Nadere regels voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Houten

Geldend van 18-11-2016 t/m heden

Intitulé

Nadere regels voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Houten

Het college van Houten,

gelet op artikel 21, vierde lid, van de Verordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en op begraven op eigen terrein in de gemeente Houten;

besluit vast te stellen de volgende

NADERE REGELS VOOR GRAFBEDEKKINGEN OP DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATSEN IN DE GEMEENTE HOUTEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze nadere regels verstaan onder:

  • 1.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

  • 2.

    gedenkteken: steen, zerk of ander monument, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

  • 3.

    grafbeplanting: winterharde beplanting;

  • 4.

    graven met bijzondere waarde:  graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft;

  • 5.

    beschermde historische zones van de begraafplaats Prinses Ireneweg: de op de plattegrond van bijlage 1 geel omrande gebieden met een bijzonder historisch karakter.

 

Artikel 2. Aanvraag vergunning

  • 1. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een gedenkteken behoort een werktekening in tweevoud te worden ingediend.

  • 2. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het repareren of aanpassen van een gedenkteken van een graf met bijzondere waarde of gelegen in de beschermde historische zones van de begraafplaats Prinses Ireneweg (zie bijlage) behoort een werktekening in tweevoud te worden ingediend.

  • 3. Op deze werktekening dienen ten minste voor  te komen:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de vermelding of de letters etc. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s);

    • e.

      het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

    • f.

      de fundering.

    • g.

      en aanvullend voor graven met bijzondere waarde en/of gelegen in de zgn. beschermde historische zones van de Algemene Begraafplaats Prinses Ireneweg, indien van toepassing:

      • .

        de afmetingen van het bestaande grafmonument;

      • .

        het materiaal van het bestaande grafmonument;

      • .

        de locatie en ligging van het nieuwe grafmonument ten opzichte van de oude steen.

  • 4. Voor particuliere graven en urnengraven moet de vergunning worden aangevraagd door de rechthebbende en voor een algemeen graf, door degene die opdrachtgever was tijdens de uitvaart. Er is een machtiging van de rechthebbende of opdrachtgever vereist indien een derde een vergunning wil aanvragen.

Artikel 3. Beslissing

De beslissing op de aanvraag wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk medegedeeld.

 

Artikel 4. Gedenkteken

  • 1. Op een graf mogen maximaal twee gedenktekens worden aangebracht.Op een particulier graf mag één staand en één liggend (plat of schuin met een maximale hoek van 15 graden) gedenkteken of twee liggende gedenktekens worden aangebracht.

     

  • 2. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

  • 3. De lengte en de breedte van het gedenkteken mogen die van het graf niet overschrijden.

  • 4. De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

  • 5. Het gekozen materiaal mag geen afbreuk doen aan het aanzien van de begraafplaats.

  • 6. Het is verboden om een omranding of grind, marmergruis en dergelijke op een algemeen graf aan te brengen. Bij constatering wordt dit zonder meer verwijderd zonder dat de gemeente daarvoor tot enige schadevergoeding verplicht kan worden.

  • 7. Natuursteen banden van een omranding worden gesteld op een bewapende betonfundering.

  • 8. Bij toepassing van grind is een omranding en dichte ondergrond verplicht.

  • 9. Een staand gedenkteken mag uitsluitend aan de verst gelegen breedtezijde van het graf, gerekend vanaf het pad binnen het grafveld, worden aangebracht.

  • 10. De fundering van het grafmonument met behulp van palen is niet toegestaan op de begraafplaats.

  • 11. Staande gedenktekens dienen goed verankerd te zijn op een voetstuk, grondplaat of rand en van verbindingselementen (doken) te zijn voorzien.

  • 12. Liggende en staande gedenktekens, welke met banden worden gelegd, dienen te steunen op platen of randen van gewapend beton van tenminste vijf centimeter dikte. Het gedenkteken dient onlosmakelijk te zijn verbonden aan de fundering.

  • 13. Randen van natuursteen dienen een dikte van tenminste zes centimeter te hebben.

  • 14. De dikte van staande gedenktekens moet tenminste zes centimeter bedragen. Indien een staand gedenkteken groter is dan één vierkante meter, dan dient de dikte tenminste 10 cm te bedragen.

  • 15. Afdekplaten van (natuur)steen dienen tenminste drie centimeter dik te zijn.

  • 16. Zerken dienen tenminste tien centimeter dik te zijn (granieten zerken tenminste 8 centimeter).

  • 17. Op het gedenkteken of enig deel van de grafomranding mag geen firmanaam of enige andere reclame worden aangebracht.

  • 18. Voor gedenktekens van graven met bijzondere waarde en/of graven gelegen in de beschermde historische zones van de Algemene Begraafplaats Prinses Ireneweg gelden aanvullende voorwaarden ten behoeve van het behoud van het historische karakter van deze begraafplaats, namelijk:

    • .

      gebruik van gepolijste en wit marmeren stenen is niet toegestaan;

    • .

      het gebruik van metalen oplegletters is niet toegestaan;

    • .

      het gebruik van neutrale vormen en kleuren (geen glas);

    • .

      bij bijplaatsing van een nieuwe steen dient deze (qua  vorm, kleur en materiaal) een passend geheel te vormen met de historische grafsteen;

    • .

      bij bijplaatsing van een nieuwe steen kan deze plat, schuin (met een maximale hoek van 15 graden) of rechtop voor de historische steen komen; de nieuwe steen mag niet hoger zijn dan een halve meter; een staande steen dient minimaal één meter voor de historische steen te staan;

    • .

      bij een liggende historische steen kan een nieuwe grafsteen achter de historische steen geplaatst worden; de steen mag dan niet breder zijn dan de bestaande steen;

    • .

      een vergunning kan geweigerd worden wanneer er onvoldoende sprake is van het behoud van het historische karakter van het graf of het beschermde gebied.

Artikel 5. Maatvoeringen

  • 1.

    • a.

      Een gedenkteken op een algemeen graf van een volwassene mag van de eerst begravene op de achterste helft een lengte hebben van maximaal 100 centimeter, een breedte van maximaal 100 centimeter en een hoogte van maximaal 100 centimeter.

    • b.

      Een gedenkteken op een algemeen graf van een volwassene mag van de laatst begravene op de voorste helft een lengte hebben van maximaal 100 centimeter, een breedte van maximaal 100 centimeter en een hoogte van maximaal 50 centimeter.

    • c.

      Een gedenkteken op een algemeen kindergraf mag van de eerst begravene op de achterste helft een lengte hebben van maximaal 85 centimeter, een breedte van maximaal 100 centimeter en een hoogte van maximaal 100 centimeter. 

    • d.

      Een gedenkteken op een algemeen kindergraf mag van de laatst begravene op de voorste helft een lengte hebben van maximaal 85 centimeter, een breedte van maximaal 100 centimeter en een hoogte van maximaal 50 centimeter.

  • 2.

    • a.

      Op begraafplaats Oud Wulven mag een gedenkteken op een particulier graf van een volwassene een lengte hebben van maximaal 200 centimeter, een breedte van maximaal 100 centimeter en een hoogte van maximaal 150 centimeter.

      Op begraafplaats Prinses Ireneweg mag een gedenkteken op een particulier graf van een volwassene een lengte hebben van maximaal 200 centimeter, een breedte van maximaal 100 centimeter en een hoogte van maximaal 100 centimeter.

    • b.

      Op begraafplaats Oud Wulven mag een gedenkteken op een particulier kindergraf een lengte hebben van maximaal 175 centimeter, een breedte van maximaal 100 centimeter en een hoogte van maximaal 150 centimeter.

      Op begraafplaats Prinses Ireneweg mag een gedenkteken op een particulier kindergraf een lengte hebben van maximaal 175 centimeter, een breedte van maximaal 100 centimeter en een hoogte van maximaal 100 centimeter.

  • 3.

    • a.

      Een gedenkteken van een urn op een algemeen graf mag een lengte hebben van maximaal 100 centimeter, een breedte van maximaal 50 centimeter en een hoogte van maximaal 50 centimeter.

    • b.

      Een gedenkteken van een urn op een particulier graf mag een lengte hebben van maximaal 100 centimeter, een breedte van maximaal 100 centimeter en een hoogte van maximaal 100 centimeter.

  • 4. Een gedenkteken op een particuliere gedenkplaats mag een lengte hebben van maximaal 100 centimeter, een breedte van maximaal 100 centimeter en een hoogte van maximaal 100 centimeter.

  • 5. Zie artikel 4 lid 17 voor aanvullende en afwijkende eisen bij het (bij)plaatsen van stenen bij gedenktekens van graven met bijzondere waarde en/of graven gelegen in de zgn. beschermde historische zones van de begraafplaats Prinses Ireneweg.

  • 6. Een gedenkteken hoeft niet te voldoen aan de maximale maten in dit artikel, indien het al aanwezig was bij inwerkingtreding van deze regels en indien het tot stand is gekomen volgens de toen geldende regelgeving.

Artikel 6. Mogelijkheid ontheffing

Het college kan in uitzonderingsgevallen ontheffing verlenen voor de toepassing van andere afmetingen en materialen.

 

Artikel 7 Onderhoud en herstel

Conform artikel 22 lid 2 van de Beheerverordening Begraven is de rechthebbende of de gebruiker verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Er is sprake van onvoldoende onderhoud indien:

  • a.

    een onderdeel van een grafbedekking ten opzichte van andere onderdelen van het graf of het omliggende grondoppervlak meer dan 8 graden scheef staat; of

  • b.

    van een grafsteen, zerk of ander onderdeel van een grafbedekking meer dan 15 procent is afgebroken of beschadigd; of

  • c.

    het graf verzakt is, waardoor (een deel van) de grafbedekking lager is komen te liggen dan de omliggende grond; of

  • d.

    een grafsteen geheel is gebroken, of

  • e.

    gewassen op het graf tot buiten de rand van het graf of tot boven de maximaal toegestane hoogte van de grafbedekking groeien; of

  • f.

    meer dan de helft van de beplanting dood is; of

  • g.

    meer dan de helft van het groenoppervlak bestaat uit onkruid; of

  • h.

    zich op meer dan 20 procent van het hekwerk roest heeft gevormd;

en het graf hierdoor een verwaarloosde indruk maakt.

Voorts is sprake van onvoldoende onderhoud indien:

  • i.

    de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden; of

  • j.

    door een ondeugdelijk geworden constructie een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van een grafbedekking, tombe of grafkelder.

Artikel 8. Losse bloemen en planten

  • 1. Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen. Op een graf mogen eenjarige gewassen worden geplant.

  • 2. Op de verstrooiingsplaats mogen losse bloemen worden gelegd.  

  • 3. Kapotte, niet onderhouden en niet in gebruik zijnde vazen en bloembakken worden verwijderd.

Artikel 9. Beplanting

  • 1. De gewassen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door snoeien binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden.

  • 2. De hoogte van de gewassen mag niet meer zijn dan de maximaal toegestane hoogte van een gedenkteken op het graf. 

  • 3. Woekerende gewassen, zowel bovengronds als ondergronds zoals bijvoorbeeld bamboe zijn verboden, bij twijfel ter beoordeling van de beheerder.

  • 4. Gewassen op algemene graven mogen niet hoger zijn dan 50 centimeter.

  • 5. Gewassen op graven met bijzondere waarde en/of graven gelegen in de zgn. beschermde historische zones van de Algemene Begraafplaats Prinses Ireneweg mogen niet hoger zijn dan 50 centimeter .

  • 6. Gewassen die buiten bovengenoemde ruimte geplant worden, kunnen van gemeentewege verwijderd worden, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 10. Bijzondere bepalingen

  • 1. De werkzaamheden als hierboven omschreven mogen niet worden verricht:binnen één maand na de begraving en bij slechte terreingesteldheid, bijvoorbeeld vorst in de grond of tijdens opdooi.

  • 2.  Afval ontstaan bij de werkzaamheden behoort te worden verwijderd.

  • 3. Gebreken ontstaan ten gevolge van onvakkundig gebruik of plaatsing, behoren op een eerste aanzegging daartoe te worden hersteld.

  • 4. Transport kan niet overal, afzettingen mogen niet worden verwijderd.

  • 5. Schade ontstaan als gevolg van het gebruik van transportmiddelen en of hulpmiddelen wordt hersteld voor rekening van de veroorzaker.

  • 6. Banken of andere zitmeubelen op of naast de graven zijn niet toegestaan en worden meteen verwijderd zonder dat aanspraak gemaakt kan worden op vergoeding.

  • 7. De bedrijfsleider is gerechtigd zonder voorafgaande kennisgeving dode en uitgebloeide planten en bloemen en andere ontsierende elementen te verwijderen.

Artikel 11. Slotbepalingen

  • 1. De eerder op 7 februari 2012 vastgestelde Nadere regels grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Houten worden ingetrokken.

  • 2. Deze nadere regels treden in werking op dezelfde dag als deVerordening op het beheer en gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en op begraven op eigen terrein in de gemeente Houten.

  • 3. Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: Regels Grafbedekkingen.

  • Houten, 8 mei 2012,

     

    het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten

    de secretaris,

    de burgemeester,

    J. Wiegel

    C.H.J. Lamers

     

     

     

     

    Toelichting Regels grafbedekkingen

    Artikel 1.

    Het vereiste van een vergunning geldt ook voor de winterharde beplantingen op een graf. Niet ieder blijvend gewas is geschikt om op een graf te worden aangebracht. Sommige van deze gewassen kunnen de gedenktekens schaden. Overleg tussen de rechthebbende of belanghebbende en de beheerder van de begraafplaats over de keuze van winterharde beplanting is daarom gewenst.

     

    Artikel 2.

    Op de werktekeningen zullen ook gegevens moeten worden vermeld als de naam van de rechthebbende op het graf en de plaats van het graf (vak en nummer). Het materiaal en de grootte van de letters en figuren verdient aandacht, aangezien de bevestiging soms kan loslaten. In de praktijk vindt ten behoeve van de nabestaanden meestal een controle plaats of het werk overeenkomstig de opdracht is uitgevoerd. Daarom kan een volledige opgave van de tekst, het lettertype en de figuratie van betekenis zijn.

     

    Artikel 3.

    De bekendmaking van de beschikking van burgemeester en wethouders geschiedt door middel van toezending of uitreiking aan de aanvrager.

     

    Artikel 4 t/m 10

    Deze artikelen spreken voor zich.

     

     

     

    Bijlage: Lijst van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft (+ plattegrond).

     

     

Bijlage 1

 

Lijst van graven met bijzonder waarde (graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft) + plattegrond.

 

Algemene begraafplaats Prinses Ireneweg te Houten:

 

  • Vak A:

  • -

    Graven 8 (ook gemeentelijk monument), 11, 16, 21, 24, 27, 28, 31, 38, 39, 42, 43, 46, 54, 55 en 59.

  • -

    Vak D:

  • -

    Graven 1 t/m 3, 6, 8 t/m 10, 15, 18 t/m 22, 25, 29 t/m 32 en 34 t/m 37.(De stenen grafaanduidingspaaltjes dienen in alle gevallen beschermd te worden. Deze staan onder andere bij de graven D5, D23 en D24 die zelf niet op de lijst staan.)

  • -

    Vak E:

  • -

    Graven 1,3, 7, 11 (gemeentelijk monument), 15, 19, 33, 41, 45, 50 en 54.

  • Vak G:

  • -

    Graven 1, 2, 4, 20, 80, 88, 94, 103 t/m 105.

  • -

    Vak H:

  • -

    Het enige graf van vak H is tevens gemeentelijk monument.

 

(Zie ook de bijbehorende plattegrond. Hierop zijn ook de beschermde historische zones aangegeven)

plattegrond

 

 

Houten, mei 2012