Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR117533
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR117533/32
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk houdende regels omtrent de aanwijzingsbesluiten behorende bij de Algemene Plaatselijke Verordening Katwijk 2011
Geldend van 21-07-2021 t/m heden
Intitulé
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk houdende regels omtrent de aanwijzingsbesluiten behorende bij de Algemene Plaatselijke Verordening Katwijk 2011
Betreffende bepaling |
Bevoegd orgaan |
Uitvoeringsbesluit |
Artikel 1:3 Indiening aanvraag 1. Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet te behandelen. 2. Voor bepaalde, door het bestuursorgaan aan te wijzen, vergunningen of ontheffingen kan de in het eerste lid genoemde termijn worden verlengd tot ten hoogste dertien weken. |
College/ Burgemeester |
Voor grootschalige evenementen is deze termijn gesteld op 13 weken en voor overige evenementen is deze termijn gesteld op 8 weken behalve voor meldingsplichtige evenementen, hiervoor is de termijn gesteld op 3 weken. |
Artikel 2:1a Verblijfsontzegging 1.De burgemeester kan gebieden aanwijzen waar hij aan personen een verblijfsontzegging kan opleggen. 2.De burgemeester gaat alleen over tot aanwijzing van een gebied als bedoeld in het eerste lid, indien er naar zijn oordeel sprake is van ernstige verstoring van de openbare orde. 3.De in het eerste lid genoemde bevoegdheid komt de burgemeester eveneens toe ingeval van vrees voor ernstige verstoring van de openbare orde. 4.De burgemeester kan een verblijfsontzegging opleggen aan personen die in het aangewezen gebied de openbare orde ernstig verstoren door: a.handelen in strijd met het bepaalde in artikel 2:1 , eerste, tweede en derde lid, artikel 2:39, tweede lid, artikel 2:48, eerste lid, artikel 2:74 , artikel 2:74a en artikel 3:9, eerste lid van deze verordening; b.het bezit, de handel of het gebruik van de in de Opiumwet verboden middelen; c.het bezit van wapens, messen en andere voorwerpen, die als steek- of slagwerk kunnen worden gebruikt; d.diefstal, inbraak, heling, vernieling of andere vermogensdelicten; e.geweldpleging en/of bedreiging. 5.De burgemeester bepaalt in de verblijfsontzegging de termijn waarvoor deze geldt. 6.Een verblijfsontzegging kan niet worden opgelegd aan personen, die in het aangewezen gebied blijkens het bevolkingsregister wonen of in het aangewezen gebied werken. 7.De burgemeester kan indien de persoon als bedoeld in het vierde lid van dit artikel, een aantoonbaar belang heeft om zich binnen het aangewezen gebied te begeven, de verblijfsontzegging naar tijd en naar plaats beperken. 8.Het is verboden zich te gedragen in strijd met een door de burgemeester opgelegde verblijfsontzegging. |
Burgemeester |
niets aangewezen |
Artikel 2.:10 Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan 1.Het is verboden de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, als: a.het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, danwel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg; b.het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand. 2.Het bevoegd bestuursorgaan kan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels stellen ten aanzien terrassen, uitstallingen en overige aan te wijzen categorieën voorwerpen of aan te wijzen gebieden. Het verbod, als bedoeld in het eerste lid, geldt niet indien het bevoegd bestuursorgaan nadere regels stelt met betrekking tot de wijze waarop de weg of het weggedeelte dient te worden gebruikt. 3.Het bevoegd bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod. 4.Het verbod in het eerste lid geldt niet voor: a.evenementen als bedoeld in artikel 2.2.1.; b.standpaatsen als bedoeld in artikel 5.2.3; c.verkiezingsborden, lantaarnpaalborden, spandoeken, folders en ander promotie en/of voorlichtingsmateriaal van een politieke partij, mits aangebracht of geplaatst door of vanwege een politieke partij tijdens verkiezingscampagnes. 5.Het verbod in het eerste lid van dit artikel geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, artikel 5 van de Wegenverkeerswet, of het Provinciaal wegenreglement. 6. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op: a. evenementen als bedoeld in artikel 2:24; b. standplaatsen als bedoeld in artikel 5:18; en c. overige gevallen waarin krachtens een wettelijke regeling een vergunning voor het gebruik van de weg is verleend. 7. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatwerken , artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 , of de Wegenverordening Zuid-Holland. 8. Op de ontheffing bedoeld in het vierde lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. |
College/ Burgemeester |
Zie bijlage bij dit overzicht. |
Artikel 2:11 Omgevingsvergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg 1.Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning een weg aan te leggen, de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, aard of breedte van de wegverharding te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg. 2.De vergunning wordt verleend a.Als omgevingsvergunning door het bevoegd gezag, indien de activiteiten zijn verboden bij een bestemmingsplan, beheersverordening of voor bereidingsbesluit; b.Door het college in de overige gevallen. 3.Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder weg verstaan wat artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994 daaronder verstaat, alsmede alle niet-openbare ontsluitingswegen van gebouwen. 4.Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het Rijk, de provincie, de gemeente of het waterschap bij het uitvoeren van zijn/haar publiekrechtelijke taak of op door het college nader aangegeven bedrijven. 5.Het in het eerste lid gestelde verbod geldt voorts niet voor zover het Wetboek van Strafrecht, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Waterschapskeur, de Wegenverordening Zuid-Holland, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening van toepassing is. |
College |
Bedrijven die in opdracht van de gemeente werkzaamheden verrichten zijn aangewezen. |
Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen 1. Het is verboden te roken in bossen, op heide of veengronden dan wel in duingebieden of binnen een afstand van dertig meter daarvan gedurende de door het college aangewezen periode. 2. Het is verboden in bossen, op heide of veengronden dan wel in duingebieden of binnen een afstand van honderd meter daarvan, voorzover het de open lucht betreft, brandende of smeulende voorwerpen te laten vallen, weg te werpen of te laten liggen. 3. Het in het eerste en tweede lid gestelde verbod geldt niet voorzover het bepaalde in artikel 429, aanhef en onder 3e lid, van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is. 4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt voorts niet voorzover het roken plaatsvindt in gebouwen en aangrenzende, als tuin ingerichte, erven. |
College |
Niets aangewezen |
Artikel 2:24 Begripsomschrijving 1. In deze afdeling wordt onder evenement verstaan: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van: a. bioscoopvoorstellingen; b. markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en artikel 5:22 van deze verordening; c. kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen; d. het in een inrichting in de zin van de Drank- en Horecawet gelegenheid geven tot dansen; e. betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties; f. activiteiten als bedoeld in artikel 2:.39 van deze verordening. 2. Onder evenement wordt mede verstaan: a. een herdenkingsplechtigheid; b. een braderie; c. een optocht, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:3 van deze verordening, op de weg; d. een feest, muziekvoorstelling of een wedstrijd op of aan de weg. e. door de burgemeester aan te wijzen categorieën van vechtsportwedstrijden of –gala’s. 3. De organisator van een evenement waarvoor krachtens het tweede lid, onder e. een vergunning vereist is, is niet van slecht levensgedrag. 4. De burgemeester weigert een vergunning als de organisator van een evenement als bedoeld in het derde lid van slecht levensgedrag is. |
College |
Op grond van lid 2 onder e zijn de volgende categorieën van vechtsportwedstrijden of gala's aangewezen: a. Mixed Martial Arts, ook wel genoemd gemengde vechtkunst, waaronder in ieder geval worden begrepen free fight (het vrije gevecht), vale tudo (Braziliaans Mixed Martial Arts) cage fight (kooigevecht); b. Kickboksen en Muay Thai (Thai boksen) in al hun varianten. |
Artikel 2:28a Vervallen per 10-10-2014 |
||
Artikel 2:42 Plakken en kladden 1. Het is verboden de weg of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf de weg zichtbaar is te bekrassen of te bekladden. 2. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op de weg of op dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf de weg zichtbaar is: a. een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding aan te plakken of op andere wijze aan te brengen; b. met kalk, krijt, teer of een kleur of verfstof enige afbeelding, letter, cijfer of teken aan te brengen. 3. Het in het tweede lid gestelde verbod is niet van toepassing indien gehandeld wordt krachtens wettelijk voorschrift. 4. Het college kan aanplakborden aanwijzen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen. 5. Het is verboden de in het vierde lid bedoelde aanplakborden te gebruiken voor het aanbrengen van handelsreclame. 6. Het college kan nadere regels stellen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen, die geen betrekking mogen hebben op de inhoud van de meningsuitingen en bekendmakingen. 7. De houder van de in het tweede lid bedoelde schriftelijke toestemming is verplicht die aan een opsporingsambtenaar op diens eerste vordering terstond ter inzage af te geven. |
College |
vrije aanplakborden: - op het Hoornesplein - in de Asterstraat (bij de supermarkt) - in de Badstraat ter hoogte van de Taatedam - bij het winkelcentrum aan de Poolster - op het Bosplein vrije aanplakborden tbv verkiezingen van publiekrechtelijke rechtspersonen - Kruising Parklaan/ Drieplassenweg / Sportlaan - Boslaan in groenstrook achter trottoir tegenover Bosplein - Zeeweg nabij de hoek Karel Doormanlaan - Biltlaan oostzijde ter hoogte van Hoornesplein - Hoorneslaan nabij de hoek Melkweg - Biltlaan nabij de hoek met De Krom - kruising Santlaan / Molentuinweg / Rijnstraat - de Ruijterstraat (nabij de hoek Kanaalstraat) - Siegenlaan (nabij de bungalows) - Joh. Poststraat (nabij de Brouwerstraat) - hoek Oranjelaan/Floralaan - bij het gemeentehuis (nabij de Abdijlaan) - Kleipettenlaan (bij de brug) - Oegstgeesterweg (nabij de Splitsing) - hoek Hoofdstraat/Marinus Poststraat - hoek Claudiusdreef/Middenjoght - hoek Broekweg/Ringweg. - Prof. Dr. W. Glasbergenlaan / Frankenburg |
Artikel 2:48 Verboden drankgebruik 1. Het is voor personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt verboden op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te vervoeren of te nuttigen of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben wanneer daarmee wordt beoogd deze op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, te nuttigen. 2.Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor: a.een terras dat behoort bij een horecabedrijf, als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet; b.de plaats, niet zijnde een horecabedrijf, als bedoeld onder a, waarvoor een ontheffing geldt krachtens artikel 35 van de Drank en Horecawet. |
College |
De bebouwde kom en de duinen zijn aangewezen. |
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d. Het is verboden op de door het college of de burgemeester aangewezen uren en plaatsen zich met een fiets of bromfiets te bevinden op een door het college of de burgemeester aangewezen terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid gehouden wordt die publiek trekt, mits dit verbod kenbaar is aan de bezoekers van het terrein. |
College / Burgemeester |
Alle in dit artikel bedoelde terreinen gedurende de periode dat er één van de in het artikel genoemde activiteiten plaats vindt zijn aangewezen |
Artikel 2:57 Loslopende honden 1. Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten lopen: a. binnen de bebouwde kom op de weg zonder dat die hond aangelijnd is; b. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide of op een andere door het college aangewezen plaats; c. op de weg zonder voorzien te zijn van een halsband of een ander identificatiemerk dat de eigenaar of houder duidelijk doet kennen. 2. Het verbod geldt niet voorzover de eigenaar of houder van een hond zich vanwege zijn handicap door een geleidehond laat begeleiden en de hond als zodanig aantoonbaar gekwalificeerd is of indien een eigenaar of houder van een hond deze aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleidehond. 3. Het college kan plaatsen aanwijzen waar het verbod, gesteld in het eerste lid sub a. niet geldt. |
College |
Het duingebied achter de Kievitlaan/ Nachtegaallaan, De groenstrook tussen de Willem de Zwijgerlaan en de Koningin Julianalaan aan de kant van het gemeentehuis, De Vijverhof, De groenstrook vanaf de Prins Bernhardlaan tot het Westerbaanpad., Het Laage Mallegatpad, Achter de Hyacintstraat, Achter de Asterstraat, Achter de Sportlaan, Bij de sporthal in het Clein Duinpark voorbij het speelveld, Langs het pad achter de woningen aan de J.W. Frisodreef, Prins Frederikdreef aan de kant van de Koningin Julianalaan, Achter de Reijgersberglaan, De Langeveldstraat, Achter de Helmbergweg, vanaf de Bries langs het water, De groenstrook achter de Zuiderkruis, Achter de Noorderlicht, Achter de Hercules, Aan de noordzijde achter de Titan, De Campingweg bij camping Noordduinen langs het water, Achter de Melkweg, Achter de Springvloed, Langs de Helmbergweg ter hoogte van de Vloedstroom en de Zeester, Aan het einde van de Tennisparkweg, De Collegiantenstraat in Rijnsburg, de Waterboslaan/Valkenburgerweg in Rijnsburg. De groenstrook aan de overzijde van het fietspad langs de Duinzicht in Valkenburg, In de winterperiode (1 oktober tot 1 april) geldt op het strand geen aanlijnplicht. (zie plattegrond bijlage 2) Naast de al aangewezen gebieden wordt van de aanlijnplicht uitgezonderd: het omheinde gebied in de Dorpsweide op het talud van de toekomstige fietsbrug over de Rijn. naast de al aangewezen plaatsen wordt van de aanlijnplicht voor honden uitgezonderd: het omheinde gebied aan het Kanaalpad Noord-West in Rijnsburg, zoals op bijgevoegde kaart aangegeven. |
Artikel 2:58 Verontreiniging door honden 1.De eigenaar of houder van een hond is verplicht ervoor te zorgen dat die hond zich niet van uitwerpselen ontdoet: a.op een gedeelte van de weg dat bestemd is of mede bestemd voor het verkeer van voetgangers; b.op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide; c.op een andere door het college aangewezen plaats. 2.Het college kan plaatsen aanwijzen waar het verbod genoemd in het eerste lid, onder a niet geldt. 3. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op door het college aangewezen plaatsen. 4. De strafbaarheid wegens overtreding van het in het eerste lid gestelde verbod wordt opgeheven indien de eigenaar of houder van de hond er zorg voor draagt dat de uitwerpselen onmiddellijk worden verwijderd. |
College |
Op grond van artikel 2:58 lid 1 sub c van de Algemene Plaatselijke Verordening van Katwijk is het gehele strand van Katwijk van de grens met de gemeente Noordwijk tot de grens met de gemeente Wassenaar aangewezen als plaats waar de eigenaar of houder van een hond verplicht is ervoor te zorgen dat die hond zich niet van uitwerpselen ontdoet . Artikel 2:58 lid 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Katwijk: Intrekking aanwijzingsbesluit geen opruimplicht hondenuitwerpselen op het strand tussen 1 oktober en 1 april. Uitvoering van artikel 2:58 lid 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Katwijk: Intrekking besluit tot wijziging van de aangewezen gebieden waar de opruimplicht voor hondenuitwerpselen niet geldt: Naast het voetpad aan de noordzijde van de Rijnmond, de Overrijn tussen de Roskambrug en de Sandtlaan aan de zijde van het water, de Industrieweg aan de zijde van de Kortenaerstraat tussen de Jan Evertsenstraat en de Van Speijkstraat. Op deze locaties geldt vanaf 1 november 2016 de opruimplicht voor hondenuitwerpselen. De opruimplicht geldt in de hele gemeente Katwijk |
Artikel 2:60 Houden of voeren van hinderlijke of schadelijke dieren 1. Het is verboden op door het college ter voorkoming of opheffing van overlast of schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, bij dat aanwijzingsbesluit aangeduide dieren: a. aanwezig te hebben; b. aanwezig te hebben anders dan met inachtneming van de door het college gestelde regels; c. aanwezig te hebben in een groter aantal dan in die aanwijzing is aangegeven; of d. te voeren. 2. Het college kan de rechthebbende op een onroerende zaak gelegen binnen een krachtens het eerste lid aangewezen gedeelte van de gemeente ontheffing verlenen van een of meer verboden bedoeld in het eerste lid. 3. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. |
College |
Voor wat betreft lid 1 sub d: 1. Het bebouwde gebied en het strand van de gemeente Katwijk, zoals weergegeven op bijgevoegde kaart, aan te wijzen als plaats waar het verboden is om de in het tweede lid aangeduide diersoorten te voeren. 2. De aangeduide diersoorten zijn: Alle meeuwensoorten. Voor wat betreft 2.60 lid 1 onder a en b Artikel 1 Dieren dienen in het bebouwde gebied, op het strand, in de duinen en in het buitengebied van de gemeente Katwijk, zoals weergegeven op bijgevoegde kaart, op een zodanige wijze gehouden te worden of aanwezig te zijn dat geen hinder, overlast, schade aan de openbare gezondheid en/of openbare orde verstoring wordt veroorzaakt voor de omgeving. Artikel 2 Het bebouwde gebied, het strand, de duinen en het buitengebied van de gemeente Katwijk, zoals weergegeven op bijgevoegde kaart, worden aangewezen als plaatsen waar het verboden is om dieren te houden of aanwezig te hebben, waarvan aan de eigenaar/houder van deze dieren middels een beschikking door het college van burgemeester en wethouders van Katwijk is bekend gemaakt dat deze dieren niet bij hem aanwezig mogen zijn aangezien geconstateerd is dat het aanwezig zijn van deze dieren hinderlijk, overlast gevend, schadelijk voor de openbare gezondheid en/of verstorend voor de openbare orde is. Artikel 3 Dit besluit wordt aangehaald als ‘Aanwijzingsbesluit verbod aanwezig hebben hinderlijke of schade veroorzakende dieren Gemeente Katwijk 2015’. Artikel 4 Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking. Het ‘Aanwijzingsbesluit verbod aanwezig hebben hinderlijke of schade veroorzakende dieren Gemeente Katwijk 2015’ d.d. 24 februari 2015 wordt ingetrokken op het tijdstip waarop dit aanwijzingsbesluit in werking treedt. |
Artikel 2:65 Bedelarij Het is verboden in door het college aangewezen gebieden op of aan de openbare weg of in een voor publiek toegankelijk gebouw te bedelen om geld of andere zaken. |
College |
Bebouwde kom van de gemeente Katwijk is aangewezen. |
Artikel 2:67 |
Aan te wijzen het Digitaal OpkopersRegister (DOR) en het in- en verkoopregister (papieren versie) -volgens bijgaand model- als doorlopend en gewaarmerkt register voor de registratie van in- en verkoop van gebruikte of ongeregelde goederen, dit op grond van respectievelijk artikel 2, tweede lid van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437 Sr en artikel 2:67 APV. Zie ook bijlages |
|
Artikel 2:73 Bezigen van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling 1.Het is verboden consumentenvuurwerk te bezigen op een door het college in het belang van de voorkoming van gevaar, schade of overlast aangewezen plaats. 2.Het is verboden consumentenvuurwerk op of aan de weg of op een voor publiek toegankelijke plaats te bezigen indien zulks gevaar, schade of overlast kan veroorzaken. De in het eerste en tweede lid gestelde verboden gelden niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 429, aanhef en eerste lid , van het Wetboek van Strafrecht. |
College |
Niets aangewezen |
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding De burgemeester kan overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet besluiten tot het tijdelijk doen ophouden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats indien deze personen het bepaalde in artikel 2:1, 2:10, 2:11, 2:16, 2:19, 2:47, 2:48, 2:49, 2:50, 2:73, 5:34 van deze verordening groepsgewijs niet naleven. |
Burgemeester |
Niets aangewezen |
Artikel 2:76 Veiligheid risicogebieden De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied. |
Burgemeester |
Niets aangewezen |
Artikel 3:10 Sekswinkels Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in door het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente. |
College |
De gehele gemeente is aangewezen. |
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten |
College |
Collectieve festiviteiten 2017 |
1.De geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 dan wel 6.12 |
De volgende dagen worden aangewezen voor het gebiedsdeel Katwijk aan Zee: |
|
van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen |
• 27 april 2017, Koningsdag |
|
collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen. |
• 5 mei 2017, Bevrijdingsdag |
|
• 29 juli 2017, Reuring aan Zee, daarbij geldt dat de aanwijzing slechts geldt voor de inrichtingen gelegen op het strand van 17.00 uur tot 00.00 uur. |
||
2.De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van |
De volgende dagen worden aangewezen voor het gebiedsdeel Rijnsburg: |
|
sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld |
• 27 april 2017, Koningsdag, |
|
in artikel 4.113, eerste lid, van het Besluit gelden niet |
• 5 mei 2017, Bevrijdingsdag, |
|
voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen |
• 14 juni 2017, Paardenmarkt Rijnsburg, |
|
collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen. |
• 7, 8, 9, 10, 11 en 12 augustus 2017, feestweek Rijnsburg. |
|
3.In een aanwijzing als bedoeld in het eerste en |
De volgende dagen worden aangewezen voor het gebiedsdeel Valkenburg: |
|
tweede lid, kan het college bepalen dat de aanwijzing |
• 26 en 27 april 2017, Koningsnacht en Koningsdag, |
|
slechts geldt in |
• 5 mei 2017, Bevrijdingsdag, |
|
een of meer delen van de gemeente. |
• 8, 9, 11, 12, 13, 14 september 2017, Feestweek en Paardenmarkt Valkenburg. |
|
4.Het college maakt de |
De volgende dagen worden aangewezen voor het gebiedsdeel Katwijk aan den Rijn: |
|
aanwijzing ten minste vier |
• 27 april 2017, Koningsdag, |
|
weken voor het begin van |
• 5 mei 2017, Bevrijdingsdag |
|
een nieuw kalenderjaar bekend. |
• 18, 19, 21, 22, 23 en 24, 25 en 26 augustus 2017, Najaarsfeesten Katwijk aan den Rijn. |
|
5.Het college kan wanneer een collectieve festiviteit redelijkerwijs niet te voorzien was, een festiviteit terstond als collectieve festiviteit als bedoeld in het eerste lid aanwijzen. |
||
6.Op de dagen als bedoeld in het eerste lid dient het ten gehore brengen van extra muziek - hoger dan de geluidsnorm als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 dan wel 6.12 van het Besluit te worden beëindigd op de door het college te stellen eindtijden. |
||
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten 9. Het college kan (categorieën) inrichtingen aanwijzen waarop het zevende en achtste lid niet van toepassing zijn |
Op basis van lid 9 zijn de sportverenigingen aangewezen. |
|
Artikel 4:7 Straatvegen Het is verboden op een door het college ten behoeve van de werkzaamheden van de gemeentelijke reinigingsdienst aangewezen weggedeelte, een voertuig te parkeren of enig ander voorwerp te laten staan gedurende een daarbij aangeduide tijdsperiode. |
College |
Niets aangewezen |
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz. 1.Het is verboden op een door het college aangewezen plaats buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht en buiten de weg gelegen in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben: a.onbruikbare of aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voer- of vaartuigen of onderdelen daarvan; b.bromfietsen en motorvoertuigen of onderdelen daarvan; c.kampeermiddelen als bedoeld in artikel 4:17 of onderdelen daarvan, indien het plaatsen of aanwezig hebben daarvan geschiedt voor verkoop of verhuur of anderszins voor een commercieel doel; d.mestopslag, gierkelder of andere verzamelplaatsen van vuil, een verzameling ingekuild gras, loof of pulp of ingekuilde landbouwproducten, afbraakmaterialen en oude metalen. 2.Het is verboden op een door het college aangewezen plaats een bepaald voorwerp of bepaalde stof op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben. 3.Het college kan bij de aanwijzing als bedoeld in het eerste en tweede lid nadere regels stellen. 4.Het in dit artikel bepaalde geldt niet voor zover de Wet milieubeheer, het Besluit beheer autowrakken, de Wet op de Ruimtelijke Ordening of de Provinciale Verordening bescherming Landschap en Natuur Zuid-Holland van toepassing is. |
College |
Alle vanaf de openbare weg zichtbare plaatsen binnen de gemeente zijn aangewezen |
Artikel 4:19 Aanwijzing kampeerplaatsen 1.Het college kan plaatsen aanwijzen waarop het verbod van artikel 4:18 eerste lid, niet geldt. 2.Het college kan daarbij nadere regels stellen in het belang van de gronden, genoemd in artikel 4:18 vierde lid. |
College |
Niets aangewezen |
Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen 1. Het is verboden op door het college aangewezen wegen of weggedeelten een voertuig te parkeren met het kennelijke doel het te koop aan te bieden of te verhandelen. 2. Het college kan ontheffing van dit verbod verlenen. |
College |
Alle wegen in de gemeente Katwijk zijn aangewezen. |
Artikel 5:8 Grote voertuigen lid 1 1. het grondgebied van gemeente Katwijk aan te wijzen als plaats waar het verboden is een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter te parkeren omdat dit schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente; 2 dat het onder 1 genoemde verbod niet van toepassing is op de volgende plaatsen omdat op deze plaatsen het uiterlijk aanzien van de gemeente door de maat, schaal en omvang van deze plaatsen niet wordt geschaad: Katwijk aan Zee en Katwijk Noord: • Ambachtsweg • Blekerstraat • Blokmakerstraat • Heerenweg • Kalkbranderstraaat • Lageweg • Lijnbaanstraat • Mandenmakerstraat • Nijverheidstraat • Rijnlandkade • Scheepmakerstraat • Smidstraat • Steenbakkerstraat • Taanderstraat • Wagenmakerstraat • Weverstraat •Zeilmakerstraat • Laan van Nieuw Zuid, voor zover gelegen langs de toegangsweg naar de voetbalvelden uitsluitend voor bussen. • Noordduinseweg, voor zover gelegen tussen de toegangsweg naar het KNRM gebouw en de strandopgang Noordduinseweg 6 en 8 uitsluitend voor bussen. Katwijk aan den Rijn: • Katwijkerbroek, met uitzondering van de rijbaan ter hoogte van de woning met huisnummer 97; Rijnsburg • De Roysloot. • Laan van Verhof 3. dat alle reeds op grond van artikel 5:8 van de Algemene Plaatselijke Verordening vastgestelde aanwijzingsbesluiten voor grote voertuigen worden ingetrokken. |
College |
|
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets Het is verboden op een door het college aangewezen weg of weggedeelten in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, dan wel ter voorkoming van schade aan de volksgezondheid, fietsen of bromfietsen; a. Onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten zijn of b. Langer dan twee weken onbeheerd te laten staan. |
College |
Deze aanwijzing is los gepubliceerd in Gemeenteblad 2020, nr. 222689 |
Artikel 5:16 Vrijheid van meningsuiting 1.Het verbod als bedoeld in artikel 5:15, eerste lid geldt niet voor venten met gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten en gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Grondwet. 2.Het college kan de vrijheid van meningsuiting als bedoeld in het eerste lid beperken door een verbod in te stellen: a.op door het college aangewezen openbare plaatsen, of b.voor bepaalde dagen en uren. 3.Het college kan ontheffing verlenen van het verbod als bedoeld in het tweede lid. |
College |
Niets aangewezen |
Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen 1.Het is verboden met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen op door het college aangewezen gedeelten van openbaar water. 2.Het college kan aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een vaartuig op niet krachtens het eerste lid aangewezen gedeelten van openbaar water: a.nadere regels stellen in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente; b.beperkingen stellen naar soort en aantal vaartuigen. 3.Het in het eerste en tweede lid bepaalde geldt niet voor zover de Wet milieubeheer, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de Vaarwegenverordening Zuid-Holland van toepassing is. |
College |
Alle openbare wateren zijn aangewezen met uitzondering van: Woonschepen - Katwijk: Sandtlaanpad 1 t/m 13 - Rijnsburg: Moleneind 30c, Oegstgeesterweg 293 en 295 en Liudgerstaat 2 te Rijnsburg (Zaak 22693)-Valkenburg: de woonbotenhaven Botenpad 1 t/m 43, Voorschoterweg 19a t/m 19n, 23 c t/m 23f, 24c, 25 a t/m 25e, 28h, 53 a t/m 53 c . De hoop 1 en 3, Hoofdstraat 13 en Katwijkerweg 45C Overige vaartuigen Zie het Ligplaatsenbeleid van de gemeente Katwijk |
Artikel 5:32 Crossterreinen 1.Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onderdeel z, en een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onderdeel i van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben. 2.Het college kan terreinen aanwijzen waarvoor het verbod niet van toepassing is. Het kan daarbij regels stellen voor het gebruik van deze terreinen: a.in het belang van het voorkomen of beperken van overlast; b.in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving en ter bescherming van andere milieuwaarden; c.in het belang van de veiligheid van de deelnemers van de in het eerste lid bedoelde wedstrijden en ritten of van het publiek. 3.Voor de toepassing van het eerste lid wordt dat onder weg verstaan wat artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994 daaronder verstaat. 4.Het in dit artikel bepaalde geldt niet voor zover de Wet milieubeheer of het Besluit geluidproductie sportmotoren van toepassing is. |
College |
Niets aangewezen |
Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden 1.Het is verboden binnen voor publiek toegankelijke natuurgebieden, parken, plantsoenen of voor recreatief gebruik beschikbare terreinen te rijden of zich te bevinden met een motorvoertuig als bedoeld in artikel 1, onder z, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, een bromfiets als bedoeld in artikel 1, onder i, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 of met een fiets of een paard. 2.Het college kan terreinen aanwijzen waarvoor het in het eerste lid gestelde verbod niet van toepassing is. Het kan daarbij regels stellen ten aanzien van het gebruik van deze terreinen: a.in het belang van het voorkomen van overlast; b.in het belang van de bescherming van natuur- of milieuwaarden; c.in het belang van de veiligheid van het publiek. 3.Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor bestuurders van motorvoertuigen en bromfietsen en voor fietsers of berijders van paarden: a.ten dienste van politie, brandweer en geneeskundige hulpverlening en van andere krachtens artikel 29, eerste lid, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 door de minister van Infrastructuur en Milieu aangewezen hulpverleningsdiensten; b.die worden gebruikt in verband met beheer, onderhoud of exploitatie van de terreinen als in het eerste lid bedoeld; c.die worden gebruikt in verband met werken die krachtens wettelijk voorschrift moeten worden uitgevoerd; d.van de zakelijk gerechtigden, huurders en pachters van percelen die gelegen zijn binnen de terreinen als in het eerste lid bedoeld; e.voor het verkeer ten behoeve van bezoek en van de verzorging van de onder d bedoelde personen. 4.Het in het eerste lid gestelde verbod geldt voorts niet: a.op wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994; b.binnen de bij of krachtens de provinciale verordening ‘Stiltegebieden’ aangewezen stiltegebieden, ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als ‘toestel’. 5.Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod. |
College |
niets aangewezen |
Artikel 5:47 Rijden met voertuigen op het strand 1. Het is zonder vergunning van het college verboden te rijden over het strand met voertuigen dan wel deze aldaar te plaatsen of te laten staan. 2. Het college kan een periode(n) aanwijzen waarin dit verbod op delen van het strand dan wel het gehele strand, al dan niet gedurende bepaalde tijden, niet geldt voor fietsen. 3. Het is verboden op het strand een zeilwagen of een vergelijkbaar voertuig te hebben of daarmee op het strand te rijden in de periode van 1 april tot 1 oktober. 4. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op voertuigen die worden gebezigd door de politie, de strand, al dan niet gedurende bepaalde tijden, niet geldt voor fietsen. 3. Het is verboden op het strand een zeilwagen of een vergelijkbaar voertuig te hebben of daarmee op het strand te rijden in de periode van 1 april tot 1 oktober. 4. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op voertuigen die worden gebezigd door de politie, de gemeente dan wel personen en/of bedrijven die in opdracht van de gemeente werkzaamheden verrichten, de Katwijkse Reddingsbrigade, de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij en de strandexploitanten in de uitoefening van hun functie of bij hun werkzaamheden. |
College |
In de periode 1 oktober tot 1 april geldt het verbod om met een fiets op strand te rijden niet. |
Artikel 5:48 Rij- of trekdieren op het strand 1.Het is verboden in de periode van 1 april tot 1 oktober zich op het strand te begeven met een rij- of trekdier. 2. Het college kan omstandigheden, plaatsen en tijden aanwijzen waarop het verbod genoemd in het eerste lid niet geldt. 3.Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op rij- of trekdieren die door de politie of de gemeente in de uitoefening van hun functie of bij hun werkzaamheden worden gebruikt dan wel indien artikel 5:49 van deze verordening van toepassing is. |
College |
Rij- of trekdieren zijn in deze periode voor 9.00 uur en na 19.00 uur wel toegestaan. Bij neerslag of bij een temperatuur van 18 graden Celsius of lager zijn rij- of trekdieren de hele dag toegestaan. |
Artikel 5:51 Honden op het strand 1.Onverminderd het bepaalde in artikel 2:57 is het de eigenaar, houder of hoeder van een hond verboden deze gedurende de periode van 1 april tot 1 oktober tussen 09.00 uur en 19.00 uur mee te nemen op het strand. 2.Het college kan omstandigheden, plaatsen en tijden aanwijzen waarop het verbod genoemd in het eerste lid niet geldt. |
College |
Honden zijn in deze periode voor 9.00 uur en na 19.00 uur wel toegestaan. Bij neerslag of bij een temperatuur van 18 graden Celsius of lager zijn honden de hele dag toegestaan. Honden zijn de hele dag toegestaan op het strandgedeelte ten noorden van strandvak C. |
Artikel 5:52 Vissen op het strand 1. Het is in de periode van 1 april tot 1 oktober verboden vanaf het strand te vissen. 2. Het college kan ten aanzien van het vissen vanaf het strand: a. omstandigheden, plaatsen en tijden aanwijzen waarop het verbod genoemd in het eerste lid niet geldt. b. nadere regels stellen in het belang van de openbare orde en veiligheid en de bescherming van het milieu. |
College |
Vissen Het vissen is in deze periode voor 9.00 uur en na 19.00 uur wel toegestaan. Bij neerslag of bij een temperatuur van 18 graden Celsius of lager is het vissen de hele dag toegestaan. Het vissen is de hele dag toegestaan op het strandgedeelte ten noorden van strandvak C. Staand want vissen: Voor het staand want vissen geldt –naast bovenstaande regels- dat dit het gehele jaar alleen is toegestaan in de op de ‘Zoneringstekening staand want vissen (nr. L.M. A3-253)’ aangegeven zones aan de noord- en zuidzijde van het Katwijkse strand.
|
Artikel 5:55 Vliegeren en kitesurfen 1.Het is verboden in de periode van 1 april tot 1 oktober op het strand en in de duinen te vliegeren met vliegers, die door middel van twee of meer lijnen kunnen worden bestuurd. 2. Het is verboden in de periode van 1 april tot 1 oktober op het strand een kitesurfboard te hebben of zich hiermee in zee te begeven of hiermee aan te landen. 3.Het college kan een of meerdere gebieden aanwijzen waarvoor de in het eerste lid en tweede lid genoemde verboden niet gelden. 4.De burgemeester kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van het in het eerste lid en tweede lid gestelde verbod. |
College |
Deze aanwijzing is los gepubliceerd in Gemeenteblad 2020, nr. 222571 |
Artikel 5:61 Verbod metaaldetector 1.Het is verboden in een daartoe door de burgemeester aangewezen gebied een metaaldetector of enig ander voorwerp, kennelijk bedoeld voor het opsporen van explosieven , wapens, munitie en dergelijke, te gebruiken of voor gebruik voorhanden te hebben. 2.De burgemeester kan ontheffing verlenen van het in het eerste gestelde verbod. De ontheffing kan worden geweigerd: a.in het belang van de openbare orde; b.in verband met de veiligheid van personen of goederen; c.ter bescherming van de woon- of leefomgeving. 3.Het verbod in het eerste lid geldt niet voor politie, het Explosieven Opruimings Commando (EOC) van het Ministerie van Defensie, voor de door het EOC aangewezen bedrijven en voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien bij of krachtens de Beoordelingsrichtlijn Conventionele Explosieven (BRL-OCE). |
Burgemeester |
De duinen zijn aangewezen |
Artikel 6:2 Toezichthouders 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast: de gemeentelijke opsporingsambtenaren, ambtenaren van de politie en de flora- en faunabeheerder. 2.Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de bij besluit van het college dan wel de burgemeester aan te wijzen personen. |
College/ Burgemeester |
De BOA’s van de provincie Zuid-Holland voor het recreatiegebied Valkenburgse meer. De BOA’s van Duinwaterbedrijf Zuid-Holland (thans Dunea). Buitengewone opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 142 Wetboek van Strafvordering van Staatsbosbeheer op grond van artikel 6:2 lid 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Katwijk 2014 voor de beheersgebieden van het Recreatieschap Valkenburgse meer binnen het grondgebied van de gemeente Katwijk aan te wijzen als toezichthouder. De als zodanig voor deze taak aangewezen personen werkzaam bij de politie, regionale eenheid Den Haag, team Katwijk zijn aangewezen als toezichthouder voor zover het de bepalingen ter bestrijding van de heling van goederen betreft (Hoofdstuk 2 Openbare Orde, afdeling 12 van de APV van de gemeente Katwijk). |
Indicatoren (facultatief)
-
Motivering voorstel
Betreft een wettelijke verplichting
Kanttekeningen
-
Middelen
-
Uitvoering
Een overzicht van de collectieve dagen publiceren
Bijlage(n)
Plattegrond verdeling gebieden
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl