Regeling vervallen per 04-01-2021

Beleidsregel aanvullende informatie bij tenders

Geldend van 18-12-2014 t/m 03-01-2021

Intitulé

Beleidsregel aanvullende informatie bij tenders

GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in samenhang met artikelen 1.3 en 1.5, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening Gelderland 1998, artikel 158, eerste lid, aanhef en onder b, van de Provinciewet en artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUITEN

de volgende gewijzigde beleidsregel vast te stellen: Beleidsregel aanvullende informatie bij tenders

Artikel 1

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvraagtermijn: een op grond van artikel 1.5, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening Gelderland 1998 aangewezen periode waarbinnen aanvragen van subsidie moeten worden ingediend;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    subsidieregeling: een algemeen verbindend voorschrift op grond waarvan Gedeputeerde Staten subsidie kunnen verstrekken.

Artikel 2

Deze beleidsregel is van toepassing op aanvragen die betrekking hebben op subsidieregelingen en op verzoeken over procedures ter voorbereiding van besluiten op grond van artikel 4:23, derde lid, aanhef en onder c, van de Awb waarvoor een aanvraagtermijn is vastgesteld.

Artikel 3

  • 1 Aan artikel 4:5 van de Awb wordt slechts toepassing gegeven voor zover een aanvraag of verzoek tenminste tien werkdagen voor de sluiting van de aanvraagtermijn is ingediend.

  • 2 De uitkomst van de beoordeling als bedoeld in het eerste lid wordt uiterlijk vijf werkdagen voor de sluiting van de aanvraagtermijn aan de aanvrager verzonden.

Artikel 4

Artikel 3 is niet van toepassing op de volgende onderdelen van een subsidieaanvraag:

  • a.

    handtekening van de aanvrager;

  • b.

    dagtekening van de aanvraag of het verzoek;

  • c.

    naam en adres van de aanvrager;

  • d.

    bankrekeningnummer van de aanvrager;

  • e.

    Kamer van Koophandel-nummer van de aanvrager;

  • f.

    verklaring waaruit een voor de aanvraag of verzoek relevante vertegenwoordigingsbevoegdheid van de aanvrager blijkt;

  • g.

    de-minimisverklaring.

Artikel 5

  • 1 Bepaald kan worden dat deze beleidsregel niet van toepassing is op een subsidieregeling of een procedure ter voorbereiding van een besluit op grond van 4:23, derde lid, aanhef en onder c, van de Awb waarvoor een aanvraagtermijn is vastgesteld. Daarbij wordt bepaald op welke alternatieve wijze toepassing wordt gegeven aan artikel 4:5 van de Awb.

  • 2 Het in het eerste lid bedoelde besluit wordt uiterlijk bij het vaststellen van de aanvraagtermijn genomen.

  • 3 Indien in het in het eerste lid bedoelde besluit niet is bepaald op welke alternatieve wijze toepassing aan artikel 4:5 van de Awb wordt gegeven, zal geen toepassing aan artikel 4:5 van de Awb worden gegeven.

Artikel 6

  • 1 Ten behoeve van een voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze beleidsregel aangevangen aanvraagtermijn is deze beleidsregel niet van toepassing.

  • 2 Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel aanvullende informatie bij tenders.

  • 3 Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten van Gelderland

Deze beleidsregel is van toepassing op subsidieregelingen en procedures ter voorbereiding van een besluit op grond van 4:23, derde lid, aanhef en onder c, van de Awb waarbij de verdeling van de beschikbare middelen geschiedt op grond van een tendersysteem. Van een tendersysteem is sprake indien er een datum is aangewezen waarvoor de subsidieaanvraag dient te worden ingediend.

Het is vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat uit de aard van het tendersysteem voortvloeit, dat voor de sluiting van de aanvraagtermijn alle voor die beoordeling en rangschikking relevante gegevens moeten zijn overgelegd en dat daarna geen rekening kan worden gehouden met informatie die neerkomt op een wijziging of aanvulling van de aanvraag. Het meenemen van informatie die dateert van na de sluiting van de aanvraagtermijn verdraagt zich niet met de gelijktijdige onderlinge beoordeling en rangschikking van de ingediende aanvragen die in het tendersysteem centraal staat.

Het ontvangen van informatie vóór de sluiting van de aanvraagtermijn is echter wel mogelijk en in deze beleidsregel wordt vastgelegd om welke wijze de provincie Gelderland invulling zal geven aan de mogelijkheid om aanvragers in de gelegenheid te stellen om reeds ingediende aanvragen voor de sluitingsdatum aan te passen.

Toelichting artikelsgewijs

Artikel 1, aanhef en onder a Kenmerkend voor een aanvraagtermijn is een fatale einddatum waarvoor de subsidieaanvraag door het bestuursorgaan moet zijn ontvangen. Bij het vaststellen van een aanvraagtermijn kan zowel een startdatum als een einddatum worden bepaald. Wordt slechts een einddatum bepaald dan vangt de aanvraagtermijn aan op het moment dat het besluit in werking treedt.

Artikel 2 Deze beleidsregel is naast subsidieregelingen ook van toepassing op procedures die vooraf gaan aan besluitvorming door Provinciale Staten op grond van artikel 4:23, derde lid, aanhef en onder c, van de Awb, waarbij de verdeling van de beschikbare middelen geschiedt op grond van een tendersysteem. Provinciale Staten kunnen een grondslag voor subsidieverlening scheppen door in de begroting de subsidie-ontvanger en het maximale subsidiebedrag te vermelden. Deze besluitvorming wordt door Gedeputeerde Staten voorbereid. Gedeputeerde Staten kunnen na afstemming met Provinciale Staten besluiten door middel van een tendersysteem subsidieaanvragen te selecteren die zij aan Provinciale Staten zullen voorleggen ter vermelding in de begroting.

Artikel 3 In deze bepaling is de hoofdregel verwoord, namelijk dat aanvragen die uiterlijk tien werkdagen voor de sluiting van de aanvraagtermijn zijn ontvangen op volledigheid zullen worden beoordeeld. De aanvrager zal dan uiterlijk vijf werkdagen voor sluiting van de aanvraagtermijn de uitkomst hiervan worden toegezonden. De aanvrager dient uiteraard wel voor de sluiting van de aanvraagtermijn de informatie te hebben aangeleverd.

Artikel 4 In deze bepaling wordt afgeweken van de hoofdregel van artikel 3. Met betrekking tot de in artikel 4 genoemde informatie kunnen aanvragen ongeacht de datum waarop zij zijn ontvangen op volledigheid worden beoordeeld. De beoordeling alsmede de toezending van deze informatie door aanvrager kan na de sluiting van de aanvraagtermijn geschieden. Deze informatie leidt er niet toe dat de aanvraag inhoudelijk wordt gewijzigd dan wel aangevuld.

Artikel 5 Op grond van het eerste lid van artikel 5 kan worden besloten dat deze beleidsregel niet van toepassing is. Daarbij dient dan wel te worden besloten op welke alternatieve wijze toepassing wordt gegeven aan artikel 4:5 van de Awb. Op grond van het tweede lid dient dit besluit uiterlijk bij de vaststelling van de aanvraagtermijn te worden genomen. Wordt bij het besluit als bedoeld in het eerste lid geen alternatieve wijze beschreven. Dan wordt geen toepassing gegeven aan artikel 4:5 van de Awb. Dit ter voorkoming van rechtsongelijkheid tussen de aanvragers.

Artikel 6, eerste lid In deze bepaling wordt het overgangsrecht geregeld. Deze beleidsregel is niet van toepassing op een aanvraagtermijn dat is aangevangen voordat deze beleidsregel in werking is getreden. Dit heeft tot gevolg dat indien bijvoorbeeld deze beleidsregel inwerking is getreden nadat een krachtens een subsidieregeling ingestelde jaarlijkse aanvraagtermijn is aangevangen, de beleidsregel dit jaar hierop niet van toepassing is, maar het jaar daarop wel.