Regeling vervallen per 05-12-2013

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Heemstede 2009

Geldend van 16-07-2009 t/m 04-12-2013 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2009

Intitulé

VERORDENING MATERIELE FINANCIELE GELIJKSTELLING ONDERWIJS GEMEENTE HEEMSTEDE 2009

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

a

burgemeester en wethouders:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemstede;

b

schoolbestuur:

bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school, of, voor zover in deze verordening is bepaald, van een dislocatie waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;

c

school:

school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

d

voorziening:

een voorziening zoals opgenomen in de Bijlage Voorzieningen van deze verordening;

e

aanvullende voorziening:

een door burgemeester en wethouders vastgestelde nieuwe voorziening waarmee de verordening tijdelijk wordt aangevuld;

f

indieningdatum:

uiterste moment zoals opgenomen in de Bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;

g

verstrekkingscriteria:

de omstandigheden zoals opgenomen in de Bijlage Voorzieningen van deze verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

h

tijdvak:

periode zoals opgenomen in de Bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een voorziening of aanvullende voorziening wordt verstrekt;

i

subsidieplafond:

een bedrag zoals bedoeld in artikel 4:22 van de wet, dat beschikbaar is voor een voorziening, of een aanvullende voorziening;

j

feitelijke beschikbaarstelling:

de beschikking van burgemeester en wethouders waarbij een voorziening of aanvullende voorziening in natura beschikbaar wordt gesteld;

k

subsidieverlening:

de beschikking van burgemeester en wethouders waarbij een voorwaardelijke financiële aanspraak ontstaat op het subsidiebedrag voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

l

subsidievaststelling:

de beschikking van burgemeester en wethouders waarin het subsidiebedrag voor een voorziening of aanvullende voorziening definitief wordt vastgesteld en een recht op uitbetaling ontstaat;

m

wet:

de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Subsidieplafond en verdelingsregels

  • 1 De raad kan voor een voorziening een subsidieplafond vaststellen. Hierbij bepaalt de raad hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 2 Burgemeester en wethouders maken een subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag uiterlijk zes weken voor de indieningdatum aan de schoolbesturen bekend.

Artikel 3 Aanvullende voorziening

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld met een voorziening.

  • 2 Burgemeester en wethouders stellen de verstrekkingscriteria vast waaronder aanspraak bestaat op de aanvullende voorziening.

Artikel 4 Jaarlijks overzicht

Jaarlijks vóór 1 juli zenden burgemeester en wethouders aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening verstrekte voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 juni van het voorafgaande jaar tot en met 31 mei van het jaar van toezending.

Hoofdstuk 2 Procedures

Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 5 Toevoegen, wijzigen en intrekken

Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningdatum bekendgemaakt door burgemeester en wethouders.

Artikel 6 Indiening aanvraag

1

Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak wenst, dient vóór de indieningdatum een aanvraag in bij burgemeester en wethouders. De indieningdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningdatum is ingediend, kunnen burgemeester en wethouders besluiten om de aanvraag niet te behandelen.

2

De aanvraag vermeldt:

a naam en adres van het schoolbestuur;

b de dagtekening;

c de gewenste voorziening;

d de naam van de school en de onderwijssoort;

e een motivering dat wordt voldaan aan de verstrekkingscriteria.

3

Bij het ontbreken van een of meer gegevens delen burgemeester en wethouders dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslissen burgemeester en wethouders de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 7 Beslissingstermijn

  • 1 Burgemeester en wethouders beslissen binnen twaalf weken na de indieningdatum op een aanvraag. Indien ten aanzien van een voorziening geen indieningdatum is voorgeschreven, beslissen burgemeester en wethouders binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen de termijn van twaalf weken met maximaal vier weken verlengen. Bij verlenging wordt voor het einde van de termijn van twaalf weken hiervan door burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling gedaan aan het schoolbestuur. Hierbij geven zij de reden voor de verlenging aan.

  • 3 Burgemeester en wethouders stellen binnen twee weken na de datum van de beslissing op de aanvraag het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

  • 4 Het niet beslissen binnen de termijn als genoemd in het eerste of tweede lid, eerste zin, staat gelijk aan een beschikking tot verstrekking van de voorziening.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Burgemeester en wethouders weigeren de voorziening in ieder geval indien:

  • a

    de gevraagde voorziening geen voorziening is in de zin van de verordening;

  • b

    niet is voldaan aan de één van de verstrekkingscriteria;

  • c

    door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Paragraaf 2.2 Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden

Artikel 9 Indiening aanvraag

  • 1 Het schoolbestuur dat een aanvullende voorziening wenst, dient een aanvraag in bij burgemeester en wethouders.

  • 2 Op de aanvraag is artikel 6, tweede en derde lid, van toepassing.

Artikel 10 Beslissingstermijn

  • 1 Burgemeester en wethouders beslissen binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag of binnen zes weken na de verstrekking van de aanvullende gegevens.

  • 2 Binnen twee weken na de datum van de beschikking stellen burgemeester en wethouders het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

  • 3 Het niet beslissen binnen de termijn staat gelijk aan een beschikking tot verstrekking van de voorziening.

Artikel 11 Weigeringsgronden

1

Burgemeester en wethouders weigeren de aanvullende voorziening in ieder geval indien:

a de gevraagde voorziening geen aanvullende voorziening zoals bedoeld in artikel 3 is;

b niet is voldaan aan de een van de verstrekkingscriteria.

Paragraaf 2.3 Verstrekking van een voorziening; intrekking of wijziging; verbod vervreemding

Artikel 12 Inhoud beschikking tot verstrekking van een voorziening

1

De beschikking van burgemeester en wethouders tot verstrekking van een voorziening of een aanvullende voorziening kan inhouden:

a feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening; of

b een subsidieverlening;

2

De beschikking tot feitelijke beschikbaarstelling van een voorziening bevat:

a het tijdvak en het doel waarvoor de voorziening is verstrekt;

b de wijze waarop het schoolbestuur de voorziening dient uit te voeren.

3

De beschikking tot subsidieverlening bevat naast het gestelde in lid 2:

a het bedrag van de subsidie of indien de beschikking tot subsidieverlening het bedrag niet vermeldt, de wijze waarop het bedrag wordt bepaald.

b het bedrag van het voorschot indien de beschikking tot subsidieverlening bepaalt dat burgemeester en wethouders een voorschot verlenen;

c de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan burgemeester en wethouders;

d de bepaling dat de wet van toepassing is en voorzover van belang welke afzonderlijke bepalingen of afwijkingen hierop van kracht zijn.

4

Burgemeester en wethouders kunnen de subsidieverlening overslaan en direct een beschikking tot subsidievaststelling geven.

Artikel 13 Aanvraag tot subsidievaststelling

  • 1 Na een beschikking tot subsidieverlening dient het schoolbestuur uiterlijk acht weken na afloop van het tijdvak waarvoor de voorziening is verstrekt een aanvraag tot subsidievaststelling in.

    In het geval van voorziening A. ‘Vakleerkracht gymnastiekonderwijs’ dient het schoolbestuur uiterlijk twee weken na het beschikbaar komen van het ‘Registratieformulier Jaarwerk’ van de aangestelde vakleerkracht gymnastiek en het formulier ‘Overzicht berekeningsresultaten’ die jaarlijks worden verstrekt door CASO, behorende bij het “Jaarwerk”, een aanvraag tot subsidievaststelling in.

  • 2. Burgemeester en wethouders stellen de subsidie ambtshalve vast indien de aanvraag achterwege blijft.

  • 3. Bij de aanvraag tot subsidievaststelling toont het schoolbestuur aan dat de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen als genoemd in artikel 12 zijn nagekomen.

  • 4 Indien het schoolbestuur niet of niet voldoende aantoont dat de verplichtingen zijn nagekomen, delen burgemeester en wethouders dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Hierbij geven zij aan op welke onderdelen het schoolbestuur aanvullende informatie moet verschaffen. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na ontvangst van de mededeling de gevraagde informatie schriftelijk te verschaffen. Indien het schoolbestuur de gevraagde informatie niet binnen deze termijn verstrekt, stellen burgemeester en wethouders de subsidie ambtshalve vast.

Artikel 14 Subsidievaststelling volgend op verlening

  • 1 Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na de indiening van de aanvraag als bedoeld in artikel 13 of binnen acht weken na de verstrekking van de aanvullende informatie. Binnen 2 weken na de datum van het besluit stellen burgemeester en wethouders het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.

  • 2 Indien uit de overlegde bescheiden blijkt dat de verleende subsidie overeenkomstig haar bestemming is gebruikt, vindt definitieve vaststelling dienovereenkomstig plaats.

  • 3 Burgemeester en wethouders betalen het subsidiebedrag onder verrekening van de betaalde voorschotten, overeenkomstig de subsidievaststelling. De betaling vindt binnen zes weken na de subsidievaststelling plaats.

Artikel 15 Intrekken of wijzigen beschikking tot feitelijke beschikbaarstelling, subsidieverlening of subsidievaststelling

Ten aanzien van intrekking, wijziging, stopzetting of verlaging van de afgegeven subsidiebeschikking dan wel terugvordering van verleende of vastgestelde subsidie is titel 4:2 van de wet van toepassing.

Artikel 16 Verbod tot vervreemding

Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening verstrekte voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van burgemeester en wethouders, tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 17 Informatieverstrekking

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van burgemeester en wethouders nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 18 Onvoorziene gevallen

In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 19 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1 De verordening kan worden aangehaald als: Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Heemstede 2009.

  • 2 De verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2009.

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit van 25 juni 2009.

Bijlage “Voorzieningen (A t/m K)”

A. Vakleerkracht gymnastiekonderwijs

I Aanduiding van de voorziening

Tegemoetkoming in de kosten van het aanstellen van een vakleerkracht ten behoeve van het gymnastiekonderwijs

II Indieningdatum

1 februari voorafgaand aan het schooljaar waarop de voorziening betrekking heeft.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt verstrekt

Schooljaar

IV Verstrekkingsscriteria waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

IVa Voorziening staat open voor Heemsteedse scholen voor basisonderwijs

IVb Voorziening staat tevens open voor een dislocatie van een hoofdvestiging in een andere gemeente

V Wijze van verstrekking met daarbij behorende berekeningseenheid

Werkelijke loonkosten van een vakleerkracht gymnastiekonderwijs die is aangesteld voor minimaal het aantal uren van de rijksnorm die gold tot 1 augustus 2000. De werkelijke loonkosten worden bekostigd voor een bepaald aantal uren, afhankelijk van het aantal leerlingen op 1 oktober voorafgaand aan het schooljaar, verhoogd met 3% en naar beneden afgerond. Het aantal uren wordt bepaald volgens de volgende tabel:

aantal leerlingen

aantal uren gemeentelijk vakonderwijs per week

1 tot en met 63

1,4

64 tot en met 98

1,6

99 tot en met 133

1,8

134 tot en met 168

2,0

169 tot en met 200

2,2

en vervolgens telkens voor 28 leerlingen boven het aantal van 200, een verhoging met 0,2 uur.

VI Subsidieplafond

Er is geen sprake van een subsidieplafond. Uitgangspunt is dat de vakleerkrachten worden ingeschaald als groepsleerkracht volgens het Rechtspositiebesluit basisonderwijs (maximaal schaal 9, regel 8).

VII Overgangsregeling

Indien een schoolbestuur als gevolg van een daling van het aantal leerlingen, volgens de tabel van punt V aanspraak kan maken op bekostiging van een aantal gemeentelijke uren dat minder is dan het aantal uren waarop het schoolbestuur het voorgaande jaar aanspraak heeft gemaakt, kan het schoolbestuur gedurende nog twee schooljaren na het schooljaar waarin aanspraak is gemaakt op meer uren, aanspraak maken op hetzelfde (meerdere) aantal uren. Na deze twee schooljaren zal de tabel van punt V weer gelden, met het leerlingenaantal van 1 oktober voorafgaand aan het nieuwe schooljaar.

Indien een schoolbestuur als gevolg van een stijging van het aantal leerlingen, volgens de tabel van punt V aanspraak kan maken op bekostiging van een aantal gemeentelijke uren dat meer is dan het aantal uren waarop het schoolbestuur het voorgaande jaar aanspraak heeft gemaakt, ontvangt het schoolbestuur gedurende nog twee schooljaren na het schooljaar waarin aanspraak is gemaakt op minder uren, hetzelfde (mindere) aantal uren. Na deze twee schooljaren zal de tabel van punt V weer gelden, met het leerlingenaantal van 1 oktober voorafgaand aan het nieuwe schooljaar.

B. Schoolzwemmen

I Aanduiding van de voorziening

Wekelijks een half uur schoolzwemmen in zwembad Groenendaal voor de leerlingen van de groepen 4 en 5.

II Indieningdatum

1 februari voorafgaand aan het schooljaar waarop de voorziening betrekking heeft.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt verstrekt

Schooljaar

IV Verstrekkingscriteria waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

IVa Voorziening staat open voor Heemsteedse scholen voor basisonderwijs

IVb Voorziening staat tevens open voor een dislocatie van een hoofdvestiging in een andere gemeente

V Wijze van verstrekking met daarbij behorende berekeningseenheid

Feitelijke beschikbaarstelling van zwembad

VI Subsidieplafond

Er is geen sprake van een subsidieplafond.

C. Incidenteel schoolzwemmen

I Aanduiding van de voorziening

Twee maal per schooljaar in schoolverband zwemmen in zwembad Groenendaal voor de leerlingen van de groepen 3 en 6 tot en met 8.

II Indieningdatum

n.v.t.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt verstrekt

Schooljaar

IV Verstrekkingscriteria waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

IVa Voorziening staat open voor Heemsteedse scholen voor basisonderwijs

IVb Voorziening staat tevens open voor een dislocatie van een hoofdvestiging in een andere gemeente

V Wijze van verstrekking met daarbij behorende berekeningseenheid

Feitelijke beschikbaarstelling van zwembad.

VI Subsidieplafond

Er is geen sprake van een subsidieplafond.

D. Muziekonderwijs

I Aanduiding van de voorziening

Muziekonderwijs, zoals opgenomen in het basispakket, aangeboden door Muziekcentrum Zuid-Kennemerland.

II Indieningdatum

1 februari voorafgaand aan het schooljaar waarop de voorziening betrekking heeft.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt verstrekt

Schooljaar.

IV Verstrekkingscriteria waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

IVa Voorziening staat open voor Heemsteedse scholen voor basisonderwijs

IVb Voorziening staat tevens open voor een dislocatie van een hoofdvestiging in een andere gemeente

V Wijze van verstrekking met daarbij behorende berekeningseenheid

Bedrag per leerling op teldatum 1 oktober voorafgaand aan schooljaar.

VI Subsidieplafond

VIa Het subsidieplafond bedraagt € 79.106 (peiljaar 2009) voor de 9 zelfstandige basisscholen en de dislocatie van de Haarlemse Dreefschool.

VIb Het beschikbare bedrag wordt naar rato van het aantal leerlingen op de teldatum van 1 oktober voorafgaande aan het betreffende schooljaar verdeeld.

Vlc Het beschikbare bedrag voor voorziening D wordt jaarlijks geïndexeerd met het vastgestelde begrotingspercentage.

E. Schoonmaakvergoeding

I Aanduiding van de voorziening

Extra vergoeding schoonmaakonderhoud.

II Indieningdatum

1 februari van het kalenderjaar waarop de voorziening betrekking heeft.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt verstrekt

Kalenderjaar.

IV Verstrekkingscriteria waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

IVa Voorziening staat open voor Heemsteedse scholen voor basisonderwijs

IVb Voorziening staat tevens open voor een dislocatie van een hoofdvestiging in een andere gemeente

V Wijze van verstrekking met daarbij behorende berekeningseenheid

Bedrag per school, verdeeld volgens maatstaven van verdeling rijksvergoeding schoonmaak- onderhoud.

VI Subsidieplafond

VIa Het subsidieplafond bedraagt € 14.833 (peiljaar 2009) voor de 9 zelfstandige basisscholen en de dislocatie van de Haarlemse Dreefschool.

VIb Het beschikbare bedrag wordt volgens de maatstaven van de verdeling van de rijksvergoeding voor schoonmaakonderhoud verdeeld over de scholen.

Vlc Het beschikbare bedrag voor voorziening E wordt jaarlijks geïndexeerd met het vastgestelde begrotingspercentage.

F. Schoollogopedie

I Aanduiding van de voorziening

Schoollogopedische begeleiding van leerlingen.

II Indieningdatum

1 februari voorafgaand aan het schooljaar waarop de voorziening betrekking heeft.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt verstrekt

Schooljaar.

IV Verstrekkingscriteria waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

IVa Voorziening staat open voor Heemsteedse scholen voor basisonderwijs

IVb Voorziening staat tevens open voor een dislocatie van een hoofdvestiging in een andere gemeente

V Wijze van verstrekking met daarbij behorende berekeningseenheid

Feitelijke beschikbaarstelling van diensten van een instelling die schoollogopedie aanbiedt.Het totaal aantal uren wordt in overleg met de logopediste over de scholen verdeeld op basis van het aantal leerlingen en de benodigde begeleiding afhankelijk van de problematiek.

VI Subsidieplafond

Er is geen sprake van een subsidieplafond.

G. Milieueducatie

I Aanduiding van de voorziening

Een abonnement op de NME-wijzer en een vergoeding van voorzieningen uit de NME-wijzer.

II Indieningdatum

n.v.t.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt verstrekt

Schooljaar.

IV Verstrekkingscriteria waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

IVa Voorziening staat open voor Heemsteedse scholen voor basisonderwijs

IVb Voorziening staat tevens open voor een dislocatie van een hoofdvestiging in een andere gemeente

V Wijze van verstrekking met daarbij behorende berekeningseenheid

Werkelijke kosten van de voorzieningen uit de NME-wijzer.

VI Subsidieplafond

VIa Het subsidieplafond bedraagt € 990 (peiljaar 2009 ) voor de 9 zelfstandige basisscholen en de dislocatie van de Haarlemse Dreefschool (€ 99 per school).

Vlb Het beschikbare bedrag voor voorziening G wordt jaarlijks geïndexeerd met het vastgestelde begrotingspercentage.

H. Brand- en inbraakbeveiliging

I Aanduiding van de voorziening

Een abonnement voor doorschakeling van het brand- en inbraakalarm naar een alarmcentrale.

II Indieningdatum

n.v.t.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt verstrekt

Voor onbepaalde tijd.

IV Verstrekkingscriteria waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

IVa Voorziening staat open voor Heemsteedse scholen voor basisonderwijs

IVb Voorziening staat tevens open voor een dislocatie van een hoofdvestiging in een andere gemeente.

V Wijze van verstrekking met daarbij behorende berekeningseenheid

Feitelijke beschikbaarstelling van de doorschakeling naar een alarmcentrale.

VI Subsidieplafond

Er is geen sprake van een subsidieplafond.

I. Computerprogramma verkeerseducatie

I Aanduiding van de voorziening

Een actualisering van het verkeerseducatie computerprogramma “Op de fiets door Heemstede” bij gewijzigde verkeerssituaties die aanleiding geven het programma te actualiseren.

II Indieningdatum

1 februari

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt verstrekt

IV Verstrekkingscriteria waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

IVa Voorziening staat open voor Heemsteedse scholen voor basisonderwijs

IVb Voorziening staat tevens open voor een dislocatie van een hoofdvestiging in een andere gemeente

IVc Een school komt in aanmerking voor deze voorziening indien in de afgelopen vijf jaar niet eerder de voorziening op basis van deze verordening ter beschikking is gesteld.

V Wijze van verstrekking met daarbij behorende berekeningseenheid

Feitelijke beschikbaarstelling van het geactualiseerde computerprogramma.

VI Subsidieplafond

Er is geen sprake van een subsidieplafond.

J. Gebruik sportterreinen

I Aanduiding van de voorziening

Gebruik maken van de sportterreinen van het sportpark Groenendaal in

overleg met het sportcentrum.

II Indieningdatum

n.v.t.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt verstrekt

Schooljaar

IV Verstrekkingscriteria waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

IVa Voorziening staat open voor Heemsteedse scholen voor basisonderwijs

IVb Voorziening staat tevens open voor een dislocatie van een hoofdvestiging in een andere gemeente

V Wijze van verstrekking met daarbij behorende berekeningseenheid

Feitelijke beschikbaarstelling van de sportterreinen.

VI Subsidieplafond

Er is geen sprake van een subsidieplafond.

K. Gemeentelijke bijdrage onderwijsachterstanden

I Aanduiding van de voorziening

Beschikbaarstelling van een bedrag per leerling met een toegekend gewicht van 1,3 of hoger ten behoeve van de aanschaf van lesmethoden, het volgen van specifieke, op de doelgroep gerichte cursussen door leerkrachten, en/of het inhuren van op de doelgroep gerichte expertise.

II Indieningdatum

1 februari voorafgaand aan het schooljaar waarop de voorziening betrekking heeft.

III Tijdvak waarvoor voorziening wordt verstrekt

Schooljaar

IV Verstrekkingscriteria waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening

IVa Voorziening staat open voor Heemsteedse scholen voor basisonderwijs

IVb Voorziening staat tevens open voor een dislocatie van een hoofdvestiging in een andere gemeente

V Wijze van verstrekking met daarbij behorende berekeningseenheid

Bedrag van € 125 per leerling met een toegekend gewicht van 1,3 of hoger op teldatum 1 oktober voorafgaand aan schooljaar.

VI Subsidieplafond

Er is geen subsidieplafond. Uitgangspunt is dat het aantal leerlingen per school waarvoor aanvullende gemeentelijke vergoeding wordt ontvangen, niet meer bedraagt dan 6% van het werkelijk aantal ‘ongewogen’ leerlingen, daar vanaf dat moment aanvullende rijksbekostiging wordt verkregen.

Toelichting Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Heemstede 2009

Artikel 1 Begripsbepaling

d Voorziening

De voorzieningen die op grond van deze verordening kunnen worden aangevraagd, zijn opgenomen in de bijlage bij deze verordening. In de bijlage wordt een bepaald stramien gehanteerd aan de hand waarvan het begrip voorziening kan worden ingevuld. Het stramien kan worden gezien als een `checklist' voor het formuleren van voorzieningen en bestaat uit:

  • I

    aanduiding van de voorziening;

  • II

    indieningsdatum;

  • III

    tijdvak waarvoor de voorziening wordt verstrekt;

  • IV

    verstrekkingscriteria;

  • V

    wijze van verstrekking;

  • VI

    subsidieplafond.

Uit de beschrijving van een voorziening in de Bijlage kan een schoolbestuur opmaken of het in beginsel in aanmerking komt voor een bepaalde voorziening en zo ja, op welke wijze de bekostiging vervolgens plaatsvindt.

De verordening is zo geredigeerd dat het college (behoudens de weigeringsgronden in de verordening zelf) op basis van de omschrijving van de voorziening bepaalt of een schoolbestuur al of niet in aanmerking komt voor een voorziening.

e Aanvullende voorziening

De wet biedt de mogelijkheid dat de raad besluit dat het college de verordening tijdelijk kan aanvullen met nieuwe voorzieningen (zie b.v. artikel 140, vierde lid van de Wet op het primair onderwijs).

Binnen de verordening wordt het college deze mogelijkheid geboden.

f Indieningsdatum

De indieningsdatum die voor een voorziening geldt, is opgenomen bij de omschrijving van de voorziening in de bijlage. De indieningsdatum zal mede afhankelijk zijn van het tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend. Het merendeel van de voorzieningen is gekoppeld aan het tijdvak `schooljaar'. Voor het tijdvak zal de aanvraagprocedure moeten zijn afgerond. Een indieningsdatum van 1 februari zal voor de meeste voorzieningen een adequate datum zijn. Met 1 februari wordt ruimte gegeven om de aanvraagprocedure af te handelen voor het begin van het schooljaar en wordt tevens voorzien in de mogelijkheid om aan te sluiten bij de gemeentelijke begrotingscyclus (zie verder de toelichting bij artikel 5).

g Verstrekkingscriteria

In de Bijlage bij deze verordening worden als onderdeel van een voorziening de omstandigheden geformuleerd op basis waarvan bevoegde gezagsorganen in aanmerking kunnen komen voor verstrekking van een voorziening. De omstandigheid waarin de school moet verkeren, is beschreven aan de hand van verstrekkingscriteria. Indien een schoolbestuur niet verkeert in de benoemde omstandigheid oftewel niet voldoet aan de verstrekkingscriteria voor een specifieke voorziening, komt het schoolbestuur niet in aanmerking voor de aangevraagde voorziening.

h Tijdvak

Het tijdvak is de periode waarvoor de voorziening wordt verstrekt. De voorzieningen hebben in het algemeen te maken met activiteiten die een relatie hebben met het onderwijsproces waardoor de koppeling met het schooljaar voor de hand ligt. Bij de betreffende voorziening in de bijlage dient te worden aangegeven voor welk tijdvak de voorziening wordt verstrekt. De indieningsdatum kan vervolgens op het tijdvak worden afgestemd.

i Subsidieplafond

Een verstrekking van een voorziening in de vorm van financiële middelen, is een subsidie. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht bestaat de mogelijkheid om voor subsidies een subsidieplafond in te stellen. Dit instrument wordt in de verordening opgenomen om de beheersbaarheid van de uitgaven te bevorderen.

j, k en l Feitelijke beschikbaarstelling, subsidieverlening, subsidievaststelling

Een voorziening of aanvullende voorziening kan in beginsel op twee wijzen ter beschikking worden gesteld. Ten eerste kan de voorziening in natura ter beschikking worden gesteld. In de verordening wordt in dit verband de term `feitelijke beschikbaarstelling' gehanteerd.

Ten tweede kan de voorziening in de vorm van financiële middelen ter beschikking worden gesteld.

Bij het beschikbaar stellen van financiële middelen gaat het altijd om een subsidieverstrekking waarop hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is.

In de verordening is bewust gekozen voor de termen `subsidie en subsidiëring' en niet voor bekostiging. Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht dat het bij de verordening gaat om aanvullend gemeentelijk beleid (discretionaire bevoegdheid). De lokale overheid is niet verantwoordelijk voor de bekostiging van het onderwijs. Deze verantwoordelijkheid ligt bij het Rijk.

Artikel 2 Subsidieplafond en verdelingsregels

Eerste lid

Met het oog op de beheersbaarheid van de uitgaven kan de gemeenteraad bepalen dat een subsidieplafond wordt vastgesteld voor bepaalde voorzieningen. De raad dient expliciet in de bijlage op te nemen of per voorziening een subsidieplafond wordt gehanteerd en wat de hoogte van het plafond is.

Het subsidieplafond per voorziening dient ertoe om te voorkomen dat bij veel aanvragen voor een bepaalde voorziening, de beschikbare begroting voor de voorziening in zijn totaliteit wordt overschreden. Door toepassing van een subsidieplafond kan ervoor worden gekozen een ter beschikking te stellen bedrag lager te stellen dan feitelijk noodzakelijk is voor het realiseren van een voorziening. Indien de raad bepaalt dat voor een voorziening een subsidieplafond geldt, dienen ook verdelingsregels te worden opgesteld.

Tweede lid

Schoolbesturen dienen tijdig op de hoogte te zijn onder welke voorwaarden voorzieningen kunnen worden aangevraagd. Met deze bepaling zijn schoolbesturen zes weken voor de indieningsdatum op de hoogte welke subsidieplafonds en verdelingsregels worden gehanteerd. Deze bepaling volgt ook uit de Algemene wet bestuursrecht waarin wordt bepaald dat het subsidieplafond wordt bekendgemaakt voor de aanvang van het tijdvak waarvoor het is vastgesteld.

Artikel 3 Aanvullende voorzieningen

Eerste lid

In dit artikel wordt invulling gegeven aan de mogelijkheid die de wet biedt aan het college om deze verordening tijdelijk aan te vullen met een of meerdere voorzieningen (artikel 140, vierde lid Wet op het Primair Onderwijs). De wet zelf bepaalt vervolgens dat de gemeenteraad binnen 12 weken na het besluit van het college om de verordening tijdelijk aan te vullen, beslist over de bekrachtiging ervan. Indien de gemeenteraad niet binnen 12 weken beslist, wordt de aanvulling gelijkgesteld met een aanvulling die is bekrachtigd. Een afwijzing door de gemeenteraad van een dergelijke aanvulling, heeft geen gevolgen voor aanvragen waarop reeds is beslist of die reeds zijn ingediend en die voorzieningen betreffen waarop de aanvulling betrekking heeft. Op het moment dat bekrachtiging door de raad heeft plaatsgevonden of de termijn van 12 weken is verstreken, wordt de aanvullende voorziening opgenomen in de bijlage bij de verordening. Naast vorenstaande procedure bepaalt de wet dat de aanvulling binnen een week na het besluit van het college om de verordening tijdelijk aan te vullen, aan de schoolbesturen moet worden gezonden.

Een aanvulling zoals bedoeld in artikel 3 is doorgaans bedoeld om in geval van calamiteiten snel een voorziening open te kunnen stellen. Vanwege de spoedeisendheid is er ten aanzien van deze voorziening geen indieningstermijn opgenomen. Nadat de gemeenteraad de voorziening heeft bekrachtigd of nadat de termijn van 12 weken is verstreken en de voorziening van rechtswege is bekrachtigd, kan de voorziening alleen nog worden aangevraagd via de reguliere aanvraagprocedure ex artikel 6. Immers, de aanvullende voorziening is na bekrachtiging door de raad (of nadat de termijn van 12 weken is verstreken) een reguliere voorziening geworden.

Het college kan, vanwege een spoedeisend belang, ook op verzoek van één of meer van de schoolbesturen besluiten om de verordening aan te vullen met een voorziening. Een verplichting is dit echter niet. Het gaat om aanvullend gemeentelijk beleid. Een schoolbestuur kan dus niet afdwingen dat het college de verordening tijdelijk aanvult met een voorziening.

Tweede lid

Het tweede lid stelt dat het college dient aan te geven onder welke omstandigheden schoolbesturen in aanmerking kunnen komen voor de voorziening. Het ligt voor de hand dat hierbij het stramien van de Bijlage van de Verordening wordt gevolgd. Op deze wijze kan, indien de raad de voorziening bekrachtigt, op relatief eenvoudige wijze de voorziening worden ingepast in de verordening.

Artikel 4 Jaarlijks overzicht

De wet stelt dat het college verplicht is om jaarlijks een overzicht bekend te maken van de op grond van de verordening toegekende voorzieningen. Dit moet gebeuren in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

In de verordening is ervoor gekozen om de schoolbesturen rechtstreeks te informeren over de op grond van de Verordening verstrekte voorzieningen. Hiermee wordt een praktische invulling gegeven aan de mogelijkheid om via ‘een andere geschikte wijze' het overzicht te publiceren.

In de praktijk kan dit erop neer komen dat in het kader van het reguliere overleg tussen de gemeente en de schoolbesturen een dergelijk overzicht wordt toegezonden.

Het college dient een overzicht te geven van voorzieningen die in de afgelopen 12 maanden zijn verstrekt. Dit overzicht bevat:

  • -

    de ‘reguliere' voorzieningen die zijn toegekend voor het eerste daaropvolgende tijdvak (waarover immers in de periode van 1 juni van het voorafgaande jaar tot en met 31 mei van het jaar van toezending, is beslist);

  • -

    eventuele aanvullende voorzieningen waarover in het afgelopen jaar is beslist.

Artikel 5 Toevoegen, wijzigen en intrekken

De raad kan ten allen tijde de verordening wijzigen. Om richting schoolbesturen tijdig duidelijk te maken welke voorzieningen onder welke condities kunnen worden aangevraagd, is bepaald dat zes weken voor de indieningsdatum wijzigingen van de verordening (die leiden tot een wijziging met betrekking tot de voorzieningen) moeten worden bekendgemaakt.

Deze bepaling impliceert ook dat op het moment dat de raad aanvullende voorzieningen bekrachtigt en opneemt in de Bijlage van de verordening (en daarmee een wijziging van de verordening doorvoert), dit binnen zes weken voor de indieningsdatum moet worden bekendgemaakt. Indien een voorziening wordt toegevoegd, gewijzigd of ingetrokken, wordt feitelijk daarmee de bijlage bij de verordening aangepast waar de voorziening wordt genoemd. Aangezien de bijlage en de verordening zelf juridisch bezien een geheel vormen, dient een wijziging van de bijlage altijd opgevat te worden als een wijziging van de verordening.

Op basis van artikel 139 van de Gemeentewet dienen verordeningen bekend te worden gemaakt voordat deze rechtskracht verkrijgen. Dit artikel specificeert deze algemene bepaling in die zin dat de bekendmaking is gekoppeld aan de indieningsdatum. Hiermee wordt bereikt dat voorafgaand aan de aanvraagprocedure voor schoolbesturen duidelijk is welke voorzieningen onder welke voorwaarden kunnen worden aangevraagd. Indien voor een voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet noodzakelijk is en de raad wijzigt deze voorziening (of voegt een dergelijke voorziening toe), moet deze op basis van artikel 139 van de Gemeentewet bekend worden gemaakt voordat de wijzigingen rechtskracht verkrijgen.

Artikel 6 Indiening aanvraag

Eerste lid

Een schoolbestuur dat een voorziening wenst, kan deze voorziening aanvragen bij het college. Dit moet geschieden voor de indieningsdatum zoals die is geformuleerd in de Bijlage bij de gewenste voorziening.

De indieningsdatum is een fatale datum. Hiervoor is gekozen om te voorkomen dat bij hantering van een subsidieplafond de verdeling van het budget over alle schoolbesturen niet plaats kan vinden omdat een van de aanvragen nog moet worden ingediend.

Tweede lid

Bij de aanvraag dient een aantal gegevens dat noodzakelijk is voor de beoordeling van de aanvraag te worden bijgevoegd. De bepaling is opgebouwd uit een opsomming van enkele gegevens die bij elke aanvraag moet worden vermeld. Uit de omschrijving van de voorziening in de bijlage kan namelijk worden opgemaakt welke verstrekkingscriteria gelden en daarmee welke additionele gegevens noodzakelijk zijn om te beoordelen of een schoolbestuur in de omstandigheid verkeert dat het aanspraak kan maken op een voorziening.

Derde lid

De Algemene wet bestuursrecht (Awb) schrijft voor dat het bestuursorgaan, voordat kan worden overgegaan om de aanvraag buiten behandeling te laten, het schoolbestuur de mogelijkheid moet bieden om de aanvraag binnen een redelijke termijn te completeren. In dit lid is een termijn van drie weken opgenomen. Indien het schoolbestuur geen gebruik maakt van deze termijn, of nog onvoldoende informatie geeft, voorziet de verordening er in dat het college de desbetreffende aanvraag buiten behandeling laat. De Algemene wet bestuursrecht bepaalt bovendien dat een besluit van het college om de aanvraag niet te behandelen aan de aanvrager moet worden bekend gemaakt. De bekendmaking vindt plaats binnen vier weken nadat de aanvraag is aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken (vgl. art. 4:5, lid 4 Awb).

Artikel 7 Beslissingstermijn

Eerste lid

Nadat aanvragen voor een of meerdere voorzieningen voor de indieningsdatum zijn ingediend, beschikt het college binnen 12 weken op de aanvraag. Het college heeft dus in beginsel drie maanden om op aanvragen te beschikken. De termijn is zo gekozen dat binnen deze termijn de verzoeken die onvolledig zijn nog kunnen worden gecompleteerd (ingevolge artikel 6, derde lid, dient het schoolbestuur binnen drie weken de aanvraag te completeren). De completering moet dus binnen de 12 weken plaatsvinden. Dit is ook noodzakelijk omdat over alle aanvragen voor een voorziening op een moment moet worden beslist door het college in verband met een eventueel subsidieplafond. Op dit moment moet namelijk worden beoordeeld of de gezamenlijke aanvragen het subsidieplafond overschrijden.Tevens wordt in dit lid bepaald dat in die gevallen waarin geen indieningsdatum wordt gehanteerd, de termijn waarbinnen het college een beschikking moet afgeven op 12 weken na ontvangst van de aanvraag wordt gesteld.

Tweede lid

Indien het college dit noodzakelijk acht kan de termijn van 12 weken, met vier weken worden verlengd. Dit moet gemotiveerd worden medegedeeld aan de betrokken schoolbesturen.

Artikel 8 Weigeringsgronden

In dit artikel zijn de weigeringsgronden opgenomen die het college in ieder geval in acht neemt bij het afgeven van een beschikking op een aanvraag om in aanmerking te komen voor een voorziening.

In weigeringsgrond genoemd in onderdeel a (`de gewenste voorziening is geen voorziening in de zin van deze verordening') komt tot uitdrukking dat de voorzieningen die in de Bijlage van de Verordening zijn opgenomen uitdrukkelijk limitatief zijn.

Daarnaast dienen aanvragen te worden getoetst aan de verstrekkingscriteria zoals deze per voorziening zijn vastgesteld. De Bijlage bij de Verordening bevat de voorzieningen en een omschrijving van de omstandigheid waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor de voorziening.

Indien een aanvraag van een schoolbestuur tot verstrekking van een voorziening niet voldoet aan één of meerdere van de verstrekkingscriteria, dient de gewenste voorziening te worden geweigerd.

In onderdeel c is de mogelijkheid opgenomen om een voorziening te weigeren als de subsidie die is gemoeid met het ter beschikking stellen van de voorziening, is uitgeput.

Artikel 9 Indiening aanvraag

Eerste lid

Dit lid voorziet in de mogelijkheid dat een schoolbestuur een aanvullende voorziening kan aanvragen. Op het moment dat een aanvullende voorziening is bekrachtigd door de gemeenteraad (of indien de gemeenteraad niet binnen 12 weken beslist), is de aanvullende voorziening een reguliere voorziening in de zin van de verordening en kan deze voorziening alleen nog maar op basis van artikel 6 worden aangevraagd.Vanwege het spoedeisende karakter van deze voorzieningen is niet gekozen voor een bepaalde indieningstermijn.

Tweede lid

Zie toelichting artikel 6, tweede en derde lid.

Artikel 10 Beslissingstermijn

Dit artikel volgt grotendeels het stramien van de besluitvormingsprocedure ten aanzien van de reguliere voorzieningen (artikel 7). Wel zijn de termijnen ingekort, omdat het in het algemeen zal gaan om spoedeisende voorzieningen in geval van calamiteiten. Bepaald is dat het college binnen vier weken beschikt op een aanvraag dan wel binnen vier weken nadat aanvullende gegevens zijn verstrekt door het schoolbestuur. Binnen twee weken na de datum van de beschikking dient het schoolbestuur schriftelijk op de hoogte te worden gebracht van de beschikking van burgemeester en wethouders.

Artikel 11 Weigeringsgronden

In dit artikel zijn de weigeringsgronden opgenomen die het college in ieder geval in acht neemt bij het afgeven van een beschikking op een aanvraag om in aanmerking te komen voor een aanvullende voorziening.

Artikel 12 Inhoud beschikking tot verstrekking van een voorziening

Eerste lid

In beginsel kan op twee wijzen een voorziening ter beschikking worden gesteld: in `natura' of `financiële middelen' die het schoolbestuur vervolgens moet aanwenden voor de realisatie van de toegekende voorziening. Indien financiële middelen ter beschikking worden gesteld, gaat het altijd om een subsidie in de zin van de Awb. De verordening maakt bij het ter beschikking stellen van financiele middelen gebruik van de mogelijkheid om eerst een voorwaardelijke aanspraak op een subsidie open te stellen (de subsidieverlening) en pas later definitief de hoogte van de subsidie vast te stellen (de subsidievaststelling).

Tweede en derde lid

De beschikking tot verstrekking van een voorziening dient in ieder geval een aantal elementen te bevatten. De beschikking bevat de periode waarvoor de voorziening is verstrekt, een omschrijving van de wijze waarop het schoolbestuur uitvoering dient te geven aan de voorziening en een omschrijving van het doel waarvoor de voorziening ter beschikking is gesteld. De wijze van uitvoering kan meer of minder gedetailleerd zijn. De wijze van uitvoering is een verplichting waaraan het schoolbestuur moet voldoen. Indien het schoolbestuur niet aan deze verplichtingen voldoet, kan de voorziening geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd op grond van artikel 13.

In lid 3 is bepaald dat beschikkingen tot subsidieverlening een aantal extra gegevens dienen te bevatten.

Ten eerste dient het bedrag van de subsidie te worden aangegeven. Deze bepaling volgt uit de Awb.

De middelen die worden toegekend zijn doeluitkeringen. Het college mag dan ook verlangen dat het schoolbestuur aangeeft dat de verstrekte middelen zijn besteed aan het doel waarvoor ze zijn bestemd. In de beschikking kan dan ook worden verwoord op welke wijze het schoolbestuur verantwoording dient af te leggen over de besteding van middelen. Afhankelijk van de toegekende voorziening kan de rekening en verantwoording meer en minder zwaar worden opgezet. Bij de voorziening `vakleerkracht' kunnen bijvoorbeeld caso-overzichten en een verantwoording dat de leerkracht daadwerkelijk voor het betreffende vak is ingezet worden overlegd. Daarnaast kan de beschikking aangeven dat de Awb van toepassing is en welke eventuele afwijkingen er van kracht zijn.

Vierde lid

Voor de meeste voorzieningen ligt een directe vaststelling van de subsidie voor de hand (waarmee een aanzienlijke vermindering van de bestuurslasten wordt bewerkstelligd). Het direct vaststellen van de subsidie ligt voor de hand bij relatief eenvoudige voorzieningen waarvan het subsidiebedrag vooraf kan worden bepaald.

Het hanteren van het systeem van verlening voorafgaand aan de vaststelling ligt voor de hand bij voorzieningen waarbij het om relatief grote bedragen gaat (bijvoorbeeld personeel) en bij voorzieningen waarbij de hoogte van het subsidiebedrag bij de verstrekking niet vaststaat (bijvoorbeeld indien in de periode tussen verlening en vaststelling nog activiteiten moeten worden uitgevoerd waarvan de hoogte van de subsidie afhankelijk is).

Artikel 13 Aanvraag tot subsidievaststelling

Nadat een schoolbestuur een beschikking tot subsidieverlening heeft ontvangen, kan de beschikking tot uitvoering worden gebracht. Met het aanvragen van de subsidievaststelling vraagt het schoolbestuur om de aanspraak tot vergoeding om te zetten in een definitieve vaststelling van het bedrag. Op deze wijze wordt door het schoolbestuur van de school aangegeven dat voldaan is aan de verplichtingen zoals deze zijn geformuleerd door het college en wordt rekening en verantwoording afgelegd. Het college toetst deze rekening en verantwoording alvorens over te gaan tot de definitieve subsidievaststelling.

Eerste en tweede lid

Het schoolbestuur dient uiterlijk acht weken na afloop van het tijdvak waarvoor de voorziening is toegekend een aanvraag tot subsidievaststelling in te dienen. Dit lid is zo geredigeerd dat het schoolbestuur ook lopende het tijdvak, als de voorziening reeds is gerealiseerd, een aanvraag tot subsidievaststelling in kan dienen.Het initiatief van de aanvraag ligt bij het schoolbestuur.

Hoewel het gebruik van de term aanvraag doet vermoeden dat het gaat om een aanmerkelijke bestuurslast, komt de aanvraag feitelijk neer op het afleggen van verantwoording door het schoolbestuur aan het college. Het gaat nadrukkelijk niet om een aanvraag zoals bepaald in artikel 6, eerste lid. Afhankelijk van de soort voorziening kan de verantwoording meer of minder zwaar worden aangekleed. De wijze van verantwoording volgt uit de beschikking van het college tot subsidieverlening.

Indien het schoolbestuur een dergelijke aanvraag niet, of niet op tijd indient, kan het college de subsidie ambtshalve vaststellen. Het college kan onder omstandigheden de subsidie (ambtshalve) vaststellen op nul euro. Bijvoorbeeld indien het schoolbestuur geen rekening en verantwoording aflegt en het de voorziening ook niet heeft gerealiseerd. De beschikking tot ambtshalve vaststel- ling van de subsidie vormt dan vervolgens de basis van waaruit een mogelijke terugvordering van betaalde voorschotten kan plaatsvinden.

Derde lid

Dit lid voorziet in een procedure als bij de aanvraag blijkt dat een of meer gegevens ontbreken (vgl. artikel 6, derde lid). Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen de gestelde termijn verstrekt, wordt de subsidie wederom ambtshalve vastgesteld (volgens lid 1).

Artikel 14 Subsidievaststelling volgend op verlening

Eerste lid

In dit lid wordt de termijn aangegeven die burgemeester en wethouders in acht dienen te nemen bij het beschikken op de aanvraag tot subsidievaststelling. Het schoolbestuur dient binnen twee weken na de datum van de beschikking schriftelijk hiervan in kennis te worden gesteld.

Tweede lid

Het tweede lid bevat de basis voor de uitbetaling van het subsidiebedrag waarbij een verrekening van het subsidiebedrag met een eventueel betaald voorschot mogelijk is. Het subsidiebedrag wordt binnen zes weken na de subsidievaststelling betaald.

Artikel 15 Intrekken of wijzigen beschikking tot feitelijke beschikbaarstelling, subsidieverlening of subsidievaststelling

In dit artikel wordt kortheidshalve verwezen naar de Awb: deze kent een uitgebreide subsidietitel. In het kader van deregulering is het wenselijk de Awb rechtstreeks toe te passen.

Artikel 16 Verbod tot vervreemding

Met dit artikel wordt voorkomen dat bepaalde aan een schoolbestuur verstrekte voorzieningen worden vervreemd door het schoolbestuur zonder dat toestemming van het college is verkregen. Uitzondering wordt gemaakt voor een bestuursoverdracht. Bij een bestuursoverdracht vindt formeel ook een vervreemding van de voorzieningen plaats. Hiervoor is echter geen toestemming van het college noodzakelijk.

Artikel 17 Informatieverstrekking

Deze bepaling voorziet in de mogelijkheid dat het college nog nadere gegevens aan het schoolbestuur kan vragen. Weliswaar voorziet de verordening in een procedure voor die situatie dat een aantal gegevens ontbreekt bij de aanvraag, er kan echter ook een situatie ontstaan waarin het college om een nadere toelichting vraagt van hetgeen bij de aanvraag aan gegevens is bijgevoegd. Ook is het mogelijk dat het college tijdens de uitvoering nadere gegevens wenselijk acht, bijvoorbeeld indien het college toepassing wil geven aan de mogelijkheid om de (verstrekking van een) voorziening in te trekken of te wijzigen.

Artikel 18 en 19

De tekst van deze artikelen spreken voor zich.