Beleidsregels Onkostenvergoeding Vrijwilligerswerk

Geldend van 24-09-2009 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Onkostenvergoeding Vrijwilligerswerk

Het college is bevoegd voor de in de reikwijdte van de Asv genoemde beleidsterreinen, beleidsregels vast te stellen, waarin het subsidiebeleid ten aanzien van deze beleidsterreinen wordt omschreven. Deze regeling is hiervan een uitwerking.

Op de op basis van deze beleidsregel te verstrekken subsidies zijn tevens de hoofdstukken 1, 5 en 6 van de Asv van toepassing.

Doelvan deze regeling

Deze regeling is bedoeld om onkosten, die vrijwilligers in overwegende mate maken om hunvrijwilligerswerk (beter) te kunnen doen, (gedeeltelijk) te vergoeden. Hierbij gaat het niet om kosten ten behoeve van activiteiten. Het vrijwilligerswerk waarvoor onkosten gemaakt worden is in het belang van de inwoners van Zeist.Tevens kan deze regeling gebruikt worden door organisaties die voornamelijk uit vrijwilligers bestaan, om een tegemoetkoming te krijgen voor onkosten die zij maken om hun vrijwilligers te scholen.

Artikel 1: Begripsomschrijving

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: de van kracht zijnde Algemene subsidieverordening gemeente Zeist.

  • b.

    College: het college van burgemeester en wethouders.

  • c.

    Onkostenvergoeding: tegemoetkoming voor éénmalige onkosten van een vrijwilliger of een organisatie die voornamelijk bestaat uit vrijwilligers (vrijwilligersorganisatie).

  • d.

    Subsidieplafond: een bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies op grond van deze regeling.

  • e.

    Vrijwilliger: een persoon die in Zeist onbetaald werkzaamheden met een maatschappelijk belang verricht voor een organisatie zonder winstoogmerk (stichtingen, verenigingen).

  • f.

    Vrijwilligersorganisatie: rechtspersoon (meestal stichting of vereniging) die voornamelijk met vrijwilligers activiteiten uitvoert.

Artikel 2: Bevoegdheden

  • 1. Het college stelt jaarlijks het subsidieplafond vast.

  • 2. Het college verleent ontheffing van de verplichting een rechtspersoon te zijn aan de vrijwilliger die op basis van deze regeling subsidie aanvraagt. Een organisatie die op grond van deze regeling subsidie aanvraagt dient wel rechtspersoonlijkheid te hebben.

Artikel 3: Voorschriften

  • 1.

    De subsidieaanvraag bestaat uit:

  • • een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier OnkostenvergoedingVrijwilligerswerk

  • • een offerte of factuur en/of bankafschrift van de (te verwachten) onkosten.

  • 2.

    Een aanvraag door een vrijwilliger moet ondertekend worden door zowel de vrijwilliger zelf als door minimaal twee bestuursleden van de vrijwilligersorganisatie waar hij/zij werkzaam is.

  • 3.

    Vrijwilligers kunnen slechts één maal per twee jaar een aanvraag indienen.

  • 4.

    Per vrijwilligersorganisatie kunnen per jaar óf maximaal 3 vrijwilligers óf de organisatie zelf éénmaal beroep doen op deze regeling.

  • 5.

    De gemaakte kosten hebben een éénmalig karakter.

  • 6.

    De gesubsidieerde kosten moeten binnen 6 maanden na verlening worden gemaakt, daarna vervalt het recht op subsidie.

  • 7.

    Aanvragen kunnen zowel door de organisatie als door de vrijwilliger zelf worden ingediend.

  • 8.

    Kosten die gemaakt worden ten behoeve van woon (vrijwilligers)werk-verkeer komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 4: Verdeelregels

  • 1.

    Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst in behandeling genomen.

  • 2.

    Als het subsidieplafond bereikt is, worden alle volgende aanvragen afgewezen.

  • 3.

    Voor het bepalen van de volgorde van binnenkomst wordt een aanvraag pas geacht binnengekomen te zijn als deze compleet is.

  • 4.

    Per aanvraag door een natuurlijk persoon (Vrijwilliger) wordt een bedrag van maximaal € 350,- beschikbaar gesteld.

  • 5.

    Per aanvraag door een vrijwilligersorganisatie wordt een bedrag van maximaal€ 1.050,- beschikbaar gesteld.

Artikel 5: Subsidiebeschikking

Het college geeft in de subsidiebeschikking aan:

• hoe het subsidiebedrag berekend is;

• op welke wijze tot uitbetaling van de subsidie zal worden overgegaan;

• of, hoe en wanneer de subsidie verantwoord moet worden;

• aan welke verplichtingen de subsidieontvanger moet voldoen.

Artikel 6: Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na publicatie in de Nieuwsbode.

Per deze datum komt de regeling eenmalige onkostenvergoeding voor vrijwilligers(vastgesteld 17 februari 1998) te vervallen.

Artikel 7: Overgangsbepaling

Aanvragen die voor de datum van inwerkingtreding zijn ontvangen zullen conform de ouderegeling worden afgehandeld.