LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 8ste april 1961 ter uitvoering van de artikelen 8 en 9 van de Verordening van de 7de augustus 1917 (P.B. 1917, no. 58), voor zover betreft personeel van bakkerijen, confiserieën, chocolaterieën, slagerijen, ondernemingen, welke zich bezig houden met vis-, melk-, groenten- of fruithandel, poeliersinrichtingen, inrichtingen, waarin alcoholische dranken worden bereid, ijshuizen, bierhuizen, tapperijen, koffiehuizen, restaurants, sociëteiten, logementen, hotels of andere ondernemingen, waar eet- of drinkwaren worden bereid, opgeslagen, bewaard, uitgestald of afgeleverd

Geldend van 21-04-1961 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 8ste april 1961 ter uitvoering van de artikelen 8 en 9 van de Verordening van de 7de augustus 1917 (P.B. 1917, no. 58), voor zover betreft personeel van bakkerijen, confiserieën, chocolaterieën, slagerijen, ondernemingen, welke zich bezig houden met vis-, melk-, groenten- of fruithandel, poeliersinrichtingen, inrichtingen, waarin alcoholische dranken worden bereid, ijshuizen, bierhuizen, tapperijen, koffiehuizen, restaurants, sociëteiten, logementen, hotels of andere ondernemingen, waar eet- of drinkwaren worden bereid, opgeslagen, bewaard, uitgestald of afgeleverd

Artikel 1

In dit landsbesluit wordt verstaan onder:

  • a.

    inrichting: elke bakkerij, confiserie, chocolaterie, slagerij, onderneming welke zich bezig houdt met de vis-, melk-, groenten- of fruithandel, poeliersinrichting, inrichting waarin alcoholische dranken worden bereid, ijshuis, bierhuis, tapperij, koffiehuis, restaurant, sociëteit, logement, hotel of andere onderneming, waar eet- of drinkwaren worden bereid, opgeslagen, bewaard, uitgestald of afgeleverd;

  • b.

    personeel: alle personen, die voor een onder a bedoelde inrichting werkzaamheden verrichten bij de bereiding of het opdienen van eet- of drinkwaren of werkzaamheden met betrekking tot het eet- of keukengerei of werkzaamheden in een ruimte, waarin eet- of drinkwaren worden bereid, opgediend, opgeslagen, bewaard, uitgestald of afgeleverd;

  • c.

    eet- of drinkwaren: alles wat bestemd is door de mens te worden genuttigd, ook genotmiddelen;

  • d.

    ondernemer: elke natuurlijke of rechtspersoon, vereniging of vennootschap, welke een inrichting exploiteert;

  • e.

    bestuurscollege: het bestuurscollege van het eilandgebied waar de inrichting zich bevindt;

  • f.

    gezondheidsdienst: de gezondheidsdienst van het eilandgebied waar de inrichting zich bevindt.

Artikel 2

Vanwege het bestuurscollege wordt door de gezondheidsdienst een register bijgehouden, waarin voor binnen zijn eilandgebied gelegen inrichtingen worden ingeschreven de namen en adressen van de ondernemers.

Artikel 3

  • 1. De ondernemer is verplicht, ten kantore van de gezondheidsdienst opgave te doen van het personeel van zijn onderneming.

  • 2. De namen en adressen van het personeel worden in een daartoe ten kantore van de gezondheidsdienst bijgehouden register opgetekend.

  • 3. iedere verandering in zijn personeel geeft de ondernemer onmiddellijk kennis aan de gezondheidsdienst.

Artikel 4

  • 1. De ondernemer mag voor zijn bedrijf als personeel slechts personen in dienst hebben, die in het bezit zijn van een hiertoe door of vanwege het bestuurscollege afgegeven gezondheidsverklaring, welke niet ouder mag zijn dan een maand.

  • 2. Het personeel dient zich te onderwerpen aan een door of vanwege het bestuurscollege nodig geoordeelde periodieke medische controle.

  • 3. Onverminderd het in het vorige lid bepaalde kan medische controle bovendien plaats hebben telkens wanneer zulks door of vanwege het bestuurscollege nodig wordt geacht.

Artikel 5

Personeel, lijdende aan een besmettelijke huidaandoening of aan een besmettelijke ziekte, mag niet voor een inrichting werkzaam zijn.

Artikel 6

Wanneer zich onder het personeel een geval van besmettelijke ziekte in de zin van de Verordening van de 9de juni 1921 (P.B. 1921, no. 66) voordoet, is de ondernemer verplicht daarvan binnen vierentwintig uur nadat het ziektegeval te zijner kennis is gekomen, mededeling te doen aan de gezondheidsdienst.

Artikel 7

De werkzaamheden in een inrichting mogen slechts verricht worden door personeel, dat zindelijk gekleed is en reine handen heeft.

Artikel 8

Het personeel dient zijn handen deugdelijk te wassen alvorens zijn werkzaamheden aan te vangen of te hervatten.

Artikel 9

  • 1. Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na die zijner afkondiging, behoudens het in het volgende lid bepaalde.

  • 2. Met betrekking tot personeel dat op het in het vorige lid bedoelde tijdstip reeds in dienst was, treedt artikel 4 lid 1 in werking met ingang van de tweede maand volgende op die van de afkondiging.