Instructie voor de leerplichtambtenaar gemeente Gilze en Rijen 2006

Geldend van 20-12-2006 t/m heden

Intitulé

Instructie voor de leerplichtambtenaar gemeente Gilze en Rijen 2006

Inhoudsopgave

Artikel 1. Begripsbepalingen

Artikel 2. Leerlingenadministratie en controle absoluut verzuim

Artikel 3. Leerlingdossier

Artikel 4. Verlof wegens andere gewichtige omstandigheden

Artikel 5. Relatief verzuim van leerplichtige jongeren

Artikel 6. Absoluut verzuim

Artikel 7. (Dreigend) voortijdig schoolverlaten van leerplichtige en niet-leerplichtige jongeren (met inbegrip van verwijdering)

Artikel 8. Vervangende leerplicht

Artikel 9. Vrijstelling van partiële leerplicht wegens het volgen van ander onderwijs

Artikel 10. Vrijstelling van de inschrijvingsplicht

Artikel 11. Aanwijzing deskundige

Artikel 12. Melding aan de Raad voor de Kinderbescherming

Artikel 13. Melding aan Bureau Jeugdzorg (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK))

Artikel 14. Melding aan de Arbeidsinspectie

Artikel 15. Jaarverslag

Artikel 16. Samenwerking in de regio

Artikel 17. Samenwerking met diensten en instellingen

Artikel 18. Beleidsontwikkeling

Artikel 19. Slotbepalingen

Bijlage 1. Diensten en instellingen waarmee wordt samengewerkt

Artikel 1. Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze instructie wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Leerplichtwet 1969;

  • b.

    ambtenaar: de ambtenaar, door burgemeester en wethouders van G benoemd in de functie van leerplichtambtenaar, die de eed of belofte als bedoeld in artikel 16 van de wet heeft afgelegd;

  • c.

    directeur: hoofd in de zin van artikel 1 onder d van de wet, dat wil zeggen degene die met de leiding van de school of de instelling is belast;

  • d.

    de ouders: de in artikel 2, eerste lid, van de wet bedoelde personen.

Artikel 2. Leerlingenadministratie en controle absoluut verzuim

(artikel 19 Leerplichtwet; artikel 3 Leerplichtregeling)

  • 1.

    Er is een leerlingenadministratie, die wordt bijgehouden door de administratief medewerker.

  • 2.

    In de leerlingenadministratie worden de persoonsgegevens opgenomen van alle in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens opgenomen personen in de leeftijd van 3 tot en met 22 jaar.

  • 3.

    De administratief medewerker neemt namens burgemeester en wethouders de in- en afschrijvingen van scholen en instellingen als bedoeld in artikel 18 van de wet in ontvangst. De ambtenaar doet zonodig voorstellen aan ons college voor het geven van nadere aanwijzingen aan de directeuren, met het oog op een doelmatige uitwisseling van gegevens.

  • 4.

    De administratief medewerker controleert jaarlijks, binnen vier weken na aanvang van het schooljaar, of de leerlingenlijsten van de scholen en instellingen ontvangen zijn. Hij onderneemt onverwijld actie naar directeuren van scholen en instellingen die in gebreke gebleven zijn.

  • 5.

    Blijkt uit het contact met de directeur dat deze verwijtbaar in gebreke blijft, dan kan de ambtenaar aan de politie verzoeken om proces-verbaal van de overtreding op te maken, daaraan het relaas van zijn bevindingen toe te voegen en het proces-verbaal aan de officier van justitie te zenden.

  • 6.

    De ambtenaar kan aan ons college een voorstel doen tot het opleggen van bestuursdwang of een last onder dwangsom jegens de directeur, indien hij van mening is dat deze maatregel kan bijdragen tot het opheffen van de overtreding dan wel het voorkomen van herhaling daarvan.

  • 7.

    De administratief medewerker controleert namens burgemeester en wethouders, binnen vier weken na aanvang van het schooljaar en telkens maandelijks of alle leerplichtigen en partieel leerplichtigen overeenkomstig de bepalingen van de wet als leerling op een school of onderwijsinstelling zijn ingeschreven. Indien dit niet het geval is, geeft de administratief medewerker de gegevens onverwijld in handen van de ambtenaar, die de acties onderneemt als omschreven in artikel 6 (Absoluut verzuim).

  • 8.

    De administratief medewerker controleert of een bericht van afschrijving van de ene school gekoppeld is aan een bericht van inschrijving op een andere school. Indien geen bericht van inschrijving is ontvangen, neemt de administratief medewerker contact op met de ouders van de (partieel) leerplichtige of de directeur van de ‘oude’ school.

  • 9.

    De administratief medewerker draagt zorg voor een goede overdracht van de relevante gegevens aan de nieuwe woongemeente als hij bericht ontvangt van inschrijving van een jongere in de basisadministratie persoonsgegevens van een andere gemeente. De ambtenaar bepaalt zonodig welke gegevens uit het leerlingdossier worden overgedragen aan de ambtenaar in de nieuwe woongemeente.

Artikel 3. Leerlingdossier

  • 1.

    De ambtenaar legt slechts een leerlingdossier aan over een jongere indien de ambtenaar mondelinge, telefonische, e-mail- of schriftelijke contacten heeft met de jongere of derden omtrent diens:

    • a.

      vervangende leerplicht;

    • b.

      vrijstelling van inschrijving;

    • c.

      vrijstelling van schoolbezoek;

    • d.

      (vermoeden van) absoluut verzuim;

    • e.

      (vermoeden van) relatief verzuim;

    • f.

      gedrag dat leidt tot bespreking in een zorgadviesteam;

    • g.

      gedrag dat leidt tot melding van maatregelen zoals schorsing; of

    • h.

      schoolverlaten zonder startkwalificatie.

  • 2.

    In de leerlingenadministratie wordt een aantekening gemaakt van het openen van een leerlingdossier.

  • 3.

    In het leerlingdossier neemt de ambtenaar de volgende gegevens op:

    • a.

      sociaal-fiscaal nummer, onderwijsnummer of administratienummer;

    • b.

      voornamen en achternaam;

    • c.

      geslacht;

    • d.

      geboortedatum en -plaats;

    • e.

      nationaliteit;

    • f.

      etniciteit;

    • g.

      naam, voornamen, voorletters, titulatuur, geslacht, adres, postcode, woonplaats, telefoonnummer en soortgelijke gegevens van de ouders, voogden of verzorgers;

    • h.

      school (scholen) van inschrijving, met gevolgde klassen en/of onderwijssoort;

    • i.

      kennisgeving(en) van beroep op vrijstelling van inschrijfplicht;

    • j.

      kennisgeving(en) van (vermoedelijk) schoolverzuim;

    • k.

      aanvragen en behandeling van aanvragen voor vrijstelling van schoolbezoek;

    • l.

      afschrift van correspondentie met betrekking tot de jongere;

    • m.

      verslagen van gesprekken met dan wel over de jongere;

    • n.

      aantekeningen en notities met betrekking tot de jongere.

  • 4.

    De ambtenaar verstrekt slechts gegevens uit het leerlingdossier aan derden binnen de grenzen die

daaraan worden gesteld door de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) en het Vrijstellingsbesluit Wbp, in het bijzonder artikel 20 van het Vrijstellingsbesluit.

Artikel 4. Verlof wegens andere gewichtige omstandigheden

(artikel 14, derde lid, tweede volzin Leerplichtwet)

  • 1.

    De ambtenaar bevestigt de ontvangst van een aanvraag en vermeldt in de ontvangstbevestiging de termijn waarbinnen hij een besluit zal nemen. Indien de periode tussen de ontvangst van de aanvraag en de aanvang van het gevraagde verlof korter is dan de termijn die redelijkerwijs nodig is om tot een besluit te komen, deelt de ambtenaar dit bij de ontvangstbevestiging aan de aanvrager mee en wijst hij de aanvrager op de mogelijkheid dat de aanvrager de wet overtreedt indien de aanvraag niet of niet geheel wordt gehonoreerd.

  • 2.

    De ambtenaar geeft de aanvrager een termijn van ten minste een week en ten hoogste drie weken om een onvolledig ingediende aanvraag aan te vullen. De ambtenaar kan hiervoor een formulier vaststellen.

  • 3.

    De ambtenaar hoort de directeur over de aanvraag en draagt er zorg voor dat het oordeel van de directeur over de aanvraag schriftelijk wordt vastgelegd.

  • 4.

    De ambtenaar draagt er zorg voor dat de zienswijze van de aanvrager bij een voorgenomen beslissing die geheel of gedeeltelijk van de aanvraag afwijkt, schriftelijk wordt vastgelegd.

  • 5.

    De ambtenaar kan de jongere in de gelegenheid stellen zijn zienswijze kenbaar te maken.

  • 6.

    De ambtenaar kan bepalen op welke plaats aan de directeur, de aanvrager of de jongere de gelegenheid wordt geboden om zienswijzen aan hem kenbaar te maken.

  • 7.

    De ambtenaar legt de behandeling van de aanvraag zorgvuldig vast in het leerlingdossier.

  • 8.

    De ambtenaar kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de behandeling en beoordeling van een aanvraag verlof te verlenen wegens andere gewichtige omstandigheden voor een periode van 10 schooldagen of minder. Indien de ambtenaar een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de ambtenaar de beslissing op de aanvraag mee.

  • 9.

    De ambtenaar kan aan de directeuren gevraagd of ongevraagd een advies geven omtrent het te voeren beleid met betrekking tot aanvragen voor verlof wegens andere gewichtige omstandigheden voor 10 schooldagen of minder, met het oog op het bevorderen van de rechtsgelijkheid.

Artikel 5. Relatief verzuim van leerplichtige jongeren

(artikelen 21 en 22 Leerplichtwet)

  • 1.

    De ambtenaar neemt namens burgemeester en wethouders de kennisgevingen van (ongeoorloofd) schoolverzuim in ontvangst. Hij legt van de leerling op wie de kennisgeving betrekking heeft een leerlingdossier aan, of voegt de kennisgeving in het reeds aanwezige leerlingdossier.

  • 2.

    De ambtenaar meldt aan degene die een kennisgeving heeft gedaan welke acties hij naar aanleiding van de kennisgeving onderneemt. Indien de kennisgeving niet door een directeur is gedaan, neemt de ambtenaar contact op met de betrokken directeur.

  • 3.

    De ambtenaar zoekt na ontvangst van een kennisgeving contact met de ouders, stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het gemelde verzuim te geven en informeert hen over de procedures en eventuele consequenties. Indien het verzuim een jongere van 12 jaar of ouder betreft, zoekt de ambtenaar in beginsel ook contact met de jongere zelf.

  • 4.

    Zowel van het gesprek met de ouders/verzorgers als met de jongere maakt de ambtenaar een verslag. De ambtenaar verstrekt aan de ouders en/of de jongere op hun verzoek een kopie van het gespreksverslag. Van de gemaakte gespreksverslagen maakt de ambtenaar een notitie in het leerlingdossier.

  • 5.

    De ambtenaar onderhoudt zo vaak als nodig, op eigen initiatief dan wel op verzoek, contact met de directeur van de school of de door de directeur aangewezen functionaris(sen) belast met de begeleiding van de jongere, met medewerkers van de instelling voor jeugdzorg die met de jongere en/of de ouders contact hebben, en met andere personen waarmee het contact van belang kan zijn om de verzuimsituatie zo vlot mogelijk te beëindigen.

  • 6.

    De ambtenaar legt een huisbezoek af wanneer hij dat nodig acht.

  • 7.

    De ambtenaar kan een bemiddelende rol vervullen ten behoeve van de jongere en de ouders bij het zoeken naar een andere school of een zo goed mogelijk passende leerroute.

  • 8.

    De ambtenaar draagt er zorg voor dat een kennisgeving van verzuim binnen een zo kort mogelijke periode wordt afgehandeld. De hoogste prioriteit ligt bij het beëindigen van de verzuimsituatie. Ter afronding van de afhandeling zendt de ambtenaar in ieder geval een schriftelijk bericht aan degene die de kennisgeving heeft gedaan, de ouders en, wanneer het een jongere van 12 jaar of ouder betreft, in beginsel ook aan de jongere zelf. De ambtenaar doet mededeling van de afhandeling aan anderen die bij de verzuimsituatie zijn betrokken.

  • 9.

    Blijkt uit de gesprekken als bedoeld in het derde lid dat geen sprake is van vrijstelling, en blijkt dat sprake kan zijn van verwijtbaar handelen of nalaten van de ouders en/of de jongere die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, dan verzoekt de ambtenaar aan de politie om de ouders en/of de jongere te horen en proces-verbaal op te maken, waarbij een relaas van de bevindingen van de ambtenaar wordt gevoegd, en dit naar de officier van justitie te zenden.

  • 10.

    De ambtenaar is bevoegd het laten opmaken van proces-verbaal achterwege te laten en de ouders en/of de jongere een schriftelijke waarschuwing te geven indien sprake is van

    • -

      verwijtbaar handelen of nalaten, doch geen kennelijke opzet tot het plegen van de overtreding; én

    • -

      een eerste overtreding; én

    • -

      verzuim van lichte aard is.

  • 11.

    De ambtenaar kan aan ons college een voorstel doen tot het opleggen van een last onder dwangsom indien hij van mening is, gezien de achtergrond en aard van de verzuimsituatie, dat deze maatregel kan leiden tot het opheffen van het verzuim dan wel het voorkomen van herhaling daarvan.

  • 12.

    Zodra de ambtenaar kennisneemt van schoolverzuim waarvan niet door een directeur is kennis gegeven, stelt de ambtenaar een onderzoek in naar de reden waarom de directeur het verzuim niet heeft gemeld. Blijkt de directeur onwillig of nalatig in het nakomen van deze verplichting, dan verzoekt de ambtenaar aan de politie om de directeur te horen en proces-verbaal op te maken, waarbij een relaas van de bevindingen van de ambtenaar wordt gevoegd, en dit naar de officier van justitie te zenden.

  • 13.

    De ambtenaar kan aan ons college een voorstel doen tot het opleggen van een last onder dwangsom jegens de directeur indien hij van mening is dat deze maatregel kan bijdragen tot het opheffen van de overtreding dan wel het voorkomen van herhaling daarvan.

  • 14.

    De ambtenaar kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de aanpak van het verzuim van een bij de school ingeschreven jongere. Indien de ambtenaar een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de ambtenaar mee op welke wijze hij met het advies omgaat.

  • 15.

    De ambtenaar kan aan de directeuren gevraagd of ongevraagd een advies geven omtrent het te voeren beleid met betrekking tot het registreren van verzuim en het doen van kennisgevingen van verzuim, met het oog op het bevorderen van een effectief verzuimbestrijdingsbeleid en de rechtsgelijkheid. De ambtenaar kan directeuren uitnodigen om eerder een kennisgeving van verzuim in te dienen dan de wet voorschrijft indien dat doelmatig is met het oog op de verzuimbestrijding.

Artikel 6. Absoluut verzuim

(artikelen 3 en 4b Leerplichtwet)

  • 1.

    Indien hem blijkt dat een leerplichtige of partieel leerplichtige jongere niet als leerling is ingeschreven zonder dat een grond voor vrijstelling aanwezig is, onderzoekt de ambtenaar of wegens een administratieve onvolkomenheid een bericht van inschrijving ontbreekt.

  • 2.

    Indien van een administratieve onvolkomenheid niet is gebleken, zoekt de ambtenaar contact met de ouders en stelt hen in de gelegenheid om nadere uitleg over het achterwege blijven van een inschrijving te geven. In ieder geval indien het een jongere betreft die de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt, zoekt de ambtenaar tevens contact met de jongere.

  • 3.

    Indien de jongere vóór het intreden van de situatie van absoluut verzuim wel op een school of instelling ingeschreven is geweest, neemt de ambtenaar contact op met de directeur van die school of instelling en vraagt diens zienswijze over het opgetreden absolute verzuim.

  • 4.

    Artikel 5, leden 4 tot en met 11, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7. (Dreigend) voortijdig schoolverlaten van leerplichtige en niet-leerplichtige jongeren (met inbegrip van verwijdering)

(artikel 18, eerste lid, Leerplichtwet, artikelen 28 en 118h WVO, artikelen 47a en 162b WEC, artikelen 8.1.8. en 8.3.2 WEB)

  • 1.

    De ambtenaar neemt namens burgemeester en wethouders kennis van een (voorgenomen) beslissing tot verwijdering van een leerling, van een kennisgeving van afschrijving en van de melding van voortijdig schoolverlaten.

  • 2.

    Als het bericht betrekking heeft op een jongere die niet meer leerplichtig is, draagt de ambtenaar de informatie onverwijld over aan de betrokken RMC-functionaris. In dat geval zijn de overige leden van dit artikel niet van toepassing.

  • 3.

    De ambtenaar onderzoekt of van de jongere een leerlingdossier aanwezig is. Zonodig draagt de ambtenaar er zorg voor dat een leerlingdossier wordt aangemaakt en dat de melding in het dossier wordt opgenomen.

  • 4.

    Artikel 5, leden 3 tot en met 11, zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 5.

    Zodra de ambtenaar kennisneemt van verwijdering die niet overeenkomstig de wettelijke bepalingen is gemeld, stelt de ambtenaar een onderzoek in naar de oorzaak hiervan. Als de directeur onwillig of nalatig is in het nakomen van deze verplichting, dan verzoekt de ambtenaar aan de politie om de directeur te horen en proces-verbaal op te maken, waarbij een relaas van de bevindingen van de ambtenaar wordt gevoegd, en dit naar de officier van justitie te zenden.

  • 6.

    De ambtenaar kan aan een directeur op diens verzoek advies geven over de aanpak van het voorkomen van verwijdering van een bij de school ingeschreven jongere. Indien de ambtenaar een dergelijk advies geeft, deelt de directeur aan de ambtenaar mee op welke wijze hij met het advies omgaat.

Artikel 8. Vervangende leerplicht

(artikelen 3a en 3b Leerplichtwet)

  • 1.

    De ambtenaar besluit namens ons college over aanvragen tot het toestaan van vervangende leerplicht, als bedoeld in de artikelen 3a en 3b van de wet.

  • 2.

    Blijkt aan de ambtenaar dat een jongere vermoedelijk in de omstandigheden verkeert als bedoeld in artikel 3a dan wel 3b van de wet, dan draagt de ambtenaar er zorg voor dat de noodzakelijke gesprekken met betrekking tot het aangepaste onderwijs- en begeleidingsprogramma en de praktijktijd (artikel 3a) dan wel arbeid van lichte aard (artikel 3b) worden gevoerd.

  • 3.

    De ambtenaar draagt er zorg voor dat de afspraken die in de gesprekken worden gemaakt schriftelijk worden vastgelegd. Hij draagt er zorg voor dat de vastgelegde afspraken in het leerlingdossier worden opgenomen en hij draagt er zorg voor dat degenen die betrokken zijn bij het ontwerpen van het aangepaste onderwijs- en begeleidingsprogramma en de inrichting van de praktijktijd dan wel de arbeid van lichte aard over de gemaakte afspraken worden geïnformeerd.

  • 4.

    De ambtenaar draagt er zorg voor dat het programma op voor hen begrijpelijke wijze aan de ouders en de jongere wordt uitgelegd en hij draagt er zorg voor dat de ouders het verzoek tot het toestaan van vervangende leerplicht ondertekenen en indienen.

  • 5.

    De ambtenaar informeert de Arbeidsinspectie over de toestemming voor vervangende leerplicht die op grond van artikel 3b is verleend.

Artikel 9. Vrijstelling van partiële leerplicht wegens het volgen van ander onderwijs

(artikel 15 Leerplichtwet)

  • 1.

    De ambtenaar besluit namens ons college op een aanvraag tot toepassing van de vrijstelling als bedoeld in artikel 15 van de wet.

  • 2.

    Bij de beoordeling of de jongere op andere wijze voldoende onderwijs geniet, slaat de ambtenaar acht op:

    • -

      de vraag of het onderwijs bijdraagt aan het bereiken van een startkwalificatie; en

    • -

      de vraag of de hoeveelheid tijd die met het onderwijs is gemoeid in redelijke verhouding staat tot de omvang van het onderwijs bij een programma krachtens de partiële leerplicht.

Artikel 10. Vrijstelling van de inschrijvingsplicht

(artikel 5 aanhef en onder a, b en c, artikelen 6, 7, 8 en 9 Leerplichtwet).

  • 1.

    De ambtenaar neemt namens ons college de kennisgeving als bedoeld in artikel 6 van de wet in ontvangst. Hij zendt de ouders een ontvangstbevestiging waarin hij meedeelt op welke termijn de ouders een bericht zullen ontvangen over de ontvankelijkheid van het beroep op vrijstelling.

  • 2.

    Indien het vermoeden bestaat dat ouders een beroep willen doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder a, draagt de ambtenaar er zorg voor dat de aangewezen deskundige [op zo kort mogelijke termijn] de jongere onderzoekt en een schriftelijke verklaring omtrent de geschiktheid van de jongere geeft.

  • 3.

    Indien de kennisgeving betrekking heeft op de grond bedoeld in artikel 5 onder a, dan is de termijn voor een bericht aan de ouders na ontvangst van de verklaring van de deskundige.

  • 4.

    Indien de ouders een beroep willen doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder b, dan is de termijn voor een bericht aan de ouders ten hoogste zes weken. Als gegronde redenen aanwezig zijn voor een langere termijn, dan deelt de ambtenaar deze termijn aan de ouders mee.

  • 5.

    Indien de ouders een beroep doen op de grond bedoeld in artikel 5 onder b, dan onderzoekt de ambtenaar de bij de kennisgeving overgelegde bescheiden. Hij nodigt de ouders uit voor een mondelinge toelichting op het beroep. Hij onderzoekt of de bedenkingen daadwerkelijk de richting van het onderwijs betreffen. Hij gaat na of de jongere eerder op een school of instelling ingeschreven is geweest.

  • 6.

    In het bericht aan de ouders, bedoeld in het eerste lid, deelt de ambtenaar aan de ouders mee of de ontvangen kennisgeving voldoet aan de eisen van de wet. Hij deelt tevens de gevolgen mee die verbonden zijn aan het al dan niet voldoen aan de eisen van de wet.

  • 7.

    Indien de kennisgeving niet aan de eisen van de wet voldoet, geeft de ambtenaar de ouders een redelijke termijn, die doorgaans niet langer zal zijn dan vier weken, om de jongere alsnog in te schrijven op een school of instelling.

  • 8.

    Indien de kennisgeving wel aan de eisen van de wet voldoet, deelt de ambtenaar aan de ouders mee voor welke periode de vrijstelling geldt en voor welke datum zij een kennisgeving moeten indienen indien zij opnieuw een beroep op een vrijstellingsgrond willen doen.

  • 9.

    Indien de kennisgeving betrekking heeft op de grond bedoeld in artikel 5 onder c, en de omstandigheden zijn van dien aard dat (nog) geen verklaring van de directeur van de buiten Nederland gelegen school of inrichting van onderwijs kan worden overgelegd, dan deelt de ambtenaar aan de ouders mee op welke wijze, en op welk moment, door hen zal moeten worden aangetoond dat de jongere in het buitenland onderwijs heeft genoten.

  • 6.

    De ambtenaar informeert de Arbeidsinspectie over de vrijstelling van de inschrijvingsplicht als deze betrekking heeft op jongeren die 16 jaar of ouder zijn.

Artikel 11. Aanwijzing deskundige

(artikel 7 Leerplichtwet)

De ambtenaar schakelt telkens wanneer dat nodig is een arts, pedagoog of psycholoog in die een verklaring omtrent de geschiktheid tot toelating tot een school of instelling afgeeft.

Artikel 12. Melding aan de Raad voor de Kinderbescherming

(artikel 22, lid 4 Leerplichtwet)

Indien de politie, op verzoek van de ambtenaar, proces-verbaal aan de officier van justitie zendt met betrekking tot ouders dan wel een jongere die reeds eerder zijn veroordeeld wegens overtreding van de wet, ontvangt de Raad voor de Kinderbescherming een afschrift van het proces-verbaal.

Artikel 13. Melding aan Bureau Jeugdzorg

Indien de ambtenaar bij een onderzoek komt tot het vermoeden van verwaarlozing van de belangen van een kind, kan hij een rapport van zijn bevindingen naar het Bureau Jeugdzorg (AMK) sturen met het verzoek om een onderzoek te doen. Hij deelt zijn beslissing om een rapport aan het Bureau Jeugdzorg te zenden in beginsel mee aan de betrokken ouders. Hij neemt het rapport op in het leerlingdossier.

Artikel 14. Melding aan de Arbeidsinspectie

(artikel 23 Leerplichtwet)

De ambtenaar draagt zorg voor een goede informatieverstrekking aan de Arbeidsinspectie met

betrekking tot:

  • a)

    jongeren waarvoor vervangende leerplicht is goedgekeurd op grond van artikel 3b van de wet;

  • b)

    jongeren waarvoor vrijstelling van de inschrijfplicht bestaat op grond van artikel 5, onder a of b, van de wet, en die 16 jaar of ouder zijn;

  • c)

    jongeren waarvan hij bemerkt dat deze in strijd met de voorschriften arbeid verrichten.

Artikel 15. Jaarverslag

(artikel 25 Leerplichtwet)

  • 1.

    De ambtenaar doet jaarlijks een voorstel aan burgemeester en wethouders voor het jaarlijks voor 1 oktober uit te brengen verslag aan de gemeenteraad over het in het afgesloten schooljaar in de gemeente gevoerde leerplichtbeleid.

  • 2.

    De ambtenaar voert het overleg met de instanties en organisaties wier handelen (mede) in het voorstel voor het jaarlijkse verslag aan de orde wordt gesteld.

  • 3.

    De ambtenaar en de administratief medewerker dragen er zorg voor dat de gegevens voor het jaarlijks aan de minister uit te brengen verslag inzake de omvang en behandeling van het schoolverzuim tijdig, volgend op het schooljaar, beschikbaar zijn.

Artikel 16. Samenwerking in de regio

(artikel 16, lid 4 onder c Leerplichtwet)

  • 1.

    De ambtenaar voert overleg met de ambtenaren van de andere gemeenten in de regio over de uitvoering van de taken krachtens de Leerplichtwet. De ambtenaar neemt zonodig het initiatief tot het bijeenroepen van het bedoelde overleg.

  • 2.

    De ambtenaar draagt bij aan een optimaal toezicht op de naleving van de wet door in het regionale overleg voorstellen in te brengen over onderwerpen waarvoor regionale afspraken bijdragen aan een doelmatige bestrijding van schoolverzuim en/of voortijdig schoolverlaten.

  • 3.

    De ambtenaar doet in het regionale overleg zonodig voorstellen over:

    • -

      de toepassing van artikel 14 van de wet (vrijstellingsgronden);

    • -

      de richtlijnen op regionaal niveau inzake het verlenen van verlof op grond van artikel 11 aanhef en onder f en g van de wet (extra vakantieverlof respectievelijk andere gewichtige omstandigheden);

    • -

      de wijze waarop contact wordt onderhouden met de officier van justitie in het kader van de toepassing van artikel 22 van de wet (onderzoek door de ambtenaar).

  • 4.

    De ambtenaar pleegt overleg met de ambtenaar van de woongemeente van een jongere indien de ambtenaar in zijn contacten met scholen, instellingen of instanties bemerkt dat sprake kan zijn van een overtreding van de wet of een bedreiging van de schoolloopbaan van de jongere die niet is ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens van Gilze en Rijen.

Artikel 17. Samenwerking met diensten en instellingen

(artikel 16, lid 4 onder d Leerplichtwet)

De ambtenaar werkt samen met een of meer van de instellingen opgenomen in bijlage 1, zo vaak hij, de betrokken ouders of jongere dat nuttig of wenselijk acht met het oog op een zo goed mogelijk verlopende schoolloopbaan van de jongere.

Artikel 18. Beleidsontwikkeling

  • 1. De ambtenaar draagt er zorg voor dat de ervaringen met de uitvoering van de leerplichttaken binnen de gemeente, kwantitatief en kwalitatief, op een systematische wijze worden verzameld en legt deze voor aan de ambtenaar die verantwoordelijk is voor het gemeentelijke beleid.

  • 2. De ambtenaar blijft goed op de hoogte van de regionale, provinciale en landelijke ontwikkelingen die voor de uitvoering van de leerplichttaken van belang zijn en legt deze voor aan de ambtenaar die verantwoordelijk is voor het gemeentelijke beleid.

Artikel 19. Slotbepalingen

  • 1. Deze instructie treedt in werking direct na vaststelling door het college van burgemeester en wethouders. Zaken die op het tijdstip van inwerkingtreding bij de ambtenaar in behandeling zijn, worden zo veel mogelijk overeenkomstig deze instructie behandeld, tenzij de belangen van de jongere daardoor geschaad worden.

  • 2. De regeling wordt aangehaald als ‘Instructie voor de leerplichtambtenaar gemeente Gilze en Rijen 2006.’

Bijlage 1. Diensten en instellingen waarmee wordt samengewerkt

Interne diensten/afdelingen (Bevolking, Voorlichting, Sociale Zaken)

Scholen voor primair onderwijs

Scholen voor speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs

Scholen voor voortgezet onderwijs

Instellingen voor partieel onderwijs en beroepsonderwijs (ROC, AOC)

Regionale expertisecentra (so-vso)

Permanente commissie leerlingenzorg

Samenwerkingsverband vo-vso

Inspectie voor het onderwijs

Sociaal Pedagogische Dienst

Reboundvoorzieningen

Diagnose-indicatieteam

Bureau Jeugdzorg

Bureau Jeugdzorg, sector AMK

Bureau Jeugdzorg, sector jeugdreclassering

Raad voor de kinderbescherming

RIAGG

GGD, afdeling jeugdgezondheidszorg

Bureau Halt

Kantongerecht

Rechtbank

Officier van justitie belast met jeugdzaken

Politie, regio Midden en West Brabant

Centrum voor Werk en Inkomen

Arbeidsinspectie

Sociale Verzekeringsbank