Verordening Burgerinitiatief gemeente Zundert 2015

Geldend van 14-02-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening Burgerinitiatief gemeente Zundert 2015

De raad van de gemeente Zundert;

gelezen het voorstel van het presidium d.d. 09-09-2014;

gehoord het advies van de Ronde Hal d.d. 07-10-2014 en 09-12-2014;

gelet op de betreffende bepalingen in de Gemeentewet;

gelet op het aangenomen amendement Al van Dorpsbelangen, CDA en VVD;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening Burgerinitiatief gemeente Zundert 2015

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder een burgerinitiatiefvoorstel: een voorstel van een initiatiefgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de raad.

Artikel 2 Geldigheid verzoek

  • 1. De raad plaatst een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van zijn vergadering indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2. Ongeldig is het verzoek dat:

    • a.

      niet door ten minste 25 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

    • b.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of

    • c.

      niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3 Initiatiefgerechtigheid

  • 1. Initiatiefgerechtigd zijn degenen die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, alsmede ingezetenen van de gemeente van zestien jaar en ouder die met uitzondering van hun leeftijd voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad.

  • 2. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigheid is voldaan, is de toestand op de dag van de indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4 Beperkingen:

Burgerinitiatiefvoorstel kan geen betrekking hebben op:

  • a.

    een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad;

  • b.

    een vraag over het gemeentelijk beleid en/of de uitvoering ervan;

  • c.

    handelingen en gedragingen van collegeleden, raadsleden, burgerleden of ambtenaren waarover een klacht kan worden ingediend op grond van de Algemene wet bestuursrecht of een door raad of college vastgestelde klachtenregeling;

  • d.

    benoemingen van personen of functioneren van personen;

  • e.

    onderwerpen waartegen een bezwaar- of beroepsprocedure openstaat of heeft opengestaan;

  • f.

    een onderwerp waarover korter dan vier jaren voor indiening van het burgerinitiatiefvoorstel door de raad een besluit is genomen, tenzij er nieuwe feiten aan het licht zijn gekomen;

  • g.

    onderwerpen die een wijziging van beleid betreffen dat al in een vergevorderd stadium van ontwikkeling is.

  • h.

    de vaststelling en wijziging van de gemeentelijke begroting en de gemeentelijke belastingen en tarieven.

Artikel 5 Procedure bij indiening

  • 1. Een burgerinitiatief wordt schriftelijk ingediend bij de raad door toezending daarvan aan de griffier.

  • 2. De griffier stelt binnen twee weken de initiatiefnemer schriftelijk op de hoogte of het burgerinitiatief voldoet aan alle technische vormvereisten.

  • 3. Indien een burgerinitiatief niet voldoet aan de in de voorgaande artikelen bedoelde vereisten, stelt de griffier de indiener gedurende een termijn van ten hoogste vier weken in de gelegenheid om de vastgestelde gebreken te herstellen.

  • 4. De termijn bedoelt in het derde lid vangt aan met ingang van de dagtekening van de schriftelijke mededeling over het gebrek aan de indiener.

  • 5. Op advies van de griffier stelt de raad zo spoedig mogelijk vast of het burgerinitiatief voldoet aan de in de voorgaande artikelen bedoelde vereisten.

  • 6. Indien de raad niet bevoegd is om het in het burgerinitiatief genoemde onderwerp een besluit te nemen, zendt de griffier het voorstel door aan het college of een andere bevoegde instantie.

Artikel 6 Advies van burgemeester en wethouders

  • 1. De raad zal in principe een burgerinitiatief eerst om advies voorleggen aan het college.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders brengt binnen 4 weken een advies uit.

Artikel 7 Behandeling in De Ronde

  • 1. De griffier plaatst een geldig burgerinitiatief, voorzien van een advies van het college op de agenda van De Ronde. In elke Ronde wordt maximaal één burgerinitiatief behandeld.

  • 2. De griffier stelt een ambtelijk advies op in de vorm van een Rondevoorstel.

  • 3. De indiener van het burgerinitiatief wordt uitgenodigd om De Ronde bij te wonen.

  • 4. Hij wordt in de gelegenheid gesteld een korte toelichting te geven.

  • 5. De behandeling van het burgerinitiatief leidt tot een advies aan de gemeenteraad.

  • 6. Het griffier agendeert het voorstel met het advies van De Ronde voor de eerstvolgende raadsvergadering.

Artikel 8 Besluitvorming in de gemeenteraad

  • 1. De raad kan van mening zijn dat nader onderzoek nodig is, alvorens een besluit te kunnen nemen.

  • 2. De raad bepaalt een termijn waarbinnen dat onderzoek dient te zijn afgerond.

  • 3. De initiatiefnemer zal daarvan op de hoogte worden gesteld door de griffier.

  • 4. De raad neemt een gemotiveerd besluit over het burgerinitiatief.

Artikel 9 Berichtgeving

  • 1. De griffier stelt de indiener binnen één week na de raadsvergadering waarin besluitvorming over het burgerinitiatief heeft plaatsgevonden schriftelijk in kennis van het besluit. Indien de raad geheel of gedeeltelijk afwijkt van het burgerinitiatief geeft hij de redenen daarvoor aan.

  • 2. Indien de raad geheel of gedeeltelijk overeenkomstig het burgerinitiatief besluit, deelt het college de indiener binnen twee weken mede wanneer met de uitvoering van het raadsbesluit wordt gestart.

  • 3. Het raadsbesluit wordt binnen twee weken bekend gemaakt door kennisgeving daarvan in een huis-aan-huis-blad, dan wel op een andere geschikte wijze.

Artikel 10 Bezwaar en beroep

  • 1. Het besluit als bedoeld in het vierde lid van artikel 8 is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep op de rechter openstaat.

  • 2. Een besluit over de agendering als bedoeld in artikel 5, lid 5 is een voorbereidingsbeslissing en die is niet vatbaar voor bezwaar en beroep.

Artikel 11 Verantwoording in het Burgerjaarverslag

  • 1. De griffier brengt elk jaar een verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk aan de burgemeester.

  • 2. De burgemeester neemt het verslag op in het Burgerjaarverslag.

Artikel 12 Slotbepalingen

  • 1. De verordening treedt in werking de dag na de bekendmaking als bedoeld in artikel 8, lid 3.

  • 2. De verordening wordt aangehaald onder de naam "Verordening Burgerinitiatief gemeente Zundert 2015".

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 13-01-2015,
De raad voornoemd.
De griffier,
drs. J.J. Rochat
De voorzitter,
L.C.Poppe-de Looff

Toelichting (artikelsgewijs) op de Verordening Burgerinitiatief gemeente Zundert 2015

Algemeen

Het burgerinitiatief geeft de burgers het recht om zelf direct voorstellen letterlijk op de politieke agenda te plaatsen. Het is een uitgewerkte vorm van het petitierecht, dat wil zeggen de mogelijkheid van burgers om een petitie aan te bieden. Het verschilt van het petitierecht doordat de raad zich verplicht door burgers – procedureel juist – ingediende voorstellen op zijn agenda te zetten en te behandelen. Het burgerinitiatief zal op die manier de participatie en betrokkenheid van burgers vergroten en geeft hen de mogelijkheid direct invloed uit te oefenen op de raadsagenda. Onderwerpen die de gemeenteraad naar hun idee zou moeten agenderen, kunnen onder bepaalde voorwaarden op de raadsagenda worden geplaatst. Er vindt vervolgens reguliere besluitvorming in de raad plaats.

Het burgerinitiatief past in het versterken van de volksvertegenwoordigende rol van de raad: één van debeoogde effecten van de dualisering. maken. Zo wordt een kanaal aangelegd waarlangs zaken die in de samenleving leven hun weg vinden naar de politieke agenda. Het burgerinitiatief bepaalt mede de onderwerpen in de raad en tast daardoor in zekere zin de bevoegdheid van de raad de eigen agenda vast te stellen aan. Daarom is het gerechtvaardigd het burgerinitiatief aan voorwaarden te verbinden.

Artikel 1: Begripsbepaling

Gekozen is de term "burgerinitiatiefvoorstel" te hanteren voor de aanduiding van het voorstel dat een burger bij de gemeenteraad kan indienen. De begripsomschrijving voor de invulling van deze term gaat er van uit dat een burger alleen concrete voorstellen kan indienen bij de raad. Een voorbeeld hiervan kan zijn het voorstel om de accommodatie van een voetbalvereniging te verplaatsen. Het is aan de raad om te beslissen of het burgerinitiatief nadere uitwerking behoeft.

Artikel 2: Geldigheid verzoek

Uit dit artikel volgt dat de raad een burgerinitiatief op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsenindien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde (lid 1). De gemeenteraadzal zich in dat geval dus moeten uitspreken over het burgerinitiatief. In het tweede lid is vastgelegd aan welkevereisten een geldig verzoek moet voldoen:

  • -

    ondersteuning door ten minste 25 initiatiefgerechtigden wordt gesteund (sub a);

  • -

    het onderwerp van het burgerinitiatief niet in artikel 4 is uitgezonderd (sub b) en,

  • -

    aan de in artikel 5 gestelde procedurele voorwaarden is voldaan (sub c).

In artikel 3 (zie hierna) wordt nader omschreven wanneer een persoon initiatiefgerechtigd is. Over het vereiste dat het verzoek door tenminste 25 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund (lid 2, sub a) kan het volgende worden opgemerkt. Het burgerinitiatief biedt burgers de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de agenda van de gemeenteraad. Het is daarom een inbreuk op het uitgangspunt dat de raad zijn eigen agenda vaststelt. Dit is alleen gerechtvaardigd als het burgerinitiatief door een bepaald gedeelte van de bevolking wordt gedragen. Het staat de raad vrij de hoogte van de drempel te bepalen. Om er zeker van te zijn dat het gaat om een serieus verzoek is gekozen voor een drempel van 25 initiatiefgerechtigden. Deze drempel biedt voldoende garantie dat het burgerinitiatief gedragen wordt door een deel van de bevolking.

Artikel 3: Initiatiefgerechtigden

Het ligt voor de hand het initiatiefrecht toe te kennen aan kiesgerechtigden voor de gemeenteraadsverkiezingen, vanuit de gedachte dat het burgerinitiatief een instrument is om burgers bij de besluitvorming van de raad te betrekken en te beïnvloeden. Wie kiesgerechtigd is, is vastgelegd in artikel B 3van de Kieswet. Er is voor gekozen gebruik te maken van de mogelijkheid om de categorie initiatiefgerechtigden uit te breiden door de leeftijd ten opzichte van de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen naar 16 jaar om zo tot op zekere hoogte ook participatie van jongeren mogelijk te maken.

Artikel 4: Beperkingen

Bij de geldigheid van een burgerinitiatief gaat het niet alleen om de vraag men of initiatiefgerechtigd is en of het voorstel door voldoende initiatiefgerechtigden wordt ondersteund. Het is verstandig om ook beperkingen te stellen aan de inhoud van het burgerinitiatief. De in het eerste lid opgenomen beperkingen vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Zo is het weinig efficiënt de gemeenteraad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp dat niet tot de bevoegdheid van de gemeente behoort (sub a).

Een vraag over gemeentelijk beleid kan ook geen onderwerp van een burgerinitiatief zijn (sub b). Voor dit soortvragen staan de burger andere wegen open, zoals het sturen van een brief of het aanvragen van een gesprek met de wethouder.Ook moet worden voorkomen dat het burgerinitiatief andere procedures zoals bezwaar- of de klachtprocedure

doorkruist (sub c en e). Met het oog hierop is bepaald dat het burgerinitiatief geen bezwaar tegen eengenomen besluit of een klacht over een gedraging van het gemeentebestuur kan inhouden. Hiervoor heeft deburger andere wegen.Voorts is het niet wenselijk dat met betrekking tot financiële aangelegenheden van de gemeente eenburgerinitiatief kan worden ingediend. Het gaat hierbij om integrale documenten die zich niet lenen voor eenburgerinitiatief. Vandaar dat, evenals in diverse andere gemeenten, de gemeentelijke begroting, tarieven enbelastingen zijn uitgezonderd (sub h).

Benoemingen en aanstellingen van personen lenen zich evenmin voor een burgerinitiatief (sub d).Evenmin is het de bedoeling dat zaken die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest opnieuwonderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Dit zou de besluitvorming door de raadte zeer kunnen frustreren. De raad kan zelf bepalen welke termijn zij daarvoor geschikt acht. In de verordeningis gekozen voor de periode van 2 jaar, dan wel de huidige raadsperiode. Er kan geen burgerinitiatief wordeningediend over een onderwerp waarover de raad korter dan 2 jaar tevoren, dan wel in de raadsperiode waarinhet burgerinitiatief wordt ingediend, een besluit heeft genomen (sub f). Het is aan de initiatiefnemer om aan tetonen dat het burgerinitiatief een voorstel betreft dat eerder geen onderwerp van een raadsbesluit is geweest.

Artikel 5: Procedure bij indiening

Het burgerinitiatief moet schriftelijk aan de raad worden gericht ter attentie van de griffier. De burger moet erop kunnen vertrouwen dat de raad zijn voorstel spoedig technisch toetst aan de vereisten en een besluit neemt over de toelaatbaarheid. Hierin voorziet het tweede lid. De gekozen termijn van twee weken is voldoende om te kunnen controleren of het verzoek aan de indieningsvereisten voldoet. Een burgerinitiatief waarover de raad niet bevoegd is, zal door de griffier worden doorgezonden naar het college, burgemeester of andere instantie (lid 6).

Artikel 6: Advies van burgemeester en wethouders

Voor een goede behandeling in De Ronde en raad is het gewenst dat het college vooraf in de gelegenheid is gesteld om haar zienswijze op het burgerinitiatief kenbaar te maken aan raad- en burgerleden. Dat advies kan dan gebruikt worden in hun voorbereiding.

Artikel 7: Behandeling in De Ronde

Naast het inhoudelijke advies van het college zal de griffier een procedureel advies toevoegen aan het raadsvoorstel, dat in De Ronde ter advisering voorligt.

Artikel 8: Besluitvorming in de gemeenteraad

Ook kan de raad van mening zijn dat nader onderzoek moet worden gedaan. De initiatiefnemer zal hoe dan ook steeds over het vervolgtraject worden ingelicht en waar nodig en mogelijk erbij worden betrokken. In de praktijk zal dit betekenen dat elk burgerinitiatief voor advies zal worden voorgelegd aan het college. Dat is ook logisch want dan het college gemotiveerd aangeven wat nodig is om een burgerinitiatief verder uit te werken. Op basis van dat advies kan de raad een gemotiveerde afweging maken.

Artikel 9: Berichtgeving

Met dit artikel worden waarborgen gecreëerd voor transparantie bij de afhandeling van het burgerinitiatief door de raad.

Artikel 10: Bezwaar en beroep

Wordt het verzoek tot plaatsing van het burgerinitiatief op de raadsagenda door de raad afgewezen, dan iser sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep op de

rechter openstaan. Besluit de raad het burgerinitiatief te agenderen, dan is er sprake van een voorbereidingsbeslissing die niet vatbaar is voor bezwaar of beroep (artikel 6:3 Awb).

Afhankelijk van de inhoud van de beslissing op het initiatief zelf, zal er sprake zijn van een besluit in de zinvan de Algemene wet bestuursrecht dat vatbaar is voor bezwaar en beroep.

Artikel 11: Verantwoording in het Burgerjaarverslag

De burgemeester zal jaarlijks een verslag over het burgerinitiatief uit brengen. Hierbij valt te denken aangetalsmatige gegevens (aantal ingediende, aantal toegewezen en aantal afgewezen burgerinitiatieven), en

aan een beknopt overzicht van de inhoud van de burgerinitiatieven, de besluiten van de raad over deburgerinitiatieven en de motivatie op grond waarvan de raad tot deze besluiten is gekomen. In het Wet

dualisering gemeentebestuur is voor de burgemeester de plicht opgenomen een burgerjaarverslag op testellen. Om praktische redenen is ervoor gekozen het verslag over het burgerinitiatief daarin op te nemen.