LANDSBESLUIT van de 4de april 1961 no. 5, houdende een instructie voor de Directeur-Geneesheer en de geneesheer van de Lands Psychiatrische Inrichting.

Geldend van 12-05-1961 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT van de 4de april 1961 no. 5, houdende een instructie voor de Directeur-Geneesheer en de geneesheer van de Lands Psychiatrische Inrichting.

§ 1. Van de Directeur-Geneesheer

Artikel 1

De Directeur-Geneesheer is inzonderheid belast met:

  • a.

    de administratie van de inrichting;

  • b.

    het beheer van de inrichting en van de tot de inrichting behorende eigendommen;

  • c.

    de handhaving van de orde in de inrichting;

  • d.

    de werkverdeling van het personeel binnen de inrichting;

  • e.

    de handhaving van de hygiëne in de inrichting;

  • f.

    het toezicht op de voeding en de zorg voor de kleding van de verpleegden;

  • g.

    het toezicht op de naleving van de contractuele verplichtingen van het bestuur van het St. Elisabeth Gasthuis jegens de inrichting;

  • h.

    het toezicht op de aankoop, verrekening en administratie van alle goederen, uitgezonderd die van degenen, die vallen onder het sub g van dit artikel genoemde contract.

Artikel 2

Om aan zijn verplichtingen te voldoen bezoekt hij, zo buitengewone voorvallen dit noodzakelijk maken, ook buiten de normale diensttijden de inrichting.

Artikel 3

Hij is niet gerechtigd een krankzinnigheidsverklaring af te geven.

Artikel 4

Hij draagt zorg voor de eigendommen van de verpleegden, voor zover deze eigendommen zich in de inrichting bevinden.

Artikel 5

Hij draagt zorg dat bezoekuren voor de verpleegden worden vastgesteld.

Artikel 6

Wanneer een verpleegde vermist wordt, geeft hij daarvan onmiddellijk kennis aan de politie.

Artikel 7

De Directeur-Geneesheer kan de in de artikelen 1, onder a en b, 4, 5 en 6 bedoelde werkzaamheden delegeren aan respectievelijk de geneesheer en aan de hoofdverplegeradministrateur.

Artikel 8

In geval van brand neemt hij gepaste maatregelen.

Artikel 9

Hij zorgt dat aan geestelijken vrije toegang tot de verpleegden van hun gezindten wordt verleend.

Artikel 10

Bij afwezigheid, belet of ontstentenis van de Directeur-Geneesheer treedt in zijn plaats op een vervanger, door de Gouverneur aan te wijzen.

Artikel 11

Hij is belast met het houden van het register, bedoeld in artikel 10 lid 1 en van dat, bedoeld bij de artikelen 19 lid 3 en 21 lid 1 van de verordening van de 21ste oktober 1921 (P.B. 1922, no. 14), tot regeling van het toezicht op de krankzinnigen.

Artikel 12

Hij houdt toezicht op alles betreffende de arbeids-therapie en ontspanning van de verpleegden.

Artikel 13

Hij coördineert de geneeskundige activiteiten binnen de inrichting.

Artikel 14

Hij ziet toe, dat de opdrachten, aan het personeel gegeven, worden nagekomen. Indien opdrachten niet naar behoren worden opgevolgd, geeft hij daarvan kennis ter plaatse, waar dit behoort.

Artikel 15

Hij zendt ter invordering ten bate van 's Lands kas elk kwartaal aan de Administrateur van Financiën een gespecificeerde opgave van de verpleeggelden, verschuldigd door ieder eilandgebied voor de te zijnen laste verpleegde onvermogenden en rechthebbenden op vrije geneeskundige behandeling, alsmede van die, verschuldigd voor de verpleegden vallende onder de werking van de Ziekteregeling 1936.

§ 2. Van de geneesheer

Artikel 16

De geneesheer is inzonderheid belast met het onderzoek en de behandeling van verpleegden en met het bijhouden van ziektegeschiedenissen, zoals voorgeschreven door de Directeur-Geneesheer.

Artikel 17

Hij geeft aanwijzingen inzake de arbeidstherapie en ontspanning, op de aan zijn zorg toevertrouwde afdeling.

Artikel 18

Hij is niet gerechtigd een krankzinnigheidsverklaring af te geven.

Artikel 19

Hij ziet toe, dat geen verpleegde wederrechtelijk in de inrichting wordt gehouden.

Artikel 20

Hij draagt zorg, dat niemand tot verpleegden wordt toegelaten zonder zijn toestemming, tenzij ambtshalve of ingevolge het in artikel 9 bepaalde.

Artikel 21

Hij geeft inlichtingen aan de geestelijken betreffende verpleegden, voor zover zulks in het belang is of kan zijn van de verpleegden.

Artikel 22

Hij geeft inlichtingen aan de geneesheren die de verpleegden deden opnemen en aan andere geneesheren die daartoe in aanmerking komen, omtrent het verloop der ziekten, voor zover zulks in het belang is of kan zijn van de verpleegden.

Artikel 23

Bij afwezigheid, belet of ontstentenis van de geneesheer treedt in zijn plaats op een vervanger, door de Directeur-Geneesheer aan te wijzen.