Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren

Geldend van 07-10-2014 t/m heden

Intitulé

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren

Vastgesteld bij raadsbesluit van 25 september 2014, kenmerk 14INT613

De raad van de gemeente West Maas en Waal;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 augustus 2014, nr. 2.4.2

Overwegende, dat wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in verband met de inwerkingtreding van de Wet nadeelcompensatie het wenselijk maakt een nieuwe verordening vast te stellen voor ondergrondse infrastructuren;

Gelet op artikel 1 Belemmeringenwet Privaatrecht; artikel 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet; titel 4.5 Algemene wet bestuursrecht en artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente West Maas en Waal”

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Aansluiting: het gedeelte van de kabel of leiding door openbare grond dat een netwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt ten behoeve van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onderdelen a tot en met d, van de Wet waardering onroerende zaken, of met een ander netwerk; openbare gronden openbare gronden, als genoemd in artikel 1.1, van de Telecommunicatiewet;

  • b.

    Calamiteit: een incident met voor de omgeving mogelijk grote gevolgen, die niet zelfstandig kunnen worden afgewikkeld en waarbij gecoördineerde inzet van hulpverleningsorganisaties en diensten van verschillende disciplines is vereist om de gevolgen te beperken;

  • c.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Maas en Waal;

  • d.

    Coördinator: de contactpersoon van de gemeente, die gemandateerd is door het college, inzake werkzaamheden of bevoegdheden krachtens deze verordening.

  • e.

    Degeneratiekosten: de kosten voor de gemeente door vermindering van de kwaliteit en/of duurzaamheid van de verharding of andere gemeente-eigendommen, veroorzaakt door de (graaf)werkzaamheden onder verhardingsconstructies of andere voorzieningen;

  • f.

    Gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 1, van de Belemmeringenwet Privaatrecht of in artikel 5.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet;

  • g.

    Handboek: het Handboek Kabels en Leidingen (Standaardbepalingen voor het opnemen van de sleufverharding, het graven, aanvullen en verdichten van sleuven en het leggen etc. van kabels en leidingen die in eigendom of beheer zijn bij de gemeente), zijnde door het college vast te stellen nadere regels betreffende de voorbereiding en uitvoering van ontwerp, aanleg, exploitatie, onderhoud en verwijdering van kabels en leidingen inclusief de toepasselijke indieningsvereisten;

  • h.

    Instemmingsbesluit: (positief) besluit van het college op een melding van voorgenomen werkzaamheden als bedoeld in de Telecommunicatiewet;

  • i.

    Kabels en leidingen: kabels en/of leidingen als onderdeel van een net(werk), daaronder mede begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations en andere hulpmiddelen, behoudens voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen liggen binnen de installatie van een producent of van een afnemer, en tevens omvattende lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken; voorbeelden van deze kabels en leidingen zijn telecommunicatie- en omroepkabels, elektriciteitskabels (koppel-, transport- en distributiekabels), gasleidingen (transport-, distributie- en dienstleidingen), waterleidingen, rioleringen (buizen) en kabels en leidingen ten behoeve van industriële en private netwerken;

  • j.

    Leggen van kabels en leidingen: het aanbrengen, leggen, onderhouden, omleggen, vernieuwen, herstellen en verwijderen van kabels en leidingen en het verrichten van hierbij behorende werkzaamheden;

  • k.

    Marktconforme kosten: kosten zoals deze door een onderneming onder normale omstandigheden in een markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;

  • l.

    Net of netwerk: samenstel van ondergrondse kabel(s) en/of leiding(en), bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie (een, al dan niet openbaar, elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1.e van de Telecommunicatiewet), uitgezonderd het rioleringsnetwerk;

  • m.

    Netbeheerder: vennootschap (of andere rechtspersoon) welke een kabel- en/of buisleidingennetwerk beheert;

  • n.

    Niet-openbare kabels: kabels en leidingen (dan wel het netwerk waartoe deze behoren) die niet gebruikt worden om openbare diensten aan te bieden, waaronder verstaan wordt het aanbieden van diensten die beschikbaar zijn voor het publiek;

  • o.

    Spoedeisende werkzaamheden: werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening, waarvan uitstel redelijkerwijs niet mogelijk of wenselijk is;

  • p.

    Vergunning: een vergunning welke is verleend door het college voor het verrichten van werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding, aanpassing of verwijdering van kabels of leidingen in openbare gronden die door de gemeente beheerd worden;

  • q.

    Verordening: Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Gemeente West Maas en Waal;

  • r.

    Werken: een constructie, of werkzaamheden, niet zijnde een gebouw, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

  • s.

    Werkzaamheden: handmatige en mechanische werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen;

  • t.

    Werkzaamheden van niet ingrijpende aard: werkzaamheden;

    • -

      die betrekking hebben op het onderhouden, wijzigen of uitbreiden van een al rechtsgeldig in de openbare ruimte van de gemeente aanwezig ondergronds netwerk;

    • -

      met geringe overlast c.q. belemmeringen voor de omgeving;

    • -

      waarbij geen rijbanen of andere verhardingen, wateren of groenvoorzieningen (in de zin van beplanting) worden gekruist;

    • -

      waarbij geen boringen worden toegepast;

    • -

      die dusdanig beperkt zijn dat, steeds ter beoordeling van het college, als uitzondering een lichter procedureel regime toegepast kan worden;

      en die bedoeld zijn voor:

    • -

      het aanbrengen/ verwijderen van kabels en leidingen met aaneengesloten te ontgraven lengte van minder dan 25 meter (gerekend vanaf de perceelsgrens) in een reeds aanwezig netwerk;

    • -

      het realiseren van incidentele huisaansluitingen waarbij clustering niet is toegestaan;

    • -

      proefsleuven;

    • -

      reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan het netwerk over een lengte van minder dan 25 meter dan wel van lasgaten, en niet zijnde het plaatsen van een nieuwe handhole of nieuwe en ondergrondse lasmoffen;

    • -

      werkzaamheden met een grondoppervlakte van maximaal 10 m2.

Artikel 2 Toepasselijkheid

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de procedures en voorschriften voor het aanleggen, in stand houden, onderhouden, verleggen en opruimen/verwijderen van kabels en leidingen in openbare gronden, voor zover de gemeente deze gronden beheert, in bezit heeft dan wel daarover coördinatieverplichtingen heeft conform de Telecommunicatiewet en de Belemmeringenwet Privaatrecht, waarvan de bepalingen onverkort van toepassing zijn op het in deze verordening bepaalde.

  • 2. Het college voert de regie over de efficiënte ordening van kabels en leidingen in, op en boven de openbare gronden.

  • 3. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing op het bepaalde in deze verordening

Artikel 3 Nadere regels

Het college is bevoegd ter uitvoering van deze verordening nadere regels vast te stellen.

Hoofdstuk 2 Aanvragen en melden van graafwerkzaamheden

Dit hoofdstuk is van toepassing op werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding, verlegging en opruiming/verwijdering van kabels en leidingen, met uitzondering van werkzaamheden die onder de reikwijdte van hoofdstuk 3 vallen.

Artikel 4 Vereiste van instemming of vergunning

  • 1. Het is verboden zonder, of in afwijking van, een voorafgaand door het college verleende instemmingsbesluit of vergunning omtrent de plaats, het tijdstip en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden, kabels en/of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden, te onderhouden, te verleggen of op te ruimen / verwijderen.

  • 2. Voor het verrichten van werkzaamheden van minder ingrijpende aard of spoedeisende werkzaamheden of calamiteiten, is geen instemming of vergunning van het college, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk maar kan worden volstaan met een melding vooraf aan het college.

Artikel 5 Aanvragen en melden

  • 1. Een netbeheerder die werkzaamheden wil verrichten vraagt daarvoor, tenminste 8 weken voor aanvang van de werkzaamheden, schriftelijk of digitaal een instemmingsbesluit en/of vergunning aan bij het college.

  • 2. Minder ingrijpende werkzaamheden, als bedoeld in artikel 4 lid 2, dienen een week voor de uitvoering schriftelijk of digitaal bij de gemeente te worden gemeld. Op grond van de belangen zoals genoemd in artikel 8 lid 1 kan het college bepalen dat de realisatie van deze werkzaamheden op een later tijdstip dient plaats te vinden.

  • 3. In geval van spoedeisende werkzaamheden of calamiteiten volstaat een melding digitaal of telefonisch voorafgaand aan de start van de werkzaamheden.

Artikel 6 Aanvraag- en meldingsvoorwaarden

Voor het aanvragen van een instemmingsbesluit en/of vergunning als bedoel in artikel 4, en het melden van minder ingrijpende- of spoedeisende werkzaamheden, dient gebruik te worden gemaakt van daartoe door het college vastgestelde formulieren.

Artikel 7 Termijnen

  • 1.

    Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag. Betreft het een aanvraag waarbij meerdere gedoogplichtigen / netbeheerders zijn betrokken, of andere vergunningen vereist zijn, dan beslist het college binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag en alle benodigde bijbehorende instemmingen c.q. vergunningen.

  • 2.

    De termijnen zoals bedoeld in het eerste lid kunnen eenmaal met acht weken worden verlengd.

  • 3.

    Indien van de bevoegdheid tot verlenging gebruik wordt gemaakt, doet het college daarvan vóór afloop van de termijnen zoals genoemd in lid 1, een schriftelijke bevestiging met motivering toekomen aan de aanvrager.

Artikel 8 Geldigheid

  • 1. De werkzaamheden moeten zijn voltooid vóór de door het college vastgestelde einddatum. Indien de werkzaamheden niet binnen de vastgestelde termijn zijn uitgevoerd, vervalt de vergunning of het instemmingsbesluit. Een situatie van overmacht moet tijdig worden medegedeeld, met in acht name van de maximale geldigheidsduur en ter beoordeling van het college.

  • 2. De einddatum, als bedoeld in het eerste lid, kan na een schriftelijk en gemotiveerd verzoek, door het college worden verlengd, geheel ter beoordeling van het college.

  • 3. Het instemmingsbesluit of de vergunning vervalt indien de netbeheerder schriftelijk aan het college verklaart geen gebruik meer te maken van het instemmingsbesluit of de vergunning.

  • 4. Het college kan een instemmingsbesluit of vergunning wijzigen of intrekken, indien:

    • a.

      de beschikking op basis van onjuiste of onvolledige gegevens is verleend;

    • b.

      de netbeheerder, of de door deze ingeschakelde derde partij, het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning of instemmingsbesluit niet naleeft.

Artikel 9 Voorschriften, beperkingen en weigeringsgronden

  • 1. Het college kan aan een instemmingsbesluit of een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden, dan wel een vergunning weigeren, in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      veiligheid, waaronder mede verstaan wordt de verkeersveiligheid en/of een goede doorstroming van het verkeer;

    • c.

      het voorkomen of beperken van schade of overlast; waaronder mede verstaan wordt de bescherming van eventuele archeologische vondsten, van groenvoorzieningen, bomen en beplantingen en van het uiterlijke aanzien van de omgeving;

    • d.

      de bereikbaarheid van gronden of gebouwen; waaronder mede verstaan wordt het veilig en doelmatig gebruik van openbare gronden en gebouwen en het doelmatig beheer en onderhoud ervan en het belang van nader aan te geven grote lokale evenementen als weekmarkten en kermissen;

    • e.

      de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor reeds in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder mede verstaan worden werken ten behoeve van de riolering en de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit.

  • 2. De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen dient te geschieden conform het Handboek Ondergrondse Infrastructuur van de gemeente West Maas en Waal. In dat kader is het college tevens bevoegd voorschriften te stellen op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven. Bij tegenstrijdigheden van de bepalingen van deze verordening en het Handboek Kabels en Leidingen, hebben de bepalingen van deze verordening voorrang.

  • 3. Het college stelt nadere regels vast over schadeherstel en vergoeding van degeneratie- en toezichtkosten. Indien de netbeheerder werkzaamheden moet uitvoeren in bijzondere bestrating, verlangt het college specifiek schadeherstel. De netbeheerder is gehouden tot het, op basis van redelijkheid en billijkheid, vergoeden van alle schade, geleden en te lijden door de gemeente, voortvloeiende uit de door of vanwege de netbeheerder uit te voeren werkzaamheden. De berekening van de schadevergoeding is gebaseerd op marktconforme herstel-, onderhouds-, beheers/toezicht- en degeneratiekosten of werkelijke kosten, met als uitgangspunt kostendekkendheid voor de gemeente.

  • 4. Indien het leidingentracé geen ruimte biedt voor de aanleg van nieuwe kabels, legt de netbeheerder de gemeente een alternatief tracé voor en wordt daarbij bezien of andere netbeheerders eventuele voorgenomen werkzaamheden op dat tracé willen combineren, of (in geval van elektronische communicatienetwerken) doet hij aan andere netbeheerders een verzoek tot medegebruik van kabels en/of leidingen.

  • 5. De netbeheerder is met betrekking tot het verkrijgen van een vergunning of instemmingsbesluit leges verschuldigd conform de Legesverordening van de gemeente West Maas en Waal.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Paragraaf 3.1 Algemeen

Artikel 10 Eigendom

  • 1. Indien de eigendom, exploitatie of beheer van de kabel of leiding wordt overgedragen aan een andere netbeheerder, gaan de rechten en plichten die betrekking hebben op de kabel of leiding van de oude netbeheerder over op de nieuwe netbeheerder.

  • 2. De netbeheerder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel of leiding verandert.

  • 3. Op het eigendom van de kabels en leidingen zijn de desbetreffende wettelijke bepalingen van toepassing.

Paragraaf 3.2 Telecommunicatie

Artikel 11 Niet-openbare kabels en leidingen

  • 1. Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van niet-openbare kabels en leidingen in openbare wegen en wateren, in het bijzonder in het kader van de Telecommunicatiewet, is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing.

  • 2. In het geval van te verlenen toestemming is het bepaalde in deze verordening van toepassing, maar houdt dit geen gedoogplicht in van de betreffende kabels en leidingen.

  • 3. Niet-openbare kabels en/of leidingen dienen op verzoek van het college op gronden genoemd in artikel 9, eerste lid, op kosten van de eigenaar van de kabels en/of leidingen, te worden verlegd.

Artikel 12 (Mede)gebruik van voorzieningen

  • 1. Een beheerder van een netwerk voor het transport van informatie is verplicht om bij aanleg zoveel mogelijk (mede)gebruik te (laten) maken van bestaande, hetzij door andere netbeheerders dan wel door of in opdracht van de gemeente aangelegde, voorzieningen zoals mantelbuizen, kabelgoten en –geleidingen.

  • 2. Indien de netbeheerder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, is deze verplicht daarvan gebruik te maken. Bepalend voor de redelijkheid is of de voorzieningen tegen marktconforme kosten ter beschikking worden gesteld.

Artikel 13 Informatieplicht

  • 1. De netbeheerder stelt het college onverwijld en schriftelijk in kennis van het feit dat een kabel of leiding niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, een niet-openbaar elektronisch communicatienetwerk of een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen in of op openbare gronden.

  • 2. In dit kader kan het college van de netbeheerder verlangen dat deze een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels, leidingen en ondersteuningswerken verstrekt. De bewijslast van ingebruikname ligt bij de netbeheerder.

Paragraaf 3.3 Verleggen en verwijderen

Artikel 14 Verleggingen van leidingen op verzoek van het college

  • 1. Voor verleggingen, verwijderingen of aanpassingen van leidingen van een netwerk van een netbeheerder in of op openbare gronden op verzoek van het college, gelden de volgende bepalingen:

    • a.

      De netbeheerder is verplicht op verzoek van het college over te gaan tot het nemen van maatregelen voor kabels en leidingen ten dienste van zijn net, waaronder het verplaatsen, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente in het algemeen belang;

    • b.

      De gemeente en de netbeheerder zullen bij verwijdering, verlegging of aanpassing van leidingen elkaars schade zo veel mogelijk beperken;

    • c.

      Na een schriftelijk verzoek van het college tot het nemen van maatregelen gaat de netbeheerder zo spoedig mogelijk over tot de uitvoering, doch niet later dan dertien weken na de datum van ontvangst van het verzoek.

    • d.

      Indien blijkt dat een netbeheerder als gevolg van een besluit van het college, inhoudende een intrekking of wijziging van een vergunning of instemmingsbesluit als bedoeld in dit artikel, schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale bedrijfsrisico kan worden gerekend en waarvan een vergoeding niet of niet voldoende is verzekerd, kent het college op verzoek een vergoeding toe.

  • 2. Indien ten gevolge van werkzaamheden, niet zijnde gemeentelijke werkzaamheden, verplaatsing, wijziging of verwijdering van enig eigendom van de gemeente noodzakelijk is, dan wel ten behoeve van werkzaamheden speciale voorzieningen moeten worden getroffen, komen de kosten ervan voor rekening van de opdrachtgever, tenzij er redelijkerwijs aanleiding bestaat om de kosten over meerdere partijen te verdelen, dan wel om geen kosten in rekening te brengen.

Artikel 15 Verwijderen van leidingen

  • 1. De netbeheerder is verplicht na het geheel of gedeeltelijk intrekken van de vergunning de leiding(en) binnen een door het college te bepalen termijn te verwijderen.

  • 2. Buiten gebruik gestelde kabels en leidingen dienen bij reconstructies op aanzegging van de gemeente te worden verwijderd.

  • 3. De procedure uit deze verordening voor het verkrijgen van instemming of vergunning is van overeenkomstige toepassing op de verwijderingen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel.

Hoofdstuk 4 Handhavings-, toezicht-, en slotbepalingen

Artikel 16 Toezicht en handhaving

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 17 Overtredingen

  • 1. Indien het college of de coördinator vaststelt dat de verplichtingen van deze verordening niet zijn nagekomen, kan het college besluiten gebruik te maken van de bestuursrechtelijke instrumenten zoals bestuursdwang, last onder dwangsom en/of een bestuurlijke boete, alle conform de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. Bij de bepaling van de hoogte van een op te leggen bestuursboete houdt het college rekening met de aard, ernst, duur en verwijtbaarheid van de overtreding.

  • 3. In geval van grove nalatigheid of recidive kan het college tevens besluiten strafrechtelijke handhaving in gang te zetten, op grond van het Wetboek van Strafrecht of de Wet economische delicten.

Artikel 18 Naleving voorschriften

  • 1. Indien een netbeheerder zich niet houdt aan de voorschriften uit het instemmingsbesluit of de vergunning, dan kan het college het instemmingsbesluit of de vergunning intrekken en de oorspronkelijke situatie (laten) herstellen voor rekening van de netbeheerder.

  • 2. Indien de werkzaamheden niet op de overeengekomen data worden gestart respectievelijk uitgevoerd vervalt de verleende instemming of vergunning, tenzij er een gegronde reden wordt opgevoerd, zulks ter beoordeling van het college. De netbeheerder is verplicht het college of de coördinator zo spoedig mogelijk en gemotiveerd te informeren over eventuele vertragingen.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking. Gelijktijdig vervalt de Telecommunicatieverordening van de gemeente West Maas en Waal d.d. 1 juli 1999.

Artikel 20 Overgangsbepalingen

  • 1.

    De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn aangelegd met toepassing van de Telecommunicatieverordening van de gemeente West Maas en Waal en/of op basis van andere aantoonbare en gelegaliseerde afspraken, zoals die hebben gegolden tot de inwerkingtreding van de onderhavige Verordening, wordt per ingang van deze verordening eveneens beheerst door de regels daarvan.

  • 2.

    Vergunningen en ontheffingen op grond van de onderhavige verordening en instemmingsbesluiten op grond van de Telecommunicatieverordening met betrekking tot kabels en leidingen als bedoeld in deze verordening, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening (AVOI) en blijven ook na de inwerkingtreding van deze verordening gelden.

  • 3.

    Op aanvragen, als bedoeld in het eerste lid, waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van deze verordening een beslissing genomen.

  • 4.

    Het college heeft de bevoegdheid op grond van afweging van de te behartigen belangen en met in acht name van de redelijkheid en billijkheid in incidentele en te motiveren gevallen af te wijken van de bepalingen van deze verordening.

Ondertekening

DE RAAD VAN DE GEMEENTE WEST MAAS EN WAAL,
De griffier, De voorzitter,
Mr. G.E.M. Gieling Th.A.M. Steenkamp