Regeling vervallen per 01-01-2020

Procedureregeling functiebeschrijving en functiewaardering Gemeente Velsen (HR21)

Geldend van 15-03-2014 t/m 31-12-2019

Intitulé

Procedureregeling functiebeschrijving en functiewaardering Gemeente Velsen (HR21)

ARTIKEL 1: DEFINITIES

Bestuurder:

De bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden (WOR).

Bevoegd gezag:

Het college van burgemeester en wethouders van Velsen voor de ambtelijke organisatie.

Directieteam:

De algemeen directeur/gemeentesecretaris en de directeuren als genoemd in het Organisatiebesluit Gemeente Velsen.

Externe deskundige:

Een door de systeemhouder (VNG) erkend deskundige inzake de ontwikkeling, toepassing en werking van HR21.

Functie:

Het samenstel van taken en of werkzaamheden dat, afgeleid uit de taakstelling van de organisatie, is opgedragen aan een functiehouder.

Functiebeschrijving:

De normbeschrijving dan wel de lokale generieke functiebeschrijving die een resultaatgerichte weergave is van aard, overwegend karakter, niveau en complexiteit van taken en of werkzaamheden.

Functiehouder:

- de ambtenaar in de zin van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en/of Velsense Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR/VAR) van de gemeente Velsen of

- de werknemer met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, als bedoeld in artikel 2:5 van de CAR is aangegaan.

Functiewaardering:

Het bepalen van de relatieve functiewaarde van een functiebeschrijving aan de hand van de in HR21 vastgelegde waarderingsmethode.

Gecertificeerde gebruiker:

De volgens de normering van de extern deskundige opgeleide lokale gebruiker die geautoriseerd is om te werken met HR21.

Gemeentesecretaris:

De ambtenaar, als genoemd in artikel 102 van de Gemeentewet.

Leidinggevende:

De leidinggevende als genoemd in het Organisatiebesluit Gemeente Velsen.

Lokale functiebeschrijving:

De volgens het format van HR21 lokaal gewijzigde normbeschrijving of toegevoegde (nieuwe) functiebeschrijving.

Normbeschrijving:

De generieke functiebeschrijving zoals opgenomen in het normbestand van HR21. De normbeschrijving is voorzien van een vaste waardering (puntenreeks).

ARTIKEL 2: VASTSTELLING FUNCTIEBESCHRIJVINGEN

  • 1.

    De bestuurder, of in opdracht de leidinggevende, selecteert (in samenspraak met de externe deskundige en/of een gecertificeerde gebruiker) per functie een normbeschrijving uit HR21. Indien de normbeschrijving voor de functie onvolledig is, dan wel een voor de functie dekkende normbeschrijving niet beschikbaar is, wordt een lokale functiebeschrijving opgesteld.

  • 2.

    De onder het eerste lid gekozen functiebeschrijving(en), wordt/worden besproken binnen het managementteam en het directieteam en door de bestuurder voorlopig vastgesteld.

  • 3.

    De voorlopig vastgestelde functiebeschrijving(en) wordt/worden door de bestuurder ter informatie aangeboden aan de ondernemingsraad (OR).

  • 4.

    Indien sprake is van een belangrijke wijziging in de organisatie van de gemeente zoals bedoeld in Wet op de ondernemingsraden, dan stelt de bestuurder de OR in de gelegenheid advies uit te brengen over de voorgenomen vaststelling van de functiebeschrijvingen.

  • 5.

    Met inachtneming van het bepaalde in lid 2 of 3, legt de bestuurder de functiebeschrijvingen ter vaststelling voor aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag stelt de aldus voor de gemeentelijke functies tot stand gekomen (norm- en lokale) functiebeschrijvingen bij algemeen verbindend voorschrift vast.

ARTIKEL 3: VASTSTELLING WAARDERINGEN

  • 1.

    In opdracht van het bevoegd gezag worden door de gecertificeerde gebruiker en/of externe deskundige, aan de hand van de in HR21 vastgelegde functiewaarderingsmethode, alle lokale functiebeschrijvingen gewaardeerd.

  • 2.

    De waarderingsresultaten van de lokale functiebeschrijvingen worden ter toetsing aangeboden aan het directieteam.

  • 3.

    De waarderingsresultaten worden opgenomen in een eindadvies functiewaardering aan het bevoegd gezag. Het waarderingsadvies bevat in ieder geval:

  • a.

    Een motivering, gerubriceerd per invalshoek en dimensie, van de subscores en de totaalscore per lokale functiebeschrijving;

  • b.

    Een overzicht van de functiewaarderingsresultaten van alle lokale functiebeschrijvingen;

  • c.

    Een gecombineerd overzicht van de functiewaarderingsresultaten van alle geselecteerde normbeschrijvingen en lokale functiebeschrijvingen;

  • d.

    Een verslag van de toetsing als bedoeld in lid 2 van dit artikel.

  • 4.

    Het bevoegd gezag stelt de waarderingen vast met inachtneming van het eindadvies functiewaardering. Afwijking van het advies kan slechts plaatsvinden op basis van zwaarwegende argumenten. Het bevoegd gezag stelt de waarderingen van de lokale functiebeschrijvingen en normbeschrijvingen bij algemeen verbindend voorschrift vast.

ARTIKEL 4: VASTSTELLING CONVERSIETABEL

  • 1.

    Het bevoegd gezag stelt op basis van de vastgestelde gemeentelijke salarisstructuur, na verkregen overeenstemming binnen de commissie voor Georganiseerd Overleg, een conversietabel vast. Wijziging van de gemeentelijke salarisstructuur vindt niet plaats zonder overeenstemming binnen de commissie voor Georganiseerd Overleg.

  • 2.

    Door middel van toepassing van de vastgestelde conversietabel worden de waarderingen van alle geselecteerde normbeschrijvingen en lokale functiebeschrijvingen omgezet naar functionele schalen.

ARTIKEL 5: VOORBEREIDING INDELINGSADVIES, INDELINGSBESLUIT, BEZWAAR EN BEROEP

  • 1.

    De leidinggevende van de functiehouder maakt aan de functiehouder schriftelijk bekend welke functiebeschrijving hij voornemens is op hem van toepassing te verklaren (indelingsbesluit). In het voorgenomen indelingsbesluit zijn tevens de gevolgen opgenomen voor de inschaling, het salaris en/of de bezoldiging.

  • 2.

    De functiehouder wordt in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze over de indeling aan de functiebeschrijving kenbaar te maken. De termijn voor het kenbaar maken van de zienswijze bedraagt twee weken. De zienswijze wordt schriftelijk en gemotiveerd kenbaar gemaakt aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag legt de zienswijze ter advisering voor aan de naasthogere leidinggevende van de functiehouder. Deze bespreekt de zienswijze met de leidinggevende en – zo nodig – met het managementteam en het directieteam.

  • 3.

    Na het verstrijken van de termijn als bedoeld in lid 2, maakt het bevoegd gezag schriftelijk en gemotiveerd aan de functiehouder bekend in welke functiebeschrijving de functie van de functiehouder is ingedeeld en welke de gevolgen zijn voor de inschaling, het salaris en/of bezoldiging. Deze mededeling is een besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb. Indien gebruik is gemaakt is van de mogelijkheid een zienswijze in te dienen, zal daar gemotiveerd uitsluitsel over worden gegeven.

  • 4.

    Tegen het besluit kan de functiehouder schriftelijk en gemotiveerd bezwaar maken bij het bevoegd gezag.

ARTIKEL 6: NIEUWE EN GEWIJZIGDE TAKEN

  • 1.

    Indien aan een functiehouder, door of namens het bevoegd gezag, nieuwe of gewijzigde taken worden opgedragen, dan heroverweegt het bevoegd gezag, na en met inachtneming van het advies van de leidinggevende van de functiehouder, de indeling in de functiebeschrijving.

  • 2.

    Indien de heroverweging leidt tot een nieuw indelingsbesluit, dan is het bepaalde in artikel 5 van overeenkomstige toepassing. In het geval dat de heroverweging niet leidt tot een nieuw indelingsbesluit, dan wordt de functiehouder hiervan in kennis gesteld.

ARTIKEL 7: WIJZIGING FUNCTIEBESCHRIJVINGEN

  • 1.

    Bij wijziging van de structuur, taken of doelstellingen van de organisatie wordt, onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, door de bestuurder bezien of de vastgestelde functiebeschrijvingen volledig en/of toereikend zijn. Het selecteren, wijzigen of opstellen van nieuwe functiebeschrijvingen verloopt volgens de procedure als beschreven in artikel 2.

  • 2.

    Een verzoek tot heroverweging van de bestaande functiebeschrijvingen kan ook worden ingediend door de Ondernemingsraad.

ARTIKEL 8: OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

  • 1.

    Het bevoegd gezag kan nadere regels stellen omtrent hetgeen in deze procedureregeling is neergelegd voor zover aard en strekking van deze regeling zich daartegen niet verzet. Indien en voor zover bij nadere regels van deze regeling wordt afgeweken, dient hierover voorafgaand instemming te worden gevraagd aan de ondernemingsraad. Het bepaalde in artikel 27 lid 2 t/m 7 WOR is van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet beslist het bevoegd gezag.

  • 3.

    Deze regeling, welke kan worden aangehaald als ‘Procedureregeling functiebeschrijving en functiewaardering gemeente Velsen, treedt gelijk in werking na publicatie.

  • 4.

    Bij inwerkingtreding van de Procedureregeling functiebeschrijving en functiewaardering gemeente Velsen wordt de Regeling formatie en niveaubeheer en de Regeling individueel functiewaarderingsonderzoek, beide vastgesteld bij besluit van 21 april 1992, ingetrokken. Hiervoor wordt een uitzondering gemaakt voor de lopende bezwaar- en beroepszaken tegen besluiten die genomen zijn op basis van deze twee regelingen.

Bijlagen

Functieboek en de daarbij behorende waarderingen

Bijlagen

Conversietabel Velsen

Bijlagen

Totaal overzicht indelingslijst HR21