Mandatering aanwijzing toezichthouders prostitutiebeleid

Geldend van 26-09-2002 t/m heden

Intitulé

Mandatering aanwijzing toezichthouders prostitutiebeleid

Mandatering aanwijzing toezichthouders prostitutiebeleid

De op 1 oktober 2001 in werking getreden ´Nota Prostitutiebeleid´ heeft er mede voor gezorgd dat er al geruime tijd een regionaal toezichtsteam van het politiekorps actief is. Om op goede wijze uitvoering te kunnen blijven geven aan toezicht op de naleving van het gestelde in hoofdstuk 3 van de APV (Bordelen, sexwinkels, seksclubs, enz.) en het gemeentelijk beleid hieromtrent, is het nodig dat medewerkers van het politiekorps Midden- en West Brabant aangewezen worden als toezichthouders zoals beschreven in hoofdstuk 6 van de APV. Dit is nodig om in het kader van het toezicht de betrokken bedrijven c.q. gebouwen binnen te treden.

  • 1.

    De korpschef van het politiekorps Midden- en West Brabant mandaat te verlenen tot het namens de gemeente Gilze en Rijen nemen, intrekken en wijzigen van besluiten tot het aanwijzen van toezichthouders als bedoeld in artikel 6.1a van de Algemene Plaatselijke Verordeningen behoeve van het houden van toezicht op de in de Algemene Plaatselijke Verordening vastgestelde algemeen verbindende voorschriften, geboden en verboden almede op de op deze verordening gebaseerde besluiten en beschikkingen en de daarin gestelde voorschriften welke verband houden met toezicht op en naleving van het gemeentelijk prostitutiebeleid.

  • 2.

    De korpschef van het politiekorps Midden- en West Brabant mandaat te verlenen tot het afgeven van legitimatiebewijzen als bedoeld in artikel 5:12 van de algemene wet bestuursrecht aan de politieambtenaren als bedoeld in punt 1 van dit besluit.

  • 3.

    Dat de aanwijzing, als bedoeld in punt 1 van dit besluit, slechts kan en mag geschieden aan de politieambtenaren welke werkzaam zijn voor het politiekorps Midden- en West Brabant.

  • 4.

    Ondermandatering toe te staan onder 1 en 2 gestelde aan de districtschef van het betrokken politiedistrict.

  • 5.

    Aan het mandaat als gesteld onder en het ondermandaat als geteld onder 4 de voorwaarde te verbinden dat aangewezen toezichthouders onverwijld rapporteren betreffende werkzaamheden welke door hen als toezichthouders op grond van dit besluit zijn uitgevoerd.

  • 6.

    Dat aangewezen politieambtenaren zich dienen te houden aan het door de bestuursorganen vastgestelde prostitutiebeleid.