Subsidieregeling “vrijwilligerswerk Doetinchem 2015”

Geldend van 19-07-2022 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling “vrijwilligerswerk Doetinchem 2015”

Burgemeester en wethouders van Doetinchem;

overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), Jeugdwet, Participatiewet en Wet publieke gezondheid (Wpg) ter ondersteuning van (kwetsbare) burgers;

overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren en te ondersteunen van vrijwilligersorganisaties en hun vrijwilligers die in het kader van de Wmo, Jeugdwet, Participatiewet en Wpg worden uitgevoerd;

gelet op artikel 2, 3, 5 en artikel 7.3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Doetinchem 2015 (Asv2015);

besluiten

vast te stellen de volgende subsidieregeling “vrijwilligerswerk Doetinchem 2015” voor de ondersteuning van kwetsbare burgers.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Doetinchem 2015.

  • 2.

    Kwetsbare burgers: mensen met een ongezonde leefstijl, een (dreigende) psychiatrische of psychosociale stoornis, een verslavingsachtergrond, verstandelijke beperking, lichamelijke beperking of chronische of levensbedreigende ziekte. En mensen die niet zelfstandig in staat zijn om in het eigen levensonderhoud te voorzien; dat betreft ook de jeugd en jongeren.

  • 3.

    Vrijwilligerswerk: werk binnen het sociaal domein dat in enig georganiseerd verband onverplicht en onbetaald door vrijwilligers wordt verricht.

  • 4.

    De vrijwilliger: degene die in georganiseerd verband vrijwilligerswerk doet.

  • 5.

    ‘Wederkerige vrijwilliger’: Inwoners met een bijstandsuitkering die in ruil voor hun uitkering vrijwilligerswerk doet.

  • 6.

    ‘Geleide’ vrijwilliger: de vrijwilliger die begeleiding bij het vrijwilligerswerk nodig heeft door de begeleidende instelling.

  • 7.

    Ervaringsdeskundige: iemand die door gerijpte en doorleefde ervaring van tegenslag, ziekte, beperking, lotgeval of levensomstandigheid, deze ervaring heeft omgezet in ervaringskennis en in staat is om deze kennis ook professioneel in te zetten en over te dragen op anderen.

  • 8.

    Vrijwilligersorganisaties:

    • -

      de vrijwilligersondersteunende organisatie: een organisatie die hoofdzakelijk uit beroepskrachten bestaat, waar vrijwilligers ondersteunende taken verrichten;

    • -

      de vrijwilligersbestuurde organisatie: vrijwilligers vormen het bestuur, het werk wordt uitgevoerd voor beroepskrachten.

    • -

      “All volunteer”organisatie: een organisatie die louter wordt gerund door vrijwilligers.

    • -

      Een zelf(hulp)organisatie: een organisatie, waarbij deelnemers een gedeelde problematiek oplossen of hanteerbaar maken, zonder tussenkomst van professionele hulpverleners. Ervaringsdeskundigheid vormt de basis voor het geven van goede adviezen en het bieden van hulp.

  • 9.

    Patiëntenorganisatie: een vereniging of stichting van en/of voor haar patiënten; deze wordt beschouwd als zelf(hulp)organisatie voor zover deze is gericht op activiteiten eigen aan zelfhulp: lotgenotencontact, inzet ervaringsdeskundigen, informatievoorziening en voorlichting voor aangesloten patiënten of derden.

Artikel 2 Procedurebepalingen

  • 1. Subsidie wordt in het kader van deze regeling alleen verstrekt aan vrijwilligersorganisaties.

  • 2. Subsidie wordt in het kader van deze regeling alleen verstrekt aan een patiëntenorganisatie voor zelfhulp zoals gedefinieerd in 1.8.

  • 3. Het college subsidieert vrijwilligersorganisaties op basis van een hiervoor vastgestelde subsidieregeling. De subsidieregeling ‘vrijwilligerswerk Doetinchem 2015’.

  • 4. a. Het subsidiebudget valt binnen de programmabegroting van het nieuwe kalenderjaar;

    • b.

      Jaarlijks voor het begin van het kalenderjaar kan het college zo nodig nog een plafond vast stellen voor de verstrekking van subsidies op basis van deze subsidieregeling.

    • c.

      Er kan daarnaast subsidie worden verstrekt uit budgetten bestemd voor voorzieningen in de 2e lijn aan die activiteiten die de noodzaak tot een doorverwijzing naar de 2e lijn mee helpen voorkomen.

  • 5. De type activiteiten die in aanmerking komen voor subsidie hebben elk ook hun eigen subsidieplafond. Het college stelt dit plafond voor een heel kalenderjaar vast en stelt deze wanneer nodig bij.

  • 6. Vervallen

  • 7. Andere aanvragen om subsidie worden minimaal 13 weken gedaan voordat de aanvrager wil starten met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 8. a. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 2.4 uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.

    • b.

      Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 2.5 bij een bedrag van maximumbedrag van € 20.000 binnen 8 weken nadat de aanvraag is ingediend. Is het gevraagde bedrag hoger, dan beslissen burgemeester en wethouders uiterlijk binnen 13 weken.

  • 9. Voor de verantwoording van de besteding van de subsidiemiddelen, de aanvraag tot vaststelling van de subsidies en de beslistermijn op deze aanvraag wordt verwezen naar de Asv2015.

Artikel 3 Algemene regels

  • 1. a. Als er mogelijkheden zijn dan maakt de aanvrager gebruik van voorliggende voorzieningen (sponsoring, fondsen en/of andere subsidiemogelijkheden). De aanvrager dient daarop gerichte inspanning aan te tonen.

    • b.

      De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de activiteit.

  • 2. De aanvrager moet de activiteiten, waarvoor zij subsidie vraagt, afgestemd hebben met de betreffende doelgroepen, waardoor er sprake is van vraaggerichte ondersteuning.

  • 3. De vrijwilligersorganisatie die een subsidie aanvraagt moet bereid zijn tot het leveren van een bijdrage aan het MEEDOEN arrangement.

  • 4. De vrijwilligersorganisatie die een subsidie aanvraagt moet binnen zijn mogelijkheden bereid zijn tot het plaatsen van ‘geleide’ of ‘wederkerige’ vrijwilligers;

  • 5. Er wordt vanuit deze regeling geen subsidie verstrekt voor burgerinitiatieven.

  • 6. Er bestaat alleen aanspraak op subsidie die ten goede komt aan inwoners van Doetinchem.

  • 7. In alle gevallen waarin deze subsidieregeling niet voorziet of onduidelijk is, beslist het college. In bijzondere gevallen kan het college gemotiveerd van deze uitvoeringsregels afwijken.

Artikel 4 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Activiteiten die:

    • -

      de deelnemer ondersteunen bij het vinden van de weg naar de samenleving, het behoud van de plek in de samenleving en het zich daar thuis voelen;

    • -

      laagdrempelig zijn zonder indicatie;

    • -

      en uitgevoerd worden door vrijwilligersorganisaties.

  • 2. Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld.

Artikel 5 Prioritering van de aanvragen

  • 1. Het college beoordeelt en prioriteert de subsidieaanvragen voor activiteiten als bedoeld onder artikel 4 aan de hand van:

    • a.

      de mate waarin de activiteit bijdraagt aan het versterken van het inzicht in de eigen situatie van kwetsbare burgers;

    • b.

      de mate waarin de activiteit bijdraagt aan het zelfstandig functioneren of het zelfstandig kunnen blijven functioneren in de samenleving van de burger;

    • c.

      de mate van ondersteuning aan de vrijwilliger;

    • d.

      de aanwezigheid van een naar haar oordeel acceptabele kosten/batenverhouding;

    • e.

      het belang van het voortzetten van activiteiten en voorzieningen, die in de vorige kalenderjaren structureel gesubsidieerd werden en waarvan stopzetting tot vernietiging van maatschappelijk kapitaal leidt.

  • 2. Bij de prioritering van de aanvragen als bedoeld in het vorige lid wordt bij gelijksoortige activiteiten voorrang gegeven aan:

    • a.

      zelfhulporganisaties, boven all-volunteerorganisaties boven vrijwilligersbestuurde organisaties en deze bovenvrijwilligersondersteunende organisaties.

    • b.

      in combinatie met een acceptabele kosten/batenverhouding.

Artikel 6 Verdeling van het subsidieplafond

  • 1. Indien honorering van alle aanvragen, die voor subsidie in aanmerking komen en die niet worden geweigerd op grond van de Algemene subsidieverordening gemeente Doetinchem 2015 of artikel 4 en 5 van deze regeling, zou leiden tot een overschrijding van het subsidieplafond, rangschikt het college de aanvragen op een prioriteitenlijst.

  • 2. Het college kan bij honorering van subsidie gemotiveerd een deel van een subsidieaanvraag lager op de prioriteitenlijst plaatsen dan een ander gedeelte van diezelfde aanvraag.

  • 3. Het college kan besluiten gemotiveerd de honorering van een subsidieaanvraag slechts voor een gedeelte tegemoet te komen.

  • 4. De aanvragen worden door het college gehonoreerd naar de volgorde op de prioriteitenlijst.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2015.

  • 2.

    De regeling wordt aangehaald als subsidieregeling ‘vrijwilligers in algemene voorzieningen’ Doetinchem 2015.

  • 3.

    Met het in werking treden van deze regeling vervallen de subsidieregelingen “Kwetsbare burgers”2012, “Vrijwilligerswerk” 2012, “Subsidies incidentele activiteiten: paragrafen “Belangenbehartiging” en “Deskundigheidsbevordering”.

Vastgesteld door burgemeester en wethouders van Doetinchem op 23 december 2014,

Secretaris,

Burgemeester,

Toelichting op de subsidieregeling ‘Vrijwilligerswerk Doetinchem 2015’

“Met elkaar, Voor elkaar”

De ambities van Doetinchem zijn vastgelegd in het beleidsdocument “Met elkaar, Voor elkaar” (17 juli 2014). De ambities zijn gericht op de vergroting van de individuele zelfredzaamheid en participatie, de vergroting van de verantwoordelijkheid voor de buurt en meer sociale cohesie. Als dat lukt zouden de kosten voor individuele voorzieningen en ondersteuning in het sociale domein moeten dalen.

Om deze ambities te bereiken wordt allereerst ingezet op preventie. Een belangrijke peiler daarbinnen vormen de vrijwilligers(organisaties). Wij ondersteunen hen op verschillende manieren. Onder andere via subsidie.

Vrijwilligers zijn de smeerolie van de samenleving. Binnen het sociale domein zijn zij werkzaam in alle sectoren: sport, cultuur, natuur, onderwijs, welzijn en zorg. De meesten vinden hun weg zelf naar de gewenste vrijwilligersorganisatie. Anderen hebben daar ondersteuning bij nodig. Vrijwilligersorganisaties opereren zelfstandig; soms is ondersteuning gewenst. De gemeente biedt de mogelijkheid tot financiële ondersteuning in de vorm van subsidie.

De gemeente financiert ook de steunpunten voor vrijwilligersorganisaties: de vrijwilligerscentrale en sportservice. Het derde steunpunt voor vrijwilligersorganisaties wordt gevormd door het Netwerk Amateur Kunst van de Gruitpoort. Het spreekt voor zich dat deze steunpunten met elkaar samenwerken.

De kwetsbare burger centraal

De subsidieregeling ‘Vrijwilligerswerk Doetinchem 2015’ is het toetsingskader voor de beoordeling van een subsidieverzoek. In alle gevallen gaat het hierbij om een subsidieverzoek dat moet bijdragen aan preventie; kortom aan de ondersteuning van de kwetsbare inwoners. Dat kan een doorverwijzing naar de 2e lijn helpen voorkomen. Dat betekent dat het gaat om initiatieven waarbij:

  • -

    de vrijwilliger(sorganisatie) zich inzet voor kwetsbare inwoners;

  • -

    de organisatie een ‘geleide’ of ‘wederkerige’ vrijwilliger een plek biedt;

  • -

    en/of de organisatie ervaringsdeskundigen inzet.

Het gaat hierbij om initiatieven die laagdrempelig zijn zonder de vereiste van een indicatie.

De inzet van vrijwilligers

De meeste algemene voorzieningen kennen een inzet van vrijwilligers. Daar willen wij bij uitstek subsidie aan verlenen. De subsidie, waar de regeling betrekking op heeft, wordt dan ook alleen verleend aan vrijwilligersorganisaties.

Bij de beoordeling van het verzoek wordt gekeken of de subsidie het hoofddoel dient. En of de kosten direct verbonden zijn aan de uitvoering van de activiteit. De inzet van vrijwilligers en hun ondersteuning zullen onderdeel zijn van genoemde kosten. Zowel bij de beoordeling van de aanvraag als bij de verantwoording zal dan ook de afgeleide vraag zijn hoe de vrijwilliger ondersteund is.

Een vrijwilliger “verdient” het om ondersteuning te kunnen krijgen: een vorm van coördinatie, deskundigheidsbevordering en bewaking, waardering.

Type vrijwilligers

Wij onderscheiden:

  • 1.

    De vrijwilliger: degene die in georganiseerd verband vrijwilligerswerk doet.

  • 2.

    ‘Wederkerige vrijwilliger’: Inwoners met een bijstandsuitkering die in ruil voor hun uitkering vrijwilligerswerk kunnen doen.

  • 3.

    ‘Geleide’ vrijwilliger: de vrijwilliger die begeleiding bij het vrijwilligerswerk nodig heeft door de begeleidende instelling.

  • 4.

    Burenhulp: iets voor een ander doen. Georganiseerde burenhulp is een vorm van vrijwilligerswerk.

  • 5.

    Vrijwillige inzet: vrijwilligerswerk dat door een individu al dan niet in georganiseerd verband wordt gedaan voor een afgebakende periode voor een afgebakend project. Burgerinitiatieven zijn een vorm van vrijwillige inzet.

De activiteiten van vrijwilligers(organisatie)

Deze zijn rechtstreeks gerelateerd aan het hoofddoel. Wij onderscheiden op dit moment in de praktijk:

  • -

    Lotgenotencontact: “De ouderensoos, het cafe (alzheimer, NAH…)”;

  • -

    Maatjesprojecten;

  • -

    De individuele Wmo voorziening ingezet als collectieve voorziening;

  • -

    Ondersteuning “bureaucratische procedures”;

  • -

    Hand- en spandiensten;

  • -

    Inloop, spreekuur, daginvulling;

  • -

    Zelfhulp;

Deze lijst is niet compleet. Sterker nog, nieuwe initiatieven zijn van harte welkom.

De BV Buurtplein is de organisatie die zorg draagt voor de ondersteuning van de ‘reguliere’ vrijwilliger die zich inzet in de wijk (en soms stedelijk) als:

  • -

    vrijwilliger voor de collectieve sociaal culturele activiteiten/buurthuisactiviteiten;

  • -

    vrijwillige ouderenadviseurs van CSO-Doetinchem;

  • -

    vrijwilliger in buurtbemiddeling;

  • -

    vrijwilliger financiële ondersteuning;

  • -

    vrijwilliger formulierenbrigade;

en naar verwachting in de nabije toekomst als:

-vrijwilliger voor Op Maat 0-100 jaar voor hand- en span diensten en meldpunt vrijwillige dienstverlening;

Deze vrijwilligers maken deze algemene en collectieve voorzieningen mogelijk. Waar mogelijk worden ook ‘geleide’ en ‘wederkerige’ vrijwilligers ingezet.

De buurtcoach is verantwoordelijk voor de coördinatie en begeleiding van de vrijwilligers, behalve de vrijwilligers financiële ondersteuning en de formulierenbrigade. Zij vallen onder sociaal raadsliedenwerk.

Deze financiering moet ook apart zichtbaar blijven en gemonitord!

De procedure

De aanvraagprocedure is flexibel. Er wordt in principe aangesloten bij de Algemene subsidieverordening gemeente Doetinchem 2022. Een organisatie dient een aanvraag in volgens de daarvoor in artikel 7 van de Algemene subsidieverordening gemeente Doetinchem 2022 gestelde termijn.