Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Geldend van 15-06-2001 t/m heden

Intitulé

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

De raad van de gemeente Gilze en Rijen;

gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de brandweerwet 1985, artikel 8, tweede lid, van de Woningwet, artikel 8.11, derde lid, en 8.40 van de Wet milieubeheer en artikel 149 van de Gemeentewet;

gezien het advies van de commissie ABZ;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 mei 2001;

overwegende dat:

burgemeester en wethouders de zorg hebben voor:

  • a.

    het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

  • b.

    het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet, tot de taak van de brandweer behoort;

burgemeester en wethouders andere werkzaamheden, dan hierboven bedoeld, kunnen aanwijzen die de gemeentelijke brandweer verricht;

de brandbeveiligingsverordening voorschriften bevat omtrent het gebruik van inrichtingen voor zover dit geen bouwwerken zijn als bedoeld in de Woningwet en de Bouwverordening;

de Bouwverordening voorschriften bevat omtrent het gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, en standplaatsen, waaronder in elk geval zijn begrepen voorschriften met betrekking tot onder meer brandveiligheid;

de Wet Milieubeheer beoogt het milieu te beschermen, onder meer door de brandveiligheid te bevorderen;

het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen,

b e s l u i t:

vast te stellen de: Verordening brandveiligheid en hulpverlening.

Artikel 1, Begripsomschrijvingen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    repressieve taken:

    1e het beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

    2e het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

    3e de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet;

  • b.

    preventieve taken:

    1e het voorkomen en beperken van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

    2e de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet;

    3e de uitvoering van de voorschriften met betrekking tot het brandveilig gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, en standplaatsen;

    4e de uitvoering van de brandbeveiligingsverordening.

Artikel 2, Gemeentelijke brandweer.

Burgemeester en wethouders beschikken over een gemeentelijke brandweer.

Aritkel 3, Taken brandweer.

De taken van de gemeentelijke brandweer bestaan, behoudens de in artikel 5 aan de Regionale Brandweer opgedragen taken, uit:

  • 1.

    de feitelijke uitvoering van de preventieve en repressieve taken;

  • 2.

    andere dan de onder 1. genoemde werkzaamheden, voor zover deze niet te maken hebben met het wegnemen van onmiddellijk gevaar voor mens en dier, te weten: a. het beperken en bestrijden van milieu-incidenten;

    • b.

      het uitvoeren van wachtdiensten bij grote evenementen met een risico ten aanzien van openbare orde en veiligheid;

Artikel 4, Beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening.

Burgemeester en wethouders leggen de gemeenteraad eenmaal per drie jaar een plan voor op welke wijze aan de inhoud van in artikel 3 omschreven taken uitvoering zal worden gegeven (beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening).

Dit plan omvat in elk geval een omschrijving van de financiële en personele middelen die beschikbaar moeten zijn voor de uitvoering van de preventieve en repressieve taken.

Artikel 5, Regionale taken.

De aan de Regionale Brandweer overgedragen taken bestaan uit:

  • a.

    alle uit de in artikel 3, tweede lid, van de Brandweerwet 1985 opgedragen taken;

  • b.

    alle taken die voortvloeien uit de tussen Gilze en Rijen en de Regionale Brandweer afgesloten convenanten;

  • c.

    alle taken zoals vastgelegd in het Dekkingsplan.

Artikel 6, Personeel.

Het personeel van de gemeentelijke brandweer met preventieve en/of repressieve taken bestaat uit:

  • a.

    één commandant;

  • b.

    één plaatsvervangend commandant ;en tenminste:

  • a.

    3 officieren;

  • b.

    16 onderofficieren;

  • c.

    52 brandwachten;

  • d.

    1 preventiefunctionarissen.

Artikel 7, Opleiding en oefening.

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de opleiding en oefening van het brandweerpersoneel, die voor de taakuitoefening noodzakelijk zijn.

Artikel 8, Instructie commandant.

De commandant heeft de algemene leiding en het bevel over de brandweer, overeenkomstig de voor hem door burgemeester en wethouders vastgesteld instructies.

Artikel 9, Materieel.

  • 1. Het materieel van de gemeentelijke brandweer bestaat tenminste uit:

    • a.

      4 tankautospuiten;

    • b.

      2 personeel/materiaalwagens;

    • c.

      1 motorspuitaanhanger;

    • d.

      daarnaast al het materieel waarop op grond van de gemeenschappelijke regeling van de Regionale Brandweer Midden Brabant een beroep kan worden gedaan.

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen de plaats waar en de wijze waarop het materieel en de overige goederen van de brandweer worden ondergebracht.

Artikel 10, Bluswatervoorziening.

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor zodanige bluswatervoorziening en de bereikbaarheid daarvan, dat de brandbestrijding te allen tijde zoveel mogelijk gewaarborgd is.

Artikel 11, Citeertitel en in werking treden.

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als:

    Verordening brandveiligheid en hulpverlening.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking.

  • 3.

    Op de in het tweede lid genoemde datum vervalt de Organisatieverordening Brandweer 1996, vastgesteld bij raadsbesluit van 26 februari 1996.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 mei 2001.
DE RAAD VOORNOEMD,
De voorzitter, De secretaris,