Evenementenbeleid 2006

Geldend van 01-04-2006 t/m heden

Intitulé

Deze nota dient om te komen tot een weloverwogen besluitvorming met betrekking tot het verlenen of weigeren van vergunningen ten behoeve van evenementen in Zandvoort. Besluitvorming waarbij zowel gekeken wordt naar de promotionele, marketing envrijetijdsaspecten als de handhaving van de openbare orde en veiligheid en beperking van de geluidsoverlast.

Evenementenbeleid 2006 een gezonde balans

1 SAMENVATTING VOORSTELLEN

Evenementen leveren een belangrijke bijdrage aan de samenhang binnen de Zandvoortse samenleving. De gebeurt middels zeer uiteenlopende activiteiten die we onder de noemer evenement kunnen scharen en die zich op verschillende (beleids-)terreinen bewegen.

Het gemeentebestuur staat in beginsel positief tegenover het houden van evenementenwaarbij het publiek breed is betrokken. Evenementen kunnen immers een positieve bijdrage leven aan de versterking en verbetering van de aantrekkelijkheid van het woon-, leef-, verblijfs- en werkklimaat in Zandvoort. Daarentegen kunnen evenementen ook overlast voor bewoners, winkels, en bedrijven veroorzaken. Het is dus zaak de positieve en negatievegevolgen per evenement te beoordelen en af te wegen of dit evenement – al dan niet onder voorwaarden – kan plaatsvinden.

Deze nota dient om te komen tot een weloverwogen besluitvorming met betrekking tot het verlenen of weigeren van vergunningen ten behoeve van evenementen in Zandvoort. Besluitvorming waarbij zowel gekeken wordt naar de promotionele, marketing envrijetijdsaspecten als de handhaving van de openbare orde en veiligheid en beperking van de geluidsoverlast.

Aan deze nota liggen de verordeningen en nota’s ten grondslag, met tussenhaakjes de bevoegde bestuursorganen:

  • -

    Algemene Plaatselijke Verordening 2005 (raad)

  • -

    Nota Geluid en Horeca 2002 (raad)

  • -

    Handhavingsprogramma 2005 – 2006 (college)

Daarnaast is van rijkswege het Besluit horeca, sport en recreatie-inrichtingen van kracht. Dit besluit is gebaseerd op Wet milieubeheer.

Jaarlijks wordt het evenementenbeleid door de evenementencommissie geëvalueerd. Het advies van deze commissie is om huidige beleid in 2006 voor te zetten.

Deze nota is mede gebaseerd op het advies van belanghebbenden (bewoners en ondernemers), college van B&W en gemeenteraad en wordt vastgesteld door de burgemeester.

Deze notitie bevat geen voorstellen die door de raad moeten worden vastgesteld.

De kernpunten van deze notitie kunnen als volgt worden samengevat.

1. Visie op evenementen

Het is gewenst dat er een toetsingskader komt voor evenementen om te zorgen dat zij passen bij de identiteit, bijdragen aan het imago, de sociaal maatschappelijke doeleinden, de trots op de eigen woonplaats en de lokale economie. Dit zal in het kader van het toeristisch beleid en de campagne van Zandvoort in de loop van 2006 nader worden uitgediept. De uitkomsten

worden in de tweede helft van 2006 aan de raad voorgelegd zodat deze tijdig beschikbaar zijn voor het evenementenjaar 2007.

2. Criteria en gestelde normen

De aard van evenementen loopt evenementen loopt uiteen. Ze variëren van leisure tot passief of actief vermaak, sportief, recreatief, culinair of cultureel en dienen ook een of meerdere doelen en zijn ze over het geheel genomen van toegevoegde waarde waarbij de ene keer de ene doelgroep zich meer aangesproken voelt en de andere keer weer een andere.

Daarnaast zijn evenementen ook onder te verdelen in verschillende categorieën in relatie tot overlast of hinder. Met het evenementenbeleid 2006 streven we in Zandvoort naar hetrealiseren van een evenwichtige kalender passend bij de identiteit, de wensen op het gebied van de vrijetijdsbesteding, met oog voor de kwaliteit van het woon en leefklimaat.

In relatie tot de bepalingen uit de APV en de wet milieubeheer geeft dit het volgende overzicht:

Type evenement

Doelstelling

Categorie

Max .geluidsnorm

(Inter-)nationale Promotie

Zandvoort Internationaal en nationaal op de kaart als badplaats

Categorie I Groot

85 decibel

Wervend en trekkracht bevorderend

Promotionele waarden, invloed op imago, extra bezoekargument voor dagjesmensen en toeristen, reden voor arrangement

Categorie II Middelgroot

75 decibel

Sfeerverhogend

Sociale cohesie, gezelligheid, verhoging verblijfsduur en kwaliteit verblijfsklimaat

Categorie III Klein

50 decibel

Evenementen kunnen een zware belasting vormen voor burgers, maar ook voor hulpdiensten. Om deze evenementen te kunnen onderscheiden van kleine evenementen die weinig belastend zijn, zijn in de APV voor grote en middelgrote evenementen diverse bepalingen opgenomen.

Afhankelijk van waar een evenement plaatsvindt gelden de regels uit het Besluit horecea-, sport en recreatie-inrichtingen milieubeheer.

Om te kunnen bepalen of een evenement een groot dan wel middelgroot evenement is, moet jaarlijks voor 1 november een melding worden gedaan, aan de hand waarvan een evenement kan worden ingeschaald. Voor de daadwerkelijke aanvraag geldt een termijn van respectievelijk 16 weken voor grote en 12 weken voor middelgrote evenementen.

Kleine evenementen vallen niet onder bovenstaande procedure. Hiervoor geldt dat de aanvraag 6 weken voor datum van het evenement moet worden ingediend.

Alle bepalingen inzake evenementen samengevat geeft het volgende overzicht:

I Grootschalig

II Middelgroot

III Kleinschalig

Geluidsproductie gemeten aan de gevel

Max. 85 decibel

Max. 75 decibel

Max 50 decibel

Uitstraling

Internationaal/ landelijk/ regionaal

Regionaal/Lokaal

Lokaal/ Wijk

Impact openbare orde

Groot, politie en veiligheidsdiensten vragen om gecoördineerde aanpak

Aanzienlijk, in

overleg met diensten maatregelen nemen

Gering, nauwelijks maatregelen nodig

Aantal bezoekers + risicoprofiel

> 500 Afhankelijk van de aard

> 500 Gering risico

< 500 Nauwelijks

Belasting leefomgeving

Ja

Ja

Mogelijk

Verkeerscirculatieplan/ veiligheidsplan

Ja i.s.m. hulpdiensten

In overleg

Nee

Voorzieningen

Toiletten, afzettingen, bewegwijzering, beveiliging

Mogelijk toiletten en afzettingen, bewegwijzering, beveiliging

Alleen afzetting

Regionale afstemming hulpdiensten-

gemeenten

Ja, nauw overleg noodzakelijk

Mogelijk, afhankelijk van de aard en verwachtte druk op leefomgeving

Nee

Overige risico´s

In overleg

In overleg

In overleg

Het is mogelijk dat het huidige beleid niet alle specifieke situaties dekt. Toegestane geluidsnormen kunnen soms te hoog of te laag zijn. Het college zal bij uitzondering onderbouwd locatiespecifieke aanvullingen op het beleid kunnen vaststellen.

3. Werkwijze (aanvraag, evenementencommissie, procedure)

De aanvrager dient een volledig ingevuld formulier in te vullen binnen de daarvoor gestelde termijnen (zie tabel). De toetsing van de aanvraag vindt plaats door de verschillendeinstanties die zich verenigd hebben in de evenementencommissie onder voorzitterschap van de burgemeester of loco-burgemeester. Vanaf 2006 bestaat de evenementencommissie uit de vertegenwoordigers van de volgende disciplines: Openbare Orde en Veiligheid (beleid), Vergunningverlening, Verkeer, Beheer, Handhaving, Reiniging, Toerisme en Economie,Politie, Brandweer, Milieudienst IJmond, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR). Door de burgemeester wordt een ambtelijk secretaris aangewezen.

In het kader van het participatiebeleid vindt twee keer per jaar overleg plaats metbewonersorganisaties over het evenementenbeleid. Dit is voorafgaand en na afloop van het seizoen.

De aspecten veiligheid, verkeer & bereikbaarheid (van hulpdiensten), parkeren, profiel bezoekers, bezoekersaantallen, aard van het evenement en de ingeschatte belasting van de woonomgeving en de mogelijk risico’s worden nader evenement nader bekeken.

De organisator blijft eerstverantwoordelijk voor een veilig en ordelijk verloop van het evenement. Hij moet instaan voor de veiligheid van de bezoekers en regelen van detoestroom van verkeer plus zorgen voor de communicatie naar bezoekers, omwonenden en andere belanghebbenden. Vandaar dat in overleg een verkeersplan, een beveiligingsplan of andere aanvullende maatregelen vervat in de vergunning, noodzakelijk zijn om het evenement in goede banen te leiden.

Stappen

Grote evenementen

Middelgrote evenementen

Meldingsformulier

Voor 1 november

Voor 1 november

Advies evenementen commissie

Voor 1 december

Voor 1 december

Toetsing breed regionale evenementenkalender

1 december indienen

1 december indienen

Advies evenementencommissie/overleg B&W/ besluit burgemeester

Februari definitieve datum lokale kalender

Februari definitieve datum lokale kalender

Aanvraagformulier

16 weken voor datum evenement compleet.

12 weken voor datum evenement compleet

Voorschriften en beperkingen

Bij vergunningverlening

Bij vergunningverlening

Evaluatie/ feed back

Direct na afloop op circuit en bij eenmalige evenementen;

Direct na afloop bij eenmalig, anders twee keer, na 1e en laatste keer.

Brainstorm/ centrale bijeenkomst met organisatoren van evenementen, bewonersorganisaties en evenementencommissie met als doel evaluatie en vooruitblik, wensen en behoeften

oktober

oktober

Kleine evenementen vallen niet onder bovenstaande procedure. Aanvragen voor kleine evenementen dienen 6 weken voor datum van het evenement te worden ingediend.

4. Handhaving

Door het college is een handhavingsprogramma 2005 – 2006 vastgesteld. Hierin zijnde handhavingsdoelen en –inspanningen vastgelegd voor een periode van twee jaar.

Met de verschillende disciplines vindt structureel overleg plaats met als doel om te komen tot een optimale integrale handhaving op diverse beleidsterreinen. Daarnaast is de nota horecasanctiebeleid 2004 van kracht.

De kern van de handhaving zal zijn dat controles in aantal zullen toenemen, maar bovenaldat de gemeente sneller zal sanctioneren. Elke vastgestelde overtreding krijgt een vervolg in de vorm van een waarschuwing en daarna een bestuurlijke straf (dwangsom, sluiting voor korte of lange tijd etc.) Bij ernstige overtredingen komen daarnaast ook strafrechtelijke boetes in beeld.

5. Proef verlaging geluidsnormen met 5 dB(A)

In de Nota ‘Geluid en Horeca’ wordt gesproken over 85 dB(A) als uiterste geluidsniveau. Tijdens incidentele dagen voor de strandpaviljoens is de norm 75 dB(A), zoals ook in het rapport Peutz genoemd wordt. In 2005 is echter een proef ingezet om dit geluidsniveau te verlagen met 5 dB(A), dus 80 dB(A) als uiterste geluidsniveau en 70 dB(A) tijdens deincidentele dagen. Deze proef is succesvol verlopen. De proef wordt derhalve in 2006voortgezet. Direct na het seizoen zal de proef geëvalueerd worden. Naar aanleiding van deze evaluatie zal het evenementenbeleid eventueel aangepast worden.

In dit beleid zijn gelet op vorenstaande de normen opgenomen zoals deze in de Nota ‘Geluid en Horeca’ zijn vastgesteld.

2 EVENEMENTENBELEID VRAAGT OM EEN GEZONDE BALANS

2.1 INLEIDING

Evenementen zijn tegenwoordig een belangrijke vorm van ‘leisure’ en spelen in toenemende mate een rol van betekenis in de vrijetijdseconomie van gemeenten, zo ook in Zandvoort.

Evenementen passend bij de identiteit, dragen bij aan het imago, de sociaal maatschappelijke doeleinden, de trots op de eigen woonplaats en de lokale economie. Daarnaast vormen ze een extra bezoekmotief en vergroten de toeristische aantrekkingskracht. Mede door de toegenomen behoefte van consumenten aan kwaliteit van beleving in de vrije tijd, is de professionalisering van evenementen gestegen en gaat er steeds meer geld in om. De grootschaligheid neemt soms forse vormen aan, hetgeen ook weer risico’s en extra overlast met zich meebrengt. Consumenten zijn uit op een belevenis en willen vermaakt worden. Wie dat biedt kan rekenen op veel publiek. Evenementen mits gedoseerd en goed begeleid zijn in toenemende mate de sociaal economische steunpilaren van de samenleving.

Evenementen kunnen dus ook in Zandvoort worden beschouwd als een welkome verbreding van het vrijetijdsaanbod en als een ‘trigger’ om meer consumenten, dagjesmensen en verblijfstoeristen, te trekken. Ook bij minder weer en in voor en naseizoen of zelfs de winter (nieuwjaarsduik)! Indien ze gerelateerd zijn of worden aan het wenselijk beeld van

Zandvoort, ‘bruisend, gezond en sportief (welness)’, dragen ze essentieel bij aan de promotie en zijn daarmee een marketingtool van betekenis, waarmee Zandvoort zichzelf in de schijnwerpers kan zetten.

Spagaat...

Maar juist door deze toegenomen economische en toeristische waarde van evenementen en de daarmee gepaard gaande publieke belangstelling, komen veel gemeentebesturen, dus ook dat van Zandvoort, in een soort spagaat terecht. Immers, evenementen kunnen ook veel overlast veroorzaken vanuit het gezichtspunt van de eigen bewoners. Een veel gehoorde klacht is dat het dorp ‘op slot zit’ als er races zijn op het circuit. Geluidsoverlast en parkeeroverlast kan men een keer wel ‘velen’ maar toch niet iedere week. Het hebben vanveel evenementen staat ook enigszins haaks op de hang naar ontspannen, onthaasten, rust en ruimte, waar in onze huidige maatschappij ook een toegenomen behoefte aan is. En dat laatste wil men nu juist vinden op de plek waar men woont en leeft.

Vanuit deze spagaat is het de kunst de optimale balans te vinden tussen de economische toeristische waarde en het leefklimaat. Dit vraagt om een afweging tussen wat economisch en toeristisch gezien wenselijk is en wat tot in welke mate tolerabel voor bewoners. Eenherbezinning op het evenementenbeleid is daarmee gerechtvaardigd. Deze nota is hiertoe een aanzet.

2.2 DOELSTELLING VAN DE NOTA

Deze nota heeft de intentie een richtinggevend kader te zijn voor zowel de indieners van evenementen als de besluitvormende instanties en handhavers van de openbare orde enveiligheid op lokaal en regionaal niveau. Daarnaast speelt natuurlijk ook de stimulering van evenementen plus de facilitering in het kader van de marketing van Zandvoort een rol. Het is gewenst dat er een toetsingskader komt voor evenementen om te zorgen dat zij passen bij de identiteit, bijdragen aan het imago, de sociaal maatschappelijke doeleinden, de trots op deeigen woonplaats en de lokale economie. Dit zal in het kader van het toeristisch beleid en de campagne van Zandvoort in de loop van 2006 nader worden uitgediept. De uitkomsten worden in de tweede helft van 2006 aan de raad voorgelegd zodat deze tijdig beschikbaar zijn voor het evenementenjaar 2007.

De voorwaarden waaronder evenementen kunnen en mogen plaats vinden moet helder zijn zodat de organisatoren, de bewoners en de handhavers weten waar ze aan toe zijn.

Omdat elke nota voor meerdere interpretaties vatbaar is, is het aan te bevelen een structureel evenementenoverleg in te voeren, waarbij de verschillende disciplines aan tafel zitten. Naast de handhavers en juristen zijn dit de politie, brandweer, de werkeenheid toerisme en dewerkeenheid communicatie. Zeker met betrekking tot de grootschalige en mogelijk overlast veroorzakende evenementen is een directe begeleiding en advisering vanuit dit overlegwenselijk. Een toetsingskader mag niet dogmatisch zijn. Bij evenementen die heel waardevol voor de marketing van Zandvoort zijn, is het van belang gezamenlijk (organisator en

gemeente) te zoeken naar de mogelijkheden om het te laten plaatsvinden,

ook al lijkt het in eerste instantie niet te voldoen aan de letterlijke regels van het beleid.

Voor de aanvraag van evenementen is een administratieve procedure van toepassing zoals verderop in de tabel staat aangegeven. De gemeente stelt klantvriendelijkheid in dit kadervoorop en streeft naar helderheid en duidelijkheid. Een uitgangspunt dat centraal staat bij de organisatieontwikkeling van de ambtelijke organisatie.

2.3 BEVOEGHEDEN VASTSTELLEN VAN BELEID

De raad is bevoegd kaders te stellen ten aanzien van alle zaken die spelen binnen Zandvoort. Het is aan het college respectievelijk de burgemeester om daaraan uitvoering te geven. Instrumenten die de raad ter beschikking staan zijn kaderstellende beleidsnotities, de begroting en verordeningen.

Deze notitie is gebaseerd op de volgende beleidskaders met tussenhaakjes de bevoegde bestuursorganen:

  • -

    Algemene Plaatselijke Verordening 2005 (raad)

  • -

    Nota Geluid en Horeca 2002 (raad)

  • -

    Handhavingsprogramma 2005 – 2006 (college)

Daarnaast is van rijkswege het Besluit horeca, sport en recreatie-inrichtingen milieubeheer van kracht. Dit besluit is gebaseerd op Wet milieubeheer.

Beleidskaders die directe raakvlakken hebben met het evenementenbeleid zijn: - Nota horecasanctiebeleid 2004 (burgemeester)

  • -

    Nota terrassenbeleid 2004 (burgemeester)

  • -

    Notitie sluitingstijden 2005 (burgemeester)

Tot op heden is het in Zandvoort gebruikelijk dat het evenementenbeleid en alles watdaarmee samenhangt, wordt benaderd vanuit het beleidsveld openbare orde en veiligheid met de burgemeester als portefeuillehouder. Zuiver juridisch benaderd is dit juist. Bij het evenementenbeleid zijn er echter verschillende actoren in het spel. Hiermee raakt het evenementenbeleid ook andere portefeuilles b.v. Toerisme en Economie, Milieu en Financiën (o.a. leges).

Gelet op de relatie met andere portefeuilles binnen het college van Burgemeester enWethouders wordt het evenementenbeleid en alles wat daarmee samenhangt voortaan in het college besproken alvorens formele besluitvorming plaatsvindt door de burgemeester. Dit geldt ook voor afwijkingen op het beleid.

De burgemeester is eindverantwoordelijk voor het beleid en de wijze waarop vergunningaanvragen worden behandeld en de criteria waaraan zij worden getoetst. Het betreft een hem toekomende vrije beschikkingsbevoegdheid.

Voor de toelaatbaarheid van de voorschriften gelden een aantal voorwaarden:

  • a.

    De voorschriften mogen niet in strijd zijn met enige wettelijke regeling.

  • b.

    De voorschriften moeten redelijkerwijs nodig zijn in verband met het voorkomen van aantasting van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid.

  • c.

    De voorschriften mogen niet in strijd komen met enig beginsel van behoorlijk bestuur.

Hierbij wordt o.a. gebruik gemaakt van de kaders die door de gemeenteraad in de APV 2005 en de nota Geluid en Horeca 2002 zijn neergelegd.

Deze nota is mede gebaseerd op het advies van belanghebbenden (bewoners en ondernemers), college van B&W en gemeenteraad en wordt vastgesteld door de burgemeester.

Deze notitie bevat geen voorstellen die door de raad moeten worden vastgesteld.

3 EVENEMENTEN EN BEVOEGDHEDEN

Binnen Zandvoort vindt jaarlijks een groeiend aantal activiteiten plaats, die vallen onder de noemer ‘evenement’. Het gemeentebestuur staat hier a priori positief tegenover gezien de eerder genoemde sociaal maatschappelijk, economische en toeristische waarden van

evenementen. Dit vraagt uiteraard wel om goede toetsingscriteria en randvoorwaarden voor organisatoren en de gemeente zelf, zodat het leefklimaat niet in het geding komt.Evenementen moeten op zijn minst voldoen aan de verderop in dit beleid genoemde criteria op juridische grondslag. Daarnaast zijn er nog criteria die te maken hebben met de kwaliteit van het evenement en de effecten voor de promotie, de evenwichtigheid van de evenementenkalender en het wenselijk imago.

3.1 PROCEDURE

Aanvraag en toet sing

De aanvrager dient een volledig ingevuld formulier in te vullen binnen de daarvoor gestelde termijnen (zie tabel). De toetsing van de aanvraag vindt plaats door de verschillendeinstanties die zich verenigd hebben in de evenementencommissie onder voorzitterschap van de burgemeester of loco-burgemeester. Deze bevoegdheid kan gemandateerd worden aan een ambtenaar. Gelet op het politiek bestuurlijke belang van evenementen en alles wat daarmee samenhangt wordt dit afgeraden.

Vanaf 2006 bestaat de evenementencommissie uit de vertegenwoordigers van de volgende disciplines: Openbare Orde en Veiligheid (beleid), Vergunningverlening, Verkeer, Beheer, Handhaving, Reiniging, Toerisme en Economie, Politie, Brandweer, Milieudienst IJmond, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR). Door de burgemeester wordt een ambtelijk secretaris aangewezen.

In het kader van het participatiebeleid vindt twee keer per jaar overleg plaats metbewonersorganisaties over het evenementenbeleid. Dit is voorafgaand en na afloop van het seizoen.

In Zandvoort Noord is recent het wijkspreekuur geïntroduceerd. Het streven is om dit in het kader van wijkbeheer ook in andere wijken in Zandvoort te gaan invoeren om zo eenstructureel overleg met bewoners te kunnen hebben over zaken die de woonomgeving en het leefklimaat betreffen.

Gelet op de relatie met andere portefeuilles binnen het college van Burgemeester en Wethouders wordt geadviseerd om het evenementenbeleid, -vergunningen en alles wat daarmee samenhangt voortaan in het college te gaan bespreken alvorens formele besluitvorming plaatsvindt door de burgemeester. Dit geldt ook voor afwijkingen op de APV. De huidige mandaatregeling wordt hierop te worden aangepast.

Belan grijke aspecten

De aspecten veiligheid, verkeer & bereikbaarheid (van hulpdiensten), parkeren, profiel bezoekers, bezoekersaantallen, aard van het evenement en de ingeschatte belasting van de woonomgeving en de mogelijk risico’s worden nader bekeken. De organisator blijft eerstverantwoordelijk voor een veilig en ordelijk verloop van het evenement. Hij moet instaan voor de veiligheid van de bezoekers en regelen van de toestroom van verkeer plus zorgen voor de communicatie naar bezoekers, omwonenden en andere belanghebbenden. Vandaar dat in overleg een verkeersplan, een beveiligingsplan of andere aanvullendemaatregelen vervat in de vergunning, noodzakelijk zijn om het evenement in goede banen te leiden.

Door de evenementencommissie wordt een advies gegeven om de vergunning te verlenen of te weigeren. Bij grootschalige evenementen is gezien de risico’s het wenselijk dat de organisator een toelichting komt geven om alle punten nader te bespreken.

Ambtelijke ondersteuning

In het kader van het gezamenlijk streven naar een bruisend, gezond en sportief Zandvoort is één loket voor indiening, begeleiding en afhandeling van aanvragen gewenst met desgewenst wat ambtelijk support. Dit wordt voor evenementen met een promotionele waarde voor Zandvoort in het toeristisch economisch beleid nader uitgewerkt. Bekeken wordt dan ook

welke voldoen aan de toetsingscriteria op promotionele basis om eventueel in aanmerking te komen voor publicitaire en promotioneel communicatieve ondersteuning zoals bij denieuwjaarsduik op 1 januari 2006 het geval is geweest. Dit komt terug in de nota Toeristisch beleid. Uiteindelijk is het de burgemeester die officieel de vergunning verleent en toestemming geeft.

Stappen

Grote evenementen

Middelgrote evenementen

Meldingsformulier

Voor 1 november

Voor 1 november

Advies evenementen commissie

Voor 1 december

Voor 1 december

Toetsing breed regionale evenementenkalender

1 december indienen

1 december indienen

Advies evenementencommissie/overleg B&W/ besluit burgemeester

Februari definitieve datum lokale kalender

Februari definitieve datum lokale kalender

Aanvraagformulier

16 weken voor datum evenement compleet.

12 weken voor datum evenement compleet

Voorschriften en beperkingen

Bij vergunningverlening

Bij vergunningverlening

Evaluatie/ feed back

Direct na afloop op circuit en bij eenmalige evenementen;

Direct na afloop bij eenmalig, anders twee keer, na 1e en laatste keer.

Brainstorm/ centrale bijeenkomst met organisatoren van evenementen, bewonersorganisaties en evenementencommissie met als doel evaluatie en vooruitblik, wensen en behoeften

oktober

oktober

Kleine evenementen vallen niet onder bovenstaande procedure. Aanvragen voor kleine evenementen dienen 6 weken voor datum van het evenement te worden ingediend.

3.2 WAT IS EEN EVENEMENT

Artikel 2.2.1 van de APV omschrijft een evenement als volgt:

‘elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:

  • 1.

    bioscoopvoorstellingen als bedoeld in de Wet op de filmvertoningen:

  • 2.

    markten als bedoeld in de Gemeentewet en artikel 5.2.4 van deze verordening;

  • 3.

    een manifestatie in de zin van de Wet openbare manifestaties zoals betogingen, samenkomsten en vergaderingen;

  • 4.

    activiteiten als bedoeld in de artikelen 2.1.2.1 (optochten), 2.1.4.1, 2.1.4.2, 2.1.4.3, 2.3.3.2; (optreden als dienstverlener, straatartiesten,

speelgelegenheden)

  • 5.

    kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;

  • 6.

    het in een inrichting in de zin van de Drank- en Horecawet gelegenheid geven tot dansen.’

2006/355, d.d. 21 maart 2006 9

Een evenementenvergunning wordt verleend op basis van artikel 2.2.2 van de APV. Naast deze vergunning zijn voor de organisatie van een evenement vaak ook andere ontheffingen of aanvullende maatregelen noodzakelijk.

Geluid is de meest dominante factor als het gaat om overlast. Er kunnen verschillende categorieën worden onderscheiden op basis van geluidsbelasting, promotionele uitstraling,impact en aantal bezoekers. In het verleden heeft een onderzoek plaatsgevonden door bureau Peutz naar geluidsnormen in Zandvoort. Dit heeft geleid tot het vaststellen van de Nota

Geluid en Horeca in 2002 door de gemeenteraad. Dit beleidskader is uitgangspunt voor het dit evenementenbeleid. De basis is het vinden van de balans tussen het houden van evenementen met geluidsproductie en de overlast die burgers ervan ondervinden.

3.2.1 FESTIVITEITEN

Op grond van de APV kan het college jaarlijks een aantal festiviteiten laten plaatsvindenonder de noemer “collectieve festiviteit”. Voorbeelden zijn muzikale, culturele, sportieve en recreatieve festiviteiten. Voor festiviteiten (concerten, feesten) kan de gemeente een uitzondering maken op de regels voor het maximale geluidsniveau. Deze ruimte biedt het

Besluit horeca in de zogenaamde 12 – dagenregeling. Uitgangspunt van deze regeling is dat een bewoner maximaal 12 dagen per jaar overmatig geluidshinder mag ondervinden,

inclusief de grote evenementen. Als er 7 dagen grote muziekfestivals plaatsvinden, resteren in dat kalenderjaar nog 5 dagen voor geluidshinder door individuele feesten bij horeca-inrichtingen. Door de gemeenteraad zijn in de nota Geluid en Horeca nadere regels gesteld op basis van het rapport Peutz waarin het akoestische beleid is beschreven (zie ook 3.2.2).

De collectieve festiviteiten worden opgenomen in de evenementenkalender die jaarlijks door het college wordt vastgesteld. Wanneer er een festiviteit plaatsvindt dat niet was te voorzien, heeft het college de bevoegdheid deze festiviteit terstond aan te wijzen als een collectieve festiviteit waardoor de voorschriften van het Besluit horeca niet van toepassing zijn.

De verhouding tussen een evenement en een incidentele festiviteit

De APV gaat over de openbare ruimte maar artikel 2.2.2 over de evenementenvergunning beperkt zich niet tot de openbare weg, maar geldt ook voor publiek toegankelijke inrichtingen zoals horecabedrijven. Hoe verhoudt zich nu een incidentele festiviteit tot een evenement in een voor publiek toegankelijke inrichting? De uitleg luidt als volgt.

Het fenomeen incidentele festiviteit is een uitvloeisel van de milieuwetgeving. De gemeente kan, als zij dat wil, de mogelijkheid scheppen om in gevallen waarin ‘niet gevergd kan

worden dat een inrichting zich houdt aan de gestelde geluids- en lichtnormen’, de inrichting van de geluidsnormen en lichtnormen wordt vrijgesteld.

Een horecaondernemer moet zich allereerst houden aan de eisen van de milieuwetgeving

(hogere wetgeving). Als hij een evenement houdt in zijn inrichting, blijft de milieuwetgeving onverminderd van kracht. Omdat evenementen in inrichtingen vaak met extra geluid gepaard gaan, dient de ondernemer, naast een aanvraag voor een evenement tevens een kennisgeving te doen van een incidentele festiviteit. Het is vervolgens aan het college om te bepalen of van de ondernemer wel of niet gevergd kan worden dat hij zich houdt aan de geluidsnormen.

Indien een evenementenvergunning wordt verleend, ligt het in de lijn om tevens akkoord te gaan met een incidentele festiviteit.

3.2.2 GELUID EN HORECA

Voor festiviteiten (concerten, feesten) kan de gemeente een uitzondering maken op de regels voor het maximale geluidsniveau. Deze ruimte biedt het Besluit horeca in de zogenaamde12-dagenregeling. De gemeente Zandvoort wil de geluidshinder van de horeca en tijdensevenementen binnen aanvaardbare normen houden. In februari 2002 heeft de gemeenteraad de Nota ‘Geluid en Horeca’ vastgesteld. Deze nota richt zich op de vraag hoe de gemeente op verantwoorde wijze het voortgebrachte geluid van horecagelegenheden en het geluid dat tijdens evenementen wordt ‘geproduceerd’ reguleren kan, met inachtneming van de belangen van zowel horeca als bewoners. Er staat in welke soorten geluidshinder worden onderscheiden en welke regels per situatie van toepassing zijn.

In de Nota ‘Geluid en Horeca’ wordt gesproken over 85 dB(A) als uiterste geluidsniveau. Tijdens incidentele dagen voor de strandpaviljoens is de norm 75 dB(A), zoals ook in het rapport Peutz genoemd wordt. In 2005 is echter een proef ingezet om dit geluidsniveau te verlagen met 5 dB(A), dus 80 dB(A) als uiterste geluidsniveau en 70 dB(A) tijdens deincidentele dagen. Deze proef is succesvol verlopen. Deze proef wordt derhalve in 2006voortgezet. Direct na het seizoen zal de proef geëvalueerd worden. Naar aanleiding van deze evaluatie zal het evenementenbeleid eventueel aangepast worden.

In dit beleid zijn gelet op vorenstaande de normen opgenomen zoals deze in de Nota ‘Geluid en Horeca’ zijn vastgesteld.

Een korte samenvatting van de nota.

1.Geluid tijdens de representatieve bedrijfssituatie: Dit betreft het geluid voortgebracht door een horeca-inrichting op bijna alle dagen in een

jaar. De gemeente volgt hier de normen van de wet (Besluit horeca-, sport- en recreatieinrichtingen milieubeheer), die als volgt luiden:

-50 decibel tussen 07.00 en 19.00 uur - 45 decibel tussen 19.00 en 23.00 uur - 40 decibel tussen 23.00 en 07.00 uur.

Het gaat om het geluid op de gevel van een nabijgelegen woning.

2.Individuele ontheffingen van de wettelijke normen

De gemeente mag een aantal keren per jaar toestaan dat van de hierboven genoemde normen wordt afgeweken. Daarbij is gekozen voor een regeling waarbij bewoners maximaal 12 keer per jaar te maken kunnen krijgen met overmatige geluidhinder. Op 7 dagen daarvan zijn er grote straatevenementen (zie punt 3) in Zandvoort diemogelijk overmatige geluidhinder veroorzaken. Dan staan op verschillende plaatsen in het dorp muziekpodia met versterkte livemuziek.

De resterende 5 dagen zijn bedoeld voor horeca-inrichtingen, die bijvoorbeeld een feest willen organiseren (incidentele festiviteit).

Aangezien de gemeente wil voorkomen, dat bewoners meer dan 12 keer in een jaar overmatige geluidhinder ondervinden, geldt een zeer beperkt aantal vrijstellingen van de normen per jaar. Als de gemeente zo’n vrijstelling verleent, mag één horeca-inrichting tot 23.00 uur (zondag t/m donderdag) of 24.00 uur (vrijdag/zaterdag) 75 decibel op degevel van de meest nabije woningen veroorzaken. Vrijstellingen zullen dus slechts beperkt worden afgegeven.

De 12 dagen concentreren zich in de periode april – september. Meer dagen levert te veelhinder op. Minder dagen leidt tot te weinig mogelijkheden voor de horeca om zich te profileren. De 12 - dagen regeling is een goede afweging van belangen en vindt in meer gemeenten plaats.

3.Grote evenementen

In Zandvoort kunnen jaarlijks 7 grote straatevenementen plaatsvinden waarbij vanaf muziekpodia livemuziek ten gehore wordt gebracht. Deze 7 evenementen wijst de gemeente jaarlijks aan in overleg met de horecaorganisaties en worden vastgelegd in de evenementenkalender en ruim van tevoren gepubliceerd.

2006/355, d.d. 21 maart 2006 11

Op die 7 dagen staat de gemeente toe dat de geluidshinder afkomstig van de muziekpodia op de gevels van omliggende woningen 85 decibel is. Deze geluidsruimteis nodig om versterkte livemuziek mogelijk te maken. Op vrijdag en zaterdag eindigt deze ruimte om 24.00 uur, waarna de rust moet weerkeren in het dorp. Op andere dagen geldt een eindtijd van 23.00 uur.

4.Kleine feesten in de openbare ruimte

Veel activiteiten hebben een kleinschaliger karakter. De gemeente zal per geval in een vergunning bepalen hoeveel geluid mag worden voortgebracht. Eén en ander hangt af van duur, locatie en aard van de activiteit.

5.Geluid van het circuit Zandvoort

De gemeente is hiervoor niet het bevoegde gezag, maar de provincie. Daarom kan de gemeente geen beleid bepalen. In de provinciale vergunning is onder meer opgenomen dat het circuit op een aantal dagen per jaar geen maximum geluidsnormen kent.

6.Strandpaviljoens

Het strand is in het kader van geluidhinder in vijf stroken ingedeeld van elk zo/n 500 meter. Deze stroken gelden als deelgebied waarbinnen drie incidentele festiviteiten perjaar zijn toegestaan. In verband met de cumulatie van het geluidsniveau kunnen per deelgebied maximaal 3 inrichtingen gebruik maken van de ontheffing voor een incidentele festiviteit (b.v. Zandvoort Alive).

Voor het totale verpachte strand zijn in het totaal maximaal 15 incidentele festiviteiten toegestaan. Dit is inclusief de jaarrondpaviljoens.

In de dag- en avondperiode geldt een grenswaarde van 75 decibel buiten voor de gevels van de woningen.

In de APV zijn bepalingen opgenomen over sluitingstijden van horeca-aangelegenheden en strandpaviljoens. Hoewel de algemene sluitingstijd van horecabedrijven in de APV is vastgesteld op 01.00 uur, geldt voor strandpaviljoens een afwijkende sluitingstijd, namelijk 00.00 uur. Het karakter van deze op het strand gesitueerde horecabedrijven - bedoeld voor de bediening van het publiek dat op het strand recreëert - brengt met zich mee dat ze niet gelijk geschakeld kunnen worden aan de horecabedrijven in het dorp, die tevens gericht kunnen zijn op het nachtleven. Het uitgaansgebied tijdens de avonduren

(’s avonds) ligt van oudsher in het centrum van het dorp. Gezien het karakter en de ligging van de strandpaviljoens is het vanuit dit perspectief niet wenselijk om een tweede uitgaansgebied (direct) op het strand te creëren. Derhalve zijn voor de strandpaviljoens aparte sluitingstijden vastgesteld.

De burgemeester is bevoegd om een ontheffing te verlenen van de 00.00 uur tijd. Een ontheffing wordt door de burgemeester verleend voor bijzondere omstandigheden. Een ontheffing impliceert dat in principe niet wordt afgeweken van de hoofdregel, maar dat er omstandigheden zijn die een afwijking rechtvaardigen. Per aanvraag dient te worden afgewogen of hier sprake is van een bijzondere omstandigheid. Een bijzondere

omstandigheid die een algemene ontheffing rechtvaardigt is bijvoorbeeld een feest in verband een nationale of internationale sportkampioenschap. Een bruiloftsfeest vormt geen bijzondere omstandigheid.

De mogelijkheden om voor jaarrondpaviljoens een onderscheid te gaan maken is op grond van de huidige regelgeving van de gemeente niet mogelijk. Voor 2006 geldt het bestaande beleid.

Gelet op de ambitie van de gemeente Zandvoort m.b.t. jaarrondpaviljoens acht het college het wenselijk om te komen tot verruiming van de sluitingstijden van de jaarrondpaviljoens. Aan de VNG en het ministerie van VROM is hiertoe adviesgevraagd. Dit gelet op het feit dat er nog geen specifieke wet- en regelgeving is vastgesteld over jaarrondpaviljoens zoals wij die in Zandvoort kennen. Over de mogelijkheden hiertoe wordt in 2006 door het college een afzonderlijk voorstel uitgebracht.

3.3 CATEGORIEËN

Evenementen kunnen een zware belasting vormen voor burgers, maar ook voor hulpdiensten. Om deze evenementen te kunnen onderscheiden van kleine evenementen die weinig belastend zijn, zijn in de APV voor grote en middelgrote evenementen de volgende bepalingen opgenomen.

Groot evenement

Een evenement waarbij tijdens de voorbereiding en uitvoering van dit evenement een gecoördineerde aanpak van politie, brandweer, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR), gemeente en organisator van het evenement noodzakelijk wordt geacht, dan wel een evenement dat voldoet aan drie van de volgende vier criteria:

  • 1.

    het evenement vormt een belasting voor de leefomgeving;

  • 2.

    doorgaande wegen moeten worden afgesloten in verband met het te organiseren evenement;

  • 3.

    voor het evenement worden meer dan 500 bezoekers verwacht;

  • 4.

    het evenement veroorzaakt geluidhinder.

Middelgroot evenement

Een evenement dat een belasting vormt voor de leefomgeving, maar verder slechts aan één van de volgende criteria voldoet:

  • 1.

    doorgaande wegen moeten worden afgesloten in verband met het te organiseren evenement;

  • 2.

    voor het evenement worden meer dan 500 bezoekers verwacht;

  • 3.

    het evenement veroorzaakt geluidhinder.

Evenementen zijn onder te verdelen in verschillende categorieën in relatie tot overlast of hinder. Maar daarnaast loopt ook de aard van evenementen uiteen. Ze variëren van leisure tot passief of actief vermaak, sportief, recreatief, culinair of cultureel en dienen ook een of meerdere doelen en zijn ze over het geheel genomen van toegevoegde waarde waarbij de ene keer de ene doelgroep zich meer aangesproken voelt en de andere keer weer een andere.

Met dit beleid streven we in Zandvoort naar het realiseren van een evenwichtige kalender passend bij de identiteit, de wensen op het gebied van de vrijetijdsbesteding, met oog voor de kwaliteit van het woon en leefklimaat.

In relatie tot de bepalingen uit de APV en de wet milieubeheer geeft dit het volgende overzicht:

Type Evenement

Doelstelling

Categorie

Max. Geleuidsnorm

Internationale promotie

Zandvoort Internationale en nationaal op de kaart als Badplaats

Categorie I Groot

85 decibel

Wervend en trekkracht bevorderen

Promotionele waarden, invloed op imago, extra bezoekargument voor dagjesmensen en toeristen, reden voor arrangementen

Categorie II Middelgroot

75 decebel

Om te kunnen bepalen of een evenement een groot dan wel middelgroot evenement is, moet jaarlijks op tijd (voor 1 november) een melding worden gedaan, aan de hand waarvan eenevenement kan worden ingeschaald. Voor de daadwerkelijke aanvraag geldt een termijn van respectievelijk 16 weken voor grote en 12 weken voor middelgrote evenementen.

Kleine evenementen vallen niet onder bovenstaande procedure. Hiervoor geldt dat de aanvraag 6 weken voor datum van het evenement moet worden ingediend.

Afhankelijk van waar een evenement plaatsvindt gelden de regels uit het Besluit horecea-, sport en recreatie-inrichtingen milieubeheer. Dit besluit is gebaseerd op de Wet milieubeheer.

Alle bepalingen inzake evenementen samengevat geeft het volgende overzicht:

I Grootschalig

II Middelgroot

III Kleinschalig

Geluidsproductie gemeten aan de gevel*

Max. 85 decibel **

Max. 75 decibel ***

Max. 50 decibel

Uitstraling

Internationaal/ landelijk/ regionaal

Regionaal/Lokaal

Lokaal/ Wijk

Impact openbare orde

Groot, politie en veiligheidsdiensten vragen om gecoördineerde aanpak

Aanzienlijk, in

overleg met diensten maatregelen nemen

Gering, nauwelijks maatregelen nodig

Aantal bezoekers + risicoprofiel

> 500

Afhankelijk van de aard

> 500 Gering risico

< 500 Nauwelijks

Belasting leefomgeving

Ja

Ja

Mogelijk

Verkeerscirculatieplan/ veiligheidsplan

Ja i.s.m. hulpdiensten

In overleg

Nee

Voorzieningen

Toiletten, afzettingen, bewegwijzering, beveiliging

Mogelijk toiletten en afzettingen, bewegwijzering en beveiliging

Alleen afzetting

Regionale afstemming hulpdiensten-

gemeenten

Ja, nauw overleg noodzakelijk

Mogelijk, afhankelijk van de aard en verwachtte druk op leefomgeving

Nee

Overige risico´s

In overleg

In overleg

In overleg

  • *

    Het is mogelijk dat het huidige beleid niet alle specifieke situaties dekt. Toegestanegeluidsnormen kunnen soms te hoog of te laag zijn. Het college zal bij uitzondering onderbouwd locatiespecifieke aanvullingen op het beleid kunnen vaststellen.

  • **

    Dit geluidsniveau geldt maximaal 7 dagen per jaar en geldt tussen 12.00 en 24.00 uur(zondag 13.00 – 24.00 uur) of korter per evenement te bepalen door het college van Burgemeester en Wethouders (b.v. tussen 13.00 – 18.00 uur). Dit om te langdurige geluidshinder te voorkomen. Speciale aandacht zal de overlast van bastonen tijdens (middel) grote evenementen krijgen. Met name op die plaatsen waar de livemuziek erg dicht op de gevels staat.

  • ***

    Indien de afstand tussen terras en dichtstbijzijnde woning meer dan 20 meter bedraagt, kan80 decibel op het terras worden toegestaan.

Naast het karakter is uiteraard de duur van een evenement bepalend voor de mate van overlast en ook of het in een gesloten inrichting is, op de openbare weg of in een bouwsel.

Ook het tijdstip waarop het georganiseerd wordt speelt hierin mee. Naarmate het later op de avond is of op een dag in de week, neemt de tolerantie af. Overlast is vaak ook een

subjectieve beleving. Zeker als het gaat om muziek. Vandaar dat klachten goed geanalyseerd moeten worden.

3.4 LOCATIES VOOR EVENEMENTEN

Om de mogelijkheid tot incidentele feesten bij horeca optimaal in te vullen is door de gemeente in kleine deelgebieden opgedeeld (zie ook nota Geluid en Horeca).

Deze indeling geldt ook als uitgangspunt voor het evenementenbeleid.

Centrum en Middenboulevard

De buurten van het dorp waar de horeca geconcentreerd voorkomt, is ingedeeld in de volgende deelgebieden en hebben een lengte van ca. 50 meter:

− Kerkstraat, Kerkplein, Gasthuisplein, Dorpsplein

− Haltestraat

− Stationstraat en Zeestrat

− Hogeweg

− Passage

De afstand tussen de horeca-inrichtingen en de woningen van derden in het centrum is veelal beperkt. Er is sprake van bovenwoningen of aanpandige woningen. Deze gerichte afstand tussen woningen en horeca levert een duidelijke beperking op. Bij de beschouwing van mogelijke festiviteiten dient een duidelijk onderscheidt te worden gemaakt tussen festiviteiten die binnen en buiten plaatsvinden.

In het centrumgebied mogen maximaal 12 keer per jaar geluidsbelastende evenementen plaatsvinden waarvan er al 7 voorbestemd zijn voor de muziekfestivals (collectieve festiviteiten). Er blijven dan 5 dagen over voor incidentele festiviteiten.

Strand

Het strand is in het kader van geluidhinder in vijf stroken ingedeeld van elk zo/n 500 meter. Deze stroken gelden als deelgebied waarbinnen drie incidentele festiviteiten per jaar zijn toegestaan die al dan niet samenvallen met een evenement. Op grond van de eisen van de

milieuwetgeving heeft het houden van drie muziekevenementen in een deelgebied tot gevolg dat het aantal keren van een incidentele festiviteit meteen verbruikt is.

Een klein deel van het strand is niet verpacht. Hiervoor zijn geen nadere regels vastgesteld. Op dagen dat er in het centrum collectieve festiviteiten plaatsvinden mogen de

strandpaviljoens hiervan mee profiteren. Dan geldt tot 19.00 uur de maximale geluidsnorm van 75 decibel.

Circuit

Een bijzondere categorie is de geluidhinder afkomstig van het circuit. De provincie is het bevoegd gezag van het circuit en in de milieuvergunning wordt bepaald hoeveel dagen het circuit per keer onbeperkt geluid mag produceren.

Resumerend kan worden gesteld dat er vanuit toeristisch economisch oogpunt nog enkele beperkende regels van toepassing zijn die thans leiden tot een beperkteevenementenkalender. Dit staat haaks op het standpunt dat Zandvoort toch als bruisend (het hele jaar rond), gezond en sportief gezien en beleefd wil worden.

In de nota Toeristisch Beleid wordt op deze spagaat teruggekomen met als doel om in 2007 een meer evenwichtigere balans te creëren.

3.5 EVENEMENTENKALENDER

In het kader van het regionale evenementenbeleid is vastgesteld dat alle grote en middelgrote evenementen die het volgende jaar georganiseerd worden, jaarlijks voor 1 november bij de gemeente worden aangemeld. Kleine evenementen zijn niet verplicht aan te melden. Aanmelding verdient wel de voorkeur, zodat ook met deze evenementen rekening kan worden gehouden. In de maand november wordt door de gemeente een lokale kalender opgesteld. Deze kalender wordt voorzien van een eerste advies van deevenementencommissie over de (on-)mogelijkheden in samenloop bij de lokale evenementen.

De lokale voorlopige evenementenkalender wordt gepubliceerd. Op grond van de inspraakverordening kunnen belanghebbenden hun zienswijzen bekendmaken. De evenementencommissie adviseert over de ingebrachte zienswijzen.

De grote evenementen van de lokale kalender worden uiterlijk 1 december met het advies van de evenementencommissie ingebracht bij het Veiligheidsbureau Kennemerland1 ter opstelling en beoordeling van de regionale kalender. Hierbij wordt gekeken naar de mogelijke samenloop tussen verschillende evenementen in de regio, en de impact die deze samenloop heeft op de hulpverlening en de regio als geheel. De regionale kalender wordtjaarlijks in januari in het Regionaal College2 besproken en vastgesteld. Indien het Regionaal College besluit dat bepaalde evenementen niet kunnen samenlopen, wordt contact gezocht met de organisatoren en in overleg gekeken hoe dit kan worden opgelost.

Na vaststelling van de regionale kalender wordt jaarlijks de lokale evenementenkalender omstreeks 15 februari vastgesteld en gepubliceerd.

Gezien de planning en de afstemming van evenementen is het van groot belang dat organisatoren tijdig voor 1 november jaarlijks hun geplande grote en middelgrote evenementen aanmelden.

Evenementen die na 1 november worden gemeld kunnen niet meer op de kalender worden meegenomen. Dit geldt niet voor kleine evenementen. Deze meldingen worden bewaard

totdat de lokale kalender is vastgesteld. Daarna wordt beoordeeld aan de hand van de lokale en regionale kalender of het evenement alsnog kan worden toegevoegd.

Ter ondersteuning van de ondernemers wordt jaarlijks eind september aan alle organisatoren die in het lopende jaar een evenement hebben georganiseerd een meldingsformulier toegestuurd voor de meldingen ten behoeve van het nieuwe evenementenjaar.

Het vaststellen van de evenementenkalender 2006 maakt geen onderdeel uit van deze nota. Hiervoor geldt een afzonderlijke besluitvormingsprocedure.

4. PROMOTIONELE TOETSINGSCIRTERIA

Gezien het belang van evenementen voor de promotie en marketing van Zandvoort en de toegevoegde waarde in het kader van het aanbod op het gebied van de vrijetijdsbesteding voor zowel inwoners als bezoekers streeft Zandvoort naar zowel een kwantitatief als kwalitatief evenementen en activiteiten aanbod.

Als richtlijn worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

Evenementen moeten bijdragen aan de marketingstrategie en dus bijdragen aan:

  • 1.

    Imagoverbetering: bijdrage aan “laden” van gewenst beeld van Zandvoort Bruisend, gezond en sportief (Welness)

  • 2.

    Economisch floreren (meer consumenten die meer omzetten, meer combinatiebezoek dus versterking ondernemersklimaat)

  • 3.

    Sociaal maatschappelijke waarde

  • 4.

    Authentiek: Trots en plezier eigen inwoners;

  • 5.

    Aandachtstrekker: extra bezoekmotief

1. Bijdrage Imagoverbetering

Het is de bedoeling dat evenementen die ‘passen’ binnen de gekozen beeldvorming of hier toe om te buigen zijn, moeten kunnen rekenen op facilitering en ondersteuning van de gemeente Zandvoort en / of de stichting Zandvoort Promotie / OPZ.

2.Bijdrage economisch floreren

Het economisch floreren is afhankelijk van een aantal van bovengenoemde factoren, maar ook van de trekkracht, opvalwaarde, authenticiteit en uitstraling van het evenement zelf. Draagt het bij dat er meer consumenten komen die meer functies bezoeken en dus zorgen voor een verhoogde omzet in hotels, restaurants, winkels, strandpaviljoens etc. Wordt dit meervoudig bezoek gestimuleerd door acties en samenwerking tussen de verschillende branches. Staat het evenement los van alles en iedereen of wordt een deel van degemeenschap betrokken bij de organisatie en de totstandkoming en kan er worden ingehaakt’ op het evenement. Samenwerking en thematisering zijn wenselijk.

3.Toegevoegde Sociaal Maatschappelijke waarde

Evenementen zijn ook van sociaal maatschappelijke waarde. Met name evenementen die uit een stuk traditie zijn voortgekomen. Evenementen zijn een extra reden voor bewoners om elkaar te ontmoeten of om samen te werken. Samen organiseren en creatief bezig zijn bevordert het wij-gevoel. Het geeft voldoening en een gevoel van trots.

4.Authentieke waarde: Trots en plezier

Als er positief geschreven en gesproken wordt over een evenement of activiteit met een authentiek karakter, bevordert dit het gevoel van trots. Zandvoorters en Zandvoortse ondernemers moeten vooral zelf creatief worden om te gaan bijdragen aan het Welness karakter van Zandvoort. De wisselwerking met de campagne werkt versterkend.

5.Toegevoegd bezoekmotief: Evenement als aandachtstrekker

Een evenement kan een aandachtstrekker zijn, een extra bezoekmotief. Een reden voor Zandvoort om de publiciteit op te zoeken en breed te communiceren, lokaal, regionaal en landelijk. Effect is dat bezoekers/consumenten worden attent gemaakt op Zandvoort.

5 JURIDISCHE GRONDSLAGEN

5.1 VERANTWOORDELIJKHEDEN BEVOEGHEDEN

Artikel 2.2.2 APV bepaalt dat het verboden is om een evenement te houden zondervergunning van de burgemeester. De burgemeester moet bij de beoordeling van de aanvraag rekening houden met diverse belangen. Daarvoor heeft de burgemeester de bevoegdheid om beleidsregels, zoals bedoeld in artikel 1:5 van de Algemene wet bestuursrecht 3te maken op het gebied van evenementen. Voor de beoordeling is een kader gesteld in lid 3 van artikel 2.2.2 APV. Het is aan de burgemeester om deze criteria nader in te vullen. Tevens is de burgemeester op grond van artikel 174 lid 14 en lid 2 Gemeentewet5 bevoegd bij de uitoefening van het toezicht op openbare samenkomsten en vermakelijkheden, alsmede op devoor het publiek openstaande gebouwen, bevelen te geven die voor de bescherming van de veiligheid en gezondheid nodig zijn. Vanuit dit oogpunt is in lid 3 van artikel 174Gemeentewet uitdrukkelijk bepaald dat bevoegdheden opgenomen in verordeningen die het voorgaande toezicht betreffen bij de burgemeester worden neergelegd. Op deze manier kan geen conflict ontstaan in bevoegdheden tussen de verschillende bestuursorganen. Het artikel over evenementen is opgenomen in hoofdstuk 2 van de APV, dat handelt over zakenaangaande de openbare orde. Het evenementenartikel is dan ook bedoeld om de overlast te beperken en de openbare orde en veiligheid te beschermen. Dit blijkt ook duidelijk uit de weigeringsgronden, die in de volgende paragraaf aan de orde komen.

5.2 WEIGERINGSGRONDEN

Zoals eerder aangegeven is de evenementenvergunning een instrument om evenementen te reguleren in het kader van het verkomen en/of beperken van overlast en ter bescherming van de openbare orde en veiligheid. De gronden om een vergunning te kunnen weigeren zijn opgenomen in artikel 2.2.2 lid 3 van de APV.

De vergunning kan worden geweigerd op basis van:

  • -

    Openbare orde en veiligheid zoals brandveiligheid, sociale veiligheid. - Overlast voor bewoners;

  • -

    Verkeersveiligheid of de veiligheid van personen of goederen; - Op basis van de Zondagswet

  • -

    Zedelijkheid en gezondheid

Andere zaken die meegewogen worden bij het verlenen van een vergunning:

  • -

    Ervaringen uit het verleden of op andere plaatsen; bij twijfel worden om referentiesgevraagd. Hierdoor kan een risicobeeld naar boven of naar beneden worden bijgesteld.

  • -

    De sociaal maatschappelijk en economische situatie in de wereld, Nederland, regio ofgemeente: de situatie in de wereld kan ertoe leiden dat een evenement meer of minderrisicovol is.

  • -

    Samenloop van verschillende evenementen in de regio. Grote evenementen die een mogelijke uitstraling hebben naar de regio of waarbij rekening moet worden gehouden met andere evenementen in de regio die op de regionale kalender te staan kunnen daardoor verzocht worden door te schuiven naar een andere datum. Bijvoorbeeld: als in één weekend zowel een DTM als Dance Valley wordt gehouden, kan dit gevolgen hebben voor de inzet van de politie bij een lokaal muziekevenement.

  • -

    Werkzaamheden aan de weg of het spoor op de toegangsroutes naar Zandvoort.

3 NORMERINGEN

Zandvoort streeft naar een evenementscala dat in samenspraak met organisatoren en initiatiefnemers tot tevredenheid van velen wordt uitgevoerd. Dit kan echter alleen als ook rekening gehouden wordt met de openbare orde en veiligheid. Uit het risicoprofiel van een

evenement blijkt aan welke punten aandacht moet worden gegeven bij het toestaan van een evenement. Om de voorschriften zo eenduidig en transparant mogelijk te maken, worden op voorhand een aantal normen vastgesteld op basis waarvan de voorschriften worden

opgesteld. In de volgende paragrafen worden de meest belangrijkste zaken nader toegelicht.

5.3.1 BEVEILIGING

Uitgangspunt is dat de organisator van het evenement als eerste verantwoordelijk is voor het houden van toezicht en orde bij en rond het evenement. Dit betekent dat de organisator zelf toezichthouders/beveiligers dient in te zetten bij een evenement. Politie en gemeentelijke

handhavers worden slechts aanvullend ingezet voor handhaving en grijpen pas in indien de organisator zelf niet langer in staat om de rust en orde bij het evenement te handhavers. Beveiligers dienen te voldoen aan de wet. Van de beveiligers wordt verwacht dat zij de politie en gemeentelijk handhavers assisteren, indien dit noodzakelijk is.

Verstoring van de rust en orde is per evenement sterk verschillend. Bij de bepaling hoe groot de kans op verstoring van de rust en orde is, spelen alle aspecten uit het risicoprofiel een rol. Het betreft hier geen optelsom van aspecten, maar een afweging van alle aspectengezamenlijk. Afhankelijk van de kans op verstoring van de rust en orde worden de volgende normen gehanteerd:

  • -

    als de kans op verstoring van de rust en orde nihil is: geen beveiliging

  • -

    als de kans op verstoring van de rust en orde klein is: 1 beveiliger per 1000 bezoekers

  • -

    als de kans op verstoring van de rust en orde gemiddeld is: 1 beveiliger per 500 bezoekers

  • -

    als de kans op verstoring van de rust en orde groot is: 1 beveiliger per 250 bezoekers

Bij muziekfestivals in het dorp wordt een minimum aangehouden van in ieder geval 2 beveiligers per podium. Op het strand wordt bij muziekevenementen een minimum aangehouden van in ieder geval 2 beveiligers per strandpaviljoen. Voor het circuit gelden afwijkende regels.

Het is mogelijk of gemotiveerd af te wijken van een norm. Het kan zijn dat bij het vaststellen van het aantal beveiligers de ene norm aan de lage kant is, terwijl de andere norm leidt tot het overvragen van het aantal beveiligers. In een dergelijke situatie kan aan de hand van argumenten een afwijkende norm gehanteerd worden.

5.3.2 VERKEER EN BEREIKBAARHEID HULPDIENSTEN

Evenementen kunnen door hun omvang veel invloed hebben op het verkeer. Daarom is het belangrijk vooraf na te denken over de aan- en afvoer van bezoekers, om zo de overlast voorbewoners, bedrijven en overige verkeersgebruikers zo veel mogelijk in te perken. Evenementen kunnen ertoe leiden dat het verkeer niet de normale routes kan volgen. Daarnaast is het belangrijk dat de hulpdiensten vrij baan houden om Zandvoort en deverschillende locaties in Zandvoort te kunnen bereiken. Verschillende oorzaken maken het noodzakelijk dat verkeersregelaars moeten worden ingezet en bepaalde doorrijdbreedtes en - hoogtes.

De volgende factoren spelen een rol:

  • -

    de locatie van het evenement;

  • -

    statisch/dynamisch;

  • -

    tijdstip en duur van het evenement;

  • -

    geraamde hoeveelheid bezoekers;

  • -

    jeugd/volwassenen;

  • -

    afsluiting van wegen;

  • -

    beschikbaarheid/bereikbaarheid van openbaar vervoer en parkeervoorzieningen

  • -

    samenloop met andere evenementen in de omgeving of elders in Zandvoort.

De volgende normen worden aangehouden voor het afzetten van wegen en inzetten van verkeersregelaars:

  • -

    voor het afsluiten van niet-doorgaande wegen (woonstraten) hoeven geen verkeersregelaars te worden ingezet;

  • -

    bij het afsluiten van doorgaande wegen wordt per afgesloten weg bepaald hoeveel verkeersregelaars dienen te worden ingezet;

  • -

    het instellen van het aantal verkeersregelaars is mede afhankelijk van de te beïnvloeden verkeersstroom, het tijdstip en de tijdsduur van het evenement en of het publiek bestaat uit jeugd of volwassenen;

  • -

    wegen die deel uitmaken van een (strand)busroute worden niet afgezet, tenzij door middel van verkeersregelaars de doorgang gewaarborgd is;

  • -

    evenementen worden in principe niet toegestaan op het Raadhuisplein en verwezen naar het evenementenplein: Gasthuisplein;

  • -

    bij dynamische evenementen worden mobiele verkeersregelaars ingezet.

Verkeersregelaars moeten zich eerst melden op de dag van het evenement bij de Politie, basisteam Zandvoort. De gemeente zorgt rechtstreeks dan wel via de organisator voor instructie aan de verkeersregelaars.

Voor de bereikbaarheid van de hulpdiensten dient een calamiteitenroute te worden opgesteld. Deze route wordt ten behoeve van de hulpdiensten vrijgehouden. Om de doorrijdroute bij een evenement open te houden worden de volgende eisen gesteld:

  • -

    Doorrijdbreedte voor brandweervoertuigen minimaal 3,5 meter.

  • -

    Geen straatafsluitingen zonder goedkeuring brandweer.

  • -

    Minimale doorrijhoogte 4,20 meter.

  • -

    Brandkranen moeten worden vrijgehouden (in een straal van minimaal 1 meter). - Brandkranenbordjes moeten zichtbaar blijven.

  • -

    Aansluitingen voor droge blusleidingen moeten vrijgehouden worden (minimaal 1 meter).

  • -

    Toegangen tot belendende percelen mogen niet worden geblokkeerd.

  • -

    Gewone uitgangen en nooduitgangen van o.a. cafés, restaurants en dergelijke moeten worden vrijgehouden (minimaal 2 meter).

5.3.3 VEILIGHEIDSPLAN

Organisatoren zijn zelf als eerst verantwoordelijk voor de veiligheid op het

evenemententerrein. Daarom is het aan te bevelen om een veiligheidsplan op te laten stellen. Veel evenementen, die in Zandvoort worden gehouden, zijn bekend en worden al jarengeorganiseerd. Voor deze evenementen is het opstellen van een veiligheidsplan in principe onnodig. Aan de hand van ervaringen en vergunningvoorschriften lijkt de veiligheid bij de evenementen voldoende gewaarborgd te worden.

Daarnaast wordt Zandvoort steeds vaker geconfronteerd met aanvragen voor zeergrootschalige evenementen, die nooit eerder zijn gehouden en die een enorme druk leggen op de openbare ruimte van Zandvoort. Voor deze evenementen kan de burgemeester verplicht stellen, dat door de organisator een veiligheidsplan wordt ingediend. Een veiligheidsplan bevat alle te treffen maatregelen en voorzieningen op het gebied van openbare orde en veiligheid.

5.4 BEHANDELING AANVRAAG

Nadat de aanvraag is ontvangen zal voor grote en middelgrote evenementen door de evenementencommissie een risicoprofiel worden opgesteld. Indien tijdens de behandeling van de aanvraag onduidelijkheden bestaan, wordt de organisator uitgenodigd door de voorzitter van de evenementencommissie om tijdens een vergadering van de

evenementencommissie een nadere toelichting te geven en eventueel overleg te voeren over de mogelijkheden.

Na de behandeling van de aanvraag brengt de evenementencommissie een advies uit aan de burgemeester ter besluitvorming. De burgemeester neemt zijn besluit na bespreking in het college.

Het besluit wordt in de vorm van een vergunning of een weigering aan de aanvragertoegestuurd. In de vergunning wordt een aantal zaken tezamen geregeld zodat niet voor alle verschillende activiteiten een afzonderlijke vergunning moet worden aangevraagd. Het kan hier gaan om het versterken van muziek, het plaatsen van kramen, podia of tenten, het buiten tappen van bier of wijn, het gebruik van grond en het plaatsen van tenten. Bij elkevoorwaarde wordt vermeld waarvoor en op grond van welke bepalingen vergunning wordt verleend. Er kunnen aanwijzingen gegeven worden met betrekking tot veiligheid en hygiëne en er kunnen voorwaarden opgenomen worden om risico’s te beperken. In de vergunning wordt een bepaling opgenomen dat de aanwijzingen van de politie en brandweer altijd

opgevolgd moeten worden. Zo behoudt de vergunningverlener de mogelijkheid in te grijpen bij onvoorziene situaties. Organisatoren kunnen aansprakelijk gesteld worden voor gevolgen van het overtreden van vergunningbepalingen en het veroorzaken van schade door bezoekers van de evenementen.

Tegen een verleende of geweigerde vergunning staat de normale rechtsgang open (bezwaar, beroep, voorlopige voorziening).

De aanvrager is voor de behandeling van een aanvraag, ongeacht de uitkomst, leges verschuldigd. Deze zijn vastgesteld in de legesverordening van de gemeente Zandvoort.

5.5 PUBLICATIE VAN VERGUNNINGEN

Vergunningen voor evenementen worden gepubliceerd. Tegen een verleende of geweigerde vergunning staat de normale rechtsgang (bezwaar, beroep, voorlopige voorziening) open. De belangrijkste functie van de bekendmaking van de afgifte van een vergunning is het

informeren van de belanghebbenden. Hoe groter het evenement des te groter de mogelijkegevolgen voor omwonenden en andere belanghebbenden. Een belangrijk deel van deergernis als gevolg van de overlast kan worden weggenomen wanneer vroegtijdig bekend is welke evenementen zullen plaatsvinden en welke maatregelen getroffen worden om overlast te beperken. Op de bekendmaking van de individuele vergunning is debezwaarschriftenprocedure van Algemene wet bestuursrecht van toepassing 6.

5.6 MELDEN VAN OVERLAST BIJ EVENEMENTEN

Een inwoner die zich onheus bejegend voelt door de gemeente moet kunnen rekenen op een eerlijke en open behandeling van zijn klacht. Hierbij kan het gaan om mensen die niet worden teruggebeld terwijl dat is afgesproken, het verstrekken van onjuiste of onvolledige informatie, het niet reageren op een verzoek of het gevoel van klanten dat zij niet netjes behandeld zijn. Maar het kan ook gaan om het melden van overlast bij evenementen. Daarvoor kent de gemeente Zandvoort een speciale klachtenregeling en een Centrale Meldlijn met het telefoonnummer 023 – 5740200.

Onder het motto “Een klacht is een gratis advies” werkt de gemeente Zandvoort al weerenkele jaren met deze Centrale meldlijn. Voor wat betreft de bereikbaarheid van de meldlijn is gekozen voor een rechtstreeks telefoonnummer. Voor de bereikbaarheid buiten kantoortijd zijn voorzieningen getroffen om ervoor te zorgen dat een directe en adequate handhaving mogelijk is.

Tijdens de reguliere openingsuren van het gemeentehuis is de meldlijn ook ‘fysiek’

bereikbaar via de Centrale Balie. Verder staat er een digitaal klachtenformulier op de website dat ingevuld kan worden. Naast dit alles kunnen burgers ook schriftelijk en via e-mail klachten melden.

De klachtenregeling is vastgelegd in de verordening klachtbehandeling gemeente Zandvoort 2005. Sinds 1 januari 2002 is de gemeente aangesloten bij de Nationale Ombudsman.

Ingediende klachten en meldingen worden geanalyseerd en betrokken bij de evaluatie van grote en middelgrote evenementen.

Daarnaast worden de uitkomsten betrokken bij de evaluatie van het evenementenbeleid.

5.7 EVALUATIE

Evaluaties zijn belangrijk om ervaringen met betrekking tot de evenementen uit te wisselen. Niet alleen bekeken vanuit openbare orde en veiligheid, maar ook vanuit de promotionele meerwaarde. Evaluatie vindt plaats op verschillende echelons. Zowel ambtelijk en bestuurlijk met handhavers als tussen gemeente, organisatoren, ondernemers en bewonersorganisaties. Evenementen kunnen zo uitgroeien naar het niveau dat past bij een bruisend gezond sportief imago en een kwalitatief aanbod op het gebied van de vrije tijd.

De evaluatie over het evenementenjaar 2005 heeft met betrekking tot de verschillende actoren tot de volgende conclusies geleid.

Ondernemers en organisatoren

Door ondernemers/organisatoren wordt de aanvraagprocedure als bureaucratische en niet -klantvriendelijk ervaren. Meer overleg en afstemming met de gemeente voorafgaand aan hetindienen van aanvragen is noodzakelijk evenals uitleg over de procedure. In het voortraject dient de gemeente zich meer als regisseur op te stellen.

Wethouder Hogendoorn heeft voor het evenementenjaar 2006 hiertoe het initiatief genomen.

Naast het met elkaar in contact treden over de gewenste evenementen in een volgend jaar is het uit oogpunt van betrokkenheid wenselijk om zowel de voorlopige als de definitieve evenementenkalender voor advies aan de plaatselijke ondernemers/organisatoren voor te leggen. Dit als antwoord op de verzoeken/meldingen die zij hebben gedaan om met een evenement op de lokale kalender te mogen worden geplaatst.

Omwonenden

Omwonenden zijn ook één van de actoren in het evenementenbeleid. Het is dan ook noodzakelijk dat bewonersorganisaties door de gemeente worden geïnformeerd over beleidsuitgangspunten, de evenementenkalender en verleende vergunningen.

In het kader van het participatiebeleid vindt twee keer per jaar overleg plaats met bewonersorganisaties over het evenementenbeleid. Dit is voorafgaand en na afloop van het seizoen.

In het Centrum is geen bewonersorganisatie actief. Het is wenselijk dat er voor het Centrum een contactpersoon wordt gezocht.

Ambtelijke organisatie

Het is noodzakelijk dat er één aanspreekpunt komt voor evenementen binnen de ambtelijke organisatie. Ondernemers hebben nu met drie verschillende afdelingen te maken met als gevolg dat er langs elkaar heen wordt gewerkt. Dit onderwerp wordt meegenomen in het

voorstel voor de afdeling Leefomgeving Handhaving nieuwe stijl. Begin 2006 volgt hierover besluitvorming.

Beleidskaders

De evaluatie over het evenementenjaar 2005 vormt geen aanleiding om voor het jaar 2006 voorstellen te doen tot wijziging van beleidskaders die zijn vastgesteld door burgemeester, college en gemeenteraad. In 2006 zijn de juridische beleidskaders van kracht en wordt het evenementenbeleid in grote lijnen nog vanuit het beleidsveld openbare orde en veiligheid bepaald.

Voor de evenementen in het jaar 2007 wordt vanuit een breder perspectief gewerkt. De nog op te stellen nota Toeristisch beleid gaat het toetsingskader worden naast derandvoorwaarden (de juridische beleidskaders) die door de gemeenteraad zijn vastgesteld in de APV en de nota “Geluid en Horeca”. Hierover wordt in de tweede helft van 2006 een voorstel uitgebracht.

6 CONTROLE EN HANDHAVING

Door het college is een handhavingsprogramma 2005 – 2006 vastgesteld. Hierin zijnde handhavingsdoelen en –inspanningen vastgelegd voor een periode van twee jaar.

Met de verschillende disciplines vindt structureel overleg plaats met als doel om te komen tot een optimale integrale handhaving op diverse beleidsterreinen. Daarnaast is de nota horecasanctiebeleid 2004 van kracht.

De kern van de handhaving zal zijn dat controles in aantal zullen toenemen, maar bovenaldat de gemeente sneller zal sanctioneren. Elke vastgestelde overtreding krijgt een vervolg in de vorm van een waarschuwing en daarna een bestuurlijke straf (dwangsom, sluiting voor korte of lange tijd etc.) Bij ernstige overtredingen komen daarnaast ook strafrechtelijke boetes in beeld.

Handhaving bij evenementen valt uiteen in twee typen: strafrechtelijke handhaving en bestuurlijke handhaving.

6.1 STRAFRECHTELIJKE HANDHAVING

Strafrechtelijke handhaving is gericht op het straffen van een overtreder. Zoals in het Handhavingsprogramma 2005-2006 is beschreven is hiervoor het instrument ‘proces verbaal’ beschikbaar7. Indien geconstateerd wordt dat een evenement wordt gehouden zonder de benodigde vergunning van burgemeester of indien de voorschriften en beperkingen uit de vergunning niet worden nageleefd, wordt proces verbaal opgemaakt.

6.2 BESTUURSRECHTELIJKE HANDHAVING

Bestuursrechtelijke handhaving is gericht op het opheffen van een illegale situatie of het voorkomen van verdere overtredingen. Het gemeentebestuur staan twee instrumenten terbeschikking: bestuursdwang en last onder dwangsom. In het Handhavingsprogramma 2005- 2006 wordt nader ingegaan op deze instrumenten8.

Evenementen worden toegestaan of verboden door een bestuursorgaan namelijk de burgemeester. Bestuursrechtelijke handhaving bij evenementen kan een complexeaangelegenheid zijn. Bestuursdwang toepassen kan leiden tot stopzetting van een evenement. Bij een groot bezoekersaantal kan die gevolgen hebben voor de openbare orde. Hiervoor moet een afweging worden gemaakt. Het criterium dat hierbij wordt gebruikt is het feit of sprake is van een direct gevaar voor deelnemers en/of bezoekers.

Een last onder dwangsom is niet altijd effectief, omdat een evenement eindig is en in veel gevallen ook eenmalig. In ieder geval kunnen overtredingen meegenomen worden bij de afweging van een toekomstige aanvraag.

De volgende richtlijnen gelden bij bestuursrechtelijke handhaving van evenementen:

  • -

    indien zich een direct gevaar voordoet voor deelnemers of bezoekers van het evenement, wordt door middel van spoedeisende bestuursdwang het evenement stopgezet;

  • -

    indien zich geen direct gevaar voordoet voor deelnemers of bezoekers van het evenement, vindt het evenement doorgang. Bij een herhalend evenement wordt een last onder dwangsom opgelegd om toekomstige overtredingen te voorkomen. Bij een eenmalig evenement wordt alleen strafrechtelijk gehandhaafd.

1 Het Veiligheidsbureau Kennemerland is onderdeel van de Hulpverleningsdienst Kennemerland en houdt zich voor de regio Kennemerland bezig met crisisbeheersing en de voorbereiding op rampenbestrijding. Bij de Hulpverleningsdienst Kennemerland zijn alle gemeenten uit de regio Kennemerland aangesloten.

2 Het Regionaal College is het bestuurlijke besluitorgaan van een politieregio. Het Regionaal College bestaat uit alle burgemeesters van de gemeenten die binnen de politieregio vallen.

3 onder een beleidsregel wordt verstaan: een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde eenalgemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan.

4 De burgemeester is belast met het toezicht op de openbare samenkomsten en vermakelijkheden alsmede op de voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven.

5 De burgemeester is bevoegd bij de uitoefening van het toezicht de bevelen te geven die met het oog op de bescherming van veiligheid en gezondheid nodig zijn.

6 Naar aanleiding van deze beschikking kunnen door een ieder schriftelijke bezwaren wordeningebracht binnen zes weken na de dag waarop de beschikking ter inzage is gelegd. Het indienen van bezwaren leidt niet tot schorsing van de beschikking. Indien bezwaar is gemaakt kan, in geval van onverwijlde spoed, een verzoek tot voorlopige voorzieningen worden ingediend bij de voorzieningenrechter, rechtbank Haarlem.

7 Voor meer informatie over strafrechtelijk handhaven wordt verwezen naar hetHandhavingsprogramma 2005-2006, pag. 8.

8 Voor meer informatie over bestuurlijk handhaven wordt verwezen naar het Handhavingsprogramma 2005-2006, pag. 8 e.v.