige activiteit in ieder geval een luchthavenregeling.

·Geluidsbelasting en externe veiligheid

Binnen de RBML wordt de Lden (Level, Day, Evening, Night) geluidsindicator gehanteerd voor het bepalen van de geluidsbelasting. De Lden is een indicator voor de totale geluidsbelasting op jaarbasis, waarbij vliegtuigpassage in de avond, nacht en vroege ochtend zwaarder meetellen dan passages overdag. Met het gebruik van de Lden systematiek sluit Nederland zich aan bij de EU-richtlijn voor omgevingslawaai. Bij een luchthavenregeling dient de 56 dB(A)Lden geluidscontour binnen het luchthavengebied te vallen.

Gebaseerd op de aard van het verkeer, MLA-vliegen, dat van deze luchthaven gebruik maakt, zal de 56 dB(A) LDEN contour nooit buiten de grenzen van het luchthavengebied komen en kunnen derhalve contourberekeningen achterwege blijven.

·Externe veiligheid

Externe veiligheid wordt uitgedrukt in Plaatsgebonden Risico (PR). Dit is de kans dat gedurende een periode van één jaar een persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval, waarbij die persoon zich permanent en onbeschermd op een bepaalde plaats bevindt.

Het PR wordt grotendeels bepaald door:

  • ·

    Ongevalkans (Kans per vliegtuigbeweging op een ongeval van een bepaald type).

  • ·

    Aantal vliegtuigbewegingen;

  • ·

    Letaliteit (Kans op overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongeval, voor iemand die zich in het ongevalgevolggebied bevindt, voor lichtverkeer is dit kleiner dan 13%);

  • ·

    Maximum Take-Off Weight (MTOW Licht verkeer < 5700 kg);

Bij een luchthavenregeling dient de plaatsgebondenrisicocontour van 10-6 binnen het luchthavengebied te vallen.

Gebaseerd op het de aard van het verkeer, MLA-vliegen, dat van deze luchthaven gebruik maakt, zal de 10-6 Plaatsgebonden Risicocontour nooit buiten de grenzen van het luchthavengebied komen en kunnen derhalve contourberekeningen achterwege blijven.

EINDCONCLUSIE

Het vaststellen van deze luchthavenregeling is in overeenstemming met de geldende wet -en regelgeving en met het bepaalde in het Provinciale beleidsnota Regionale Luchthavens.

Bijlage 1 – gebiedskaart.