Gebruik van de openbare ruimte; terrassen Nadere regels

Geldend van 10-11-2011 t/m heden

Intitulé

Gebruik van de openbare ruimte; terrassen Nadere regels

Inleiding

Op 25 december 2009 is het beleid voor het gebruik van de openbare ruimte, terrassen, in werking getreden. Het beleid is tot stand gekomen in samenwerking met Koninklijke Horeca Nederland en horeca-ondernemers. Bij de totstandkoming van het beleid zijn verschillende gemeentelijke afdelingen betrokken.

Bij het van kracht worden van het beleid is aangegeven dat een evaluatie zal plaatsvinden na het eerste terrasseizoen. Tijdens dat seizoen kunnen de terrashouders en de gemeente ervaren hoe de uitwerking is van deze regelgeving. Knelpunten kunnen worden besproken en verbeteringen kunnen worden aangebracht.

Ten behoeve van de evaluatie heeft een evaluatiebijeenkomst plaatsgevonden met ondernemers. Aan de hand van de evaluatie heeft intern overleg plaatsgevonden over het gebruik van het marktterrein voor semi-permanente terrassen, over het sluitingsuur, over de vergunningplicht en over duurzame terrasverwarming. Met de verkregen informatie is een evaluatierapport opgesteld dat tot doel heeft de evaluatie-onderwerpen te benoemen, de knelpunten in beeld te brengen en verbeteringen voor te stellen. Aan de hand van het evaluatierapport zijn nieuwe nadere regels (in ontwerp) geformuleerd.

Omzetten van beleid naar algemene regels

In december 2009 is beleid van kracht geworden ter regulering van de terrassen in de openbare ruimte. Artikel 2:10, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening geeft echter de mogelijkheid om in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels stellen ten aanzien van terrassen. Beleid bevat regels over de wijze waarop het college omgaat met terrassen, Nadere regels bevatten bepalingen die de burger (en dus de terrashouder) direct bindt. Om redenen van eenvoudiger toezicht en handhaving worden de beleidsregels ingetrokken en worden nadere regels voor terrassen van kracht.

Als de nadere regels in werking zijn getreden betekent dat voor Lelystad:

  • -

    vereenvoudiging van de regelgeving

  • -

    publiekrechtelijke vastlegging van huidige afspraken, onder andere ten behoeve van de toegankelijkheid van de winkelcentra (voor hulpdiensten en bezoekers van de winkelcentra), de leefbaarheid van de centra en de veiligheid van de terrassen. Voorts is het toezicht op- en de en handhaving van de nadere regels eenvoudiger.

De nadere regels bestaan uit algemene voorschriften voor de locatie en omvang van terrassen, de vrije doorgang voor verkeer, voetgangers en hulpdiensten, en de sluitingstijden. De beschrijving van toezicht en handhaving maakt geen deel uit van de nadere regels om het uitvoeringsproces flexibel te houden.

Bij vaststelling en van kracht worden van de nadere regels wordt het beleid van december 2009 ingetrokken. Alleen de nadere regels zijn dan van toepassing op terrassen in de openbare ruimte.

Procedure

Aan de hand van de evaluatie-bijeenkomst en het evaluatierapport zijn ontwerp-nadere regels opgesteld. Het college heeft de nadere regels in ontwerp vastgesteld, waarna deze gedurende 6 weken (van 30 maart tot en met 11 mei 2011) voor ingezetenen van Lelystad en belanghebbenden ter inzage hebben gelegen. Hiertoe is een kennisgeving geplaatst in de Flevopost. Het indienen van zienswijzen was mogelijk gedurende genoemde zes weken. Er zijn géén zienswijzen ingediend.

De ontwerp-nadere regels zijn omgezet in definitieve nadere regels. Daarbij zijn enige wijzigingen aangebracht:

  • -

    In het ontwerp van de nadere regels is gesproken over een toestemmingsbrief voor de terrashouders. Deze toestemmingsbrief maakt geen deel meer uit van de nadere regels.

  • -

    Voorts is toegevoegd dat de nadere regels niet van toepassing zijn op terrassen bij sportkantines en het crematorium.

  • -

    Aan de nadere regels is toegevoegd dat het gebruiksrecht vervalt wanneer er structureel geen gebruik meer wordt gemaakt van het recht een terras te plaatsen.

De definitieve nadere regels zijn vastgesteld door het college, de raad is hiervan in kennis gesteld.

De nadere regels zijn bekendgemaakt door middel van een kennisgeving in de Flevopost. Vanaf dat moment zijn de nadere regels voor elke terrasexploitant direct bindend. De nadere regels zijn bekendgemaakt bij de terrasexploitanten.

Op de vastgestelde definitieve nadere regels is geen bezwaar/beroep mogelijk.

Voorafgaand aan de vaststelling zijn de nadere regels getoetst in het kader van de Dienstenrichtlijn.

Algemene plaatselijke verordening en de bevoegdheid van college

De bepalingen uit de Drank- en horecawet zijn aangevuld door middel van regelgeving in de Algemene plaatselijke verordening (APV 2010 afdeling 8). Voor Lelystad betekent dat het volgende.

Een terras in de zin van de Algemene plaatselijke verordening is een buiten de besloten ruimte van de inrichting liggend deel van het horecabedrijf waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken en/of spijzen voor directe consumptie

kunnen worden bereid en/of verstrekt. Een horecabedrijf mag zonder exploitatievergunning in werking zijn (artikel 2:28B, onder k: de categoriale vrijstelling van exploitatievergunning geldt ook voor de ‘natte horeca’).

Artikel 2:29 van de APV bepaalt de sluitingstijden van de horeca. Zonder beleid of nadere regels zijn de sluitingstijden van de terrassen gelijk aan de tijden van het horecabedrijf zelf.

In artikel 2:10 van de APV 2010 is bepaald dat het verboden is de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, als:

a.het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen

voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;

b.het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan

redelijke eisen van welstand.

In lid 2 van artikel 2:10 van de APV is bepaald dat het bevoegd bestuursorgaan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels kan stellen ten aanzien van terrassen.

In de toelichting van de APV is dit als volgt verduidelijkt.

Bij de laatste wijziging van de APV is een nieuw tweede lid toegevoegd aan artikel 2:10. Aan de hand van het tweede lid krijgt het bevoegd bestuursorgaan de bevoegdheid nadere regels te stellen aan terrassen en uitstallingen. Veel gemeenten werken niet meer met een exploitatievergunning voor de horeca (zo ook Lelystad), en wordt er dus geen vergunning meer afgegeven. Terrassen zijn dan alleen nog maar gereguleerd door de brede algemene regel van artikel 2:10. Dit is voor veel gemeenten een gedurfde stap, vandaar dat het tweede lid is toegevoegd. Het college kan dan regels stellen over omvang, de vrije doorgang voor verkeer, voetgangers en hulpdiensten, en de sluitingstijden.

Uit de toelichting van artikel 2:10 blijkt dat het college bevoegd is de nadere regels, inclusief het sluitingsuur, voor terrassen vast te stellen. Onderliggende nadere regels zijn een invulling van genoemde bevoegdheid.

Het toepassingsgebied van nadere regels in de openbare ruimte

De nadere regels zijn alleen op hoofdlijnen bepaald en gelden voor àlle terrassen in de winkelcentra en horecagebieden, ook de terrassen die zijn gevestigd in een gebied dat niet onder het beheer van de gemeente valt. Het gaat bij deze nadere regels om het ‘gebruik van de openbare ruimte’. Een ruimte is openbaar als het gebied deel blijft uitmaken van de doorgaande route en vrij toegankelijk is voor verkeer (incl. voetgangers). Ook als een (winkel) straat in de nachtelijke uren is afgesloten blijft het onder het ‘openbaar gebied’ vallen. Het overdekte deel van Het Lelycentre (Weversstraat) is daar een voorbeeld van. Gedurende de dag is het gebied openbaar toegankelijk. Er is geen toestemming nodig om er te zijn… Je bent er juist van harte welkom!

De APV, en dus de nadere regels, is van toepassing op alle openbare wegen, want de APV is van toepassing op alle wegen in de zin van de Wegenverkeerswet (en daar vallen openbare wegen ook onder), mits het gaat over wegen die voor het openbare verkeer open staan. Daaronder is ook te begrijpen een voetgangersweg, zoals je die aantreft in bijvoorbeeld het Stadshart (De Wissel).

Tijdelijke terrassen behorend bij evenementen of festiviteiten vallen buiten de werking van onderliggende nadere regels. Terrassen bij sportkantines en het crematorium Ölandhorst vallen eveneens buiten de werking van deze nadere regels. Het doel van de nadere regels is het bevorderen van de toegankelijkheid van de winkelcentra en horecagebieden (voor hulpdiensten en bezoekers), bevorderen van de leefbaarheid van de centra en de veiligheid van de terrassen. Het reguleren van terrassen bij sportkantines en crematorium, evenementen en festiviteiten gaat dit doel voorbij.

Definitie terrassen

Een terras is een gedeelte van het openbaar gebied, dat aansluit op of behoort bij een horecagelegenheid. Op een terras worden door het bijbehorende horecabedrijf consumpties geserveerd voor direct gebruik, of kunnen de bij het betreffende horeca afgehaalde consumpties direct worden genuttigd. Men kan er in de open lucht zitten. Het terras wordt voornamelijk gebruikt bij mooi weer. Men kan er van het weer genieten, maar ze zijn ook geliefd omdat men daar naar voorbijgangers kan kijken. Bezonning en ligging (zicht op activiteit) zijn daarom belangrijk voor het succes van een terras.

Een terras is meestal ingericht met tafels en stoelen, soms ook met picknicktafels, statafels of alleen met stoelen of banken. Een trend is om op terrassen lazy couches of Fat Boys te plaatsen. Vaak zijn er parasols, al of niet door de klanten zelf in en uit te klappen. Bij regen gecombineerd met warm weer doen parasols ook wel dienst als paraplu.

Voorbeeldenboek en uitstraling terras

Aan het beleid voor terrassen was een voorbeeldenboek verbonden. In dit voorbeeldenboek is getracht aan te geven welke kwaliteit en uitstraling de terrassen moeten hebben. Het beeldmateriaal in het voorbeeldenboek had tot doel de uitstraling van terrassen te onderbouwen. De afbeeldingen conflicteren echter met elkaar en met de beleidsteksten. Het voorbeeldenboek zoals deze in het beleid was opgenomen is om die reden niet inde nadere regels opgenomen. Een voorbeeldenboek is niet noodzakelijk voor de kwaliteit en uitstraling van de terrassen.

Het economisch belang van een terras word steeds groter. Door een bepaalde uitstraling vast te leggen in regels neem je de creativiteit weg bij ondernemers. Het is begrijpelijk dat het college een bepaalde kwaliteit verlangd qua uitstraling en veiligheid. In een voorbeeldenboek moet echter niet te strikt zijn beschreven wat mag en wat niet. De perfecte terrasopstelling is onmogelijk op een foto vast te leggen. Een voorbeeldenboek maakt geen deel uit van de nadere regels. In de nieuwe nadere regels wordt duidelijk beschreven wat niet is toegestaan, geïllustreerd met een aantal voorbeelden die de tekst verduidelijken.

Toegankelijkheid van de straten

Ten behoeve van de levendigheid en gezelligheid in de stadscentra mag elke ondernemer (horeca-inrichting of verlofbedrijf) een terras plaatsen als daarbij aan de in deze nadere regels gestelde eisen wordt voldaan. De grootte van het terras is afhankelijk van de toegankelijkheid van het openbare gebied. In sommige straten zal dat betekenen dat er slechts een terras van 1,5 meter breedte, of helemaal geen terras mogelijk is. De afmetingen van het terras is dus afhankelijk van de situatie ter plaatse.

ASVV 2004

Het ASVV 2004 (Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom) bevat aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom. Positieve aspecten bij het volgen van deze aanbevelingen zijn dat er voldoende manoeuvreerruimte is in de openbare ruimte, ook voor mensen met een (visuele) handicap, met zware bagage of kinderwagens.

Een aantal uitgangspunten uit het ASVV 2004 (Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom) zijn van belang voor het gebruik van de openbare ruimte. Bij het opstellen van de nadere regels zijn de volgende aandachtspunten in acht genomen.

Terrassen in voetgangersgebieden en op een trottoir langs een straat

Vrije doorloopruimte minimaal 1,5 meter breed, bij voorkeur 2.0 meter.

  • -

    De breedte van de vrije doorloopruimte is afhankelijk van:

    • ·

      totale wegbreedte,

    • ·

      intensiteit voetgangers,

    • ·

      gewenste kwaliteit (bij een breedte van 1,8 meter kunnen twee naast elkaar lopende voetgangers door een derde worden voorbijgelopen).

  • -

    Obstakelvrije hoogte: 2,2 meter (zonneschermen, reclameborden, verlichting, verkeersborden).

  • -

    Terrassen zoveel mogelijk buiten de looproute plaatsen.

  • -

    Terrassen langs de looproute zoveel mogelijk in één lijn plaatsen, bij voorkeur strak langs de gevel (uitzondering terraseilanden).

Terrassen worden minimaal 0,6 meter vanaf de stoeprand geplaatst.

Handleiding bluswatervoorziening en bereikbaarheid

In de Handleiding bluswatervoorziening en bereikbaarheid zijn maten opgenomen die nodig zijn om een brandweervoertuig ergens langs te laten rijden. Hierbij gaat het vooral om de inrichting van woonwijken, straten en wegen en maten voor opstelplaatsen en dergelijke.

Brandbeveiligingsverordening

In de brandbeveiligingsverordening zijn voorschriften opgenomen met betrekking tot het vrijhouden van terreingedeelten ten behoeve van de hulpverlening. Dit betekent onder andere dat brandkranen en andere bluswatervoorzieningen te allen tijden bereikbaar moeten zijn voor blusvoertuigen. Ten behoeve van het verkeer van de hulpverlenende diensten moet in het algemeen een doorgaande route met een minimale breedte van tenminste 3,5 meter en een hoogte van ten minste 4,2 meter vrijgehouden worden.

Stadshart

Bij de bepaling van de terrassen is, op advies van de brandweer, rekening gehouden met de toegankelijkheid voor brandweervoertuigen, 4 meter breed, 4,2 meter hoogte. Voor het Stadshart zijn de routes voor de hulpdiensten vastgesteld in het Verkeersplan Stadshart (15 maart 2007, afbeelding 9 ‘Routes brandweer en ambulance’). Buiten deze routes is een vrije doorgang van 4 meter niet noodzakelijk. Een plattegrond met de vastgestelde routes is hierna opgenomen.

Daar waar in het Stadshart geen brandweervoertuig of ambulance door hoeft is de minimale doorrijdruimte 3 meter (waardoor een politieauto voldoende ruimte heeft om indien noodzakelijk door het Stadshart te rijden).

Afbeelding - Routes brandweer en ambulance in het stadshart

Lelycentre

In het Lelycentre geldt dat de brandweer niet het gedeelte ingaat achter de schuifdeuren. Een tankautospuit kan daar niet in en dat is ook niet nodig. Vanaf het Noorderwagenplein kan de brandweer het Gruttershof in. Dat is een plein aan de achterkant van de winkels waardoor de brandweer via de achteringangen in de winkels kan komen.

De rode lijnen op de onderstaande plattegrond geven de wegen aan die geschikt zijn voor een brandweervoertuig.

Verder maakt de brandweer in het Lelycentre gebruik van de looproutes die het winkelend publiek ook gebruikt. De vrije ruimte die daar nodig is moet genoeg zijn om ervoor te zorgen dat het centrum snel ontruimd kan worden. De vluchtroute mag geen trechter vormen. Dit houd dus in dat de breedte van de deuren (daar is het meestal het smalst) maatgevend is voor de breedte van de rest van de vluchtweg.

Afbeelding - Routes brandweer en ambulance in het Lelycentre

Voor andere wijkwinkelcentra geldt dat de brandweer niet overal tot voor de deur kan komen, datzelfde geldt voor sommige woonstraten/hofjes en voor een aantal straten in het stadscentrum. In principe gaat de brandweer bij het toetsen van plannen uit van een afstand van 40 meter tussen de weg/opstelplaats voertuig en de (brandweer)ingang van het pand. Die afstand kan met een brandweerslang goed worden overbrugd. Een en ander heeft ook te maken met de locatie van bluswatervoorzieningen.

Verbodzones

Vanwege de doorloopbaarheid van de smalle winkelstraat is op De Wissel in het Stadshart geen terras mogelijk. Aan De Wissel bevindt zich momenteel géén horeca-inrichtingen met een terras of winkels met een horecadeel. Dit verbod treft dan ook geen ondernemers die momenteel wel een terras hebben en dat niet meer mogen opstellen na inwerkingtreding van de nadere regels.

Er kunnen door het college van Lelystad meerdere locaties worden aangewezen waar vanwege de doorloopbaarheid of om andere redenen geen terras kan worden toegestaan.

Nadere regels terrassen in Lelystad

Deze algemene regels gelden voor alle terrassen in het openbaar gebied, met uitzondering van terrassen bij sportkantines en het crematorium, en met uitzondering op tijdelijke terrassen ten behoeve van evenementen en festiviteiten.

Locatie van de terrassen

In principe bestaat voor elke horeca-onderneming een mogelijkheid een terras exploiteren. Voorwaarde daarbij is dat er direct bij de horeca-onderneming ruimte beschikbaar is voor een terras (aan de gevel of een terraseiland). Een terras mag niet voor de gevel van een andere horecagelegenheid of winkel worden opgesteld. Indien een terras onder arcades is opgesteld dient daar een strook van minimaal 2 meter vrij te blijven voor de doorgang van winkelend publiek en bijvoorbeeld scootmobiels.

Nieuwe terraslocaties worden per geval beoordeeld. Bij elke nieuwe horeca wordt opnieuw bepaald of een terras mogelijk is. Voor een groot deel van de centra is vooraf al aan te geven wat de mogelijkheden zijn. Of een terras wel of niet kan worden geplaatst is onder andere afhankelijk van de vastgestelde route voor de hulpdiensten, de ruimte voor het winkelend publiek en de verkeersveiligheid. Indien een weg of fietspad moet worden overgestoken om een terras te kunnen bereiken moet per geval worden beoordeeld of de gekozen terraslocatie geschikt is.

Voor de vrije ruimte geldt het volgende:

  • -

    De vastgestelde routes voor de doorgang van brandweervoertuigen zijn leidend. Op die routes wordt minimaal 4.00 meter breedte zonder hoogtebeperking vrijgehouden.

  • -

    Op locaties waar geen route voor brandweervoertuigen is vastgesteld geldt een vrije ruimte van minimaal 3 meter breedte. Op drukke plaatsen (grote doorgang van voetgangers) wordt meer ruimte vrijgehouden. Dit is ter beoordeling van de beheerder van de openbare ruimte.

  • -

    Onder de arcades (voornamelijk Stadshart)geldt een vrije doorloop van minimaal 2.00 meter breedte voor voetgangers, scootmobiels, wandelwagens en dergelijke.

Deze bepalingen sluiten aan bij de nadere regels voor uitstallingen in de openbare ruimte.

Aan de hand van de nieuwe regelgeving meldt de ondernemer van nieuwe horeca met terras zich bij de gemeente (frontoffice), waarna wordt bepaald of ter plekke voldoende ruimte is voor een terras. Als de locatie ongeschikt is wordt aangegeven waarom dat zo is.

Van gemeentewege wordt een terrasafbakening aangebracht. De terrassen en de terrasafscherming mogen de terrasafbakening niet overschrijden. Het plaatsen van semi-permanente terrasafscherming geeft de horeca-ondernemer zekerheid over de juiste plaats van het terras.

Indien de terraslocatie duidelijk door bestrating is aangeduid (bijvoorbeeld op het Dukaatplein) of door andere ruimtelijke objecten is afgekaderd is de afbakening met behulp van nagels niet noodzakelijk. Een tekening van de situatie volstaat dan.

Nadere regel 1

Potentiële terrashouders melden zich bij de gemeente, die bepaalt of ter plekke voldoende ruimte is voor een terras. Een terras wordt pas opgesteld nadat van gemeentewege daarvoor een akkoord is gegeven in de vorm van een situatietekening en als daarvoor van gemeentewege terrasafbakening is aangebracht. Indien het een locatie betreft waar uit de bestrating blijkt wat de terraslocatie is, (duidelijk wat de locatie en de grootte van het terras is) kan de terrasafbakening achterwege blijven. Een situatietekening (door de gemeente gemaakt) volstaat dan.

Nadere regel 2

 Een terras bevind zich alleen vóór de eigen gevel of op een terraseiland in het verlengde van de eigen gevel. Een terras wordt niet opgesteld voor een gevel van een andere onderneming. Een terras mag geen vluchtwegen of bluskranen blokkeren.

Nadere regel 3

 Op brandweerroutes wordt minimaal 4 meter breedte zonder hoogtebeperking vrijgehouden.

Op locaties waar geen route voor brandweervoertuigen is vastgesteld geldt een vrije ruimte van minimaal 3 meter breedte. Op drukke plaatsen (grote doorgang van voetgangers) wordt meer ruimte vrijgehouden. Dit is ter beoordeling van de beheerder van de openbare ruimte.

Indien een terras onder arcades is opgesteld dient daar een strook van minimaal 2 meter vrij te blijven voor de doorgang van winkelend publiek en bijvoorbeeld scootmobiels. Een terras langs een weg wordt minimaal 0,6 m van de stoeprand geplaatst.

Nadere regel 4

De terrassen en de terrasafscherming mogen de door de gemeente aangebrachte terrasafbakening niet overschrijden.

Positie terrassen tijdens marktdagen en evenementen

Terrashouders hebben baat bij de markt, en de markt heeft baat bij terrassen. Het college is dan ook bereid om, bij een volgende wijziging van de marktindeling, mee te werken aan meer ruimte voor terrassen. Voorwaarde daarbij is dat de beschikbare ruimte dan daadwerkelijk tijdens de markturen beschikbaar is als terras, en dus een toegevoegde waarde heeft. Een leegstaand terras waar ook een marktkraam had kunnen staan is ongewenst.

In het marktgebied zijn terrassen alleen mogelijk in overleg met de marktmeesters en met terrasafbakening (aangebracht door bevoegd gezag). Terrassen in het marktgebied (Stadshart) moeten de openingstijden aanpassen aan de markt. Alleen dan is het mogelijk dat bij de wijziging van de marktindeling ook daadwerkelijk ruimte wordt gemaakt voor het terras. In de andere gevallen moet het terras elke vrijdagavond worden opgeruimd (worden verwijderd van het marktgebied) en mag pas weer worden geplaatst nadat de markt is opgeruimd.

Vooruitlopend op de wijziging van de marktindeling is het mogelijk om, in overleg met de marktmeesters, tijdens marktdagen een terras op te stellen in het marktgebied. Daarbij geldt de wel de voorwaarde dat een terras in het marktgebied open moet zijn tijdens de markturen.

Tijdens evenementen hoeven de reguliere terrassen die direct langs de gevel van het horecabedrijf zijn gesitueerd niet te wijken voor evenement-activiteiten. Dit geldt niet voor de terrassen op de pleinen (Agoraplein, Stadhuisplein). Indien deze pleinen worden gebruikt voor evenementen kunnen deze terraslocaties niet worden gebruikt, tenzij dat in overleg met de organisator van het evenement wordt afgesproken.

Nadere regel 5

Terrassen in het marktgebied (Stadshart) moeten de openingstijden aanpassen aan de markt.

 

Nadere regel 6

Terrassen (inclusief terrasafscherming) in het marktgebied, die niet gedurende de marktopenstelling open zijn, moeten elke vrijdagavond worden opgeruimd (worden verwijderd van het marktgebied) en mogen pas weer worden geplaatst nadat de markt is opgeruimd.

Nadere regel 7

Een terras tijdens marktdagen in het marktgebied wordt niet toegestaan zonder dat er overeenstemming is met de marktmeesters.

 

Nadere regel 8

De tijdelijke terrassen op de pleinen Agoraplein en Stadhuisplein wijken voor evenementen, tenzij met de organisator van het evenement anders wordt overeengekomen.

Uitstraling

Iedere ondernemer heeft baat bij een goed uitziend terras. Terrassen dragen bij aan de leefbaarheid en gezelligheid van stadscentra en buurtcentra. Een terras moet daarom een goede uitstraling hebben en moet uitnodigen om juist daar een drankje te nuttigen. Dit betekent dat de inrichting van een terras de nodige aandacht van de ondernemer vraagt. De trends en ontwikkelingen laten zien dat terrassen steeds diverser worden en daarmee kan een ondernemer zich ook onderscheiden.

De bedrijven die een terras voor het pand plaatsen hebben allemaal een eigen identiteit. Deze identiteit mag op de terrassen ook tot uiting komen. In deze nadere regels wordt dan ook niet voorgeschreven wat voor meubilair op de terrassen moet worden geplaatst, noch worden kleurvoorschriften gegeven. Op een terras mogen terrasmeubelen, parasols en windschermen worden geplaatst. Biertapinstallaties en barbecues zijn niet toegestaan. Om een goede beeldkwaliteit van de terrassen te bereiken zijn een aantal nadere regels vastgesteld.

Nadere regel 9

Het terras moet schoon, heel en veilig zijn en er netjes en kwalitatief goed uitzien. Het meubilair moet heel, veilig en goed onderhouden zijn. Onstabiele plastic tuinstoelen, bijvoorbeeld zoals hiernaast is afgebeeld, zijn niet toegestaan.

Nadere regel 10

Attributen zoals een biertap of barbecue zijn op een terras niet toegestaan.

 

Nadere regel 11

Reclame (alleen bedrijfsgerelateerde merken) mag alleen op de onderste meter van de terrasafscheiding worden aangebracht, evenals op de parasols.

Nadere regel 12

Een terras mag niet de uitstraling hebben van een tent of marktkraam, bijvoorbeeld zoals hiernaast is afgebeeld.

Afbeelding

Terrasafscherming

De terrasafscheiding mag maximaal 2.00 meter hoog zijn, waarbij minimaal de bovenste meter transparant is. Met een terrasafscherming met een maximale hoogte van 2.00 meter wordt een grotere windluwte gecreëerd waardoor niet alleen de terrasbezoeker uit de wind zit, maar ook bedienend personeel uit de wind wordt gehouden. Er ontstaat, in combinatie met goede parasols of overkapping, een behaaglijke ruimte waardoor het terras langer kan worden geëxploiteerd. Dat is op dit moment een veel gebruikte opstelling vanwege het rookverbod.

Na sluiting van het terras hoeven terrasmeubilair en –afscherming niet te worden opgeruimd (behalve op het marktterrein in het Stadshart). Hierdoor is de weg vrij naar terrasafscherming met een meer permanent karakter. De afscherming kan dus steviger aan de ondergrond worden bevestigd. Bij een bevestiging aan de ondergrond zijn uitstekende delen aan de terrasafscherming niet meer nodig. Hierdoor wordt de afscherming veiliger: publiek en terrasbezoekers kunnen niet meer struikelen over de uitstekende voetsteunen van de afscherming en de schermen waaien niet weg.

De afscherming mag niet definitief aan de ondergrond worden bevestigd, maar moet op een of andere manier demontabel zijn. Dit is nodig om de mogelijkheid vrij te houden voor onderhoud aan bestrating, riolering, kabels en leidingen. Ook moet het mogelijk blijven de afscherming op te ruimen als het terras voor langere tijd niet wordt gebruikt. We spreken daarom over ‘semi-permanente terrasafscherming’.

Semi-permanente terrasafscherming kan aan de ondergrond worden vastgezet door middel van bijvoorbeeld het KLIK en GO systeem. Dit systeem wordt ook in Zeewolde toegepast, waardoor de schermen niet meer de haven in kunnen waaien. Om schermen aan de ondergrond vast te zetten is het nodig dat in de ondergrond bevestigingen worden aangebracht (zoals bij wasmolens). De afstand van deze bevestigingspunten is bij alle terrassen verschillend. Het is niet de bedoeling dat elke ondernemer zelf de openbare bestrating gaat openbreken om bevestigingspunten aan te brengen. Het faciliteren van de bevestigingspunten is maatwerk.

Vergunningplicht voor plaatsen semi-permanente terrasafscherming.

In principe zijn de bevestigingspunten voor terrasafscherming op zichzelf staand, zeker als ze in de grond zijn aangebracht, niet vergunningplichtig. Dit is tenslotte geen constructie van enige omvang, direct of indirect met de grond verbonden. Het is dus geen bouwwerk. Echter moet men de complete terrasafscherming met het semi-permanente karakter wel als bouwwerk beschouwen. Dat wil dus zeggen dat deze dan ook vergunningplichtig zijn omdat ze niet op het achtererf maar aan de voorkant worden aangebracht en in de meeste gevallen op openbaar terrein, dus niet op het erf van de eigenaar/gebruiker.

Wanneer het een bouwwerk is dat ter plaatse verbonden / verankerd is met de grond en bedoeld is ter plaatse te functioneren (aan de voorkant van het pand of op openbaar terrein) is de gehele terrasafscherming vergunningplichtig (omgevingsvergunning). De initiatiefnemer van het bouwwerk zal voorafgaand aan het plaatsen van de terrasafscherming een omgevingsvergunning moeten aanvragen.

Indien de semi-permanente terrasafscherming vergunningplichtig is, wordt de vergunningaanvraag getoetst aan het vigerende bestemmingsplan. Het bestemmingsplan bevat voorschriften over bouwhoogtes en dergelijke. De uiteindelijke hoogte van de semi-permanente terrasafscherming is afhankelijk van de bestemmingsplanvoorschriften. Het is mogelijk dat de terrasafscherming lager dan 2.00 meter moet worden uitgevoerd.

Nadere regel 13

De terrasafscheiding mag maximaal 2.00 meter hoog zijn, waarbij minimaal de bovenste meter transparant is. De hoogte van een vergunningplichtige terrasafscherming is afhankelijk van de bestemmingsplanvoorschriften.

 

Nadere regel 14

De afscherming mag niet definitief aan de ondergrond worden bevestigd, maar moet op een of andere manier demontabel zijn.

Nadere regel 15

Terrasafscherming moet op verzoek van de gemeente worden verwijderd ten behoeve van herbestraten, kabels en leidingen e.d.  en indien het gebruik van de openbare ruimte dit vereist .

Nadere regel 16

Gebruikers van het openbare gebied en gebruikers van het terras mogen niet over een schermvoet kunnen struikelen. De uitstekende delen (aan de voet van de schermen) moeten zo klein en plat mogelijk zijn.

Veiligheid

Op een terras is verwarming mogelijk. Er mogen echter geen losse gasflessen op het terras staan. De voorkeur gaat uit naar elektrische terrasverwarming (zie paragraaf Duurzame terrasverwarming). Indien er wordt gekozen voor gasverwarming, dan moet terrasverwarming worden toegepast waarbij de gasfles onderdeel uitmaakt van de voet van het verwarmingstoestel. Het verwarmingstoestel moet zodanig worden geplaatst dat bezoekers deze onmogelijk omver kunnen lopen.

Elektriciteitskabels die op het terras worden toegepast moeten geschikt zijn voor buitengebruik en moeten zodanig zijn geplaatst dat bezoekers en personeel niet over de kabels kunnen struikelen.

Het terras moet voor de bezoeker veilig zijn. Dit betekent dat ongebruikte parasolvoeten moeten worden verwijderd en bevestigingsmaterialen niet uit de grond mogen steken.

Nadere regel 17

Het gehele terras, inclusief terrasmeubilair, moet voldoen aan eisen van brandveiligheid.

Brandkranen, andere bluswatervoorzieningen en brandpreventieve voorzieningen (zoals aansluitpunten van droge blusleidingen en andere voorzieningen) moeten te allen tijden bereikbaar zijn voor blusvoertuigen. Er mogen geen losse gasflessen op het terras aanwezig zijn.

Nadere regel 18

Verwarmingstoestellen worden zodanig geplaatst dat bezoekers deze onmogelijk omver kunnen lopen.

Nadere regel 19

Ongebruikte parasolvoeten moeten worden verwijderd , bevestigingsmaterialen mogen niet uit de grond steken.

 

Nadere regel 20

Tijdens evenementen nabij het terras en tijdens de viering van Koninginnedag worden op het terras géén consumpties in glaswerk geserveerd.

Voorkomen van schade

Nadere regel 21

De terrashouder is verplicht alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen te treffen om te voorkomen dat de gemeente Lelystad dan wel derden als gevolg van het gebruik van het terras schade lijden. De kosten voortvloeiende uit het herstellen van schade aangebracht aan het terrein en de onmiddellijke omgeving daarvan zullen bij de terrashouder in rekening worden gebracht.

Sluitingsuur terrassen

Van oudsher sluiten de terrassen in Lelystad uiterlijk om 24:00 uur. Dit tijdstip bestaat om de omwonenden te beschermen tegen geluidsoverlast en voor het behouden van de openbare orde en veiligheid. Bij de bepaling of terrassen langer open kunnen moet een afweging worden gemaakt tussen het voorkomen van overlast voor bewoners, de openbare orde en veiligheid en de levendigheid in de centra. Er bestaat geen noodzaak de openingstijden van terrassen op te rekken tot na 24:00 uur.

Bewoners die in een stadscentrum wonen kunnen weten dat enige overlast afkomstig van de horeca te verwachten is. De horeca heeft echter niet meer recht dan de omwonenden.

Ondernemers zien het sluitingsuur graag verruimd naar 01:00 uur. Daarvoor bestaan meerdere redenen: veel horecabedrijven gaan op vijf van de zeven dagen dicht om 01:00 uur. Dat scheelt die vijf dagen veel discussie met klanten. Als het terras om 24:00 uur sluit gaan de mensen naar huis in plaats van naar binnen… dat kost omzet. De andere dagen (vrijdag en zaterdag) sluit de horeca om 03;00 uur, er is dus maar twee dagen discussies met klanten. Er is geen muziek op het terras, alleen stemgeluid.

Het komt niet veelvuldig voor dat het terras bij een horecabedrijf aangenaam is tot in de nachtelijke uren. Tijdens de zomer van 2010 is dat een aantal maal mogelijk geweest, tijdens mooie zomeravonden. Met hogere terrasafscherming (tot maximaal 2.0 meter), parasols en terrasverwarming is het echter denkbaar dat terrassen niet alleen in de zomermaanden bezoekers trekt, maar ook tijdens de koudere perioden langer in gebruik zullen zijn.

De politie heeft eerder in het proces aangegeven geen verruiming van het sluitingsuur van terrassen te willen. Gedurende de opening van terrassen in de avonduren is veel onrust op straat. Met het verlengen van de openingstijd wordt die onrust met een uur verlengd. Dat is ongewenst. Dit advies staat haaks op de motivatie van de ondernemer, die aangeeft dat het juist minder onrust als gevolg zal hebben.

De burgemeester heeft aangegeven dat zij verruiming van het sluitingsuur van terrassen ongewenst vindt met het oog op de openbare orde en veiligheid. Het sluitingsuur voor terrassen wordt dan ook niet verruimd, ook niet voor slechts een klein deel van de horeca. Hooguit bij enkele, grote evenementen is het mogelijk het sluitingsuur voor terrassen aan te passen. Dit dient op dat moment te worden afgewogen.

Nadere regel 22

Het sluitingsuur van terrassen is gelijk aan het sluitingsuur van de horecazaak, doch uiterlijk 24:00 uur. Na 24:00 uur mogen geen terrasgebruikers meer op het terras aanwezig zijn. De burgemeester kan op grond van artikel 2:30, eerste lid, van de APV beperkingen opleggen met betrekking tot het sluitingsuur van terrassen.

 

Nadere regel 23

Ten behoeve van evenementen (bijvoorbeeld Koninginnedag) is het mogelijk het terras langer geopend te hebben. Hiervoor is expliciet toestemming nodig van het college.

Opruimen terras na sluitingstijd

Terrasmeubilair hoeft na sluiting van het terras niet te worden opgestapeld en opgeruimd. Om verstoring van de openbare orde te voorkomen moet het terras wel zodanig worden opgeruimd dat mensen er na sluitingstijd geen plaats meer kunnen nemen (dus zo vastzetten dat bezoekers er niet op kunnen zitten en de meubels niet kunnen worden verplaatst). Ondanks dat de terrassen worden opgesteld in de openbare ruimte zijn en blijven de terrashouders zelf verantwoordelijk voor het terras (terrasmeubilair en –afscherming). De gemeente is niet aansprakelijk voor vernieling, diefstal of schade anderszins.

Als ervoor wordt gekozen om het terras te laten staan is de terrashouder verantwoordelijk voor het schoonmaken en schoonhouden van het betreffende openbare gebied. De gemeentelijke veegwagens kunnen niet tussen terrasmeubels en terrasafscheiding het openbare gebied schoonmaken. De op het betreffende terras vrijkomende verpakkingen (bijvoorbeeld van verpakte koekjes en suikerzakjes), servetten en andere verwaaibare materialen mogen zich niet verspreiden buiten het terras. De terrashouder dient het gebied rond het betreffende terras vrij te houden van verwaaide materialen afkomstig van zijn terras.

Het terras màg wel worden opgeruimd. Onder ‘opruimen’ wordt dan verstaan: terrasmeubilair opstapelen en buiten of binnen opruimen, terrasafscherming opruimen . Bij het stapelen van meubilair moet geluidsoverlast worden voorkomen.

Indien het terras voor langere tijd (bijvoorbeeld de winterperiode) buiten gebruik is moet het terras, inclusief terrasafscherming, van het openbaar gebied worden verwijderd.

Na het opruimen van het terras moet het openbare gebied schoon en heel worden achtergelaten.

Op enkele terraslocaties is het niet mogelijk om de terrassen te laten staan. Dit gaat voornamelijk over het marktgebied in het Stadshart. De terrassen moeten vrijdagavond na sluitingstijd worden verwijderd van het marktterrein. Nadat de markt op zaterdagmiddag is opgeruimd mogen de terrassen weer worden geplaatst.

Nadere regel 24

De terrashouder zet na sluiting van het terras het terrasmeubilair zodanig vast dat bezoekers en voorbijgangers er niet op kunnen zitten en deze niet verwijderd of verplaatst kunnen worden.

 

Nadere regel 25

De terrashouders zijn en blijven zelf verantwoordelijk voor het terras. De gemeente is niet aansprakelijk voor vernieling, diefstal of schade anderszins.

Nadere regel 26

Bij het stapelen van meubilair wordt geluidsoverlast voorkomen.

Nadere regel 27

Indien het terras voor langere tijd dan twee weken (bijvoorbeeld de winterperiode) buiten gebruik is verwijdert de terrashouder het terras, inclusief terrasafscherming, van het openbaar gebied .

Nadere regel 28

Na het opruimen van het terras wordt het openbare gebied door de terrashouder schoon en heel achtergelaten.

 

Nadere regel 29

De terrashouder moet het openbare gebied dat wordt gebruikt voor het plaatsen van een terras zelf schoonmaken en schoonhouden.

Nadere regel 30

De terrashouder houdt het gebied rond het betreffende terras vrij van verwaaide materialen afkomstig van zijn terras .

Vervallen gebruiksrecht

Wanneer een terraslocatie niet meer als zodanig wordt gebruikt zal het gebruiksrecht hiervoor komen te vervallen. De terrashouder meldt bij de frontoffice van de gemeente dat zijn terras niet meer wordt opgesteld en verwijdert het meubilair en alle (semi)permanente terrasonderdelen, zoals terrasafscherming, parasolvoeten, elektriciteitaansluitingen en dergelijke. De terrashouder levert de ondergrond (bestrating) schoon en heel op.

Nadere regel 31

Wanneer een terraslocatie niet meer als zodanig wordt gebruikt vervalt het gebruiksrecht hiervoor.

Nadere regel 32

De exploitant meldt het uit gebruik zijn van het terras bij de gemeentelijke frontoffice en verwijderd alle terrasmeubilair, parasols, parasolvoeten, terrasafscheiding en andere voor het terras aangebrachte voorzieningen. Terrashouder levert het in gebruik genomen openbare gebied schoon en heel op.

Nadere regel 33

Indien het openbaar gebied na opheffing van het terras beschadigd wordt opgeleverd, wordt het openbaar gebied in de oorspronkelijke staat teruggebracht op kosten van de terrashouder.

Elektriciteit op terraseilanden

Er zijn mogelijkheden om elektriciteitsaansluitingen op terraseilanden aan te brengen. Elektra op de terrassen is handig voor bijvoorbeeld verlichting of terrasverwarming. Ondernemers kunnen bij de gemeente (Ingenieursbureau- Werkvoorbereiding en Uitvoering) een vergunning aanvragen voor het hebben van kabels in openbaar gebied. Zij dienen bij de aanvraag een tekening in 3-voud (schaal  1:500) te voegen waar op staat aangeven waar zij de kabel willen hebben. De “Algemene bepalingen voor het leggen, onderhouden en verwijderen van kabels en leidingen in de door de gemeente Lelystad beheerde gebieden” alsmede de daarin genoemde herstelkosten regeling zijn hierop van toepassing.

Duurzame terrasverwarming

Aan de hand van de geldende regels voor terrassen is het mogelijk dat terrassen zomer en winter open zijn. Als gevolg hiervan is er behoefte aan verwarming van de terrassen. Dat kost veel energie en is dus allesbehalve duurzaam.

Duurzame terrasverwarming, bestaat dat wel? De kachel aanzetten in de buitenlucht, dat klink bijna hetzelfde als in de zomer willen schaatsen op natuurijs. Toch leeft de wens bij terrashouders, helemaal nu het verboden is in horecagelegenheden te roken. Het doel van de terrashouders is de klant zo lang mogelijk te kunnen bedienen. Dat een buitenterras daarvoor verwarmd moet worden wordt dan op de koop toegenomen.

Het met fossiele brandstoffen verwarmen van terrassen in het koude deel van het jaar wordt door het bevoegd gezag afgewezen. Het is duidelijk dat hier sprake is van verspilling van energie, zonder dat een duidelijk doel wordt gediend. Kennelijk overstijgt het idee dat je ook in de koude seizoenen warm op een terras moet kunnen zitten, het belang van energiebesparing en het feit dat er nu eenmaal activiteiten zijn die gebonden zijn aan een seizoen.

Daarnaast heeft het college nog niet veel bevoegdheden om het gebruik van terrasverwarmers aan banden te leggen. Enkel via het activiteitenbesluit kan worden gevraagd om voor deze terrasverwarmers de best beschikbare technieken te gebruiken.

De ondernemers worden dan ook verzocht zeer terughoudend om te gaan met het inzetten van terrasverwarmers. Er zijn diverse manieren die (beproefd) ingezet kunnen worden om bezoekers van het etablissement aangenaam op het terras plaats te laten nemen zonder dat dit tot energieverspilling leidt. Gedacht kan worden aan het gebruik van dekens, bodywarmers, etc. Als er toch gekozen wordt voor een actieve vorm van verwarming, dan heeft het de sterke voorkeur om voor een duurzame en efficiënte techniek te kiezen. Uit veiligheidsoogpunt is het af te raden units met een eigen gasfles in te zetten. De gevolgen laten zich raden wanneer zo’n terrasverwarmer omvalt. Recent zijn stoelverwarmers ontwikkeld, die pas inschakelen op het moment dat een bezoeker gaat zitten. Een andere duurzame wijze van terrasverwarming zou kunnen zijn het gebruik van elektrische infraroodstralers, waarbij de elektriciteit duurzaam wordt opgewekt (ter plaatse of door inkoop via een groene stroom contract). Gelijktijdig kunnen maatregelen worden getroffen om de warmte op het terras te houden door bijvoorbeeld een zonnescherm te laten zakken en windschermen te gebruiken.

Indien terrasverwarming wordt toegepast, wordt door de terrashouder de volgende volgorde van terrasverwarming aangehouden:

  • 1.

    Passief verwarmen door middel van dekens, bodywarmers, etc;

  • 2.

    Actief verwarmen door middel van een verwarmingstoestel, waarbij het volgende dringend wordt geadviseerd:

    • -

      Geen gasverwarmers toepassen

    • -

      Beperk warmteverlies op het terras

    • -

      Inzet efficiënte technieken (best beschikbare techniek), hierbij kan worden gedacht aan stoelverwarmers met “aanwezigheidsdetectie”, gebruik infraroodstralers en inzetten groene stroom.

Kosten gebruik van de openbare ruimte

Door deregulering is de vergunningplicht uit de algemene plaatselijke verordening, en dus ook uit het beleid, verdwenen. In de nieuwe nadere regels blijft dat zo.

Bij de ondernemers leeft het idee dat na een periode zonder terrasvergunning cq leges/precario toch weer een vergunningplicht met leges of precario voor het gebruik van de openbare ruimte ingevoerd gaat worden.

Het huidige college heeft niet de intentie om de vergunningplicht weer in te voeren of een vergoeding te gaan vragen voor het gebruik van de openbare ruimte. Om de terrashouders enige zekerheid te geven is in deze nadere regels vastgelegd dat er gedurende minimaal vijf jaar vanaf het van kracht worden van deze nadere regels geen vergoeding wordt gevraagd voor het gebruik van de openbare ruimte voor het plaatsen van terrassen.

Na die periode kan een evaluatie van de regeling plaatsvinden, waarbij dit onderwerp kan worden betrokken.

Hardheidsclausule

Uitzonderingen op de nadere regels worden altijd apart beoordeeld en worden voorgelegd aan het college. Deze hardheidsclausule is in ieder geval van toepassing op het sluitingsuur van terrassen tijdens evenementen maar kan bijvoorbeeld ook worden toegepast om in afwijking tot de nadere regels een andere terraslocatie te realiseren. Verzoeken om de hardheidsclausule toe te passen dienen goed gemotiveerd te zijn. Niet gemotiveerde verzoeken worden niet in behandeling genomen.

Verzoeken om de hardheidsclausule toe te passen kunnen worden gezonden aan:

Het College van Lelystad

Postbus 91

8200 AB Lelystad

Vermeld in het onderwerp van het verzoek: “gebruik openbare ruimte voor terrassen, toepassing hardheidsclausule Nadere Regels”.

Beeld boek nadere regels terrassen

Beeldboek nadere regels terrassen