Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Lansingerland 2012

Geldend van 17-01-2013 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Lansingerland 2012

Artikel 1 Routeplanner

Routeplanner

De afstand tussen het woonadres en het schooladres is van belang voor het bepalen of een leerling recht heeft op leerlingenvervoer vanwege het afstandscriterium en om de kilometervergoeding te berekenen als ouders/verzorgers zelf hun kind naar school brengen. Het uitgangspunt bij de beoordeling van de aanvraag en voor de bekostiging van leerlingenvervoer is de kortste met de auto toegankelijke route. Het college maakt daarvoor gebruik van de routeplanner op www.anwb.nl, waarbij het gemiddelde aantal kilometers van de heen- en terugreis wordt gehanteerd.

Artikel 2 Buitenschoolse opvang: vervoer naar een opvangadres na schooltijd, anders dan het woonadres

Leerlingenvervoer is uitsluitend bedoeld voor vervoer naar en van school. In bepaalde gevallen staat het college vervoer toe naar een opvangadres na schooltijd, anders dan het woonadres. Onder een opvangadres na schooltijd valt in ieder geval niet: een adres voor een vorm van therapie, dagbehandeling of een sportvoorziening. Er valt in ieder geval wel onder: geregistreerde buitenschoolse opvang (BSO), geregistreerde gastouderopvang, opa of oma en buren. In andere gevallen beslist het college in het individuele geval of vervoer naar het adres is toegestaan.

Vervoer van school naar een opvangadres na schooltijd is mogelijk als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    De leerling maakt gebruik van aangepast vervoer.

  • 2.

    Er is één opvangadres naast het huisadres toegestaan.

  • 3.

    Er is sprake van een vast patroon, dat wil zeggen één vast adres op vaste dagen per week.

  • 4.

    Een volwassene is ter plekke aanwezig om de leerling op te vangen. De chauffeur draagt de leerling over aan een volwassene bij de taxibus. Het college draagt geen verantwoordelijkheid vanaf het moment dat de leerling de taxi heeft verlaten.

  • 5.

    Het vervoer vindt plaats in aansluiting op de reguliere eindtijd van de school volgens de schoolgids. Vervoer vanaf het opvangadres naar het thuisadres behoort in geen enkel geval tot de mogelijkheden.

  • 6.

    Indien het vervoer naar het opvangadres leidt tot individueel vervoer of om andere redenen leidt tot hogere kosten voor de gemeente dan het vervoer naar het woonadres, of langere reistijd voor de overige leerlingen, behoudt het college zich het recht voor het vervoer niet toe te staan. Het college behoudt zich de mogelijkheid voor om de eventuele hogere kosten door te berekenen aan de ouders/verzorgers, om op die manier toch het vervoer naar het opvangadres mogelijk te maken.

Artikel 3 Hardheidsclausule

De hardheidsclausule wordt niet toegepast als er alleen sprake is van de omstandigheid dat ouders/verzorgers wegens werkzaamheden of andere bezigheden de leerling niet naar school kunnen brengen.

Toelichting:

De verordening leerlingenvervoer kent een hardheidsclausule. Dat betekent dat in gevallen die niet in de verordening geregeld zijn en waarin dit tot een kennelijk onbillijke situatie zou leiden er met een beroep op deze bepaling alsnog bekostiging van leerlingenvervoer kan worden verleend.

Toepassing van de hardheidsclausule is bedoeld voor echt uitzonderlijke situaties, omdat het overgrote deel van de voorkomende situaties in de verordening is geregeld. Ook van de beleidsregels zelf kan worden afgeweken. Dit geldt dan eveneens voor situaties waarin de toepassing van de beleidsregels tot een kennelijk onbillijke uitkomst zou leiden. In deze beleidsregels is bepaald dat de hardheidsclausule in een aantal situaties niet zal worden toegepast. Met nadruk staat er dat dit geldt indien er alleen sprake is van de genoemde omstandigheid. De reden daarvan is dat ook ouders die geen aanspraak maken op leerlingenvervoer in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor het vinden van een oplossing voor het schoolvervoer wegens werk, opleiding of andere bezigheden. De genoemde omstandigheid kan wel in combinatie met andere relevante omstandigheden aanleiding zijn voor het toepassen van de hardheidsclausule.

Artikel 4 Ontzeggen van de toegang tot het vervoer door de gemeente

Het college kan een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer is verstrekt, tijdelijk of voor de rest van het schooljaar de toegang tot dit vervoer ontzeggen, als bij herhaling is gebleken dat de leerling door verwijtbaar gedrag of anderszins de orde in de bus verstoort of de veiligheid van bus en inzittenden in gevaar brengt.

Hierbij worden de volgende stappen ondernomen:

  • 1.

    Klachten worden in beginsel door de vervoerder opgelost.

  • 2.

    Na de melding van een klacht door de vervoerder bij de gemeente Lansingerland wordt een onderzoek opgestart. In het kader van dat onderzoek spreekt de beleidsmedewerker met vervoerder, chauffeur, ouders/verzorgers en/of school. Als na het onderzoek blijkt dat sprake is van verwijtbaar gedrag van de leerling, dan volgt een eerste waarschuwingsbrief aan de ouders/verzorgers van de leerling.

  • 3.

    Bij een volgende klacht wordt stap 2 herhaald en volgt een tweede waarschuwingsbrief. Het college zorgt in deze fase voor een extra zitplaats in de taxi om begeleiding van de leerling door één van de ouders/verzorgers mogelijk te maken. Als er een begeleider meegaat, anders dan de ouders/verzorgers en hier kosten aan verbonden zijn, dan zijn deze kosten voor de ouders/verzorgers.

  • 4.

    Bij een volgende klacht kan een schorsing van het leerlingenvervoer per direct volgen, voor een periode van één volle schoolweek. Er volgt een derde waarschuwingsbrief aan ouders/ verzorgers. Ouders/verzorgers houden altijd de verantwoordelijkheid voor het schoolbezoek van hun kinderen, dus ook in geval van schorsing uit het leerlingenvervoer.

  • 5.

    Bij een volgende klacht volgt met een vierde brief totale uitsluiting van het vervoer tot het einde van het schooljaar met een minimum van drie maanden exclusief schoolvakanties. Schorsing aan het einde van het schooljaar loopt dus door in het nieuwe schooljaar. Om na de schorsing opnieuw van het leerlingenvervoer gebruik te kunnen maken is een nieuwe aanvraag nodig. Ouders/verzorgers houden altijd de verantwoordelijkheid voor het schoolbezoek van hun kinderen, dus ook in geval van schorsing uit het leerlingenvervoer.