Taxiverordening Rotterdam 2013

Geldend van 09-07-2022 t/m heden

Intitulé

Taxiverordening Rotterdam 2013

Gemeenteblad 2013

De raad van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 juni 2013 (raadsvoorstel nr. BS13/415); raadsstuk 13GR2046;

gelet op de artikelen 87, 149, 216 en 229 van de Gemeentewet, de artikelen 82a en 82b van de Wet personenvervoer 2000, artikel 3 van de Uitvoeringsregeling kwaliteit taxivervoer 2011 en artikel 2, eerste en tweede lid, en 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

besluit vast te stellen:

Taxiverordening Rotterdam 2013

Artikel 1 begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    aanbieden van taxivervoer: zich met een auto waarmee taxivervoer wordt verricht, op de openbare weg bevinden met het kennelijke doel consumenten te werven ten behoeve van taxivervoer;

  • b.

    chauffeur: bestuurder van een auto waarmee taxivervoer wordt verricht;

  • c.

    TTO (Toegelaten Taxi Organisatie): organisatorisch verband als bedoeld in artikel 82b van de wet;

  • d.

    TTO-vergunning: vergunning voor een TTO als bedoeld in artikel 11;

  • e.

    aangeslotene: vervoerder of chauffeur welke overeenkomstig de bij of krachtens deze verordening gestelde regels bij een TTO is aangesloten;

  • f.

    RTX-pas: bewijs van de verleende RTX-vergunning;

  • g.

    RTX-vergunning: belanghebbendenvergunning als bedoeld in het Uitvoeringsbesluit parkeren 2013 artikel 10 lid c;

  • h.

    Kwaliteitscertificaat: kwaliteitscertificaat, uitgereikt door een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen organisatie;

  • i.

    wet: Wet personenvervoer 2000.

Artikel 2 behandeling van een aanvraag

  • 1. Voor het indienen van een aanvraag voor een RTX-vergunning wordt gebruik gemaakt van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag zijn leges verschuldigd als bedoeld in de vigerende Legesverordening van de gemeente Rotterdam.

  • 3. Een beschikking op een aanvraag wordt gegeven binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 4. Het college kan de termijn als genoemd in het derde lid, met acht weken verlengen.

Artikel 3 algemene weigeringsgrond

Het college kan een vergunning weigeren als naar zijn oordeel de feitelijke toestand niet in overeenstemming zal zijn met hetgeen in de aanvraag is vermeld.

Artikel 4 voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de kwaliteit van het op de gemeentelijke openbare weg aangeboden taxivervoer.

  • 2. Het is de houder van de vergunning verboden te handelen in strijd met de daaraan verbonden voorschriften of beperkingen.

Artikel 5 algemene gronden voor wijziging, schorsing of intrekking

Het college kan een vergunning geheel of gedeeltelijk wijzigen, schorsen of intrekken indien:

  • a.

    ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    dit naar het oordeel van het college in het belang van de kwaliteit van taxivervoer noodzakelijk is, onder andere vanwege veranderde wetgeving of gewijzigde omstandigheden of inzichten;

  • c.

    de houder geen gebruik maakt van de vergunning binnen de daarin genoemde termijn of bij ontbreken daarvan binnen een redelijke termijn;

  • d.

    de vergunning is verleend in strijd met een wettelijk voorschrift.

Artikel 6 overdraagbaarheid

De vergunning is niet overdraagbaar.

Artikel 7 vervoerplicht

De chauffeur die taxivervoer aanbiedt is verplicht consumenten op hun verzoek te vervoeren vanaf alle openbare wegen in de gemeente Rotterdam.

Artikel 8 registratie van taxiondernemingen

Taxichauffeurs die in de gemeente taxivervoer aanbieden dienen zich vooraf te laten registreren bij het college, op een door het college te bepalen wijze.

Artikel 9 RTX-vergunning

Het is een chauffeur verboden om zonder geldige RTX-vergunning taxivervoer aan te bieden op alle openbare wegen in de gemeente Rotterdam.

Artikel 9a kwaliteitscertificaat

  • 1. Het college wijst een organisatie aan die het kwaliteitscertificaat kan uitreiken.

  • 2. Het college regelt in het Uitvoeringsbesluit Taxiverordening Rotterdam 2013 waaraan de chauffeurs moeten voldoen om in aanmerking te komen voor een kwaliteitscertificaat.

  • 3. Een voor 1 juli 2022 door de Stichting Kwaliteitsverbetering Rotterdamse Taxi afgegeven SKRT-certificaat geldt als kwaliteitscertificaa.

Artikel 10 toelatingseisen TTO

  • 1. Een TTO voldoet aan de eisen zoals is opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Taxiverordening Rotterdam 2013. Het college kan in dat uitvoeringsbesluit bepalen dat bij een TTO uitsluitend chauffeurs zijn aangesloten die beschikken over een kwaliteitscertificaat.

  • 2. Een TTO heeft een reglement welke voldoet aan de eisen zoals opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Taxiverordening Rotterdam 2013.

Artikel 11 bijzondere weigeringgronden TTO-vergunning

Het college kan een vergunning weigeren voor een TTO indien naar zijn oordeel:

  • a.

    niet wordt of kan worden voldaan aan de eisen gesteld bij of krachtens artikel 10;

  • b.

    het reglement als bedoeld in artikel 10 onvoldoende garanties geeft voor het waarborgen van de kwaliteit van taxivervoer;

  • c.

    niet voldaan wordt of kan worden voldaan aan de bij of krachtens artikel 12 gestelde eisen.

Artikel 12 verplichtingen voor een TTO met vergunning

  • 1. De TTO:

    • a.

      draagt er zorg voor dat aangeslotenen daklichten gebruiken, welke voldoen aan de eisen zoals opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Taxiverordening Rotterdam 2013;

    • b.

      draagt zorg voor inname van het daklicht indien de RTX-vergunning van de aangesloten chauffeur is geschorst, vervallen of ingetrokken;

    • c.

      heeft uitsluitend natuurlijke personen in het bestuur en maakt inzichtelijk welke persoon daarvan aanspreekpunt is en welke persoon daarvan woordvoerder is;

    • d.

      heeft een actuele registratie van gegevens van de TTO, aangeslotenen, auto’s en ritten welke voldoen aan het Uitvoeringsbesluit Taxiverordening Rotterdam 2013.

  • 2. De TTO verstrekt onverwijld actuele informatie aan het college aangaande:

    • a.

      veranderingen aan de voorgeschreven kenmerken van de daklichten;

    • b.

      wijzigingen die betrekking hebben op de natuurlijke persoon die aanspreekpunt is voor de TTO of in de rechtspersoon van de TTO;

    • c.

      wijzigingen in het reglement van de TTO.

  • 3. De bestuursleden en vertegenwoordigers van de TTO gedragen zich naar het oordeel van het college op een wijze die de kwaliteit van taxivervoer niet aantast.

Artikel 13 gronden voor wijziging, schorsing of intrekking TTO-vergunning

  • 1. Het college kan een vergunning voor een TTO wijzigen, schorsen of intrekken indien naar het oordeel van het college:

    • a.

      niet of niet meer voldaan wordt of kan worden voldaan aan de eisen gesteld in artikel 10;

    • b.

      niet of niet meer voldaan wordt of kan worden voldaan aan de eisen gesteld in artikel 12;

    • c.

      het gedrag van bestuursleden of vertegenwoordigers van de TTO niet beantwoordt aan of in overeenstemming is met de gewenste kwaliteit van taxivervoer.

  • 2. Bij de wijziging, schorsing of intrekking van een TTO-vergunning op de in het eerste lid genoemde gronden, kan het college onder meer rekening houden met een periode waarbinnen de TTO in de gelegenheid wordt gesteld alsnog te voldoen aan de in artikel 10, eerste lid, onder b, en c gestelde eisen inzake het aantal aangesloten chauffeurs en de beschikbare auto’s waarmee taxivervoer wordt verricht.

Artikel 14 maatregelen

  • 1. Het college kan, in het belang van het waarborgen van de kwaliteit van het taxivervoer, de TTO verplichten tot:

    • a.

      het uitvoeren van een kwaliteitscontrole door een door de gemeente goedgekeurde instantie op nader door het college te bepalen onderwerpen, waarvan de uitkomsten direct aan het college worden gerapporteerd;

    • b.

      het opstellen van een verbeterplan.

  • 2. Het college kan, in het belang van het waarborgen van de kwaliteit van het taxivervoer, de TTO uitsluiten van toegang tot de gebieden, als bedoeld in het door het college vastgestelde Uitvoeringsbesluit Taxiverordening Rotterdam 2013.

Artikel 15 toelatingseisen chauffeur

Om in aanmerking te komen dient de aanvrager van een RTX-vergunning te voldoen aan de volgende eisen:

  • a.

    de chauffeur beschikt over een kwaliteitscertificaat;

  • b.

    de chauffeur is aangesloten bij een TTO welke in het bezit is van een geldige TTO-vergunning.

Artikel 16 bijzondere weigeringsgronden RTX-vergunning

Het college weigert een RTX-vergunning indien niet voldaan wordt of kan worden voldaan aan de eisen gesteld in artikel 15, eerste lid, onderdelen a en b.

Artikel 17 toonplicht

De houder van een RTX-vergunning geeft de RTX-pas af op eerste vordering van een ambtenaar in functie of een andere door het college aangewezen persoon, die in opdracht van het college werkzaamheden verrichten met het doel de kwaliteit van taxivervoer te bevorderen.

Artikel 18 bijzondere gronden voor schorsing of intrekking RTX-vergunning

  • 1. Een RTX-vergunning is van rechtswege en voor een gelijke periode geschorst indien:

    • a.

      het kwaliteitscertificaat van de vergunninghouder tijdelijk is ingetrokken;

    • b.

      de TTO waarbij vergunninghouder is aangesloten de aansluiting van vergunninghouder heeft geschorst;

    • c.

      de TTO-vergunning van de TTO waar de vergunninghouder bij is aangesloten, is geschorst.

  • 2. Een RTX-vergunning vervalt van rechtswege indien:

    • a.

      het kwaliteitscertificaat van de vergunninghouder is ingetrokken;

    • b.

      de aansluiting van de vergunninghouder bij de TTO is beëindigd;

    • c.

      de TTO-vergunning van de TTO waar de vergunninghouder bij is aangesloten, is ingetrokken.

  • 3. Van de afloop van de schorsingstermijn als bedoeld in het eerste lid wordt vergunninghouder onverwijld door het college in kennis gesteld.

  • 4. In het geval er sprake is van het schorsen, vervallen of intrekken van de vergunning levert de chauffeur het daklicht onverwijld in bij de TTO.

Artikel 19 strafbepalingen

Overtreding van elke van de voorschriften gesteld bij of krachtens de artikelen 4 tweede lid, 6, 9, 12, 17 en 23, van deze verordening, vormt een stafbaar feit als bedoeld in artikel 1 onder 4, van de Wet op de economische delicten, voor zover de overtreding niet al ingevolge andere wettelijke regelingen als strafbare gedraging gesanctioneerd wordt.

Artikel 20 bestuursrechtelijke maatregelen en sancties

  • 1. Het college kan overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 10 en 12 sanctioneren met:

    • a.

      een waarschuwing;

    • b.

      het uitvoeren van een kwaliteitscontrole als bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdeel a;

    • c.

      de verplichting tot het opstellen van een verbeterplan als bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdeel b;

    • d.

      schorsing van de TTO-vergunning;

    • e.

      intrekking van de TTO-vergunning;

    • f.

      het opleggen van een dwangsom.

  • 2. Bij toepassing van de in het eerste lid genoemde sancties houdt het college onder meer rekening met:

    • a.

      het soort en aantal overtredingen begaan door de TTO;

    • b.

      het soort en aantal overtredingen begaan door aangeslotenen en de maatregelen en sancties welke door de TTO en de gemeente als gevolg daarvan zijn opgelegd;

    • c.

      de mate van herhaling van overtredingen binnen een periode van één jaar;

    • d.

      de gelijkwaardigheid van de door de TTO aan aangeslotenen opgelegde maatregelen in verhouding tot de zwaarte van de geconstateerde overtredingen;

    • e.

      de voortvarendheid van het optreden van de TTO naar aanleiding van geconstateerde overtredingen van aangeslotenen.

Artikel 21 bestuursrechtelijke maatregelen en sancties aan chauffeurs

  • 1. Het college kan overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 15 en 17 sanctioneren met:

    • a.

      schorsing van de RTX-vergunning;

    • b.

      intrekking van de RTX-vergunning.

  • 2. Bij toepassing van de in het eerste lid genoemde sancties houdt het college onder meer rekening met:

    • a.

      het soort en aantal overtredingen door de chauffeur;

    • b.

      de mate van herhaling van het aantal overtredingen binnen een periode van één jaar.

Artikel 22 aanwijzing toezichthoudende personen

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van burgemeester en wethouders aangewezen personen of categorieën van personen.

Artikel 23 inleveren RTX-pas

In het geval er sprake is van schorsing, intrekking of het van rechtswege vervallen van de RTX-vergunning wordt de RTX-pas door de chauffeur onverwijld bij het college ingeleverd.

Artikel 24 overige bepalingen

Het is verboden taxivervoer aan te bieden in strijd met de in deze verordening opgelegde maatregelen en sancties.

Artikel 25 intrekking oude regeling

De Taxiverordening 1976 wordt ingetrokken.

Artikel 26 inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op een door het college van burgemeester en wethouders te bepalen moment.

Artikel 27 citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Taxiverordening Rotterdam 2013.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 september 2013.

De griffier,

J.G.A. Paans

De voorzitter,

A.Aboutaleb

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 25 september 2013 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Kenniscentrum Bestuursdienst Rotterdam (KBR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)

(Zie ook: www.bds.rotterdam.nl – Gemeentebladen)