Regeling vervallen per 14-11-2013

Beleidsregels toepassing Wet Bibob

Geldend van 19-04-2012 t/m 13-11-2013

Intitulé

Beleidsregels toepassing Wet Bibob

Beleidsregels toepassing Wet Bibob

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Uden, ieder zoveel hun bevoegdheden betreft;

overwegende dat de Wet Bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur, ook: Wet Bibob, hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden, welke wordt ingevuld door deze beleidsregels die voortkomen uit de beleidsnota Wet Bibob;

gelet op de artikelen 7, 3 en 1, eerste lid sub c Wet Bibob en artikel 4 Besluit BIBOB;

b e s l u i t e n

vast te stellen de

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    wet : Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

  • b.

    bestuursorgaan : de burgemeester of het College;

  • c.

    betrokkene : de aanvrager of vergunninghouder;

  • d.

    onderzoek : met toepassing van de wet wordt beoordeeld of er redenen zijn om de aanvraag te weigeren;

  • e.

    advies : het advies als bedoeld in artikel 9 van de wet;

  • f.

    het bureau : het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, als bedoeld in artikel 8 van de wet.

Artikel 2. Toepassingsbereik van de Wet Bibob

  • 1. Het bestuursorgaan kan de wet toepassen bij het zich voordoen van een of meer van de in artikel 3 genoemde indicatoren met betrekking tot vergunningen zoals vermeld in:

    • a.

      artikel 3 van de Drank- en Horecawet; niet zijnde een vergunning in de zin van artikel 4 van de Drank- en horecawet;

    • b.

      artikel 2.1 Verordening speelautomatenhallen Uden voor het vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal;

    • c.

      artikel 3.4 Algemene plaatselijke verordening gemeente Uden voor het exploiteren van een seksinrichting of escortbedrijf, met inbegrip van het wijzigen daarvan;

    • d.

      artikel 2.30c van de Algemene plaatselijke verordening, voor het vestigen en exploiteren van een horecabedrijf.

  • 2. Het bestuursorgaan zal de wet in beginsel toepassen in de gevallen waarin de officier van justitie op basis van artikel 26 van de wet, wijst op de wenselijkheid een advies van het bureau aan te vragen.

Artikel 3. Indicatoren

De indicatoren als bedoeld in artikel 2 zijn:

  • a.

    omstandigheden die de gemeente doen vermoeden dat ernstig gevaar bestaat dat de vergunning zal worden gebruikt zoals aangegeven in artikel 3, eerste lid van de wet;

  • b.

    overige omstandigheden die de gemeente doen vermoeden blijkens sub a, zijn onduidelijkheid over

    • 1.

      het niet of niet volledig invullen van het vragenformulier uit deze beleidsregels, voorzover het vragen betreffen in de zin van artikel 30, tweede lid van de wet;

    • 2.

      de bedrijfsstructuur;

    • 3.

      de activiteiten in (directe omgeving van) de onderneming;

    • 4.

      de financier(ing) van het bedrijf of de onderneming;

    • 5.

      de omstandigheden in de persoon van de aanvrager;

    • 6.

      de eigenaar van het pand waarin de onderneming is gevestigd, of

    • 7.

      de inventaris van de inrichting.

Artikel 4. Onderzoek

  • 1.Het onderzoek bestaat uit:

  • a. het beoordelen van de vergunning, ontheffing of de aanvraag daartoe en de daarbij overgelegde gegevens, mede aan de hand van bij het bestuursorgaan bekende feiten en omstandigheden;

  • b. het verzamelen, bewerken en analyseren van informatie die al dan niet door middel van het in de in bijlage 1 bedoelde vragenformulier “gemeentelijk vragenformulier BIBOB-vergunning” en de daarbij te voegen bijlagen is verstrekt door de aanvrager en gegevens die zijn verkregen uit informatiebronnen die het bestuursorgaan volgens de wet kan raadplegen.

    2.Indien het onderzoek onvoldoende uitsluitsel geeft over de mate van gevaar dat de in artikel 3 van de wet bedoelde feiten en omstandigheden zich zullen voordoen of de ernst daarvan, wordt:

  • a. het onderzoek uitgebreid met de aanvullende informatie uit de in bijlage 2 of 3 bedoelde Vragenformulieren Model Natuurlijke en Rechtspersonen, en indien aan de hand van die informatie, de onzekerheid over het gevaar blijft bestaan;

  • b. advies ingewonnen bij het bureau.

Artikel 5. Informatieverstrekking

  • 1. Bij toepassing van de wet in de zin van artikel 2 lid moet betrokkene naast de gebruikelijke aanvraagformulieren, de vragenformulieren invullen uit bijlage 1, en na uitbreiding van het onderzoek in de zin van artikel 4: bijlage 2 of 3, en bij het bestuursorgaan indienen.

  • 2. Ingeval het een aanvraag betreft, wordt deze in behandeling genomen zodra voldaan is aan het eerste lid.

  • 3. Ingeval het artikel 2, tweede lid betreft, wordt bij de toepassing van het eerste lid aangenomen dat het onderzoek is uitgebreid.

  • 4. De vragenformulieren worden tegelijk met deze beleidsregels vastgesteld en bekendgemaakt.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de vijfde dag na die van bekendmaking.

Artikel 7. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels toepassing Wet Bibob.

Aldus vastgesteld op 10 april 2012.

Met vriendelijke groet,

Burgemeester en wethouders van Uden

mr. J.M. Smarius drs. H.A.G. Hellegers

secretaris burgemeester

Burgemeester van Uden

drs. H.A.G. Hellegers

burgemeester

*BIJLAGE 1gemeentelijk vragenformulier BIBOB-vergunning

p.m.

*BIJLAGE 2 vragenformulier Model Natuurlijke Personen

p.m.

*BIJLAGE 3 vragenformulier Model Rechtspersonen

p.m.