Vaartuigen op het strand 2007

Geldend van 01-01-2007 t/m heden

Intitulé

Het Zandvoortse strand is een grote trekpleister voor bezoekers. Op het strand vinden verschillende vormen van recreatie plaats. Om de verschillende groepen recreanten te kunnen ontvangen en ruimte te kunnen geven, zijn in de Algemene Plaatselijke Verordening Zandvoort (hierna: APV) regels opgenomen met betrekking tot verblijf en gebruik van het strand.

Vaartuigen op het strand 2007

1 INLEIDING

Het Zandvoortse strand is een grote trekpleister voor bezoekers. Op het strand vinden verschillende vormen van recreatie plaats. Om de verschillende groepen recreanten te kunnen ontvangen en ruimte te kunnen geven, zijn in de Algemene Plaatselijke Verordening Zandvoort (hierna: APV) regels opgenomen met betrekking tot verblijf en gebruik van het strand. Het doel van de gemeente Zandvoort is om een balans tussen de verschillende activiteiten te vinden, die aan iedere badgast de ruimte biedt die nodig is. Deze balans moet zo zijn dat recreanten elkaar niet in gevaar brengen en de veiligheid zoveel mogelijk gewaarborgd wordt.

Een specifieke groep recreanten is de groep die bestaat uit eigenaren van vaartuigen. Van oudsher is het mogelijk om met een vaartuig vanaf het strand af te varen en aan te landen.

Om te voorkomen dat de overige badgasten onnodig worden gehinderd en in gevaar worden gebracht door vaartuigen die afvaren en weer aanlanden, is in de APV opgenomen dat hiervoor een vergunning vereist is van het college. Deze notitie is bedoeld om het aantal vaartuigen op het strand zo te reguleren, dat een zekere ruimte bestaat voor eigenaren van vaartuigen om hun vaartuig neer te kunnen leggen op het strand en ermee af te varen en aan te landen, terwijl de veiligheid van eenieder op het strand zoveel mogelijk gewaarborgd blijft.

In 2001 is het beleid ‘vaartuigen op het strand’ vastgesteld. Deze notitie is een actualisatie en vervangt het beleid uit 2001. De volgende aanpassingen hebben plaatsgevonden:

  • ·

    actualisatie van de geldende regelgeving

  • ·

    aanpassing van de regeling met betrekking tot wachtlijsten

  • ·

    aanvulling commerciële pleziervaart en ‘bananenboten.

Verder is de beschrijving van de situatie voor 2001 geschrapt. Het regime met betrekking tot de vergunningverlening is onveranderd. Wel is op een aantal punten een verduidelijking aangebracht.

2 REGELGEVING

In de APV is een specifiek artikel opgenomen dat het college de bevoegdheid geeft om vaartuigen op het Zandvoortse strand te reguleren. Artikel 5.3.5 bepaalt dat het verboden is ‘zonder vergunning van het college een vaartuig te hebben of te brengen of dan wel daarmee af te varen van of aan te landen op het strand, dan wel binnen 300 meter uit de laagwaterlijn voor anker te gaan’. Een uitzondering wordt gemaakt voor opblaasboten, kano’s of andere dergelijke kleine vaartuigen, mits hieraan geen motor kan worden bevestigd. Voor het slepen van voorwerpen achter een vaartuig is een aparte vergunning nodig. Het artikel is niet van toepassing op vaartuigen in gebruik bij de politie, de Zandvoortse Reddings Brigade of de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij.

De APV geeft een aantal nadere definities voor vaartuigen, strand en zee. Artikel 1.1, onder g definieert vaartuigen als ‘alle vaartuigen, daaronder mede verstaan drijvende werktuigen, alsmede glijboten en ponten, surfplanken en jetski’s’. Onder strand verstaat artikel 5.3.1 ‘het Noordzeestrand met het onmiddellijk langs dit strand gelegen gedeelte van de zee, dat al dan niet met enige beperking voor het publiek toegankelijk is’ en zee wordt in hetzelfde artikel gedefinieerd als ‘het gedeelte van de Noordzee, dat gelegen is binnen de grenzen van de gemeente Zandvoort’.

3 UITGANGSPUNTEN

De achterliggende bedoeling van artikel 5.3.5 APV is dat gedurende het toeristenseizoen dat loopt van 1 maart tot 1 oktober, niet overal op het strand vaartuigen worden neergelegd, afvaren en aanlanden in verband met mogelijke veiligheidsrisico’s en hinder. In de APV is door de gemeenteraad daarom aan het college de bevoegdheid gegeven vergunning te verlenen om tijdens het seizoen een vaartuig op het Zandvoortse strand te hebben en daarmee af te varen en aan te landen. Deze bevoegdheid is een instrument om het aantal vaartuigen op het strand te reguleren.

3.1 LOCATIES

Bij de verlening van de vergunning speelt een aantal zaken een belangrijke rol. Allereerst moet de veiligheid van alle recreanten zoveel mogelijk gewaarborgd blijven. Hoewel vermenging van verschillende vormen van recreatie nooit helemaal voorkomen kan worden, wordt getracht om vaartuigen en de afvaartplaatsen te scheiden van andere recreatie. In gebieden met een grote concentratie aan recreanten kan daarom geen vaartuig worden toegestaan. Ook is het noodzakelijk dat voor de hulpdiensten te allen tijden een goede doorgang blijft bestaan. Dit heeft tot gevolg dat slechts op een aantal plaatsen vaartuigen kunnen worden toegestaan. Zandvoort kent al lange tijd een aantal ‘corridors’. Dit zijn gebieden op het strand waar vaartuigen kunnen liggen en afvaren Zandvoort kent de volgende corridors:

  • ·

    gebied bij de strandhuisjes;

  • ·

    gebied bij strandafgang 25;

  • ·

    gebied bij de watersportvereniging;

  • ·

    gebied bij het watersportpaviljoen.

In de vergunning wordt aangegeven van welke corridor de vergunninghouder gebruik kan maken.

Voor de commerciële pleziervaartuigen geldt een ander regime. Deze vaartuigen mogen in principe, met uitzondering van het strand voor de rotonde, op het hele strand afvaren en aanlanden. Bij het afvaren en aanlanden voor een strandpaviljoen moet toestemming worden verkregen van het desbetreffende strandpaviljoen.

3.2 TYPE VERGUNNINGEN

De vergunningplicht geldt in principe voor iedereen die een vaartuig op het strand wil neerleggen, wil afvaren of aanlanden, met uitzondering van de groepen die in de APV zijn vrijgesteld. In het beleid wordt verschil gemaakt tussen seizoensvergunningen en incidentele vergunningen.

Een seizoensvergunning wordt afgegeven voor een toeristenseizoen. Gedurende het seizoen mogen houders van een dergelijke vergunning hun vaartuig op het strand neerleggen en daar ook laten liggen.

Een incidentele vergunning wordt net als een seizoensvergunning verleend voor een seizoen. Echter bij een incidentele vergunning mag een vaartuig ’s nachts niet op het strand blijven liggen. Het vaartuig moet ’s ochtends voor 11:00 uur worden gebracht en ’s avonds na 18:00 uur weer worden opgehaald. Het vaartuig dient tussen 22.00 uur en 07.00 uur van het strand verwijderd te zijn.

Naast deze vergunninghouders bevinden zich nog vaartuigen voor de commerciële pleziervaart en vaartuigen van het watersportpaviljoen en de watersportvereniging op het strand. Voor de commerciële pleziervaart worden jaarlijks ongeveer vijf vergunningen afgegeven, meestal in combinatie met een vergunning voor het slepen van een ‘bananenboot’. Voor het watersportpaviljoen en de watersportvereniging geldt nog overleg moet plaatsvinden over de vergunningverlening.

3.3 VASTSTELLING AANTAL VERGUNNINGEN

Vaartuigen worden nu gelegd op de relatief rustiger gedeelten van het strand, wat vanuit het oogpunt van veiligheid een goede verdeling is. Gezien het gebrek aan ruimte op het strand is het niet mogelijk om nieuwe plaatsen aan te wijzen waar, naast de bestaande gedeelten, vaartuigen kunnen worden neergelegd. Per beschikbaar gedeelte moet daarom het aantal vaartuigen worden vastgesteld dat op het betreffende gedeelte kan worden neergelegd. Een andere wijze van verdeling van de verschillende categorieën is niet mogelijk, omdat de meeste categorieën gebonden zijn aan de desbetreffende plaats vanwege andere bindende factoren. Zo kan niet verwacht worden dat eigenaren, die tevens lid zijn van een kampeervereniging hun vaartuig op het zuidstrand neerleggen; zij zijn gebonden aan het noordstrand waar ook hun strandhuisje is gevestigd. Per locatie is vastgesteld hoeveel vaartuigen er kunnen liggen. Het aantal is met het oog op de veiligheid vastgesteld op grond van de breedte van het strand, de vermenging met en/of ruimte voor andere recreatie, het type vergunning en de waarborg voor een goede doorgang voor hulpdiensten.

4 VERLENING VERGUNNINGEN

In het vorige hoofdstuk zijn de uitgangspunten van het beleid vastgesteld naar locatie en type vergunningen. In dit hoofdstuk wordt per vergunningtype aangegeven:

  • ·

    hoeveel er worden verleend;

  • ·

    wie in aanmerking kunnen komen voor de vergunning;

  • ·

    welke voorwaarden moet worden voldaan.

Voor alle vergunningen geldt dat zij moeten worden aangevraagd via het aanvraagformulier. Dit aanvraagformulier dient volledig te zijn ingevuld. Daarnaast dient een kopie van het legitimatiebewijs en een kopie van een WA-verzekeringsbewijs te worden overlegd.

Het vaartuig dient verzekerd te zijn. Een WA-verzekeringsbewijs wordt gevraagd, om te voorkomen dat de gemeente op enige manier aansprakelijk zou worden gesteld voor eventuele ongelukken op zee of op het strand. De gemeente wil, waar mogelijk, aansprakelijkheid zoveel mogelijk uitsluiten. Uit het verzekeringsbewijs moet opgemaakt kunnen worden dat het vaartuig waarvoor de vergunning wordt aangevraagd is verzekerd. Het bewijs hoeft niet op naam van de aanvrager te staan, zolang duidelijk blijkt dat het vaartuig dat op het strand wordt neergelegd ook daadwerkelijk is verzekerd.

Voor alle vergunningen geldt dat zij persoonsgebonden en niet overdraagbaar zijn. Persoonsgebonden houdt in dat alleen de houder van een vergunning het recht heeft om een vaartuig op het strand neer te leggen. Om dit te controleren wordt een legitimatiebewijs gevraagd. Bij de vergunning wordt één sticker verstrekt die op het vaartuig moet worden aangebracht. Dit is het vaartuig dat de vergunninghouder op het strand mag neerleggen. De vergunninghouder is degene die voor de gemeente aanspreekbaar en daarmee aansprakelijk is voor wat betreft het vaartuig.

Niet overdraagbaar betekent dat een vergunninghouder niet zelf zijn vergunning aan iemand anders kan overdragen. Indien een vergunninghouder niet langer gebruik wil maken van zijn vergunning, dan kan hij dit melden aan het college. Het college bepaalt aan wie de vrijgekomen vergunning wordt verleend. Deze regel is opgenomen, om handel in vergunningen tegen te gaan. Handel in vergunningen wordt door de gemeente als ongewenst ervaren, omdat het nieuwe aanvragers belemmert in het verkrijgen van een vergunning.

Daarnaast verliest de gemeente het zicht op personen die een vergunning hebben en daarmee aanspreekbaar zijn.

4.1 CATEGORIEËN VERGUNNINGEN

Het college verleent de volgende vergunningen:

  • ·

    seizoensvergunningen voor bewoners van een strandhuisje;

  • ·

    seizoensvergunningen voor particulieren;

  • ·

    incidentele vergunningen voor particulieren;

  • ·

    vergunningen voor pleziervaart.

Seizoensvergunning voor bewoners van een strandhuisje

De strandhuisjes staan op het noordstrand. Hier is maximaal ruimte voor 40 vaartuigen. Het strand van Zandvoort is hier op het smalst, waardoor de doorgang van hulpdiensten al snel belemmerd kan worden. Daarnaast vinden op dit stuk strand verschillende vormen van recreatie plaats, waardoor er een grote vermenging van recreatie is.

De plaatsen zijn uitsluitend bedoeld voor bewoners van strandhuisjes. Deze bewoners zijn lid van kampeerverenigingen. Om te voorkomen dat niet-leden ook vergunning aanvragen voor dit gedeelte en deze verkrijgen, wordt bij de behandeling van de aanvragen de Federatie van kampeerverenigingen Zandvoort betrokken. Jaarlijks ontvangt de gemeente een lijst met de namen van de bewoners.

maximaal aantal vergunningen: 40

soort vergunning: seizoensvergunning

ligplaats:op het noordstrand, bij de kampeerverenigingen

toetsingscriteria:

  • -

    legitimatiebewijs

  • -

    WA-verzekeringsbewijs

  • -

    lidmaatschap van een kampeervereniging

Seizoensgebond en vergunning voor particulieren

In dit geval is het mogelijk om het strand op te meten. Uit een meting van het strand tussen strandpaviljoen 24 en 25 blijkt dat slechts ruimte (25 meter bij 52 meter) beschikbaar is voor 21 vaartuigen. Omdat in de afgelopen jaren de grootte van de vaartuigen is toegenomen, is bij de meting een groot type vaartuig als uitgangspunt genomen. Een dergelijk vaartuig heeft een ruimte nodig van circa 18 m². Echter niet alle vaartuigen hebben deze omvang. Omdat ook niet alle vaartuigen er altijd liggen, kunnen feitelijk ongeveer dertig vaartuigen op dit gedeelte van het strand worden neergelegd.

maximaal aantal vergunningen: 30

soort vergunning: seizoensvergunning

ligplaats: op het noordstrand, bij strandafgang 25

toetsingscrite ria:

  • -

    legitimatiebewijs

  • -

    WA-verzekeringsbewijs

Incidentele vergunningen voor particulieren

Naast de seizoensvergunning kunnen incidentele vergunningen worden verleend. Houders van een incidentele vergunning varen in principe af en landen aan op het zuidstrand bij Reddingspost Zuid. Om te voorkomen dat het strand wordt overstroomd door vaartuigen met dit type vergunning en daarmee de doelstelling om het aantal vaartuigen op het strand te verminderen cq. te handhaven teniet wordt gedaan, wordt aan dit type vergunning een maximum gesteld van 20.

maximaal aantal vergunningen: 20

soort vergunning:incidentele vergunning

ligplaats: op het zuidstrand, bij reddingspost zuid en/of

noordstrand bij strandafgang 25

toetsingscriteria:

  • -

    legitimatiebewijs

  • -

    WA-verzekeringsbewijs

Commerciële pleziervaartuigen

Voor commerciële pleziervaartuigen vallen in een apart regime. Vergunningen voor deze vaartuigen bevatten ruimere voorschriften voor wat betreft locaties en vaak worden deze vergunningen verleend tezamen met een vergunning voor een ‘bananenboot’. Om te voorkomen dat vaartuigvrije gebieden alsnog vol komen te liggen met vaartuigen en vanwege het feit dat sterke vermenging met andere vormen van recreatie op drukkere locaties plaatsvindt, worden maximaal vijf vergunningen per jaar verleend. In afwijking van de overige vergunningen wordt voor deze vergunning geëist dat het vaartuig eigendom is van de vergunninghouder.

soort vergunning: jaarvergunning commerciële pleziervaart

maximaal aantal: 5

criteria:

  • -

    legitimatiebewijs

  • -

    eigendomsbewijs van het vaartuig

  • -

    verzekeringspolis

Watersportvereniging

Op het zuidstrand bij reddingspost zuid worden de vaartuigen van de Watersportvereniging Zandvoort neergelegd. Omdat tot nu toe geen vergunning wordt aangevraagd voor deze vaartuigen, is geen zicht op het aantal vaartuigen dat op dit gedeelte ligt en welke tot de Watersportvereniging behoren. Hetzelfde geldt voor het watersportpaviljoen aan de noordkant. Voor beiden geldt dat gezocht moet worden naar een mogelijkheid om hun vaartuigen in een vergunningstelsel op te nemen.

soort vergunning: nog te ontwerpen verenigingsvergunning

ligplaats: Watersportvereniging Zandvoort: op het zuidstrand bij reddingspost zuid. Watersportpaviljoen: bij het watersportpaviljoen

criter ia: voor de Watersportvereniging Zandvoort: lidmaatschap

4.2 SYSTEEM VERGUNNINGVERLENING EN WACHTLIJST

De vraag naar een vergunning voor het neerleggen, het afvaren en/of het aanlanden met een vaartuig op het strand van Zandvoort is groter dan het aantal vergunningen dat verleend kan worden. Indien het maximaal aantal vergunningen is verleend, staat de gemeente Zandvoort voor een keuze: de vergunning weigeren of een wachtlijst hanteren.

De normale lijn is het weigeren van de vergunning, echter dit kan leiden tot ongewenste eveneffecten. In de eerste plaats kan de gemeente overspoeld worden door aanvragen die ver vooruit lopen het seizoen waarvoor de vergunning wordt aangevraagd. Bij schaarste zal men zo vroeg mogelijk zijn aanvraag doen, om zeker te zijn van een vergunning. Dit kan ertoe leiden dat vele jaren voordat het betreffende seizoen begint de gemeente al aanvragen krijgt. Een ander effect is dat personen die reeds een vergunning hebben er niet op kunnen vertrouwen dat zij het jaar erop weer een vergunning hebben. De aanschaf van een vaartuig kan kostbaar zijn en eigenaren moeten tot op zekere hoogte erop kunnen vertrouwen dat zij een jaar later wederom een vergunning hebben. Aan de andere kant moeten ook nieuwkomers kans maken op een vergunning. De gemeente Zandvoort kiest er daarom voorom te werken met een wachtlijst.

De procedure met betrekking tot de verlening van vergunningen is als volgt:

Personen die in het jaar voorafgaand aan een seizoen een vergunning hadden, hebben voorrang bij de verlening van nieuwe vergunningen. Jaarlijks worden zij in december uitgenodigd om tussen 1 januari en 1 maart een aanvraag te doen. Indien de aanvraag tijdig is gedaan en voldoet aan gestelde eisen van de aanvraag, wordt de aanvraag gehonoreerd. Na 1 maart vervalt het voorrangsrecht. Na 1 maart geldt dat deze personen onderaan de wachtlijst worden geplaatst.

Personen die in het jaar voorafgaand aan een seizoen geen vergunning hadden, worden op een wachtlijst gezet. Na 1 maart worden nog openstaande plaatsen verleend aan degene die bovenaan de wachtlijst staat en heeft voldaan aan de gestelde eisen van de aanvraag. Hier geldt wie het eerst komt, het eerst maalt. Aanvragers aan wie geen vergunning kan worden verleend, maar wel hebben voldaan aan de eisen van de aanvraag krijgen een brief, waarin hun wordt medegedeeld op welke plaats van de wachtlijst zij staan.

Algemeen geldt dat aanvragen die niet voldoen aan de gestelde eisen van de aanvraag, na verzoek tot aanvulling, buiten behandeling zullen worden gelaten. Dit betekent dat de aanvrager ook niet op de wachtlijst zal worden geplaatst.

De gemeente hanteert drie wachtlijsten:

  • ·

    Wachtlijst plaatsen kampeerhuisjes

  • ·

    Wachtlijst seizoensplaatsen bij strandafgang 25

  • ·

    Wachtlijst incidentele vergunningen

4.3 REGISTRATIE

Vaartuigen waarvoor een vergunning is verleend, dienen te worden voorzien van een sticker, die door de gemeente bij de vergunning wordt meegeleverd. Dit betekent dat alle vaartuigen waarvoor een vergunning is verleend zijn gekenmerkt.

4.4 UITBANNING VAN BEPAALDE VAARTUIGEN

In artikel 5.3.5 van de APV wordt bepaald dat een aantal vaartuigen is verboden vanwege het gevaar voor de veiligheid van badgasten. Het betreft jetski’s, waterscooters of andere dergelijke door mechanische kracht voorbewogen vaartuigen. Deze vaartuigen brengen door hun snelheid de openbare orde en de veiligheid van de overige badgasten in gevaar. Tot op heden zijn snelle motorboten nog niet verboden op grond van de APV. Snelle motorboten moeten wel voldoen aan een aantal eisen van het Binnenvaartpolitiereglement (art 5.3.5, lid 5 APV). In de vergunningverlening wordt terughoudend opgetreden met betrekking tot het verlenen van vergunningen voor speedboten. Deze lijn wordt de komende jaren voortgezet.

In principe wordt alleen voor de commerciële pleziervaart voor dergelijke vaartuigen vergunning verleend. De grote hoeveelheid speedboten die de Zandvoortse kust aandoet, is overigens voornamelijk afkomstig uit IJmuiden. Op dit moment bestaat slechts sporadisch de mogelijkheid om tegen deze vaartuigen op te treden. Dit is met name het geval als zij aanlanden op het strand zonder vergunning.

5 TOT SLOT

De regulering van vaartuigen heeft vooral te maken met het waarborgen van de veiligheid op het strand. Daarom is het van belang om vaartuigen zoveel mogelijk te scheiden van de overige recreanten. De locaties voor vaartuigen zijn in het verleden zo gegroeid. Hoewel door sommigen misschien gewenst, is het niet mogelijk om zomaar een nieuwe locatie aan te wijzen, zonder radicale wijzigingen in de inrichting van het strand. Het is daarom niet mogelijk om zomaar meer vaartuigen op het strand toe te laten, zonder dat de veiligheid van recreanten wordt aangetast of andere groepen recreanten in ruimte moeten inboeten. Met dit beleid heeft het college naar een balans gezocht tussen de belangen van al die groepen recreanten die op het strand verblijven.