Drank- en horecaverordening 2013

Geldend van 06-12-2013 t/m heden

Intitulé

Drank- en horecaverordening 2013

De raad van de gemeente Zandvoort:

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013, nr. 2013/10/001618;

gelet op de overwegingen van de raad van 26 november 2013;

overwegende dat de Drank en Horecawet op 1 januari 2013 is gewijzigd; gelet op artikelen 4, 25a, 25c 25d en 26 lid 2 onder b van de Drank- en Horecawet en artikel 149 Gemeentewet;

de volgende verordening, inclusief toelichting, vast te stellen:

DRANK- EN HORECAVERORDENING 2013.

1.1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: Drank- en Horecawet

    • b.

      horecabedrijf: de activiteit bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;

    • c.

      slijtersbedrijf: de activiteit bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse, al dan niet gepaard gaande met het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van zwak- alcoholhoudende en alcoholvrije drank voor gebruik elders dan ter plaatse of met het bedrijfsmatig verrichten van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen andere handelingen;

    • d.

      horecalokaliteit: een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse;

    • e.

      inrichting: de lokaliteiten waarin het slijtersbedrijf of het horecabedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen voor zover die terrassen in ieder geval bestemd zijn voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, welke lokaliteiten al dan niet onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimte;

    • f.

      wijn: de categorieën alcoholhoudende dranken als opgesomd in Bijlage IV van Verordening (EG) 479/2008;

    • g.

      sterke drank: de drank, die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor vijftien of meer volumenprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn;

    • h.

      alcoholhoudende drank: de drank die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor meer dan een half volumeprocent uit alcohol bestaat;

    • i.

      zwak-alcoholische drank: alcoholhoudende drank, met uitzondering van sterke drank;

    • j.

      paracommerciële rechtspersoon: een rechtspersoon niet zijnde een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf.

    • k.

      vergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 3 van de wet;

    • l.

      burgemeester: de burgemeester van de gemeente Zandvoort.

  • 2. Voor de toepassing van de verordening wordt onder de overige begrippen in deze verordening verstaan hetgeen de wet daaronder verstaat.

1.2 VOORSCHRIFTEN VERGUNNING

Artikel 2 Voorschriften vergunning

  • 1. De burgemeester kan aan een vergunning voor een horecabedrijf of slijtersbedrijf voorschriften verbinden. Deze voorschriften kunnen alleen worden gesteld:

    • o.

      Ter bescherming van de volksgezondheid, of

    • o.

      In het belang van de openbare orde, of

    • o.

      Ter bevordering van de naleving van artikel 20 van de wet.

  • 2. Voor het stellen van aanvullende vragen krachtens artikel 26 lid 2 onder b van de wet, is het als bijlage opgenomen formulier vastgesteld.

Artikel 3 Happy hours/prijsacties

  • 1. De burgemeester is bevoegd te beoordelen of het houden van happy hours en prijsacties in een bedrijf zoals bedoeld in de artikelen 3,18 en 19 van de wet leidt tot verstoring van de openbare orde en/of schadelijk is voor de volksgezondheid.

  • 2. De burgemeester kan indien sprake is van het in het eerste lid gestelde, het desbetreffende bedrijf zoals bedoeld in de artikelen 3, 18 en19 van de wet verbieden happy hours en/of prijsacties te houden.

1.3 PARACOMERCIEEL RECHTSPERSOON

Artikel 4 Regulering schenktijden paracommercieel rechtspersoon

  • 1. Een paracommercieel rechtspersoon mag zwak- alcoholische drank uitsluitend verstrekken van 12.00 uur tot 24.00 uur.

  • 2. Het verstrekken van sterke drank is zonder ontheffing krachtens artikel 8 van deze verordening verboden.

Artikel 5 Privé- bijeenkomsten en bijeenkomsten van derden

Ter voorkoming van oneerlijke mededinging is het een paracommercieel rechtspersoon verboden in een paracommerciële inrichting alcoholhoudende drank te verstrekken:

  • a.

    Tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen, of

  • b.

    Tijdens bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de beherende paracommerciële rechtspersoon zijn betrokken.

Verboden

Artikel 6 verbod verstrekken alcohol in snackbar/cafetaria

  • 1. het is verboden om in een snackbar/cafetaria bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank te verstrekken.

  • 2. het is verboden om in een snackbar of cafetaria van 22.00 uur tot 06.00 uur alcoholhoudende drank te verstrekken.

  • 3. het is verboden om in een al dan niet voor het publiek toegankelijke ruimte van een snackbar of cafetaria sterke drank in voorraad te hebben.

Artikel 7 Beperking verstrekking sterke drank

Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank te verstrekken in een inrichting:

  • a.

    welke deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt om onderwijs te geven;

  • b.

    welke deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij een of meer jeugd- of jongerenorganisaties of – instellingen. Hieronder wordt in ieder geval een jongerencentrum verstaan:

    • c.

      Welke deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is als gemeentelijk wijkgebouw of buurthuis;

    • d.

      Welke deel uitmaakt van een gebouw, dat uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij één of meerdere sportorganisaties of –instellingen;

    • e.

      Waarin of in een onderdeel waarvan uitsluiten of in hoofdzaak geringe eetwaren zoals belegde broodjes, patat en kroketten worden verkocht.

ontheffing

Artikel 8 Verlenen ontheffing beperking verstrekking sterke drank

  • 1. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het in artikel 7 gestelde verbod.

  • 2. Een ontheffing wordt in ieder geval niet verleend als:

    • a.

      De ondernemer niet over een rechtsgeldige vergunning beschikt;

    • b.

      De te harer verkrijging verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen, als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;

    • c.

      De exploitatie van het horecabedrijf en daarmee de ontheffing in strijd is met het vigerende bestemmingsplan;

    • d.

      De paracommerciële rechtspersoon zijn inrichting uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik heeft voor jeugd/jongeren onder de 18 jaar;

    • e.

      Vrees bestaat dat de schenktijden zoals vermelde in artikel 4 van deze verordening zullen worden overschreden

    • f.

      Vrees bestaat voor verstoring van openbare orde en veiligheid of zedelijkheid;

    • g.

      Vrees bestaat dat het verstrekken van sterke drank schade aan de volksgezondheid zal toebrengen en/ of

    • h.

      Vrees bestaat dat alcohol zal worden verstrekt aan personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt;

    • i.

      Het woon- en leefklimaat nadelig wordt beïnvloed.

Artikel 9 Beslistermijn ontheffing

  • 1. De burgemeester beslist binnen acht weken op een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 8, eerste lid.

  • 2. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op de aanvraag om ontheffing als bedoeld in artikel 8 eerste lid.

  • 3. De burgemeester kan aan de ontheffing voorschriften verbinden ter bescherming of ter bevordering van:

    • a.

      de volksgezondheid, en/of

    • b.

      de openbare orde, en/of

    • c.

      de naleving van artikel 20 van de wet.

Artikel 10 Intrekkingsgronden/vervalgronden ontheffing

  • 1. De burgemeester trekt de ontheffing als bedoeld in artikel 8 eerste lid in indien zich omstandigheden voordoen als bedoeld in artikel 8 tweede lid onder a tot en met e.

  • 2. De burgemeester kan de ontheffing als bedoeld in artikel 8 eerste lid intrekken indien zich omstandigheden voordoen als bedoeld in artikel 8 onder f tot en met i.

  • 3. De burgemeester kan de ontheffing intrekken indien de aan de ontheffing verboden voorschriften niet zijn of worden nagekomen.

  • 4. De ontheffing vervalt, indien het horecabedrijf waarvoor de ontheffing geldt, sluit of overgaat in andere handen.

Overgangs - en slotbepalingen

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1. Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening vervallen voor paracommerciële rechtspersonen de voorschriften en beperkingen die op grond van een eerdere gemeentelijke verordening of krachtens de wet aan de Drank- en Horecavergunningen zijn gesteld.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de Drank- en Horecaverordening 2011 is ingediend waarop nog niet beslist is, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 3. Ontheffingen die zijn verleend onder de werking van de Drank- en Horecaverordening van 2011 en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als ontheffingen krachtens deze verordening.

Artikel 12 Strafbepaling

  • 1. Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet wanneer het bepaalde in de Wet op de economische delicten van toepassing is.

Artikel 13 Toezicht

Met het toezicht op het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van de burgemeester aangewezen personen.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Drank- en horecaverordening” vastgesteld bij raadsbesluit van 29 maart 2011 inclusief toelichting wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 6 december 2013.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als “DRANK- EN HORDECAVERORDENING 2013”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 november 2013.
De griffier,
De voorzitter

2 TOELICHTING OP DE VERORDENING

2.1 ALGEMEEN

Op 1 januari 2013 is een nieuwe Drank- en Horecawet in werking getreden. Met deze nieuwe Drank- en Horecaverordening voldoet de gemeente Zandvoort aan de verplichtingen die de nieuwe Drank- en Horecawet oplegt. Het is een taak van de gemeente om met name jongeren tegen zichzelf te beschermen door het aanbod en de verkrijgbaarheid van alcoholhoudende drank te beperken. Daarnaast heeft de gemeente de taak om oneerlijke concurrentie door paracommerciële rechtspersonen zoveel mogelijk te voorkomen.

Artikel 3 lid 2 van de wet bepaalt dat met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede van de Dienstenwet paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is op de aanvraag van een vergunning als bedoeld in het eerste lid. Dit betekent dat de vergunning niet stilzwijgend wordt verleend indien de burgemeester te laat of niet reageert op een aanvraag om vergunning. De Lex Silencio Positivo (van rechtswege verleende vergunning) is derhalve niet van toepassing.

2.2 Toelichting per artikel

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit artikel is voor de leesbaarheid een aantal begrippen uit de Drank- en Horecawet overgenomen die in de Drank- en Horecaverordening 2013 wordt gebruikt.

Artikel 2 Voorschriften vergunning

Artikel 25a van de Drank- en Horecawet biedt gemeenten de mogelijkheid in een verordening op te nemen dat de burgemeester, volgens bij die verordening te stellen regels, voorschriften aan een vergunning kan verbinden of de vergunning kan beperken tot het verstrekken van zwak -alcoholhoudende drank. Dit kan worden bepaalde voor horecavergunningen en voor slijterijvergunningen. In deze verordening wordt de burgemeester uitsluitend de bevoegdheid gegeven de alcoholverstrekking aan voorschriften te verbinden. Hij krijgt niet de bevoegdheid de verstrekking van te beperken tot zwak- alcoholische drank. Dit omdat in deze verordening de gemeenteraad in artikel 7 inrichtingen aanwijst waar geen sterke drank mag worden verstrekt en de burgemeester de bevoegdheid krijgt hiervan ontheffing te verlenen. Op grond van dit artikel kan de burgemeester bijvoorbeeld de volgende voorschriften aan de horecavergunning verbinden:

  • o.

    Een gevarieerde drankenkaart verplicht

  • o.

    Eisen stellen ten aanzien van het maximaal aantal bezoekers.

  • o.

    Verlangen dat polsbandjes- systemen worden toegepast

En aan de slijterijvergunning bijvoorbeeld de volgende voorschriften:

  • o.

    Eisen stellen ten aanzien van reclame buiten de inrichting

  • o.

    Eisen dat er op bepaalde tijdstippen toegangscontrole wordt toegepast

  • o.

    Eisen dat effectieve leeftijdscontrole wordt toegepast

Op grond van artikel 20 van de wet is het verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 16 jaar voor zwak- alcoholhoudende en 18 jaar voor sterke drank heeft bereikt. Met ingang van 1 januari 2014 is het verboden alcoholhoudende drank te verstrekken aan personen die de leeftijd van 18 jaar niet heeft bereikt.

De gemeenteraad kan bij verordening een formulier vaststellen met aanvullende vragen, voor zover hij gebruik maakt van zijn bevoegdheid om aan een vergunning voorschriften of beperkingen te verbinden op grond van artikel 25a van de wet.

Artikel 3 Happy hours/prijsacties

Artikel 25d van de Drank- en Horecawet maakt het mogelijk om, ter bescherming van de volksgezondheid of in het belang van de openbare orde, “happy hours” in de horeca en stuntprijzen voor zwak- alcoholhoudende drank bij supermarkten, snackbars en dergelijke te verbieden. Happy hours zijn doorgaans afgebakende tijden (enkele uren, één dag in de week) waarop alcohol tegen gereduceerd tarief wordt aangeboden. De maatregel kan – zo bepaalt de Drank- en Horecawet – alleen betrekking hebben op het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de betreffende horecalokaliteit of op het betreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd.

Bij de detailhandel gaat het volgens de wet om prijsacties die één week of korter duren en een prijskorting geven van meer dan 30% op de reguliere verkoopprijs in die winkel. Ook vallen hieronder bepaalde koppelverkoopacties, zoals “Bij 25 euro boodschappen krat X -bier voor maar 6,95 euro”.

De redactie van dit artikel maakt het de burgemeester mogelijk om happy hours/prijsacties in een inrichting te verbieden indien de openbare orde en de volksgezondheid in het geding is.

Artikel 4 Regulering schenktijden paracommercieel rechtspersoon

Op grond van artikel 4 van de wet is de gemeente verplicht regels te stellen m.b.t. alcoholverstrekking door paracommerciële rechtspersonen.

Bij de opstelling van deze bepaling is als uitgangspunt genomen dat er geen onnodige beperkingen aan de paracommerciële instellingen moeten worden opgelegd. Dit is in lijn met het standpunt van de regering, die in de memorie van toelichting (Kamerstukken II 2008/09, 32 022 nr. 3, blz. 10) vermeldt dat zij er vanuit gaat dat de gemeenten de belangrijkste maatschappelijke functie van de verschillende paracommerciële instellingen in acht zullen nemen en geen onnodige beperkingen zullen opleggen daar waar de mededinging niet in het geding is en er geen sprake is van onverantwoorde verstrekking van alcohol, met name aan jongeren.

Om handhaving makkelijker te maken is voor vaste schenktijden gekozen. Voorts is niet voor verschillende schenktijden per tak van sport en overige paracommerciële rechtspersonen gekozen omdat dit zou leiden tot ongewenste mededinging onder de sportverenigingen en overige paracommerciële rechtspersonen onderling. Dit is op grond van de Drank- en Horecawet niet toegestaan.

Artikel 5 Privé- bijeenkomsten en bijeenkomsten van derden

Op grond van artikel 4, eerste lid en derde lid, onder b en c van de wet is de gemeente verplicht regels te stellen m.b.t. door paracommerciële rechtspersonen in de inrichting te houden bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen welke niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersonen betrokken zijn.

Bij bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn kan worden gedacht aan: activiteiten die niet verenigingsverbonden zijn. Dit doet zich voor als een paracommerciële rechtspersoon zijn kantine of een andere ruimte verhuurt aan derden om bijvoorbeeld een feest te geven (voor niet-leden) van de vereniging of niet betrokkenen bij de stichting). Het verhuren van een ruimte in de inrichting door bijvoorbeeld een sportvereniging aan derden ten behoeve van een sport valt niet onder het bereik van deze bepaling.

Artikel 6 Verbod verstrekken alcohol in snackbar/cafetaria

Dit artikel is gebaseerd op artikel 25c van de wet.

De gemeente wil voorkomen dat snackbars als café gebruikt worden, waardoor het probleem van alcoholmisbruik zich zou verleggen naar deze groep bedrijven. Daarom is in dit artikel opgenomen dat snackbars met een vergunning alleen maar zwak- alcoholhoudende drank mogen verstrekken voor gebruik ter plaatse. Snackbars en cafetaria’s mogen dan ook nooit sterke drank verstrekken.

Daarnaast mogen alle snackbars/cafetaria’s slechts tot 22.00 uur alcoholhoudende drank verstrekken. Dit geldt voor zowel snackbars met als snackbars zonder vergunning. Die laatste groep mag wel zwak – alcoholhoudende drank verstrekken voor gebruik elders dan ter plaatse, maar ook alleen maar tot 22.00 uur. Deze tijdslimiet is gekozen om aansluiting te zoeken bij de sluitingstijd van winkels en slijterijen. Op deze manier is alcoholhoudende drank nadat de wettelijke sluitingstijd voor winkels is ingegaan, alleen nog maar verkrijgbaar bij horecabedrijven en paracommerciële rechtspersonen, die echter beide alleen alcohol mogen verstrekken voor gebruik ter plaatse.

Artikel 7 Beperking verstrekking sterke drank

Artikel 7 is gebaseerd op artikel 25a van de wet.

Gelet op de belangen die worden gediend met een matig alcoholgebruik is het onwenselijk dat sterke drank wordt verstrekt in inrichtingen die primair voor andere doeleinden dan alcoholgebruik worden bezocht. Vandaar dat in dit artikel een verbod is opgenomen om sterke drank te verstrekken in gebouwen die in gebruik zijn als onderwijs-, jongeren-, sportinstelling of als buurthuis en in inrichtingen waarin of in een onderdeel waarin uitsluitend of in hoofdzaak geringe etenswaren, zoals belegde broodjes, patat en kroketten worden verkocht. Het begrip inrichting is beperkt tot de lokaliteiten waarin het slijters- of horecabedrijf worden uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen. Bedoelde lokaliteiten kunnen onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimte.

Artikel 8 Verlenen ontheffing beperking verstrekking sterke drank

De burgemeester kan ontheffing verlenen van het verbod op het schenken van sterke drank in het type inrichtingen dat in artikel 7 wordt omschreven. Een dergelijke ontheffing kan een incidenteel of structureel karakter hebben. Per aanvraag dient een afweging te worden gemaakt met betrekking tot de risico’s die het schenken van sterke drank met zich meebrengt. Het verlenen van de ontheffing heeft tot gevolg dat de ondernemer feitelijk beschikt over een volledige Drank- en Horecavergunning. In dit artikel wordt een aantal omstandigheden opgesomd waarin in principe geen ontheffing wordt verleend. Deze opsomming is niet limitatief. Dit houdt in dat in concrete gevallen zich andere dan de genoemde omstandigheden kunnen voordoen, die zich verzetten tegen het verlenen van de ontheffing.

Artikel 9 Beslistermijn ontheffing

Bij de beslistermijn voor ontheffingen is aansluiting gezocht bij de beslistermijn voor vergunningen, namelijk 8 weken. In het tweede lid is bepaald dat de ontheffing, niet stilzwijgend wordt verleend indien de burgemeester te laat of niet reageert op een aanvraag om ontheffing. De Lex Silencio Positivo is derhalve niet van toepassing.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

De Drank- en Horecaverordening treedt de dag na publicatie in werking namelijk op 6 december 2013.

Bijlage 1 - Formulier krachtens artikel 26 lid 2 onder b van de wet

Formulier behorende bij het aanvraagformulier voor het verkrijgen van een vergunning krachtens artikel 3 van de Drank- en Horecawet.

Betreft aanvullende vragen krachtens artikel 26 lid 2 onder b van de Drank- en Horecawet en artikel 2 van de Drank- en Horecaverordening Zandvoort.

Zaaknummer (in te vullen door gemeente):

Bedrijfsnaam paracommerciële rechtspersoon, horecabedrijf/slijtersbedrijf:

Adres paracommerciële rechtspersoon, horecabedrijf/slijtersbedrijf:

Soort horecabedrijf: (commercieel of paracommercieel):

Soort slijtersbedrijf (met supermarkt of alleen slijtersbedrijf):

Vragen paracommerciële rechtspersoon

  • 1.

    Wordt de inrichting bezocht door jongeren beneden de 18 jaar? Ja/Nee

  • 2.

    Zo ja gedurende welke tijden en dagen bevinden deze jongeren zich in de inrichting?

  • 3.

    Vindt er leeftijdscontrole plaats? Ja/Nee

    Zo ja op welke wijze?

  • 4.

    Worden er alternatieve alcoholvrije dranken in de inrichting aangeboden? Zo ja welke?

  • 5.

    Wordt de inrichting aan derden verhuurd? Zo ja voor welke activiteiten?

  • 6.

    Worden in de inrichting Happy hours gehouden? Ja/Nee

  • 7.

    Zijn duidelijk zichtbare leeftijdstickers in de inrichting aangebracht Ja/Nee

Vragen horecabedrijf (café, restaurant, discotheek)

  • 1.

    Vindt er toegangscontrole op leeftijd plaats? Ja/Nee

  • 2.

    Zo ja op welke wijze

  • 3.

    Beschikt het horecabedrijf over een gevarieerde drankenkaart? Ja/Nee

  • 4.

    Worden er alternatieve alcoholvrije dranken in de inrichting aangeboden?

  • 5.

    Hoeveel bezoekers kunnen maximaal tegelijk in de inrichting zijn?

  • 6.

    Hanteert het horecabedrijf polsbandjes- systemen ivm. de leeftijdsgrenscontrole?

  • 7.

    Zijn er portiers ? Ja/Nee

  • 8.

    Zo ja hoeveel

  • 9.

    Worden in de inrichting Happy hours gehouden? Ja/Nee

  • 10.

    Zijn duidelijk zichtbare leeftijdstickers in de inrichting aangebracht Ja/Nee

Vragen slijtersbedrijf (ook met supermarkt)

  • 1.

    Vindt er toegangscontrole op leeftijd plaats? Ja/Nee

  • 2.

    Zo ja op welke wijze?

  • 3.

    Worden in het slijtersbedrijf prijsacties m.b.t. alcohol gehouden? Ja/Nee

  • 4.

    Zijn duidelijk zichtbare leeftijdstickers in de inrichting aangebracht? Ja/Nee

D.d.

Handtekening