Regeling vervallen per 24-06-2022

Aansluitverordening riolering 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 23-06-2022

Intitulé

Aansluitverordening riolering 2012

De raad van de gemeente Vught;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2011;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gelet op de Wet milieubeheer, de Woningwet, het Bouwbesluit 2003 en de gemeentelijke Bouwverordening;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

"Aansluitverordening riolering 2012"

Afdeling I Begrippen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aansluitleiding: het particulier riool, het aansluitpunt, de ontstoppingsvoorziening en de perceelaansluitleiding tezamen;

  • b.

    aansluitpunt:

    • 1.

      bij een gescheiden rioolstelsel: het punt, gelegen op of binnen 0,5 meter afstand van de kadastrale eigendomsgrens van het aan te sluiten perceel, waar het particulier riool op de perceelaansluitleiding wordt aangesloten;

    • 2.

      bij een drukriool: het punt waar het particulier riool wordt aangesloten op de pompput;

    • 3.

      bij een voorziening voor de individuele behandeling van afvalwater (IBA) die in beheer is bij de gemeente: het punt waar het particulier riool op de IBA wordt aangesloten;

    • 4.

      indien een vetafscheider, olieafscheider of andere voorziening die onderdeel uitmaakt van het particulier riool in openbare grond is gelegen: het punt waar die voorziening wordt aangesloten op de perceelaansluitleiding;

    • 5.

      indien het openbaar riool in particuliere grond is gelegen: het punt dat als aansluitpunt is aangeduid in de overeenkomst tot het vestigen van een recht van opstal;

  • c.

    afvalwater: alle water waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen;

  • d.

    bedrijfsafvalwater: afvalwater dat vrijkomt bij door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater is;

  • e.

    drukriool: het openbaar riool, bestemd voor de afvoer van afvalwater, exclusief hemelwater en grondwater, waarbij het transport plaatsvindt door middel van met pompinstallaties veroorzaakte druk;

  • f.

    gemeente: de gemeente Vught;

  • g.

    gescheiden rioolstelsel: een vuilwaterstelsel en een hemelwaterstelsel;

  • h.

    hemelwaterstelsel: het openbaar riool, bestemd voor de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater, niet zijnde een gemengd stelsel;

  • i.

    huishoudelijk afvalwater: afvalwater dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling en huishoudelijke werkzaamheden;

  • j.

    openbaar riool: voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater dat bij de gemeente in beheer of een IBA die bij de gemeente in beheer is, met uitzondering van de aansluitleidingen;

  • k.

    particulier riool: de binnen de kadastrale eigendomsgrenzen van het aan te sluiten perceel gelegen binnen-, buiten- of terreinrioolleidingen tot aan het aansluitpunt;

  • l.

    perceelaansluitleiding: het riool en de voorzieningen die deel uit maken van dit riool, tussen het openbaar riool en het aansluitpunt, in beheer bij de gemeente;

  • m.

    stedelijk afvalwater: huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater;

  • n.

    vuilwaterstelsel: het openbaar riool, bestemd voor de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater en overig afvalwater, exclusief hemelwater en grondwater.

Afdeling II De vergunning

Artikel 2. Vergunningplicht

  • 1. Het is verboden zonder een daartoe verleende aansluitvergunning een aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand te brengen of te wijzigen.

  • 2. Burgemeester en wethouders verlenen een aansluitvergunning alleen voor het tot stand brengen, in stand houden of wijzigen van een aansluiting tussen het particulier riool en de perceelaansluiting:

    • 1.

      voor de afvoer van afvalwater exclusief hemelwater en grondwater naar het vuilwaterstelsel, indien ter plaatse een gescheiden stelsel aanwezig is;

    • 2.

      voor de afvoer van hemelwater en grondwater naar het hemelwaterstelsel, indien ter plaatse een gescheiden stelsel aanwezig is;

    • 3.

      voor de afvoer van afvalwater exclusief hemelwater en grondwater indien ter plaatse een drukriool aanwezig is.

  • 3. Indien meer dan één aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool tot stand dient te worden gebracht, alsmede wanneer meer dan één aansluiting dient te worden gewijzigd, is het eerste lid voor iedere aansluiting of wijziging afzonderlijk van toepassing.

  • 4. In de vergunning kunnen voorschriften worden opgenomen met betrekking tot:

    • 1.

      het tot stand brengen van de aansluiting;

    • 2.

      het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de perceelaansluitleiding;

    • 3.

      de periode waarvoor de vergunning wordt verleend, indien een tijdelijke vergunning wordt aangevraagd;

    • 4.

      sloopwerkzaamheden op het perceel van de aanvrager.

Artikel 3. Aanvraag

  • 1. De aanvraag van een aansluitvergunning wordt schriftelijk met behulp van een daartoe bestemd formulier bij burgemeester en wethouders ingediend door de rechthebbende van het aan te sluiten perceel.

  • 2. Bij de aanvraag van een aansluitvergunning worden de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      de naam en het adres van de aanvrager;

    • b.

      de ligging van het aan te sluiten perceel;

    • c.

      de aard van de gevraagde aansluiting of aansluitingen;

    • d.

      van het aan te sluiten of te wijzigen particulier riool ten minste de volgende gegevens:

      • 1.

        het leidingverloop en de dimensionering;

      • 2.

        de hoogteligging en het materiaal ter plaatse van het aansluitpunt;

      • 3.

        een duidelijk verschil in kleur tussen de vuilwater- en hemelwaterafvoerleidingen: bruin voor vuilwater en grijs voor hemelwater.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde gegevens behoeven niet te worden verstrekt voor zover de aanvrager die gegevens reeds aan de gemeente heeft verstrekt en de gemeente over die gegevens beschikt.

Artikel 4. Weigering van de aansluitvergunning

  • 1. Een aansluitvergunning kan slechts worden geweigerd indien aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting vanwege technische, juridische of milieuhygiënische redenen bezwaarlijk is.

  • 2. Aansluiting van het particulier riool op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting is in ieder geval bezwaarlijk indien:

    • 1.

      de gevraagde aansluiting een afvoerleiding betreft die niet voldoet aan de eisen die daaraan krachtens de bouwregelgeving zijn gesteld;

    • 2.

      de gevraagde aansluiting een lozing van afvalwater betreft, die niet voldoet aan de eisen die daaraan krachtens de milieuwetgeving zijn gesteld;

    • 3.

      het openbaar riool ter plaatse van de aansluitleiding niet over voldoende capaciteit beschikt om de hoeveelheid te lozen afvalwater te kunnen afvoeren;

    • 4.

      de rechthebbende bij het aanbrengen van de benodigde voorzieningen op particulier terrein geen recht van opstal of andere erfdienstbaarheid wil vestigen ten behoeve van de gemeente.

Artikel 5. Wijziging en intrekking van de aansluitvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen de aansluitvergunning wijzigen of intrekken, indien:

  • a.

    bij de aanvraag van de aansluitvergunning onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    de bepalingen van deze verordening of de aan de aansluitvergunning verbonden voorschriften niet worden nagekomen.

Afdeling III De aansluiting

Artikel 6. Kosten van de aansluiting

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen de kosten van de aanleg van de perceelaansluitleiding vast aan de hand van de door de gemeente jaarlijks krachtens de Legesverordening vast te stellen tarieven.

  • 2. De gemeente is niet gehouden tot feitelijke aanleg van de perceelaansluitleiding, voordat de rechthebbende zich schriftelijk akkoord heeft verklaard met de in het eerste lid genoemde kosten.

  • 3. Indien de kosten voor de aanleg van de perceelaansluitleiding reeds zijn voldaan uit hoofde van een eerder door de rechthebbende met de gemeente gesloten overeenkomst, dient de rechthebbende dit bij de aanvraag van de aansluitvergunning te vermelden. De kosten voor de aanleg van de perceelaansluitleiding worden niet in rekening gebracht indien deze reeds op andere wijze op de rechthebbende zijn verhaald.

Artikel 7. Uitvoering aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding

  • 1. De uitvoering van de aanleg of wijziging van de perceelaansluitleiding, inclusief de aansluiting van het particulier riool op de perceelaansluitleiding, vindt niet plaats anders dan door of vanwege de gemeente.

  • 2. De aansluiting van het particulier riool op de perceelaansluitleiding vindt slechts plaats, als het aan te sluiten particulier riool tot aan het aansluitpunt aanwezig is en voldoet aan de daaraan op grond van de bouwregelgeving gestelde eisen.

Afdeling IV Beheer en Onderhoud

Artikel 8. Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging

  • 1. Het beheer en onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van de perceelaansluitleiding wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij de betreffende werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van het particulier riool, in welk geval de kosten voor rekening van de rechthebbende of veroorzaker komen.

  • 2. Onder onjuist gebruik wordt in ieder geval begrepen:

    • 1.

      het via de aansluiting lozen van stoffen die, vanwege hun aard en samenstelling, verstoppingen in de perceelaansluitleiding of het openbaar riool veroorzaken;

    • 2.

      het via de aansluiting lozen van stoffen die, door hun aard of concentratie, de constructie van de perceelaansluitleiding aantasten.

Artikel 9. Zorgplicht

Bij sloopwerkzaamheden of andere werkzaamheden op een op het openbaar riool aangesloten perceel, worden door de rechthebbende zodanige voorzieningen aan het particulier riool getroffen dat schade aan het openbare riool en de perceelaansluitleiding wordt voorkomen.

Afdeling V Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 10. Hardheidsclausule

  • 1. Indien een strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot een beslissing die onmiskenbaar als onredelijk moet worden aangemerkt, kunnen burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen van het gestelde in deze verordening afwijken.

  • 2. In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 11. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van de bepalingen bij of krachtens deze verordening gesteld zijn belast de bij besluit van burgemeester en wethouders aan te wijzen personen of groep van personen.

Artikel 12. Overgangsrecht

  • 1. Een aansluitvergunning die onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening van kracht is, wordt gelijkgesteld met een aansluitvergunning als bedoeld in artikel 2, eerst lid.

  • 2. Een aanvraag voor een aansluitvergunning, die voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening is ingediend en waarop op dat tijdstip nog niet is beslist, wordt gelijkgesteld met een aanvraag als bedoeld in artikel 3, eerste lid.

  • 3. Op aansluitingen die voor het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening krachtens de tot dan geldende wetgeving en voorschriften tot stand zijn gebracht, zijn de bepalingen van afdeling IV rechtstreeks van toepassing.

Artikel 13. Intrekking Gemeentelijke Aansluitverordening Riolering

De Gemeentelijke Aansluitverordening Riolering wordt ingetrokken.

Artikel 14. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Aansluitverordening riolering 2012.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Vught
in zijn openbare vergadering van 22 december 2011.
de griffier,
drs. H.C. de Visch Eijbergen
de voorzitter,
R.J. van de Mortel

Toelichting

1. Inleiding

In 2004 is de Gemeentelijke Aansluitverordening Riolering vastgesteld. Op basis van deze verordening is een aansluitvergunning vereist voor het aanbrengen of wijzigen van een aansluiting van een particulier riool op het openbare riool. Daarnaast zijn perceeleigenaren op basis van deze verordening verplicht om de kosten van de aanleg van de aansluiting te vergoeden.

De Gemeentelijke Aansluitverordening Riolering is aan vernieuwing toe. Een van de aanleidingen voor vernieuwing is de vaststelling van het Verbrede Gemeentelijke Rioleringsplan Vught 2012-2017 (vGRP). In het vGRP is het gemeentelijke rioleringsbeleid voor de komende jaren vastgelegd. Het vGRP gaat in op de verbrede rioleringszorgplichten van de gemeente, die met de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken zijn vastgesteld:

  • 1.

    de zorg voor de inzameling en het transport van afvalwater,

  • 2.

    de zorg voor de inzameling en verwerking van hemelwater, waarvan de houder zich redelijkerwijs niet zelf kan ontdoen, en

  • 3.

    de zorg voor doelmatige maatregelen om nadelige gevolgen van de grondwaterstand te voorkomen of te beperken.

De invulling van deze drie zorgplichten door de gemeente Vught heeft zijn weerslag op de regels voor aansluiting op de riolering.

Daarnaast zijn door wijzigingen in regelgeving (onder andere de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Waterwet en binnenkort het nieuwe Bouwbesluit) verschillende bepalingen van de aansluitverordening niet meer actueel. Ook zijn diverse bepalingen van de “oude” aansluitverordening overbodig, omdat ze regelen wat al in de Algemene wet bestuursrecht, de bouwregelgeving, de milieuregelgeving of het Burgerlijk Wetboek is geregeld. Dergelijke bepalingen zijn in de nieuwe verordening geschrapt.

Gezien de omvang van de benodigde wijzigingen wordt de aansluitverordening integraal vervangen door een nieuwe verordening: de Aansluitverordening riolering 2012.

2. Aansluiting op de riolering

De aansluitverordening is slechts een sluitstuk in de regelgeving over aansluiten en lozen op de riolering. De bouwregelgeving en de milieuregelgeving, die op nationaal niveau zijn vastgesteld, stellen primair de kaders voor het aansluiten en lozen op de riolering.

De bouwregelgeving omvat de Woningwet, het Bouwbesluit 2003 en de gemeentelijke bouwverordening. Het nieuwe Bouwbesluit 2012 zal het Bouwbesluit 2003 en de bouwverordening vervangen, maar bevat met betrekking tot de riolering geen andere eisen. Het doel van de bouwregelgeving is het bevorderen van de veiligheid, gezondheid en bruikbaarheid van gebouwen en percelen. Met betrekking tot afvalwater en hemelwater stelt de bouwregelgeving eisen aan de afvoervoorzieningen voor dat water (kort gezegd: de buizen).

De milieuregelgeving omvat de Wet milieubeheer, de Waterwet, de Wet bodembescherming, diverse algemene maatregelen van bestuur (waaronder het Activiteitenbesluit en het Besluit lozing afvalwater huishoudens) en de gemeentelijke hemelwaterverordening. De milieuregelgeving heeft tot doel de kwaliteit van het milieu te beschermen en te verbeteren. In de milieuregelgeving worden – voor zover hier van belang – eisen gesteld aan het lozen van afvalwater, hemelwater en grondwater op de riolering.

De aansluitverordening heeft alleen betrekking op het aansluiten van de particuliere riolering op het openbare riool. Deze aansluiting is in principe toelaatbaar (en gewenst) als voldaan is aan de bouwregelgeving en de milieuregelgeving. Het doel van de aansluitverordening is om een mogelijkheid te hebben om aansluiting op de riolering te weigeren, als niet aan de bouwregelgeving of milieuregelgeving is voldaan. Zonder aansluitverordening kan de gemeente niet voorkomen dat “foutieve” aansluitingen op de riolering tot stand worden gebracht. Natuurlijk kan de gemeente handhavend optreden tegen overtredingen van de bouwregelgeving en milieuregelgeving, maar dat kan pas als een overtreding heeft plaatsgevonden en door de gemeente is geconstateerd. De vergunningplicht in de aansluitverordening zorgt er voor dat de gemeente een middel heeft om foutieve aansluitingen op de riolering te voorkomen, in plaats van achteraf te verhelpen.

Net als in de oude aansluitverordening is het uitgangspunt van deze verordening dat voor een nieuwe aansluiting op het riool of een wijziging van de bestaande aansluiting een vergunning is vereist.

De aansluitvergunning wordt verleend als aan de vigerende bouw- en milieuregelgeving wordt voldaan, maar wordt geweigerd als de aangevraagde aansluiting niet voldoet aan de bouwregelgeving of de milieuregelgeving. Bij de bouwregelgeving gaat het dan bijvoorbeeld om de eis dat hemelwaterleidingen en afvalwaterleidingen gescheiden worden uitgevoerd, indien een gescheiden rioolstelsel aanwezig is. Met betrekking tot de milieuregelgeving is van belang dat de lozer aan de lozingseisen voor afvalwater, hemelwater en grondwater voldoet. Zo mag schoon hemelwater en grondwater niet zomaar op het vuilwaterstelsel worden geloosd.

3. Artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit artikel zijn verschillende definities opgenomen over de onderdelen van de aansluitleiding.

De aansluitleiding bestaat vanaf het hoofdriool achtereenvolgens uit de perceelaansluitleiding, het aansluitpunt en het particuliere riool. Het aansluitpunt wordt in de verordening gesitueerd op de kadastrale eigendomsgrens van het aan te sluiten perceel of niet meer dan een halve meter daar vandaan. Ingeval van drukriolering is dit het punt waar het particuliere riool is aangesloten op de pompput. Het deel van de aansluitleiding vanaf het aansluitpunt naar het hoofdriool van het openbare rioolstelsel (de perceelaansluitleiding) wordt beheerd door de gemeente. Dit deel van de aansluiting ligt in openbaar terrein. Het particuliere riool wordt beheerd door de perceeleigenaar.

Verder zijn in dit artikel verschillende definities uit de Wet milieubeheer overgenomen, die betrekking hebben op afvalwater.

Artikel 2 Vergunningplicht

In artikel 2 wordt bepaald dat aansluiting van een particulier riool op het openbaar riool of wijziging van een dergelijke aansluiting, verboden is zonder vergunning. Deze vergunningsplicht voor het verkrijgen van een aansluiting op de riolering is een belangrijk uitgangspunt van de aansluitverordening. In de vergunning kunnen voorschriften worden opgenomen over de aanleg van de aansluiting, het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de perceelaansluitleiding en de duur van de vergunning.

Volgens het tweede lid kunnen burgemeester en wethouders alleen aansluitvergunningen verlenen voor aansluitingen die overeenstemmen met het openbaar riool ter plaatse. Dit betekent dat er bijvoorbeeld geen vergunning kan worden verkregen voor de gemengde afvoer van hemelwater en afvalwater als ter plaatse een gescheiden stelsel ligt. Ook kan geen vergunning worden verkregen voor de aansluiting van hemelwaterleidingen op drukriolering of op een openbaar stelsel dat uitsluitend is bedoeld voor de afvoer van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater (DWA-stelsel).

Artikel 3 Aanvraag

De aanvraag wordt gedaan met een daartoe bestemd formulier, dat op de website van de gemeente ter beschikking wordt gesteld. In het tweede lid is vastgelegd waaraan de aanvraag moet voldoen. Omdat het mogelijk is dat de gegevens die nodig zijn om een aansluitvergunning aan te vragen, reeds bekend zijn bij de gemeente, is in het tweede lid bepaald dat de aanvrager in dergelijke gevallen niet nogmaals de gegevens hoeft aan te leveren. Dit speelt met name indien voor het betreffende perceel recent een omgevingsvergunning voor het bouwen is aangevraagd, waarbij al gedetailleerde rioleringstekeningen zijn aangeleverd.

Artikel 4 Weigering van de aansluitvergunning

Zoals vermeld in het algemene deel van deze toelichting, wordt de aansluitvergunning geweigerd als de gevraagde aansluiting niet voldoet aan de bouw- of milieuregelgeving. Het tweede lid, onderdeel c en d, kunnen in dat verband worden gezien als verbijzondering van de zorgplicht die op de perceeleigenaar rust om zorgvuldig om te gaan met afvalwater en de nodige zorg te betrachten voor het goed functioneren van de riolering.

Onderdeel e van het tweede lid bevat daarnaast een bijzondere weigeringsgrond indien aansluiting niet op openbaar terrein kan plaatsvinden. Burgemeester en wethouders zijn niet gehouden een aansluitvergunning te verlenen indien de perceeleigenaar niet meewerkt aan de vereiste privaatrechtelijke regeling van de aansluiting op particuliere grond.

Overige artikelen

De overige artikelen van deze verordening komen inhoudelijk grotendeels overeen met de artikelen van de oude Gemeentelijke Aansluitverordening Riolering. Wijzigingen ten opzichte van de “oude” aansluitverordening betreffen hoofdzakelijk het schrappen van overbodige bepalingen.