Regeling vervallen per 01-10-2021

Afvalstoffenverordening 2014 gemeente Ouder-Amstel

Geldend van 12-12-2013 t/m 30-09-2021

Intitulé

Afvalstoffenverordening 2014 gemeente Ouder-Amstel

Afvalstoffenverordening 2014 van de gemeente Ouder-Amstel

De raad van de gemeente Ouder-Amstel;

Gelezen het voorstel van het college van 5 november 2013;

gelet op artikel 10.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer;

besluit vast te stellen de volgende Afvalstoffenverordening.

2

§ 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:

    • -

      APV: Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Ouder-Amstel

    • -

      brengdepot: gemeentewerf met meerdere inzamelvoorzieningen;

    • -

      gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huis-houdelijke afvalstoffen geldt;

    • -

      inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstof-fen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feite-lijk ophalen en innemen daarvan;

    • -

      inzameldienst: de krachtens artikel 2, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

    • -

      inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer, kca-box of big bag, ten behoeve van één huishouden;

    • -

      inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens;

    • -

      andere inzamelaars: de krachtens artikel 2, tweede lid, aangewezen perso-nen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

    • -

      ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstof-fen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie ge-plaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;

    • -

      levensloopbestendige/-geschikte woningen: woningen die geschikt zijn of eenvoudig geschikt zijn te maken voor bewoning tot op hoge leeftijd, ook in geval van fysieke handicaps of chronische ziekten van bewoners;

    • -

      motorrijtuigen: alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994;

    • -

      straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en ge-wicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch af-val, ontstaan buiten een perceel en hondenpoep;

    • -

      wegen: de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegen-verkeerswet 1994;

    • -

      wet: Wet milieubeheer;

§ 2 INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 2: Vestiging alleenrecht en aanwijzing inzamelende en/of verwerkende instanties

  • 1.

    Het college wijst de inzameldienst aan, die belast is met het inzamelen en/of ver-werken van huishoudelijke afvalstoffen. Het college kan daarbij een alleenrecht ver-lenen als bedoeld in artikel 2.24a van de aanbestedingswet.

  • 2.

    Naast het bepaalde in het eerste lid kan het college andere inzamelaars en/of ver-werker aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen en/of verwerken van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

4

  • 3.

    Het college kan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de bescherming van het milieu.

Artikel 3: Afzonderlijke inzameling

  • 1.

    Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

    • a.

      asbest en asbesthoudend afval;

    • b.

      autobanden;

    • c.

      batterijen;

    • d.

      bouw- en sloopafval;

    • e.

      dakbedekking;

    • f.

      elektrische en elektronische apparatuur;

    • g.

      geïmpregneerd hout;

    • h.

      gips;

    • i.

      gevaarlijk/klein chemisch afval;

    • j.

      glas;

    • k.

      grof huishoudelijk afval;

    • l.

      (grof) tuinafval;

    • m.

      huishoudelijk restafval;

    • n.

      koel- en vriesapparatuur;

    • o.

      kunststof verpakkingen;

    • p.

      oud papier en karton;

    • q.

      oud ijzer/metalen;

    • r.

      puin;

    • s.

      textiel;

    • t.

      hout;

  • 2.

    Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 4: Inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1.

    De inzameling kan plaatsvinden via:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 2.

    Het college kan aanwijzen via welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inza-melmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde catego-rie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel of ten behoeve van specifiek aangewezen delen van de gemeente plaatsvindt.

  • 3.

    De afstand tussen een perceel en de clusterplaats of inzamelvoorziening als bedoeld in het eerste lid onder b van dit artikel, bedraagt in de twee dorpskernen ten hoog-ste 125 meter.

  • 4.

    In afwijking van lid 3 geldt een afstand tussen de woning en de clusterplaats of inzamelvoorziening als bedoeld in het eerste lid onder b. van dit artikel van ten hoogste 75 meter als de woning behoort tot een wooncomplex dat naar zijn aard en bestemming kan worden aangemerkt als “levensloopgeschikt” of “levensloopbe-stendig”.

Artikel 5 Frequentie van inzamelen

  • 1.

    Ondergrondse containers voor huishoudelijk restafval worden minimaal eenmaal per week geleegd. Het college kan een afwijkende frequentie van inzameling vast-stellen.

    5

  • 2.

    Ondergrondse containers voor kunststof, oud papier en karton, glas en textiel wor-den minimaal eenmaal per week geleegd. het college kan een afwijkende frequentie van inzameling vaststellen.

  • 3.

    Het college kan de frequentie van inzameling vaststellen van categorieën huishou-delijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente bij elk perceel worden ingezameld.

Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

  • 1.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor de inzameldienst of andere inzamelaars.

  • 3.

    Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producenten-verantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstof-fen.

  • 4.

    Het college van burgemeester en wethouders beslist op een aanvraag voor een aanwijzing, vergunning of ontheffing ten aanzien van het inzamelen van huishoude-lijke afvalstoffen conform de APV.

  • 5.

    In afwijking van lid 4 geldt dat paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuurs-recht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing is.

  • 6.

    De inzamelvergunning kan worden geweigerd in het belang van een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen.

§ 3 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 7: Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen, en houders van een inzamelvergunning.

Artikel 8: Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.

Artikel 9: Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1.

    Het is verboden om de categorieën huishoudelijke afvalstoffen zoals bepaald in artikel 3, eerste lid, anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden.

  • 2.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens artikel 2 aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars.

  • 3.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de bij nadere regels aan te wijzen categorieën van personen.

  • 4.

    Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van produ-centenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële re-geling een inzamelplicht hebben gekregen voor die categorieën huishoudelijke af-valstoffen.

6

5.Het is verboden ongeadresseerd reclamedrukwerk te bezorgen of te laten bezorgen bij een woning, bedrijf of woonschip, indien de bewoner ervan of gebruiker ervan duidelijk kenbaar heeft gemaakt (op een door het college vastgestelde wijze) geen prijs te stellen op het ontvangen van ongeadresseerd drukwerk.

Artikel 10: Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1.

    Het is de gebruiker van een perceel, voor wie krachtens artikel 4, tweede lid een inzamelmiddel of inzamelvoorziening is aangewezen, verboden de huishoudelijke afvalstoffen anders aan te bieden dan via het betreffende inzamelmiddel of de be-treffende inzamelvoorziening of het betreffende brengdepot.

  • 2.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmid-del of inzamelvoorziening aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamel-middel of deze inzamelvoorziening krachtens artikel 4, tweede lid is bestemd.

  • 3.

    Het college kan regels stellen omtrent het gebruik van een van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel.

  • 4.

    Het college kan regels stellen omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

  • 5.

    Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inza-melmiddel ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 6.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 11: Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden ten behoeve van de ge-bruiker van een perceel

  • 1.

    Het college kan de dagen en tijden vaststellen waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzame-ling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 12: Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afval-stoffen

In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen om-trent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.

§ 4 INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN

Artikel 13: Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

1.Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzamel-dienst worden ingezameld.

Artikel 14: Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

  • 1.

    Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 13 aangewezen categorieën be-drijfsafvalstoffen, voor zover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee ontstane belastingplicht op grond van de gemeentelijke verordening reinigingsheffingen.

  • 3.

    Het college kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 13 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 4.

    Het is verboden de krachtens artikel 13 aangewezen bedrijfsafvalstoffen ter inza-meling aan te bieden in strijd met deze regels.

Artikel 15: Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

  • 1.

    Het college kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafval-stoffen aan een ander dan de inzameldienst.

  • 2.

    Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

§ 5 ZWERFAFVAL

Artikel 16: Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

  • 1.

    Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.

  • 2.

    Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op:

    • -

      het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishou-delijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;

    • -

      het thuis composteren van groente-, fruit- en tuinafval;

    • -

      voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.

  • 4.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescher-ming of het Besluit Bodemkwaliteit voorziet in de beoogde bescherming van het mi-lieu.

Artikel 17: Achterlaten van afvalstoffen in de openbare ruimte

  • 1.

    Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bak-ken, manden of soortgelijke voorwerpen.

  • 2.

    Het is verboden om klein chemisch afval achter te laten in de in het eerste lid ge-noemde voorzieningen.

Artikel 18: Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden.

  • 2.

    Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen, deze omver te werpen of deze anderszins te behan-delen waardoor er zwerfafval ontstaat.

  • 3.

    Het in het eerste lid opgenomen verbod geldt niet voor de toezichthouders die zijn aangewezen in verband met de handhaving van deze verordening.

Artikel 19: Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:

8

  • a.

    een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duide-lijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;

  • b.

    zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig wordt geledigd;

  • c.

    zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toe-zicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.

Artikel 20: Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

  • 1.

    Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promo-tiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daar-van terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.

  • 2.

    Wanneer geen gehoor wordt gegeven aan een verzoek tot opruimen van een daar-toe aangewezen ambtenaar, kan de gemeente opdracht geven tot opruimen, waar-bij de kosten hiervan verhaald worden op degene als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 21: Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

  • 2.

    Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:

    • a.

      direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging ge-vaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek ople-vert;

    • b.

      direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek op-levert;

    • c.

      indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na be-eindiging van de werkzaamheden.

§ 6 OVERIGE ONDERWERPEN DIE DE VERORDENING AANGAAN

Artikel 22: Verbod opslag van afvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgesla-gen te hebben.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij al-gemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

9

Artikel 23: Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.

§ 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 24: Strafbepaling

Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van arti-kel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:

Artikel

Onderwerp

Artikel 6

Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

Artikel 7

Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Artikel 8

Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

Artikel 9

Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

Artikel 10

Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 11

Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Artikel 14

Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

Artikel 15

Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

Artikel 16

Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

Artikel 17

Achterlaten van straatafval

Artikel 18

Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

Artikel 19

Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

Artikel 20

Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Artikel 21

Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

Artikel 22

Verbod opslag van afvalstoffen

Artikel 23

Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Artikel 25: Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevings-recht aangewezen toezichthouders.

Artikel 26: Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2014

  • 2.

    De Afvalstoffenverordening voor de gemeente Ouder-Amstel 2010 wordt ingetrok-ken.

Artikel 27: Overgangsbepaling

  • 1.

    Vergunningen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende een jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden be-schouwd als een aanwijzing bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

    10

  • 2.

    Ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende een jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden be-schouwd als een ontheffing als bedoeld in deze verordening.

  • 3.

    Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende een jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

  • 4.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing, als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

  • 5.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot ontheffing, als bedoeld in deze verordening.

  • 6.

    Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of onthef-fing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het twee-de lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 26, eerste lid, is ingekomen bin-nen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid.

  • 7.

    De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 26, tweede lid heeft geen ge-volgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwij-zingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 28: Citeerbepaling

Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening 2014 van de gemeente Ouder-Amstel.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Ouder-Amstel op 12 december 2013.
De griffier, De burgemeester,
W.van Zanen M.T.J. Blankers-Kasbergen

Inhoudsopgave

§1 ALGEMENE BEPALINGEN ............................................................................................. 3

Artikel 1: Begripsomschrijvingen ........................................................................................ 3

§2 INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN ...................................................... 3

Artikel 2: Vestiging alleenrecht en aanwijzing inzamelende en/of verwerkende instanties .......... 3

Artikel 3: Afzonderlijke inzameling .................................................................................... 4

Artikel 4: Inzamelmiddelen en -voorzieningen...................................................................... 4

Artikel 5 Frequentie van inzamelen .................................................................................. 4

Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing ........................... 5

§3 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN .............................. 5

Artikel 7: Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen . 5

Artikel 8: Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen ......................................................................................... 5

Artikel 9: Afzonderlijk ter inzameling aanbieden ................................................................. 5

Artikel 10: Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen ..................................... 6

Artikel 11: Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden ten behoeve van de gebruiker van een perceel ..................................................................................................................... 6

Artikel 12: Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen . 6

§4 INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN .................................................................. 6

Artikel 13: Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst ........................................... 6

Artikel 15: Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst .................................................................................................................. 7

§5 ZWERFAFVAL ............................................................................................................. 7

Artikel 16: Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging ....................................................... 7

Artikel 17: Achterlaten van afvalstoffen in de openbare ruimte .............................................. 7

Artikel 18: Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen ............... 7

Artikel 19: Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren .................. 7

Artikel 20: Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal ................................. 8

Artikel 21: Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden ..................... 8

§6 OVERIGE ONDERWERPEN DIE DE VERORDENING AANGAAN ............................................ 8

Artikel 22: Verbod opslag van afvalstoffen ........................................................................... 8

Artikel 23: Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden ............................................... 9

§7 SLOTBEPALINGEN ...................................................................................................... 9

Artikel 24: Strafbepaling ................................................................................................... 9

Artikel 25: Toezichthouders ............................................................................................... 9

Artikel 26: Inwerkingtreding .............................................................................................. 9

Artikel 27: Overgangsbepaling ........................................................................................... 9

Artikel 28: Citeerbepaling ................................................................................................. 10

3