Verordening regelende de taak, de samenstelling en de werkwijze van de Monumentencommissie Boekel 2006

Geldend van 03-08-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening regelende de taak, de samenstelling en de werkwijze van de Monumentencommissie Boekel 2006

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boekel

 

 

gelet op het bepaalde in artikel 84 van de Gemeentewet, artikel 15 van de Monumentenwet 1988 en artikel 1, lid m van de “Monumentenverordening Boekel 2004”;

 

besluit vast te stellen de

 

“Verordening regelende de taak, de samenstelling en de werkwijze van de Monumentencommissie Boekel 2006”

 

Artikel 1 Taak Monumentencommissie

  • 1. De Monumentencommissie adviseert burgemeester en wethouders alvorens zij besluiten over de in bijlage I genoemde taken die onderdeel uitmaken van deze verordening.

  • 2. Over planologische maatregelen, waarbij gemeentelijke- en/of rijksmonumenten, gemeentelijke beschermde stad of dorpsgezichten en beeld bepalende zaken als bedoeld in de “Monumentenverordening Boekel 2004” zijn betrokken, dient de Monumentencommissie om advies te worden gevraagd.

  • 3. Voorts brengt de Monumentencommissie advies uit in alle aangelegenheden, waarover burgemeester en wethouders haar oordeel vragen.

  • 4. De besluiten, die naar aanleiding van de adviezen van de Monumentencommissie zijn genomen worden zo spoedig mogelijk aan de Monumentencommissie medegedeeld.

Artikel 2 Samenstelling Monumentencommissie 

  • 1. De Monumentencommissie bestaat uit minimaal vijf en maximaal zeven leden, inclusief de voorzitter en exclusief de secretaris.

  • 2. Selectie van leden vindt plaats op basis van deskundigheid. In de Monumenten-commissie dienen de volgende deskundigheden vertegenwoordigd te zijn: kunst-/architectuurhistorie, restauratiearchitectuur, lokale geschiedenis, stedenbouw/ planologie en archeologie.

    Van de leden wordt verwacht, dat zij betrokken zijn bij het inhoudelijk werk van c.q. prestaties hebben geleverd in het kader van de taakstelling van de Monumentencommissie en zo mogelijk een band met de gemeente Boekel hebben.

  • 3. De Monumentencommissie wordt bijgestaan door een door burgemeester en wethouders aan te wijzen secretaris die geen stemrecht heeft.

  • 4. De Monumentencommissie en haar voorzitter zijn bevoegd om ambtenaren, adviseurs en/of deskundigen te horen en/of in te schakelen, echter met dien verstande, dat toestemming van burgemeester en wethouders nodig is indien aan

    het horen of inschakelen van deskundigen kosten voor de gemeente verbonden zijn.

Artikel 3 Benoeming en ontslag

  • 1. De leden worden voor een periode van vier jaar op voordracht van burgemeester en wethouders benoemd en kunnen éénmaal worden herbenoemd. Zij treden af volgens een door de commissie op te stellen rooster.

  • 2. De Monumentencommissie benoemt uit haar midden voor een periode van twee jaar een voorzitter en een vice-voorzitter, waarbij herbenoeming niet is uitgesloten.

  • 3. Een lid kan ontslag nemen door schriftelijke kennisgeving aan het college van Burgemeester en Wethouders. Hij blijft zijn functie uitoefenen totdat in de opvolging is voorzien.

  • 4. Wanneer een lid zijn of haar taak niet of niet behoorlijk vervult, kan de Monumentencommissie adviseren dit lid te ontslaan als lid van de Monumentencommissie. 

  • 5. Overeenkomstig artikel 1 lid 3 is ook het college van Burgemeester en Wethouders gerechtigd aan de Monumentencommissie haar oordeel te vragen over het functioneren van individuele leden.

  • 6. In de Monumentencommissie kunnen geen leden worden benoemd die raadslid of ambtenaar van de gemeente Boekel zijn.

Artikel 4 Vergoeding lidmaatschap

De leden van de Monumentencommissie ontvangen voor hun werkzaamheden een honorarium dat door het college van Burgemeester en Wethouders jaarlijks op basis van de vergoeding van burgerleden in raadscommissies wordt vastgesteld.

Artikel 5 VergaderingenMonumentencommissie

  • 1. De vergaderingen van de Monumentencommissie zijn openbaar. Er wordt alleen achter gesloten deuren vergaderd, wanneer hier zwaarwichtige redenen aan ten grondslag kunnen worden gelegd. Een besluit hiertoe dient, voorafgaande aan de behandeling van het desbetreffende agendapunt, door de meerderheid van het aantal aanwezige leden te worden genomen.

  • 2. De Monumentencommissie kan omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken, die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding wordt zowel door de leden, die bij de behandeling aanwezig waren, als eventueel tot de vergadering toegelaten personen, in acht genomen tot de Monumentencommissie de geheimhouding opheft. Burgemeester en wethouders zijn ten alle tijden gerechtigd besloten vergaderingen als toehoorder bij te wonen.

  • 3. De Monumentencommissie vergadert tenminste vier maal per jaar, of zo dikwijls als op grond van de “Monumentenverordening Boekel 2004” nodig is dan wel als het college van Burgemeester en Wethouders op grond van artikel 1 lid 3 hierom verzoekt.

  • 4. Extra vergaderingen kunnen worden belegd als de voorzitter dit nodig oordeelt, dan wel nadat tenminste drie leden schriftelijk en onder opgaaf van redenen hierom hebben verzocht.

  • 5. De voorzitter belegt de vergaderingen en zorgt dat de agenda, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste zeven dagen van te voren wordt verzonden met vermelding van de te behandelen onderwerpen en bijbehorende stukken.

  • 6. De vergadering wordt niet gehouden als blijkens de presentielijst niet tenminste de helft van de leden ter vergadering aanwezig is.

  • 7. Kan als gevolg van het in lid 6 gestelde een vergadering niet doorgaan, dan wordt zo mogelijk met een tussentijd van tenminste 24 uur een nieuwe vergadering belegd. Wanneer ook dan het vereiste aantal leden niet is opgekomen, wordt over de op de agenda vermelde onderwerpen beraadslaagd en geadviseerd door de aanwezig zijnde leden.

  • 8. Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen. Bij staking van de stemmen vindt er herstemming plaats in de eerstvolgende vergadering. De minderheid kan vorderen, dat haar afwijkende mening uit het advies blijkt. Adviezen worden met redenen omkleed en door de voorzitter en de secretaris getekend.

Artikel 6 Verslaglegging

  • 1. Van het besprokene in een vergadering wordt door de secretaris een beknopt zakelijk verslag gemaakt met vermelding van de door de Monumentencommissie uitgebrachte adviezen.

  • 2. Dit verslag wordt in de eerstvolgende vergadering van de Monumentencommissie vastgesteld en door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

  • 3. De secretaris draagt zorg voor het ter kennisneming brengen van het verslag aan het college van Burgemeester en Wethouders.

Artikel 7 Jaarverslag

Van de werkzaamheden van de Monumentencommissie wordt jaarlijks vóór 1 april van het volgend jaar een schriftelijk verslag gemaakt dat ter kennis wordt gebracht aan burgemeester en wethouders en de raad.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening, die kan worden aangehaald als "Verordening Monumentencommissie Boekel 2006", treedt in werking met ingang van …. 2006.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester enwethouders van Boekel 3 juli 2008.

Bijlage 1

De Monumentencommissie adviseert het college van Burgemeester en Wethouders op verzoek of uit eigen beweging over de volgende aangelegenheden:

 

 

A)        De aanwijzing en registratie van:

1. gemeentelijke monumenten;

2. gemeentelijke stads- en dorpsgezichten;

3. gemeentelijke archeologische monumenten;

 

            De aanwijzing van:

            4. rijksmonumenten

            5. van rijkswege beschermde stads- en dorpsgezichten

 

ad 1)

- de aanwijzing van en de samenstelling van het register van beschermde gemeentelijke mo-numenten als bedoeld in artikel 3, 6, 7 en 8 van de “Monumentenverordening Boekel 2004” ;

 

ad 2)

- de aanwijzing van beschermde stads- en dorpsgezichten als bedoeld in artikel 15 van de “Monumentenverordening Boekel 2004”;

 

ad 3)

- de aanwijzing van beschermde gemeentelijke archeologische monumenten als bedoeld in artikel 23, 25 en 26 van de “Monumentenverordening Boekel 2004”;

 

ad 4)

- de aanwijzing van beschermde rijksmonumenten als bedoeld in de artikel 3 van de Monumentenwet 1988;

 

ad 5)

- de aanwijzing van beschermde stads- en dorpsgezichten als bedoeld in artikel 35 van de Monumentenwet 1988;

 

B)             Aanvragen om vergunning als bedoeld in artikel 11 en 39 van de Monumentenwet 1998 en de “Monumentenverordening Boekel 2004”.

 

C)            Advisering in het kader van het Besluit Rijkssubsidiëring Restauratie Monumenten 1997 (BRRM ’97).

 

D)        De bevordering en herstel van beschermde rijks- en gemeentelijke monumenten.

 

E)            Cultuurhistorische analyses en effectrapportages voor gebieden, die (ingrijpende) wijzigingen in de ruimtelijke ordeningsstructuur ondergaan.

 

F)         De ontwikkeling van een integraal cultuurhistorisch beleid voor zowel bovengrondse- als ondergrondse monumentale objecten en terreinen.

 

G)        Alle overige aangelegenheden, hiervoor niet gespecificeerd, die van belang (kunnen) zijn voor de behartiging van de monumentenzorg en archeologie in de gemeente Boekel, waaronder:

- de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Woningwet, de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

-de toepassing, vaststelling c.q. wijziging van de “ Monumentenverordening Boekel 2004” en de “Verordening regelende de taak, de samenstelling en de werkwijze van de Monumentencommissie Boekel 2006”.