Telecommunicatieverordening gemeente Leiden 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m heden

Intitulé

Telecommunicatieverordening gemeente Leiden 2012

De raad van de gemeente Leiden:

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (raadsvoorstel 11.0097 van 2011), mede gezien het advies van de commissie,

besluit vast te stellen:

Telecommunicatieverordening gemeente Leiden 2012

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Telecommunicatiewet;

  • b.

    openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk als bedoeld in communicatienetwerk: artikel 1.1, onder h, van de wet;

  • c.

    kabels: kabels als bedoeld in artikel 1.1, onder z, van de wet;

  • d.

    voorzieningen: ondergrondse ondersteuningswerken als bedoeld in artikel 5.15, van de wet, en kabels;

  • e.

    openbare gronden: openbare wegen en wateren als bedoeld in artikel 1.1, onder aa, van de wet;

  • f.

    aanbieder: aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 5.1 van de wet;

  • g.

    werkzaamheden: werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden;

  • h.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de wet;

  • i.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • j.

    melding: melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a, van de wet;

  • k.

    instemmingsbesluit: besluit van het college als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid, onder b, van de wet;

  • l.

    huisaansluiting: het gedeelte van een kabel van minder dan 25 meter in openbare gronden dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt als bedoeld onder artikel 1.1, onder k, van de wet;

  • m.

    werkzaamheden van niet ingrijpende aard:

    • ·

      het aanbrengen of verwijderen van kabels in reeds aangebrachte voorzieningen;

    • ·

      het maken van huisaansluitingen.

  • n.

    Handboek Leidingen: door het college vastgestelde of nader vast te stellen regels betreffende het aanleggen, het houden en verwijderen van kabels en leidingen.

Artikel 2 Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

  • 1. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt dit voornemen digitaal ten minste acht weken voor de aanvang aan het college door middel van een daartoe vastgesteld formulier welke gepubliceerd is op de website van de gemeente Leiden.

  • 2. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, kan hierover vooroverleg voeren met het college teneinde de melding, bedoeld in het eerste lid van dit artikel voor te bereiden.

  • 3. Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding in het eerste lid schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.

  • 4. Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard kan de aanbieder volstaan met een melding aan het college minimaal twee dagen voorafgaande aan de werkzaamheden met een daarvoor door het college vastgesteld formulier.

Artikel 3 Ernstige belemmeringen en storingen

Ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmering of storing van de communicatie in de zin van artikel 5.6, eerste lid, van de wet volstaat de aanbieder met een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. De aanbieder maakt achteraf zo spoedig mogelijk melding van de werkzaamheden aan het college.

Artikel 4 Gegevensverstrekking

  • 1.

    Bij de melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      een uittreksel van de inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel, dat op het tijdstip van melding aan het college niet ouder mag zijn dan een half jaar;

    • b.

      naam, (e-mail)adres en telefoon- en faxnummer van degene die de kabel of het netwerk in eigendom heeft, beheert of exploiteert;

    • c.

      een opgave van het aantal kabels en/of buizen dat wordt aangebracht;

    • d.

      een opgave van belanghebbenden en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en de aard van de werkzaamheden;

    • e.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      1e een opgave van het gewenste tracé met daarbij duidelijke (digitale) tekeningen en daarop aangegeven wat de te verbinden locaties zijn;

      2e een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de gewenste situering daarvan;

      3e een omschrijving van de opbrekingen van de verharding;

      4e de doorsnede van de kabel en indien van toepassing de kabelgoot;

      5e de lengte en breedte van de kabelsleuf;

      6e de opgave van ondergrondse (handholes en dergelijke) of bovengrondse kasten waarvoor geen bouwvergunning noodzakelijk is, alsmede de situering en afmetingen daarvan;

      7e voorgenomen datum en tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

      8e naam, (e-mail)adres, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast zijn met de werkzaamheden en van een door hen aangewezen contactpersoon die ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden vierentwintig uur per dag bereikbaar is in verband met mogelijke calamiteiten;

      9e de bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid van de uit te voeren werkzaamheden;

      10e alle overige van belang zijnde feiten en omstandigheden gelet op de in artikel 5.4 leden 2 en 3 van de wet genoemde belangen.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen aan de gegevens die bij de melding worden verstrekt alsook over de wijze waarop deze gegevens worden verstrekt.

Artikel 5 Aanvullende verplichtingen

De aanbieder is verplicht omwonenden en bedrijven ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden op de hoogte te stellen, conform de in het Handboek Leidingen opgenomen wijze.

Artikel 6 Beslistermijn en aanhouding

  • 1. Een beslissing op een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening wordt genomen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel houdt het college de beslissing aan, indien er in verband met werkzaamheden ten behoeve van het openbare elektronisch communicatienetwerk een vergunning als bedoeld in de Woningwet, de Wet milieubeheer of een omgevingsvergunning is vereist.

  • 3. De in het tweede lid van dit artikel genoemde aanhouding eindigt na afgifte van genoemde vergunning(en) dan wel na afloop van de bezwarentermijn, tenzij er bezwaren zijn ingebracht en tevens is verzocht om een voorlopige voorziening ex artikel 8:81 Algemene wet bestuursrecht. In dat geval eindigt de aanhouding met ingang van de dag nadat op dat verzoek is beslist.

Artikel 7 Voorschriften en beperkingen bij instemming

  • 1. Het instemmingsbesluit heeft een maximale werkingsduur van zes maanden. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen zes maanden na aanvang van de werkzaamheden, tenzij in het instemmingsbesluit anders is bepaald.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen omtrent het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken, alsook over de afmetingen van kasten, handholes en andere toebehoren, behorende bij een openbaar elektronisch communicatienetwerk.

  • 3. Indien binnen twee jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren, kan het college bijzondere voorwaarden stellen aan het herstel.

  • 4. Aan herstel van bijzondere bestrating kan het college nadere voorwaarden stellen.

  • 5. De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en medegebruik van voorzieningen geschiedt conform het Handboek Leidingen.

Artikel 8 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1. Een aanbieder is verplicht om bij de aanleg van kabels in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, hetzij door andere aanbieders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen.

  • 2. Het vooroverleg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, dan wel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Indien de aanbieder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is de aanbieder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 4. Indien de openbare gronden op basis van de in het Handboek Leidingen vastgestelde algemene uitgangspunten voor tracébepalinggeen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen, of aan andere aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen, op grond van artikel 5.12, van de wet.

Artikel 9 Melding ondergrondse obstakels

  • 1. Indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden ondergrondse obstakels worden aangetroffen, meldt de leidingexploitant dit onverwijld aan het college.

  • 2. Het college kan bij gebleken ondergrondse obstakels in of nabij het tracé van de leiding aan de leidingexploitant maatregelen opdragen ter bescherming van de belangen waartoe deze Leidingenverordening strekt en opschorting van de werkzaamheden gelasten. De kosten van de te nemen maatregelen komen ten laste van de vergunninghouder.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde opschorting wordt pas gelast, indien:

    • a.

      is gebleken dat geen uitvoering is gegeven aan de door het college aan de leidingexploitant opgedragen maatregelen; of

    • b.

      naar het oordeel van het college maatregelen als bedoeld onder a. niet mogelijk zijn.

Artikel 10 Melding wijziging voorzieningen

De aanbieder stelt het college onverwijld schriftelijk in kennis van het feit dat de eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk in of op openbare gronden.

Artikel 11 Intrekking oude verordening alsmede Nadere regels op grond van artikel 5 lid 3 van de Telecommunicatieverordening, ten behoeve van het instemmingsbesluit

De Telecommunicatieverordening gemeente Leiden uit 2003 alsmede de Nadere regels op grond van artikel 5 lid 3 van de Telecommunicatieverordening, ten behoeve van het instemmingsbesluit, hierna te noemen: “Nadere regels”, worden ingetrokken.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De Telecommunicatieverordening gemeente Leiden uit 2003 alsmede de Nadere regels blijven van kracht, op meldingen waarop reeds krachtens diezelfde Verordening respectievlijk Nadere regels is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd.

  • 2. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een melding is gedaan op grond van Telecommunicatieverordening gemeente Leiden uit 2003 en/of de Nadere regels maar waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze Telecommunicatieverordening gemeente Leiden 2012 treedt in werking op 1 januari 2012.

Artikel 14 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: Telecommunicatieverordening gemeente Leiden 2012.

Nota-toelichting Telecommunicatieverordening gemeente Leiden 2012

1.1 Inleiding

Naast het bovengrondse transport over wegen is het ondergrondse transport economisch ook van levensbelang. De Leidse ondergrond ligt (over)vol met kabels en buizen voor het transport van data, elektriciteit, gas, water, en dergelijke, maar ook voor het transport van al dan niet gevaarlijke stoffen. Deze ondergrondse infrastructuur ligt vrijwel geheel in het Leidse openbare gebied en zo is de gemeente Leiden hierbij zowel privaatrechtelijk, als eigenaar van de openbare gronden, als publiekrechtelijk, voor ondergrondse ordening en dergelijke rechtstreeks bij betrokken.

Het publieke juridisch regiem waaronder deze leidingen liggen verschilt als het gaat om kabels ten dienste van openbare elektronische communicatienetwerken of om overige kabels en buizen. De elektronische communicatienetwerken vallen onder het regiem van de Telecommunicatiewet, waarop hieronder zal worden ingegaan. De overige kabels en leidingen liggen op basis van de Leidingenverordening gemeente Leiden, die het leggen van voorwerpen en het graven in openbare gebieden bindt aan een vergunning van het college. In de Leidingenverordening zijn de aspecten van ondergrondse ordening vastgelegd. In het Handboek Leidingen zijn de beleidsregels voor het leggen, houden en opruimen van leidingen in gemeentegrond vastgelegd.

Voor het leggen van een leiding is een vergunning, in geval van een kabel ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk een instemmingsbesluit, nodig van het college. Hiervoor wordt aan de aanvrager leges in rekening gebracht. Voor het houden van een leiding, uitgezonderd telecommunicatiekabels, is precario verschuldigd. Voor het herstel van het openbaar gebied na het leggen van een kabel is van kracht het meest recente Besluit vaststelling tarieven voor schade veroorzaakt door ingravingen in verhardingen gemeente Leiden. De opzet van deze regeling is dat de gemeente de aangebrachte schade aan de openbare gronden herstelt en dat de verdere door de gemeente geleden schade, te weten toekomstig extra onderhoud en beheer en degeneratie wordt vergoed volgens door het college vast te stellen tarieven.

Naast bovengenoemde regelgeving is ook de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION, “grondroerdersregeling”) van kracht. Deze wet regelt de verplichte informatie-uitwisseling tussen netwerkbeheerders en gravers om op deze wijze de schade aan leidingen door graafwerkzaamheden te voorkomen.

1.2 Telecommunicatieverordening gemeente Leiden 2012

De Telecommunicatiewet heeft als strekking regels te stellen in verband met de algehele liberalisering van de openbare elektronische

communicatienetwerken ter waarborging van een samenhangende infrastructuur en het bevorderen van de daadwerkelijke mededinging in verband met de algehele liberalisering van de elektronische netwerken en -diensten.

Hoofdstuk 5 van de Telecommunicatiewet regelt het gedogen van kabels ten dienste van openbare elektronische communicatienetwerken in de openbare gronden van de gemeente volgens het uitgangspunt gedogen om niet, verleggen om niet. Dat wil zeggen dat de gemeente geen precario kan heffen wegens het moeten dulden van deze kabels in gemeentegrond, maar dat daar tegenover staat dat de netwerkaanbieder verplicht is de kabels te verplaatsen, indien dit noodzakelijk is voor de oprichting van een gebouw of de uitvoering van een werk. Deze uitgangspunten golden ook reeds onder de oude Telegraaf- en Telefoonwet uit 1904, toen het Staatsbedrijf der PTT nog enige concessiehouder was.

Naast het gedogen belast de Telecommunicatiewet de gemeente ook met de coördinatie van de door aanbieders van openbare elektronische communicatienetwerken uit te voeren werken binnen het grondgebied van de gemeente voor de aanleg en instandhouding van kabels voor deze netwerken. Aan deze coördinatieplicht is inhoud gegeven door een verplichte melding aan het college voordat werkzaamheden starten van de aanleg of instandhouding van telecommunicatiekabels door de aanbieder van elektronische communicatiediensten en dat vervolgens het college een instemmingsbesluit dient te nemen, waaraan het college ten behoeve van de coördinatie van de werkzaamheden voorwaarden kan verbinden.
Volgens artikel 5.4 lid 4 Telecommunicatiewet stelt de gemeenteraad daartoe een verordening vast, die in ieder geval regels bevat inzake:het tijdstip, voorafgaand aan het verrichten van werkzaamheden, waarop de melding uiterlijk moet zijn gedaan;de gegevens die bij de melding moeten worden verstrekt waaronder het uitvoeringsplan;de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming en van het medegebruik van voorzieningen.
Artikel 5.7 Telecommunicatiewet regelt de vergoeding van de schade verbandhoudend met de gedoogplicht van de gemeente. In deze verordening behoeft daarom hieraan geen artikel te worden gewijd. In het instemmingsbesluit zal het kabelbedrijf worden gewezen op het hierboven genoemde Besluit vaststelling tarieven voor schade veroorzaakt door ingravingen in verhardingen gemeente Leiden.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor zover nodig sluiten de begripsomschrijving aan bij de wettelijke omschrijvingen van de Telecommunicatiewet.

Het Handboek Leidingen bevat algemene, procedurele informatie en de Leidse voorschriften die algemeen geldig zijn, maar verschillen per aanvraag. Het Handboek wordt vastgesteld door het college als zijnde beleidsregels als bedoeld in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2  Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

De melding van werkzaamheden dient acht weken voor aanvang te geschieden. Hierbij wordt aangesloten bij artikel 6 eerste lid van de verordening en artikel 5.3, vierde lid Telecommunicatiewet dat bepaalt dat het instemmingsbesluit dient te worden genomen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Dit is in overeenstemming met de termijn genoemd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Lid 1 van dit artikel geeft aan dat de melding dient te geschieden aan de hand van een daartoe vastgesteld formulier. Aan de hand van dit formulier worden de in artikel 4 gevraagde gegevens verstrekt. Alle gevraagde gegevens strekken tot het invullen van de gemeentelijke coördinatieplicht volgens de Telecommunicatiewet.

Lid 2 wijst de aanbieder op de mogelijkheid vooraf over bijvoorbeeld het tracé vooroverleg met het college te voeren. Tevens kan in dit overleg aan de orde komen het medegebruik van voorzieningen als bedoeld in artikel 8.

Lid 4 van dit artikel opent de mogelijkheid van een vereenvoudigde melding, indien het betreft een huisaansluiting, een reparatie of het aanbrengen van kabels in reeds aangelegde voorzieningen. Dan kan worden volstaan met de vereenvoudigde melding aan het college. Deze melding dient te geschieden aan de hand van een vastgesteld formulier. Het college houdt door deze melding inzicht in de werkzaamheden in en op de straat.

Artikel 3 Ernstige belemmeringen en storingen

In dit artikel wordt aan artikel 5.4, lid 4, sub f en artikel 5.6 Telecommunicatiewet voldaan. In dit geval kan worden volstaan aan een melding aan het college.

Artikel 5.6, lid 5 Telecommunicatiewet geeft de mogelijkheid in de verordening gebieden aan te wijzen waar om redenen van veiligheid dit artikel niet van toepassing is.

Artikel 4 Gegevensverstrekking

Dit artikel is een invulling van artikel 5.4, vierde lid van de Telecommunicatiewet.

Artikel 5 Aanvullende verplichtingen

Behoeft geen toelichting.

Artikel 6 Beslissingstermijn en aanhouding

Zoals reeds vermeld bij artikel 2 lid 1 is in overeenstemming met de Awb de beslissingstermijn gesteld op acht weken. Hiervan kan het college gemotiveerd afwijken.

De leden 2 en 3regelen het geval dat een te geven instemmingsbesluit samenhang heeft met een andere te verlenen vergunning.

Artikel 7 Voorschriften en beperkingen bij instemming

Lid 1 bepaalt dat de werkzaamheden moeten starten binnen zes maanden na afgifte van het instemmingsbesluit en worden voltooid binnen zes maanden na deze start. Wordt hieraan niet voldaan, dan vervalt het instemmingsbesluit.

De leden 2 en 5 geven aan welke voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit kunnen worden verbonden. Het gaat in hoofdzaak om belangen van de openbare orde, de bestemmingen van de openbare gronden, verkeersbelangen, medegebruik van voorzieningen en afstemming met andere werken. Verder dienen bij de aanleg van de telecommunicatievoorzieningen de voorschriften van het reeds genoemde Handboek Leidingen in acht teworden genomen.

Leden 3 en 4 hebben betrekking op het geval dat binnen twee jaar na groot onderhoud of herinrichting van een openbaar gebied dan wel in een bijzondere bestrating (sierbestrating) een aanbieder opnieuw kabelwerkzaamheden wenst uit te voeren. Er kunnen dan bijzondere voorwaarden worden gesteld aan het herstel van de straat.

Het leggen van een telecommunicatiekabel heeft altijd tot gevolg dat de weg of het openbaar groen wordt beschadigd. De veroorzaker dient deze schade en de bestrating te laten herstellen door de gemeente. Zoals hiervoor onder 1.1 is aangegeven is voor het herstel het Besluit vaststelling tarieven voor schade veroorzaakt door ingravingen in verhardingen gemeente Leiden in het leven geroepen.

Artikel 8 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

Artikel 5.2 lid 7 Telecommunicatiewet bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening in ieder geval regels vaststelt onder andere omtrent het medegebruik van voorzieningen. Dit artikel is verder in de Telecommunicatiewet niet uitgewerkt. Wel bepaalt artikel 5.12

Telecommunicatiewet nog dat aanbieders van openbare elektronische communicatienetwerken over en weer verplicht zijn te voldoen aan redelijke verzoeken tot medegebruik, maar dit artikel handelt over de verhouding tussen de aanbieders, waar de gemeente buiten staat.

In lid 1 van artikel 8 is als algemeen uitgangspunt gehanteerd dat zoveel mogelijk gebruik moet worden gemaakt van reeds aangelegde voorzieningen, hetzij door andere aanbieders hetzij door of vanwege de gemeente.

Om dit uitgangspunt handen en voeten te geven is in lid 2 bepaald dat tijdens het in artikel 2 lid 2 van de verordening aangegeven mogelijkheid tot vooroverleg met het college het onderwerp ‘gebruik maken van reeds aanwezige voorzieningen’ uitdrukkelijk ter sprake dient te komen. Ook kan van de zijde van de gemeente naar aanleiding van een melding vooroverleg worden geëntameerd.

Lid 3 bepaalt dat een redelijk aanbod om gebruik te maken van al aangelegde voorzieningen niet geweigerd kan worden. De vraag wat een redelijk aanbod is kan worden beantwoord als volgt: de aanwezige voorziening is zowel in kwaliteit als in kosten een volwaardig alternatief voor het eigen graafrecht van de aanbieder.

Lid 4 bepaalt dat als de ondergrond geen ruimte biedt een kabel te leggen volgens de algemene uitgangspunten voor tracébepaling van het Handboek Leidingen dat de aanbieder dan een alternatief tracé dient te kiezen dan wel gebruik moet maken van genoemd artikel 5.12 Telecommunicatiewet.

Een verplichting tot medegebruik of tot het kiezen van een alternatief tracé zal worden opgenomen in het instemmingsbesluit. Dit instemmingsbesluit is een beschikking in de zin van de Awb. Tegen dit besluit kan bezwaar worden ingediend bij de gemeente Leiden. Volgens de Telecommunicatiewet is de rechtbank in Rotterdam vervolgens aangewezen het beroep tegen een instemmingsbesluit te behandelen. De rechter zal dus het laatste woord hebben of een medegebruik terecht is voorgeschreven.

Artikel 9 Melding ondergrondse obstakels

Dit artikel heeft betrekking op het aantreffen van bodemverontreiniging en andere ondergrondse obstakels bij de aanleg van een leiding. De term 'bodemverontreiniging' is in deze Telecommunicatieverordening breder dan de terminologie in de Wet bodembescherming. Aan het college moeten alle stoffen en obstakels gemeld worden, die een nadelige invloed kunnen hebben op de staat of aanleg van de leiding. Hiermee wordt duidelijk wat de kritieke plaatsen in een leidingtracé zijn. Deze verplichting staat los van de plichten die reeds gelden op grond van de Wet bodembescherming (die is opgesteld vanuit milieubeschermingoptiek). Dit artikel is aanvullend ten opzichte van het in voornoemde wet neergelegde regime.

In geval dergelijke verontreiniging of obstakels worden aangetroffen dat aanleg van een leiding niet verantwoord of uitvoerbaar is als de verontreiniging of obstakels niet eerst zijn opgeruimd, kan het college de leidingexploitant opdragen bepaalde maatregelen te treffen. De kosten voor deze maatregelen komen ten laste van de leidingexploitant

zelf, behalve indien de verontreiniging is gelegen in openbare gronden welke eigendom is van de gemeente Leiden èn een spoedlocatie betreft. Als sluitstuk kan het college opschorting van de werkzaamheden vorderen. Bij het opleggen van dergelijke maatregelen vormen de belangen die beschermd worden met deze Telecommunicatieverordening het beoordelings- en beslissingskader.

Artikel 10 Melding wijziging voorzieningen

De rechter heeft uitgesproken dat de werking van het instemmingsbesluit eindigt zodra de werkzaamheden waarvoor instemming is gevraagd zijn beëindigd. Dit betekent dat het college geen verplichtingen op basis van het instemmingsbesluit aan de aanbieder kan opleggen nadat deze zijn werkzaamheden heeft beëindigd. Echter het instemmingsbesluit dient voor de gemeente ook om de registratie ‘up to date’ te houden van de

in het openbaar gebied liggende kabels en leidingen. Om deze reden is artikel 10 in de verordening opgenomen.